Garde Civique d'Ypres.
k PRIMES CQNTRE L'INCEUII,
Briefwisseling der Toekomst.
w m
Compagnie Beige
GARANTIE DE 5,000,000 FR.
Fabriek van Petten
stelsel GEORGES VILLI
F. COUKTOIS EN VAN BOY,
Le Major, Chef de la Garde Civique d'Ypres,
portc a la connaissance des membres de la Garde
que le Consei! de Recensement s'assemblera a
l'Hólel-de-Ville, Salie du Rez de Chaussée, le
Mardi 24 Février 1874, a neuf heures du matin,
pour procéder al'examen des reclamations qui lui
seront présentées.
POUR L'ASSURAKCE
Siège de la CompagnieRue de Loxum, 20,
a BRUXELLES.
(onder het control der landbouwslatie
van Gembloux
HOOFDSTOFFEN VOOR DE VJERVEER D I Gï N G
gewaarborgde titels en samenstelling
Elkeen die duizend kilogr. veile o!' diezelfde
boeveelheid hoofdstoffen koopt, mag er de ontleding
kosteloos van laten doen door de zorgen der
landbouwstatie van Gembloux.
Angent voor IJperen,
M' VERGRACHT-CQURTOIS.
Agent voor Poperinghe,
M ACHIIXE SANSEN, Veurneslraat, 21.
kiu'sch zijn, want zonder elders opzoekingen te doen het ge-
kniind rokdragertje wend zich driftig naar den pouper.
Het is immers geweten, zegt het, dat er tusschen het
groadgebied van Reninghelst en Poperinghe eene kleine
si waterloop, een gering beekske loopt, genoemd den Pouper.
i. Zou de stad, eertijds Poperinghahem enz. genoemd, in dit
beekske den Pouper haren oorsprong gevonden hebben
Neen, zwart mannetje, den ponper heeft nooit noch aan
stad, noch aan dorp, noch aan schepsel oorsprong kunnen
geven, en, indien het in dit beeksken is dat gij eertijds de
broeks gereinigd hebt waarover een thans bekeerde schrijver
zoo veel schetsen heeft gegeven, uwe losbandige inbeelding
neemt wat te vrijen toom met aan deverkwaasde pouper-beek
den oorsprong onzer stad toe te schrijven.
Gij zegt dat dit gering beekske ligt juist tusschen het
grondgebied van Reninghelst en Poperinghe.
Deze natuurlijke grens is eene paal welke gij en d'andere
zwartjes zoudt behooren nooit uit het geheugen te verliezen.
Wij weten wel voor 't geen u betreft dat gij u met den
i papering alleen vergenoegt, zonder lieter oorsprong
bronnen te betrachten maar, indien uwe gezalfde konfrater»
allen in uw gevoelen mededeelden wal zouden onze kwezels
worden
Tot beetpleging over uwen ongerijmden artikel, o zedig
abbétje, tracht dat uwe makkers in 't uitoefenen van hunnen
invloed over dibben en kwezels toch nooit van grondgebied
zouden missen en aldus alle natuurlijke en godsdienstige
wetten niet zouden overtreden. O. Q.
Boesinghe, 16 februari 1874.
Heer Opsteller,.
Het schijnt dat het artikel gemeld in uw weldenkend week
blad van 8 dezer, betrekkelijk eenen raadsheer van onze ge
meente, dezen ten bloede gekwetst heeft. Het minnelijk
Nieuwsblad van Zondag laatst, om het aangehaalde feit te
wederleggen, begint met hetzelve ootmoediglijk te erkennen,
en valt dan in scheldwoorden uit tegen Boesinghenaars, die
toch niet helpen konnen dat God in zijne bermhartigheid som
mige dieren met lange ooren versierd heeft.
