POPËRINGHE, Niels kwetst meer dan de waarheid. Nota. Eenige labellen, ten onzen bureele gedrukt, dragen, in plaats van leSamedi settle ment, I E LUNDI. Men verzoekt dezen die ,in bezit zijn van een der weinige uitgegeven afdruksels, deze feil met de pen te willen herstellen BURGERSTAND Huwelijken. Sterfgevallen. Bcuoemiu - Bij koninklijk besluit is M. Cous- saert, koinmissaris van Politie ie Ilonse, in de zelfde hoeda nigheid te Uperen benoemdin vervanging van Amare, ontslaggever. Onderaebeüd^nsen. - De heer Arthur Ghaïmant, na negen maanden studie, heeft den tweeden prijs bekomen in't Conservatoir te Gent. J)e heer Ligy heeft insgelijks den tweeden prijs behaald. ViscSsv ajs.gf«4. -- De laatste dag onzer Thuindagfeêst heeft nogal beweging medegebracht. De Maatschappij De Ware Visschf.rs, gevestigd in liet Schippers-Huister Kaai. TJperen-buiten,had een prijskamp uitgeschreven die door een 200tal liefhebbers bezocht werd. liet uitzicht van den kom was levendig en eigenaardig en «ene groote menigte was er heêngesneld. Alles is er zeer re gelmatig en met veel orde geschied en de neeringdoeners der plaats zijn allen even te vréde. Ziehier deszelfs uilslag Medailje van grootste getal, aan de Visschers van Blanken - berghe (Museum, Uperen). Medailje van vcrstafgelegenheid, de Savoyards (Petit Sa voyard, Kortrijk). Ie reeks. 1 prijs, Maffers Joseph, van Uperen. 2e Heil- brouck, Emile, id. 5e Deweene, Hijppolite, Dixmude. 2" reeks. 1° prijs, Barizeele, Scraphin,Uperen.2e Claus, Pieter, Dixmude. 5e Derille, Pieter, IJperen. 5' reeks. I" prijs, Tanqrez, Désiré, IJperen. 2e Melle- camp, Dixmude. Weuten, Antoine, Uperen. Bupgerwacht. - Uilslag der schieting van 11 Au- gutsi 1875 1. Swekels, L, 5 5 6' 2 6 2 24. 2 Cardinael, L. 2 2 1 6 5 5 21. 3. Vergracht, L. 5 0 6 5 5 5 24. 4. Vergracht E. 5 1 5 3 4 0 18. 3. Desagher L, 5 0 4 5 2 1 15. 6. Poot, H. 3 1 0 4 6 0 14. 7. Vanthoil II. 0 4 3 2 5 0 14. Vrijdag laatst heeft eene chineesche cijbelschieting plaats gehad in het zomerlokaal der Maatschappij schutters. Er wa ren zes prijzen, de twee eerste zijn behaald als volgt 1" M.Maurau. 2° M. Candaele. De verledene week gaven eenige nieuwsbladen de mare dat er, ter gelegenheid der aanstaande Septemberfeesten, kruisen van 25 jaren dienst zouden gegeven worden. Wat er van waar is zullen wij niet bespreken. Maar wat het gesprek van eenie der was, waarop men weddingen en woordenwisselingen had, was het bestaande getal mannen, die sedert 1848 nog deel maken van onze Burgerwacht. Wij denken onze lezers aan genaam te zijn hierna de lijst op te geven MM. J'. Allaert, Cb. Duke, A. Borry, H. Ceriez, X. Dal- rnote, D. Demyttenaere, L. Descamps, B. Fagel, Cb. Ghysef, F. Lvgi, Ern. Maurau, N. Meerssemari, L. Myle, D. Fickhaut, II. Podevvn, L. Babau, E. Smagghe, A. Struye, J. Tyber- ghein,E. Vandecastelle, P. Vandevenne, E. Van Eeckhout en M. Vilein. S' Sebastiaan. - De schieting op de pers van Sint Sebastiaan alhier, is dit jaar zeer wel bezocht geweest. Tal rijke schutters zijn naar de schoone prijzen komen dingen. Het is spijtig dat w ij de uitslag der schieting niet ontvangen hebben wij hadden dezelve met voldoening aan onze lezers medegedeeld. BJzei'cnwcg. - De opening van het gedeelte tus- schen IJperen en Thourout heeft Vrijdag 15 Augusti plaats gehad. De vertrekuren, gaans keeren, zijn zonderling vastgesteld Vertrek van Uperen, 7-15, 12-13, 6-20. -Boesingbe, 7-25, 12-25, 6-32. Langemarck, 7-57, 12-57, 6-44. - Poelcapclle, 