VAN IJPEREN. 4 FRANKEN 'S JAARS 589. Twaalftic Jaar. Politiek. Stads,- Kunst- en Letternieuws. Verschillige Tijdingen. Markten. Bekendmakingen. OLIEKOEREN van Nieuwsblad VOOR IJPEREN. Fa. 4-30 VOOR RUITEN STAD Aankondigingen: 12centimen den regel. Reklamen25 centimen. ZONDAG. 6" JULI 1875. BriiEEi Dixmudeslraal. 59.Alle inzendingen vrachtvrij. IJZEREN-WEG. VERTREKUREN VAN IJPEREN De Koster. Wel, Meester, wat zegt gij nu van onze klerikale representanten? Hebben zij niet getoond dat zij de omstreek toegenegend zijn met 800,000 franken te stemmen voor de werkzaam heden te doen aan den IJzer, in plaats|van 400,000 door het ministerie voorgesteld? f De Meester. Het is eene rechtvaardigheid, want hetgeen in 1872 plaats had, heeft bewezen dat de dammen niet hoog genoeg zijn om de over strooming tc voorkomen, en het scheelde niet veel of geheel Veuren-Ambacht was onder water en alsdan gingen menschen en beesten vergaan Maar gij bedriegt u. Koster, met te zeggen dat wij deze weldaad aun de klerikale representanten verschul digd zijn. De Koster. Het Nieuivsblad geeft het nog- tans te verstaan. De Meester. Het Nieuwsblad is gewoon zich met den steert van den pauw te versierenwij hebben deze weldaad te danken aan den invloed door onzen liberalen representant in de Kamer uitgeoefend, en de 400,000 franken meer dan het voorstel van 't Ministerie zijn gestemd geworden, niet door de klerikale representanten, want op 50 liberale representanten die aldaar tegenwoordig waren er 26 de vermeerdering hebben gestemd, terwijl op de 48 klerikalen er slechts 24 het voor ste! van M. Vandenpeereboom ondersteunden. Jan. Zie thans, Koster, onder welke partie de verdedigers van de belangens der landbouwers zich bevinden. De Koster. Onze representanten hebben toch de pogingen van hunnen liberalen ambtsgenoot ondersteund. De Meester. Ja, M. Berten heeft gedaan al wat hij kon, maar onze derde representant, ofschoon te Brussel aanwezig, heeft zich de moeite niet gegeven de beraadslaging bij te wonen zom pige zeggen dat het is omdat hij tegen het minis terie niet wilde stemmen daar het onlangs zijn zoon bijrechter genoemd had. Jan. Hoe zijn zoon is bijrechter genoemd maar hij komt slechts van advokaat te passeeren, indien het zoo voort gaat zal men eindigen de magistraten in de wiege te noemen. De Meester. Iets beduidelijker en welk nog meer bewijst wat ongelijk de kiezers hebben van representanten naar Brussel te zenden die van de Bisschoppen afhangen en hun weinig met de belangens en het welzijn van den landbouw bekommeren, het is de stemming op de verhooging van 't krediet voor de beurtwegen. Op 30 aanwe zige liberale representanten 27 hebben er vóór gestemd, terwijl 56 op 30 aanwezige klericalen er tegen stemdendit zijn geen woorden maar cijfers die meer beleekenis hebben dan al hetgeen men kan vertellen. Jan. Het Nieuwsblad zal niet te min volhar den in zijne aanhalingen, en zwart noemen hetgeen wit is, telkens het daarmede de klerikale partij gelooft te bevorderen. De Meester. En het doet het zonder gevaar van door zijne vrienden voor leugenachtig te wor den aanzien, daar het aan de onnoozelaars, voor wien het schrijft, door hemel en hel invloed genoeg heeft om de lezing te verbieden van alle nieuws bladen die de waarheid zouden kunnen doen kennen en hunne leugens tegenspreken. INGEZONDEN ARTIKEL OYER BE BURGERWACHT. Naar POPERINGHE-HAZEBROUCK. 6-50. - 12-05.- 3-57. - «5,50. Naar POPERINGHE. 9-07. - 8-45. - 9-50. Naar KORTRIJK. 5-34. - 9-49. - 11-18. - 2-35. - 5-25. Naar KOUSSELAERE. 7-50. - 12-25. - 6-45. Samenspraak tusscheu den Schoolmeester, den Koster en .lan Coedgcbcup. GEBAKKEN IN DEN NU1IMER VAN 28 JUNI 1873. Het Nieuwsblad van Zaterdag laatst begint zijn gezeever met eenen oliekoek die weerdig is in een gedoreerde lijst geplaatst te worden. Na al het geraas na alle leugens, scheldwoorden en bedreigingen in zijne artikelsna bijna een oproer in de straten uitgelokt te hebben, ziende dat het gerecht onverbid delijk de wet toegepast heeft waar ze moest zijn het Nieuwsblad buigt gedwee zijn lief kopje en trekt zich moe dig uit den slag. Iedereen herinnert zich nog de hevige taal en de onnoo- zele praats over de Lomotte-school en het buitensmijten der arme nonnekens. Eh wel, vóór dat het geheel zijne oorkens intrekt geeft het nog een laatsten stamp, spuwt het nog een scheldwoord naar het hoofd van zijne politieke vijanden, luis tert Zulke scheldwoorden en zegt 't Nieuwsblad niet, en gy moet magister zyn om te peizen dat de schryvers van 't Nieuwsblad zoo peizen. ('t is vreed Waerom? 