De opsteller of ingever van het artikel in het beschaafde
Nieuwsblad, ziet tot heden toe nog niet anders dan keien en
steenen. Zoude zijne oog nog niet zuiver zijn? Het kristelijk
bladje is t'accoord met ons om te zeggen en te erkennen dat
de handelwijze van zijnen gek lafhertig is geweest Dan aan
stonds geeft dat kostelijke gazetje het woord aan zijnen cor
respondent die in zulke eene verwarring valt dat hij de
kiezing met de eerrooving te samen slaatzich wreken wilt
op straatjongens, die hij waarschijnelijk onder zijne vrienden
rekent; en zich boven processen, wetten en rechtbanken stelt
(dat is een zeer gemakkelijke middel voor allen eerroover)
ook heeft hij dien slavenband losgebroken, zegt hij Zoo,
voor dien vermaarden correspondent is de Justicie een woord
zonder beteekenis Wij begrijpen nu de stoutheid zijner
handelwijze hij heeft zich zelve een brevet van straffeloosheid
geschonken, buiten al zijne andere brevetten die hij bij de
broertjes in zijne leerjaren verkregen en behouden heeft. Wij
verstaan nu. dat Aloisius eerst eene bruiloftfeest van een lid
van zijne familie bijwoont, en eenige weken nadies het krediet
dezer familie in eene openbare plaats te Luzerne (Zuydschote)
onbetamelijk aanrandten dat hij dan nog, eenige weken na
derhand eene tweede bruiloftfeest van een ander lid derzelve
familie bijwoont, gelijk of hij nooit niet ten haren laste zou
gezeid hebben Men naamt dal smullen zonder achterdenken
Maar laat ons tot onze schaapkens wederkeeren. Het artikel,
in uw geëerd blad van 8° dezer, heeft de boerinne in zulke
groole gramschap gesteld tegen haren man, boer gek, dat
geheel de verledene week, haar hof in rep en roer stond
sommige verzekeren zelfs dat zij bij haren wettelijken niet
meer slapen wilde. Heere God! wat toch gedaan zei Weetwei
bij zich zeiven; aan wien die aardige goê maare gaan ver
tellen I... Eene gelukkige ingeving deed hem tot Engel wen
den hij wist dat die heilige man een bijzonder talent bezit
om alles wat eerlijk is te schandvlekken en te verdoemen
Aloisius had nog in het geheugen dat op zekeren Zondag, die
brave man, van op den stoel der waarheid of allen anderen,
gewenscht had dat de herbergiers, die t'hunnent lieten dan
sen, gedwongen zouden worden hun brood te gaan bedelen,
en dat,'o bermhertigheid Gods zij de straf van Tantales
zouden ondergaan hebben; 't is te zeggen, dat als vroede
bonden (sic), zij het brood niet hadden kunnen eten welke
liefdadige herten hun tot troost zouden gegeven hebben
'Zoude men kunnen peizen dat er zulke koele wreedheid onder
zoo eenen langen rok zwerft?... Bet was dus met de mede
hulp van die pere en van nog twee of drie andere gelijke kop
stukken dat hij het artikeltje opstelde, welke Zondag laatst in
het koddige Nieuwsblad verscheen het is eene soort van
engelsche hutspotje dat reeds denzelven dag bedorven was,
bij gebrek aan zouthet wasemt zelfs eenen ongezonden
geur uit, want men spreekt ervan zotten! weten Engeltje en
zijn bedrukt matje niet dat men nooit V3n koorden in het huis
van eericn gehangen spreken moet Beter opgepast in het
toekomende, onvoorzichtige kerels
De correspondent van het Nieuwsblad je had zoo weinig
middels om het artikel van 8 dezer te wederleggen, dat hij
het bijna geheel nageschreven hééft, met bijvoeging eeniger
schimpnamen. Enge! en bijzonderlijk Boertje Trappelaar
zijn zeer sterk in de kunst van spot of bijnamen te geven.
Dat is eeneschoone pluim die een groot ijdei hoofd zeer kod
dig versiert
Wij zijn zeker, heer Opsteller, dal, als men het artikel be
antwoorden zal, Engeltje en 't Boertje nogeens hunnen toe
vlucht nemen zullen tot hunne buitengewone wetenschap
want zij bezitten gansch een woordenboek met dergelijke
namen, en wij verwachten ons van de volgende personnagien
op de pin te zien komen de scheeve nekke, Kareltje lui den
stouten, Petrus den wegsmijter, ruite charbon, zoope, pitje
potje dek en zijnen arlequinden gemisten veldwachter, de
twee prefecten, waarvan een gemedailleerd is, den masker,
het volle verstand, Louis Moulon, Sissen den Zeerlooper, den
vermaakten slafl'er voor eene cent, en andere en andere! maar
al die spotnamen zullen ons niet beletten van alle pogingen
in te spannen om van eenen droeven jongen eenen man te
maken dien wij zonder schaamte in het Gemeente-Huis mogen
zien zetelen want dat die kerel eens policie-ambtenaar moest
geworden, dat zou een schoon beentje maken voor deze die
met eene achferklappendc labbe besmet zijn I
ij bedanken LT. heer Opsteller, van de kolommen van
uw weldenkend weekblad te hebben willen openen, in het
inzicht van eene onbeschofte handelwijze te hekelen.
Aanvaardt, Mijnheer, de uitdrukking onzer hooge achting.
Boesinghe, 18 Februari 1874.
Heer.OpstelIer,
Gij hebt in uw nummer van 8* dezer een artikel over
Aloisius geschreven en dat loopt hem af als 't water van eene
baande. Ook ten kan niet missen, hij is leerling en bescher
meling van onze geestelijke herders alhier, die ten allen tijde
de politiek boven hunne heiligste plichten gesteld hebben.
Wat zagen wij in de stemming Men zag de pastor en de
onderpastor naast van de stembus staan en zij spraken op al
de briefjes die naar hunne goesting niet waren. Werkten zij
alsdan voor't geluk van Boesinghe? Neen, het was voor zich
zelve, omdat zij hoopten daarvoor een hoogeren post te ver
krijgen daarom mengden zij zich in onze zaken.