7-46, 12-46, 6-52. Westroosebeke, 7-55, 12-55,7-00. Staden, 8-08, 1-09, 7-12. Corteraarck, 8-26, 1-50, 7-50. Aankomst te Thourout, 8-40, 1-40, 7-44. Vertrek van Thourout, 9-00, 1-18, 7-45. Corteraarck, 9-21, 1-46, 8-10. Staden, 9-59, 2-03, 8-27. "West roosebeke, 9-49, 2-14, 8-36. - Poelcapclle, 9-58, 2-25, 8-45. -Langemarck, 10-07, 2-52, 8-56. Boesingbe, 10-19, 2-44, 9-08,-Aankomst te IJperen, 10-50, 3-55,9-18. Den Zaterdag alleenlijk van IJperen, 5-50. Boesinghe, 6-00. Aankomst te Langemarck, 6-10. Van Langemarck, 6-20. Boesinghe, 6-30. Aankomst te IJperen, 6-40. Wij hopen dat de hier bovenstaande vertrekuren niet voor goed vastgesteld zijn, daar er bestatigd is dat men langs eensn Ycel kortere» weg eene halve uur langer moet op den trein zitten. Jaultouilinv. - Verledene week is er alhier door onze politie aangehouden geweest in een verdacht huis, zekere Clèppe Felix, 55 jaren oud, geboortig van Wyngene, verdacht van diefle te Remnghelst (Klijtte). Hij was nog drager der ge- stolene voorwerpen. Hij is een oudveroordeelde die nog onder de waakzaamheid der politie stond. Va#» deu S° tot den S5" .Ui»uxti 11878. GEBOORTEN Mannelijk geslacht 4E zam ,2 Vrouwelijk 8) Descamps, Leo, professor, en Pironon, Vafehlina, zonder beroep. Beckaert, Maria, 18 jaren, kantwerkster, ongehuwd, Vleeschhou werstraat. Kinderen beneden de 7 jaren' ®anne'Ü^ ff*»lrieht 7) J Vrouwelijk idem. 8) 12 Augusti 1873. Nooit hebben wij onze abbétjes kwader, woedender en briesschender gezien dan in hunne laatste correspondentie!). En dit al om dat wij gezeid hebben dat het schoonste, het deftigste en het vrijmoedigste gedeelte der poperingsche be volking, 't welk zich, ter gelegenheid van ons liberaal con cert, in het park van M. den baron de Posch vereenigd vond, door geen één raadslid in het Stadsbestuur vertegenwoordigd was.Zij moesten natuurlijk daaruit besluiten dat, volgens ons, de gemeenteraad maar de vertegenwoordiging was van het ieelijkste, het ruwste en het onnoozelste of slavelijkste ge deelte der bevolking. En inderdaad, als men de waarheid wil ingaan, wie heeft er hier den gemeenteraad gekozen?Zijn het niet vooreerst mannen die door hunnen langen zwarten rok en hunnen drijvuldigheidshoed voorzeker niet schoon zijn Zijn het niet ten grootsten deele ruwe, ongeleerde en onbe schaafde (ja, ja, onbeschaafde) boertjes? Zijn het niet sukke laars en onnoozelaars die, even als slaven, zich laten bij de» neus leiden door Seigneurs die beweren over hunne ziel recht van leven en dood (e hebben En is het niet om aan die Seigneurs de Souveraineteit over het volk te geven dat men aan zooveel onwetende en ridelooze menschen het recht van stemmen toegestaan heeft Deze waarheden, die niemand kan betwisten, hebben onze abbétjes zoodanig gekwetst dat zij al hun verstand te samen gestampt hebben om eens een ferm en artikel tegen 't doe teurtje te maken en dien Calypso af te ranselen gelijk het be hoort, want het schijnt dat hunne redaktie dezelfde niet meer is en dat zij stijf hun best gedaan hejiben om letterkundig en bijzonderlijk om strijdend te zijn. Maar waarin bestaan de snijdende middels waardoor zij zich inbeelden al onze tegenwoordige, verledene en toeko mende gezegden te verpletteren. Eilaas! in een oudversleten, afgewet en roestig scheers, tout au plus goed om de éaarden af te zagen van de nieuwe kiezers van 10 franks, want vóór het vermaard tijdstip der cijnsvermindering hebben noch de kiezers voor den