POPEiiMQlïE, Briefwisseling der Toekomst. BURGERSTAND Huwelijken. Sterfgevallen. M. Smeysters in gevoelvolle woorden de feestelingen over hnnoe zoo vleiende blijken van toegenegenheid ïk ben zooveel te gevoeliger over uwe handelwijze zegde hij daar ik mij reeds genoeg beloond achtte wanneer ik zag dat de heeren officieren met zooveel vlijt, welwillendheid en oplet- t ndheid mijne lessen volgden, ik ben gelukkig mij in het vervolg ten uwen dienste te mogen stellen en ben verzekerd dat het feest van heden onzen algemeenen ievcr zal aanprik kelen om lot een volledigeu goeden uitslag te komen, die de Burgerwacht van IJperen op de hoogte haren goede faam zal houden welke zij in Belg ie geniet. Van alle kanten weergalmde de feestzaal van de levendigste toejuichingen die toonden hoe wel de woorden van den held der feest aangenaam en begrepen waren. Daarna stelde M. llilaire De Coene den heildronk voor aan den heer Hynderick, het hoofd der Burgerwacht. Hij schelste in zielroerende woorden hoe bemind en geërbiedigd die heer overste bij zijne onderhoorigen was, voorde moeielijke taak die hij op zich heeft genomen onze schoone instelling te handhaven hoeveel zorgen en kunde cr gelegen is in dc goede leiding onzer stads-milicie. Welverdiende en warme handge klap begroetten deze zoo hertelijke aanspraak. liet feest werd gesloten door cene bedanking van den heer kommandant Hynderick waarin hij blijken gaf van de grootste gehechtheid aan al de leden van het korps en hen aanspoorde om op den weg te blijven waarop de Burgerwacht van IJperen tot heden gewandeld heeft. Terwijl M. Smeysters zulke levendige blijken van toegene genheid van het korps officieren ontving, was er iemand die ook niet vergeten werd. M. Belley, onder-officier hij 1c reg' werd door het korps onder-officieren der Burgerwacht insgelijks gefecstvierd op een Banket in het Hötel du Nord. Deze heer had zich insgelijks met het onderricht der onder officieren gelast, en deze laatsten willende niet ten achteren blijven, droegen den held der feest een buitengewoon schoon gouden uurwerk op tot aandenken hunner toegenegenheid en dank. Eenige goedgepaste redevoeringen werden er uitgesproken en toegejuicht en het feest was in volle gang toen de heeren officieren de zaal binnenkwamen om met hunne kamaraden te verbroederlijken. Deze handelwijze verwekte ecne algemeene goedkeuring en de verbroedering heeft zeer laat geduurd. Wij zien gcerne zulke gevoelens van weiovereenkomst, zij zijn den pand van duurzaamheid onzer Nationaliteit en het feest zal onuitwischtbare geheugenis laten bij allen die het bijgewoond hebben. Dp 28" Mei aanstaande geeft de heer Smeysters eene groote schieting voor de heeren officieren, onder-officieren en korpo raals der Burgerwacht, in het lokaal der schietiug, op de Esplanade. Twaalf rijke prijzen zullen ten deele aan de over winnaars vallen. Het feest zal gesloten worden met eene Tombola voor de schutters die niets geschoten hebben- Die dag, het is te voorzien, zal nogeens een dag wezen van verbroedering en vermaak. Allen even gelijk verlangen er naar om nogeens in de gelegenheid te zijn den heer Smeysters hunne toegenegenheid te betoonen. Wat verschil toch met «ie menschen die op de wereld maar zijn om malkaar den duivel aan te doen?zij, zij zijn een last aan zich zelve, terwijl de anderen door weiovereenkomst en liefde, voor den korten tijd dat zij op de wereld zijn, deugd van hun leven hebben. Men is bezig met de stellingen te maken om de standbeelden door onze stadsgenoten de heeren Fier, Lefever en Comein vervaardigd, te plaatsen. Geheel de reeks vensters al den noordkant der Halle moeten nog bezet worden. Een schoon feest huldigde de standbeelden in door den heer Puyenbroek gebeiteldliet is nu de vraag onder de kunst wereld of er ook niet eene kleine feest de inhuldiging der standbeelden door onze IJperlingen vervaardigd gaat vereeren? Wij hebben onlangs de oostzaal van onze Halle bezocht en gezien dal er reeds eene paneel geschilderd is. Men is bezig den vloer te verleggen, hetgeen van onze Ilalle een waar paleis zal maken. Wij weten wc} dat Rome op geen enkelen dag gebouwd werdmaar wij wenschten met