TAN IJPEREN.
4 FRANKEN 'S JAARS
Nr 618. Dertiende Jaar.
ZONDAG, 25" JANUARI 1874.
Politiek. Stads,- Kunst- en Letternieuws. Verschillige Tijdingen. Markten. Bekendmakingen.
FRICADELLEN
Stads Nieuws.
VOOR IJPEREN. Fr. 4-50 VOOR BUITEN STAD.
Aankondigingen: 12 centimen den regel.
Reklamen: 25 centimen.
Bureel: Dixmudestraat, 59.Alle inzendingen vrachtvrij.
VERTREKUREN VAN IJPEREN
Indien de goede trouw uit de wereld gebannen
■ware zij zou eene schuilplaats in het hart der
geestelijkheid moeten vinden, en het is juist het
tegenovergestelde. Wat ons zulks onwederleggelijk
bewijst, is den penncnslrijd welken heelt plaats
gehad betrekkelijk de zaak der Lamotten. Het ware
niet mogelijk de slechte trouw verder te drijven als
de klerikale nieuwsbladen het ter dier gelegenheid
gedaan hebbenvan het begin tot het einde hebben
zij door valsche uitleggingen hunne lezers trachten
te bedriegen 5 zij hebben begonnen met te beweeren
dat het Stadsbestuur de nonnen, zonder vooraf
gaande pogingen opdat zij zich aan de wet zouden
onderworpen hebbenop eene onmenschelijke
wijze hebben buitengezet. Zij hebben het zoogezegd
Hoogwaardige met opstel, van het gesticht naar de
kerk overgebracht; wij zeggen zoogezegd om
dat er in de kapelle geen eeuwig licht bestond
toen de politie voor de eerste maal er is binnenge
drongen, en dus dat hel twijfelachtig is of het
lloogweerdig aldaar wezentlijk aanwezig was. Zij
hebben de diefte van de 50,000 franken trachten
te verschoonen met te schrijven dat dezelve een
specialen fonds uitmaakte tot het verrichten van
godsdienstige oefeningen, helgeene valsch is, daal
de onkosten van dien aard, volgens de schikkingen
der fondatie, bestaan in eene jaarlijksche mis
waarvoor er toch geen kapitaal van vijftig duizend
franken noodig isMaar wat alle kwade trouw te
boven gaat is van, in antwoord op het laatste artikel
dat wij wegens de zaak der Lamotten geschreven
hebben, te beweren, dat het Joseph II is die de be
machtiging heeft verleend van het getal nonnen op
22 te brengen. Wel is waar dat het dekreet van
dien Vorst toelaat om eenige nieuwe meesteressen
te nemen als het Magistraat het noodig vinden zou;
maar heeft het Magistraat noodig gevonden het ge
tal meesteressen op 22 te brengen? Volstrekt niet,
en nog min van, in weerwil der schikkingen van de
fondatie en der Keizerlijke dekreten, van dit ge
sticht een besloten of onbesloten kloosten te maken
en nog min van de schoolmeesteressen, welke tot
in 1841 stille dochters waren, zonder de tusschen-
Jvomst van het Magistraat, tot nonnen te maken.
In het geheel genomen, het ware onmogelijk van
het arglistig gedrag van al degeenen die hierin heb
ben medegewerkt te verschoonen; zij wisten zoo
goed als wij dat de wel door de regeering moest uit
gevoerd worden; maar zij hadden hierin eene ge
legenheid gevonden om het Stadsbestuur hatelijk
te maken, en zij hebben tot dat einde noch leu
gens, noch valsche bevestigingen gespaard. Geluk-
kiglijk de bevolking heeft zich niet laten bedriegen
en heeft eenieder na verdienste weten te wardee-
ren.
Hoe eene openbare schande zoo lang kan duren,
daar staat mijn verstand stil op.
M. Anspach spreekt in de zitting van 17 Janua
ri. M. Coomans antwoordt hem en al de klerikale
trompetters zeggen dat de kiuclUigaard van Turn
hout M. Anspach plat heeft geklopt.
Wij zoeken in de Annales. Geen Coomans te
zien, (Nous donnerons son discours,) en wij ont
vangen hem van daag, dat er kwestie is van heel
iels anders en men op de discussie wegens Brussel
niet meer en peist.
Andere peper.
M. Rossius doet zijne interpellatie over de kerk
hoven. Geen woord over de inlelpelalie van
M. Rossius in de Annales. Maar het antwoord op
eene ondervraging die men niet kent. (Nous
publieront ultérieurement son discours.)
Nog niet al.
M. Thonissen spreekt ook.Wal heeft hij gezeid?
De Annales zeggen Nous donneront ulté
rieurement son discours.
Ei wel, dat is met het Land den spot drijven en
dat heeft geenen naam in de eenigzins beleefde taal.
fJ Éi
TOEKOMST
IJZEREN-WEG.
Naar POPERINGHE-HAZEBROUCK. 6-50. - 12-05.- 5-57.
- 6-50.'
Naar POPERINGHE. 9-07. - 8-45. - 9-50.
Naar KORTRIJK. 5-34. - 9-49. - 11-18. - 2-35. - 5-25.
Naar ROÜSSELAERE. 7-50. - 12-25. - 6-45.
Naar LANGEMARCK. 7-15. - 12-06. - 6-20.