Gemeenteraad (in 1857, 1865 en 1869), noch de kiezers voor den Provincieraad (in 1864 en 1868), noch de kiezers voor de Kamers (in 1868) zich door dit scheers noch metzeepe noch zonder zeepe laten scheeren. De abbétjes zelve of hunne voorzaten en geheel hunne ben de hebben in 1857 en in 1863 hunnen kin door dit oud sehreepmes ook niet laten vladen. Wij zegden dan met recht in de lichtsteking van 1864 QUeM nlgrabant aLbl aLblor ILLe DeCLaratür. En wij zegden met nog meer recht in 1868: QUeM bis nlgrabant aLbl abblor Ipsls ILLe bis DeCLaratür. Onze abbétjes mogen nu, bij gebrek aan andere argumen ten, zooveel zagen als zij willen: de gewoonte heeft ons se dert lang hieraan zoo ongevoelig gemaakt als de voormelde kiezers. THO t WLOOZE PENNENTWIST Onze kwade abbétjes kunnen ons niet vergeven dat wij, antwoordende op de overdrevene loftuitingen door hen toe gezwaaid aan het Tuitersmuziek en deszelfs bestierder, gezeid hebben dat. deze bestierder aan hel oud Pompiersmuziek nooit de nuancen geleerd heeft. Hunne kwaadheid zou ons van klein belang zijn indien zij dezelve niet uitgedrukt hadden door hevige en onbeschofte smaadredens tegen eenen persoon dien zij klaarlijk aanduiden, zonder zich zelve te laten ken nen, en indien zij bij deze openbare aanduiding niet vergeten hadden dat die persoon een treffelijk man is. Nu, om dat die jonge kerels zoo stout zijn, zullen wij op onze beurt zonder de minste weèrhouding ons gedacht zeggen over de muziek welke zij zoo hardnekkig verdedigen. Wilt gij in twee woorden weten, abbétjes, wat uwé gelief koosde muziek is? Het is eene groote boerenmuziek die, voor al wie nooit gecne muziek gehoord heeft, de beste is van Poperinghe en van nog honderd Poperingher, daar bij, VVij hebben ze Zondag laatst gehoord in de patronale feestdag-mis der Pompiers, en wij hebben daarin niet anders onderscheid dan twee partijen eene groote partij eenklank en eene kleine partij voor cornet waarvan de speler, met zijnuitstekend talent, zijn best deed om dien eenklank door zijn geschetter hier en daar eenige verscheidenheid toe te brengen, 't {s donder en bliksem T is musique d tour de bras waarin men al de kloekte van zijne armen gebruikt om geruqht te maken en zich te doen bewonderen. Op sommige oogenblikken de grosse-caisse en de bassen maakten zoo een formidabel effekt dat men meende in den slag van Sedan te zijn en dat men zich inbeeldde de franschen en de pruisisschen onder malkander te hooren vechten. Bij het uitkomen der mis iemand zeide zij hebben een groot stuk afgeweven, maar het was maar van grof garen zonder in slag; hel zou maar kunnen dienen voor hommelbalen. Maar ook deze muziek is al wat zij zijn kan 't is eene vrucht van zeven maanden en zij zal nog vele solfège-pap moften eten om tot een kloeken wasdom te komen. Alle goetii- muziekanten kunnen in denzelfden tijd zoo eene muziek ma ken; maar, wij bekennen het, zij zouden niet meer tooveren dan M. Maertens die aan dit grof gedruisch nog al goed en semble weet te geven. Buiten dat, wij hebben daar noch dièsen, noch bêmols, noch de minste mélodie gehoord. Aan de consacralie nogtans was onze aandacht gevleid door een mouvement dat dansachlig was men zou gezeid hebben ec-n hoop marionetten die, al balanceeren, op hunne handjes klakten. Wij meenden zelfs dat hel pifferaars waren; maar wij durfden op onzen stoel niet staan om te kijken. Dit wil niet zeggen dat wij de toonkundige kennissen van M. Maertens betwisten. Integendeel