er lijd gehéél den vloer te zien verleggen, en in afwachting, dat geheel de Hallezaal in muurschildering kome, de afgrijselijke opeenstapeling ver- dwijne'van alle soorten van huciit die zich in de noordzaal be- v tuiten welke in geval van brand, een groote voorraad van stof aao de vlammen zou brengen. De twee oude poeder-magazijnen op het Zaalhof en op de Esplanade zouden groot genoeg zijn om geheel den hierboveu genoemden bazar te beschutten. Eenige liefhebbers der Boldersmaatschappij uit het Bron- zeu-Hoofd, zijn maandag laatst naar Elverdinghe, ter herberg het Kroontje, in beroepen partij gaan bollen. Het moet zijn dat deze heeren liefhebbers, alhoewel zeer kundige spelers, aldaar hun meester gevonden hebben, daar zij van de drij partijen niet eene enkele gewonnen hebben De partie dcplaizier heeft daarom niets geleden, in tegen- dei I. Nog in langen tijd heeft men zich beter geamuseerd, en i eet; lekkere soupé, hebben de Elverdinghenaars afscheid genomen van de IJperlingen, onder den wensehtiildruk van op IJperkermis aanslaande alhier nogeens hertelijk te kunnen verbroederlijken onder het spelen vau eene andere beroepene partij. Maandag laatst was er op de Plaine d'Amour, generale inspectie voor hel 2d" reg' Gidsen. De krijgsoefeningen hebben geduurd van 10 tot 2 «re. Wij vernemen dat M. Th. Ceriez, onze kundige artiest, eene schilderij, voor de som van 5500 fr., verkocht heeft, welke in het kristalen paleis te Sydenham tentoongesteld was. Deze schilderij verbeeldde een winter op de wateren der vestingen eener vlaamsche stad. Sedert eenigen tijd van hier richten de dieven rond onze stad onrustwekkende feiten uit. In den nacht van 15-16 Mei brak men in de kerk van Zon- nebeke, stool men er eene hoeveelheid gouden en zilveren or nementen ter weerde van 150 fr. en poogde nog verders in te breken. In den nacht van 20-21 dezer, plunderde men hel kapelle ken van O. L. V. van den Frezenberg, een gouden keten van 4 toeren, 4 paar oorslingers, 17 gouden kruisen, 7 zilveren herten, 1 gouden ring en verschelde zilveren sieraden, alles ter weerde van 400 fr., werd medegenomen. In den loop dezer week heeft men ook moeite gedaan om in de kerk van Brielcn te breken, alsook op hel kasteel te El verdinghe. Vasi den 15" tot den 22" Mei 1874. Willemvns, Petrus, peerdensmid, en Bculens, Catharina, kantwerkster. Crabbe, Desiderius, bakker, en Jacquier, Maria, dienstmeid. Ciinckemaillie, Emmanuel, zonder be roep, en Verhaeghe, Maria, zonder beroep. Tyberghein, Alfred, advokaat, en Vandermeersch, Maria, zonder beroep. Mavaut, Melania, 40 jz. b., wed. van Henricus Cordon nier, S' Pieters-nevens-Ypre. Wilde, Fredericus, 59 j., uurwerkmaker, wed. van Melania Willeput, Rijselstraat. Billiet, Theresia, 54 j., kanlvv., ecfilg. van Marlinus Cher- chye, Meenenstraat. Michiels, Joanna, 78 j.;, z. b., echtg. van l'etrus Folcque, Lange-Thouroutstraat. Hynlens,Leo- nia, 54 jz. b., echtg. van Antonius Goffin, Meenenstraat. Vandamme, Virginie, Go j., z. b., echtg. van Henricus We lles, Houtmarkt. 20 Mei 1874. DE FAKKELS VAN POPERINGHE. Het gazette-priestertje van 't Nieuwsblad wilt in deszelfs laatste nummer twee der voornaamste leden der liberale ge zindheid voor dommeriks doen doorgaan. Maarei' is geene verdienste aan zuike uitvinding, want wat kan er overblijven aan de liberalen, vermits de klerikale partij sedert lang al wat redeneert en verstand bezit naar haren kunt heeft getrokken Leest liever de redevoeringen der Wetgevende Kamer en gij zult zien hoe de Bertens, Biebuycken, Nolelteirs, De- smedts, Yerbruggen en Petys de liberale redenaars verslaan en hoe dal mannetjes gelijk Frère, Vanden Peereboom, Ro gier, Bara, Orts, Pirmez,Teschen zoo veel andere aldaar suk kelaars en kleine jongens zijn. In Poperinghe, is men het eens, ten minste onder de bewa rende partij, om te erkennen dat de glans onzer drijpekken genoegzaam is om zon-, maan- en gazlieht te vervangen. 'l Is natuurlijk in onzen Gemeenteraad dat onze vernuftig ste mannen zetelen. Hunne roem moet wijd verspreid zijn, want,indien de uit val der kiezingen van Juni aan den wensch der geestelijkheid beantwoordt en deze van het land geheel meester laat, het is in onze bisdommen besloten dat onze voornaamste raadsheeren de stad zullen verlaten ont de gemeenteraden van sommige verachlerde steden te gaan voorzitten en verlichten. 