Maar hoe komt het dat zij zich in onze burgerlijke wetten
altijd en overal willen bemoeien en meester maken, daar wij
in hunne wetten niets te zien mogen hebben Iedereen zijne
zaken de burgemeester op het gemeente-huis en de pastor in
zijne kerk de burgemeester voor het tijdelijk welzijn en de
pastor voor hel geestelijk welzijn.
Maar alles dat wordt over het hoofd gezien. Een man is
gekomen en heeft hier de weiovereenkomst vernietigd, de
banden van vriendschap onder de geburen verbroken. Mauw-
vagers, valschaars en spions zijn zijne gewone stafmannen.
Men smijt alles overhoop men verjaagt verstandige mannen
om O. O. O. (hunne slaven) in de plaats te stellen....
En Boesinghe, het schoonste gemeente van onze provincie
onder alle opzichten beschouwd, is thans een poel van kuiperij
en afgunst
Deze die van dit alles de schuld is mag thans zeggen, zooals
die brandstichter die 's anderendaags de puinhoopen en de
asch beschouwt van een prachtig gebouw waaraan hij "s
nachts te vooren het vuur heeft gesloken
k Daar is mijn werk O.
Avelghem, 17 Februari 1874.
Onlangs reisde, in een compartiment des spoortreins, een
katholijke notaris in gezelschap van verscheidene burgers en
landbouwers.
Hei gesprek liep op het nut van den gewijden Sirooptap
van Avelghem. Bijna gans het compartiment was van gedacht
dat het belachelijk was dat de pastoors nu herberg houden.
Nogtans hij, die van's morgends vroeg tot 's avonds laat
God lasterthij, die vloekt, zweert en blasphemeert zoodra
zijne oogen zich ontsluiten tot dat Moeder Morphea ze sluit
hij, die spoten schimpt (als zij er niet hij zijn) met papen en
nonnen, met biechte en met misse hij, die eene taal spreekt
vuiler dan die des onbeschoften zakkendragers hij, die de
kleine kottjes en de jonge onnoozele m..., zoekthij die, in
den tijd, in zekere herbergen demoiseltjes aan zijne dispositie
had; hijmag ik het zeggen, geachte lezer? Hij alléén
dierft spreken van Godsdienst en Zedelijkheid.
De tap, schoot hij in toorn en woede uit, de tap is inge
steld om Godsdienst en Zedelijkheid te bevorderen
Ik vraag liet u, geachte lezer, of men niet verbaasd staat
zulke woorden in zulken mond te hooren?
Zedelijkheid Wat zoudt dan dit woord beteekenen? In
dien zulke monden, die lie zedelijkheid onder de voeten trap
pelen, van zedelijkheid durven spreken, durven wij zeggen
dat wij hunne taal niet meer verstaan. Het. ware dus nuttig
dat de gekruindc liooggeletterden, die zulke mannen den kie-
zeren durven aanprijzen, eenen nieuwen woordenboek ver
vaardigden die ons de nieuwe beteekenis der woorden
aanwijst.
Aan den diner.
De dikke. Als 't tl belieft. Mijnheer den Deken
De Deken. Merci, achtbare JufferS'il vou» plait,
Menheers.
En de Plat ging rond.
Ze lekkerbekten op een stukjen ChevreuiL— Ongelukkig
lijk.... liet was.... niet genoeg.
Tableau.
Een humorist stelt het volgende Raadsel voor
Wat verschil bestaat er tusschen eene getrouwde vrouw
en haren man die naar den tap moet gaan
De antwoord binnen acht dagen.
Ypres, II Février 1874.
A. Hï"ND£RB€£A.
DES
PROPRIÉTAIRES 11U NIS,
LA FOUDREj
L EXPLOSIOiV DES CHALD1ÈRE»
ET DL OIZ A ÉCLftBRER.
FONDÉF. EN 1821.
S'adresser pour les assurances et plus amples informations,
a Mr A. DEC11IÈVRE, Petite Place, Ypres.
Agent principal: Jt.ONIRAET-PARRET.rue deLiIIe,104.
DJER VETTEN
11, lloekstraat, (toy de Statie)
AHée-Verte Brussel) rue de I'Angle 11.
MARKTEN VAN IJPEREN.
AARIl
DBft
GRANEN ENZ.
21 Feb.
14 Feb.
verkocht te
kwantiteit.
middenpr.
p. iOOkilo.
verkochtte
kwantiteit.
middenpr
p. 10Ü kilo.
Tarwe
25,800
40-50
16,900
41-00
Rogge
5,600
37-75
5,600
27-75
Haver
700
29-25
1,400
29-00
Erweten
2,000
26-50
800
26-00
Boontjes
4,600
28-50
4,000
27-50
Aardappelen
5,000-
7-50
5,000
7-50
Boter
545-00
550-00