't Nieuwsblad kent te wel de schynheilig- i' heid,de gesuikerde zeemachtigheid en de bedekte omwegen i> van onze hospadors om te peizen, verre van te zeggen, dat i' zij kaert op tafel gaen spelen (hé het weg? 't Nieuwsblad weet te wel dat de liberale coterie (zoo er beslaat toch eene calholijke coterie) even benauwd is van communarderie en van kalholyke Religie. Zy is heur eigen i> God, en moest zy Lamotten, nonnen en katholiek onderwijs geheel en gansch buitensmyten, zy zou communarderie x hebben. Zy heeft Religie, wil Religie en nonnen 0111 heur koffer, heur postjes, heur eigen te bewaren en groot te hou- 11 den, cn verder niets. Daerom zyn wy zeker dat de Lamotten x gaen mengen blyven. Kan men grooter Jesuïet zijn Zijn tweede oliekoek, over de Garde Civiek, is zoo D... 0... M... DOM, maar zonder erg De Moniteur van 't zothuis is in zijn element: persona liteiten en uitscheldingen, die niet anders bewijzen dan dat de clericale werking tegen de instelling totaal mislukt is. Wij moeten hier nederig bekennen dat wij onmachtig zijn op het artikel te antwoorden Maar heeft het bovengenoemde artikel het medelijden voor de schrijvers onder het publiek opgewekt, het was an ders met dit van La Jeunesse de l'avenir. Wij protesteeren in naam der geheele weldenkende be volking tegen de kwaadtrouwige aantijgingen die in dit arti kel gedrukt slaan. Clericale laster kan de nagedachtenis van een gezegenden en beminden menschenvriend niet bezoedelen en al wat de zwarte mollen daarmede winnen is van meer en meer vijanden tegen hunnen winkel te maken. Want die de dooden niet eerbiedigt en onraedoogend eene bedrukte familje durft teisteren, moet uitzinnig zijn, of wel, verdient de openbare verachting Tot Zaterdage. De Magister. Lezers, iiebt gij het artikel gezien over den uitslag der kie zingen van de Burgerwacht, gedrukt in dit klein bladje, dat door ieder ernstig man met verachting aanzien wordt en dat den naam draagt van Nieuwsblad Hoe schitterend schoon, hoe slim! Men zou waarlijk zeggen dat de opstellers veel in de bosschen van Gereken verkeerd hebben! Welke verhevene gedachten Welke boeiende taal Hoe rijk in uitdrukkingen! Hoe christelijk! Hoe stichtend! dit alles vervult u met bewondering over hun verstand, hun vernuft Ziet eens met wat zelfsvoldoening zij schrijven over Mijn heer Emiel. Omdat die heer uit een princiep, dat hij altijd openhertig en onbewimpeld dierf verdedigen, eene kandida tuur aanvaardde, seffens was hij eenen post-najager, een zeifs- en roemzuchtige!Beter waren die tij teilen toegepast aan zijnen medestrever die met slechts cenige stemmen meer be noemd werd Hoe valt hij niet uit tegen BI. Gravel (dien hij Piocheforl noemt, wij weten niet waarom), is het misschien omdat de tegenstrever van Mijnheer Deinazière een eerlijk en onora- koopelijk geleerd man is, die de toegenegenheid van alle tref felijke menschen bezit en verdient en die zijnen weg maakt zonder schijnheilige veinzerij, zoo als er bij menigte onder uwe vrienden loopen. En het is legen zulk eenen man dat zij hunnen Mijnheer Dcmazière stellen Waarlijk, zij zijn gemist van adres toen zij het woord van nulliteit uitspreken En Hilarius dan? Die ook krijgt ze voor niet met zijn papekOok waarom heeft hij twee tauten Men raadt het overige. Luister, bucht van een gazelje Vóór dat gij zedepreekf, zie eens uwe vrienden na, en toen gij goed de oogen zult open gedaan hebben alsdan zult gij zien dat er op uwen ak ker nog veel onkruid wast en dal gij nogveel werk zult hebben met uwe slaven tol het geloof te bekeeren, het waar geloof dat gij dagelijks zoo onbarmhartig'beledigt door uw venijn en laster.

HISTORISCHE KRANTEN

De Toekomst (1862-1894) | 1873 | | pagina 1