ANNALES PARLEMENT AIRES.
D'eerste fricadelle van 't Nieuwsblad je is de vetste: De
frankskens voor den Paus, die hein gezonden worden met
den teiegraf.
De tweede is eene zonder heuler, gelijk de deze van den
anderen keer. Die magere kost der Lamoljes draait hun nog
altijd over de maag.
De derde is iets nieuws. Het ordewoord is gegeven De
Vlaamsche Ster is nu aangewezen om op hare beurt de
bliksems van de onbevleklen te onderstaan
Ilertelijk dank, mannen, uwe scheldwoorden, voor de
Sterrelingen, zijn zooveel aanbevelingen en uwe noodkreten
over de zuivere zeden zijn huichelarijen van uwentwege, daar
het volk, wanneer het een hóeksken van uwen sluier opheft
zich rap achteruit trekt en met walg zich van u verwijdert
Hetgeen wij verlangen voor de Vlaamsche Ster is dal, ieder
maal zij eene vertooning geeft, er een van u zich zou willen
geweerdigen een artikel er tegen te schrijven, zij zal zeker
zijn alsdan goede zaken te verrichten:
De overige fricadellen zijn waarachtig zoo zoutloos, zoo
sukkelachtig dat de gewone lezers »an 1 Nieuirèbladje zich
overgeeuwen, en moedeloos leggen zij het te kante, want de
lulling over den stiel van den ouden en van den magister is
zoodanig gerokken en dwaas dat het ons niet aardig meer
voortkomt te weten dat de abonnenten van 't hladje in kwes
tie jaarlijks vollen aflaat toegestaan zijn
En 't Nieuws van soorten dan De Paus is in goê ge
zondheid de Koning van Pruisen heeft eene ziekte; en een
beetje verder verteld het, maar inet een zuur gezicht, dat de
Uien Public tot 10,000 fr. veroordeeld is, voor laster
'l Laatste fricadelletje is een van die domme uitvallen:
wanneer in een beschaafd land eene moord gebeurt, o hel is
de schuld van de verlichting I
En de moorden die in Italië, Spanje, Frankrijk, enz., ge
pleegd zijn, waar de Nieuwsbladmannen meester waren, door
wiens schuld is dit
Tot Zaterdage.
De Magister.
IJperen, 21 Januari 1874.
Heer Uitgever der Toekomst,
De fanatieke correspondent van liet Nieuwsblad, die alle
gelegenheden tracht waar te nemen om de Vlaamsche Ster te
kunnen beknibbelen, komt ons aankondigen dat hij uit zijnen
zevenmaandschen slaap ontwaakt zijnde, nogeens de pen in
de hand nemen zal om zijnen gevvoonlijken onnoozelen praat
over ons Vlaamsch Tooneel voort te zetten.
Hoe moet die sukkelaar toch blijde wezen, hoe moet zijn
hart kloppen van zalig genot bij de gedachte toch iets te kun
nen voortbrengen om zijne onnoozele medebroeders te slich
ten hen de liefde voor de deugd in te boezemen uit
hunne nog niet verdorvene harten de goesting voor het ramp
zalig tooneel te verdrijven
De liefde welke hij voor zijnen evenmensch gevoelt moet
toch wel groot wezen, aangezien hij hem bevrijden wil van
den rampzaligen invloed dien de Vlaamsche Ster op zijn ge
moed uitoefenen zou, dewijl zij stukken opvoert welke in
vergelijking mogen gebracht worden met de zedelooze fran-
sche stukken die ons van chez nous zijn overgewaaid.
Het stuk getiteld: 's Avonds in de Maan ligt hem wal te
zwaar in de maagDe sukkelaar kan zich niet inbeelden hoe
het mogelijk zij dat een Gemeentebestuur zich tot zoo verre
niet vernedert om de stukken die de Vlaamsche Ster opvoe
ren wil, met ernst na te zien. Denkt hij misschien, die arme,
dat het Stadsbestuur doen zal gelijk eertijds gepleegd werd
in eene andere maatschappij Rhelhorica alwaar het
fanalism de tooneelstukken zoo wist te veranderen dat
zij op het eindeveei onzedelijke!' voortkwamen dan zij te voren
schenen te wezen.
Hoe komt het dat de heilige schrijvelaar zoo luid de klach
ten van Jeremias laat hooren omdat de Vlaamsche Ster
's Avonds in de Maan nogeens vertoond heeft en dat 'over tien
jaren, als de achteruit krui pende partij min aanhangers lelde
dan heden, er toed geen Gedeon uit het graf rees om het
schandstuk te bekladden en zijne rechtvaardige wraak over
de tooneelspelers te doen gevoelen
Om op die eenvoudige vraag te antwoorden, moet ik zeg
gen: Ten dien tijde was de Vlaamsche Ster nog zoo we!
niet gekend en het Vlaamsch Tooneel nog zoo niet gesmaakt
als thans; de Viaamsche Taal die alsdan weinig geacht werd
wordt nu onder de beschaafde volksklas verspreid; en de
goesting voor 't Vlaamsch Tooneel groeit meer en meer aan.»
De groote toeloop van personen' van alle standen die men
in de zaal aantreft, telkens de Vlaamsche Ster eene vertoo
ning geeft, getuigt tegen al wie lafhertig genoeg is om
dezelve te benadeeiigen.