wij bekennen dat wij menigmaal hem een bloemtje toegewezen hebben wanneer wij, na het een of het ander concert op eene voordeelige of aanmoedigende wijze te spreken hadden van het oud muziek der Sapeurs-pompiers, en wij hebben voornamelijk op hem geboft als hij in dit concert een stuk op zijne klarinet had laten hooren. Maar tusschen den klarinettist en den muziekmeester maken wij een verschil, en de abbétjes zijn kwalijk gekomen om kwaadtroinviglijk te willen onze woorden verdraaien toen wij zegden dat wij nooit in geene omstandigheden van het bui tengewoon talent van M. Maertens, als muziekmeester, ge handeld hebben. Nogtans zij willen dit onderscheid niet aannemen. En komt niet ligtelijk, zeggen zij, den bestierder onderscheiden van het muziek dat hij bestiert, zeggende dat gij hel muziek beboft hebt en den beslierder niet. Maar of hadden onze woorden, die zeer verscliillig zijn, (zie de Toekomst van 3 Augusti), de volkomene beteekenis gehad welke men er aan wil geven, zij zouden daarvoor zoo ilom niet zijn als de fijne ooren van T Nieuwsblad het beweeren want een goede be stierder kan met flauwe muziekanten door eene aanhoudende oefening goed muziek maken, terwijl een flauwe bestierder met goede muziekanten nooit niet. zal maken dat deugt. Terwijl onze trouvvlooze tegensprekers, die ons uitmaken voor leugenaars, zoo s(yaf aan de waarheid houden', laat ons nu ook rechtzinnig de waarheid zeggen over de oude muziek der Sapeurs-Pompiers waarvan vele muziekanten bij M. Maer tens geleerd hebben 't gene zij kunnen en 't gene zij weten: M. Maertens heeft dit muziek ontvangen uit de handen van M. Baratto, oud muziekmeester van Merville, die zeker een eerste bestierder was. Hij heeft op dit muziek twaalf of dertien jaren getimmerd om deszelfs oude reputatie te behouden en te versterken. Na hem heeft M. Simar gedurende geheel den verleden winter verscheide stukken geschaafd die laatst on der M. Maertens waren gespeeld geweest; na M. Simar heeft M. Klein gedurende twee of drij maanden diezelfde stukken nog beter doen nuanceeren, en nu hoort men in die uitvoe ringen, die nog niet volmaakt zijn, een verschil gelijk den dag bij den nacht. Niettegenstaande deze waarheden die welsprekender zijn dan al de loftuiterij der abbétjes, men wil mal gril bon gré dien lof nog doen bovenkraaien met te zeggen dat de dwaas- heid van 't doeteurtje in zake van muziek al te algemeen herkend is om M. Maertens door hem te kunnen beoordeeld n worden. Zij meenen misschien dat men een {uithoorn moet kunnen blazen om muziek te kennen en eenen bestierder te kunnen waarderen; maar 't doeteurtje heeft, sedert dat liet op de wereld is, meer muziek gehoord dan al de Tuilers te samen binnen hun leven zullen hooren, en het heeft aan grootore muziekbionnen zijn gehoor geoefend dan de jonge abbétjes die nooit maar deschool van M. Maertens en de kerk- cóncerts bijgewoond hebben. Ook men moet geen eerste ken- der zijn om onze zevenmaanders met juistheid te kunnen beoordeelen. Onze misprijzers zeggen nog dat het doeteurtje te klein is om M. Maertens te kunnen eer of schande bijbrengen. Wij weten, lieve abbétjes, dat men in uwe oogen maar groot is ais men toebehoort aan de bende van Sa Grandeurmaar waarom hecht gij zoo vele importantie en waarom doet gij de eer van zoo een letterkundig geweld en zoo eene ernstige verdediging san de beoordeeling van dat klein mannetje

HISTORISCHE KRANTEN

De Toekomst (1862-1894) | 1873 | | pagina 2