't Is aldus dat M. Achille Van Itenynglie in Brussel M. Anspach zou vervangen M. Baeckeroot zou tot Luik lait- cltaud gaan storten M. Policy zou Doornijk bestieren; M. Petrus De Corte, Antwerpen; M. Benoit Billiau, Mons; BI. Benoit De Baene, Gent; en M. Vanderheyde, om niet verre van Veurnambacht verwijderd te zijn, IJperen. En gelijkerwijs wij op het einde der wereld zijn, het schijnt dat hare oudste burger: Henoch en profeet Elias, overwegende dat zij doch geheel de aarde niet kunnen door- loopen en bekeeren, niemand bekwamer noch weerdiger ge vonden hebben om bij hen gevoegd te worden en zoo even als zij ook opgenomen te zijn, dan vier heeren opperburgers die algemeenen nadruk in 't hart der dibben zullen laten. Basil 'Kschijterop, die de warmste is, zou bestemd zijn voor het zuiden de gekruinden Havermuis, die zoo bevallig zijn bekje naar den wind draait, voor het oosten; Gusten Ki'ulleholle, die de hevigste is, voor het noorden en de twee- lander, anders Ons Heercs vliegevanger genoemd, voor het westen. Poperinghe zal niet verlaten zijn, want het krom pluim gedierte-van Proven zal boven S' Jans vijver zwerven en de regenlie in zijne klauwen houden om de zelve met despa- zelingen van zijne Pajiering bij voortduring te verlichten. -w w - Het volk den weg des hemels doen bewandelenis, volgens den correspondent van 't Nieuwsblad-, de eenigste middel om waren vooruitgang, ware beschaafdheid en waar geluk hier op dc wereld zelve te verzekeren. Het is zeker om dal de poperinghnaars eertijds onder de met goud versierde abten van Sl Bertinus en hedendaags onder de oolmoedige opperburgers Krulle, Havermuis, Lacordaire II en Tweetander altijd den weg des hemels bewandeld hebben, dat zij heden zoo verlicht, zoo beschaafd, zoo vrij en zoo wel varend zijn, en dat de inwoners van Brussel en alle andere groote en liberale steden, die den weg der hel bewandelen, zoo dom, zoo ruw, zoo verslaafd en zoo ongelukkig zijn. Den groolen artiste Amandus, heeft verklaard aan zijne leerlingen ook al aanstaande ai-listen gelijk hij, dat de Philharmonie in de serenade gegeven aan den heer Gouver neur, valsch gespeeld heeft, 'l En is niet te verwonderen,want als men valsch is van zijn hoofd lot zijne voeten, gelijk dezen vermaarden artiste, alles dat men hoort of ziet is valsch. Een con fiit, die erge gevolgen had kunnen hebben, is deze dagen ontstaan tusschen den heer deken van S' Bertinus en den heer pastor van O. L. Vrouw, wegens het begraven van eene boennne die, op 0. L. Vrouw-parochie woonende, op S' Bertinus-parochie gestorven was. Alle beiden wilde die vrouw in hunne wederzijdsche kerk begraven hebben. Men vraagt waarom die twist of die kijvagie niet bestaat wanneer een zieke van de eene of de andere parochie in het gasthuis sterft 't Is om dat er in het tegenwoordig geval wat smout achter was. Het Nieuwsblad zegde onlangs dat Poperinghe in de middeleeuwen (eeuwen van godsdienst en geloof, maar tevens eeuwen van licht en vooruitgang, van teren van geluk,—hum!) eene stad was van groote nijverheid en koophandel gepaard met geloof en godsdienst die rijkdom en weelde in haren schoot brachten, en het besluit hieruit dat die steden en die huisgezinnen de gelukkigste zijn waar God meester is. 't Is zeker om dat God gedurende het kortslondig bestuur van M. Van Merris en M. Roelens, te Poperinghe geen meester was dat, sedert den voormelden tijd, de vaart toegegroeid is, en dat die schoone handelstad hedendaags tot zoo een armoe- digen slaat vervallen is en boven de 400,OÜÜ franks schulden heeft 't Is grootelijks te wenschen dat wij naar die verlichtende eeuwen nog zouden terugkeeren, want indien wij alsdan de tienden, den pijnbank en andere goddelijke beproevingen zou den te verdragen hebben, w ij zouden ten minste de kans hebben van in eene hanse met Londen te geraken en van den rijkdom met godsdienst gepaard te zien. Waarlijk ik zie reeds de heeren Berli n, Decorte, Baeckeroot en Billau aan het hoofd van die handelsbeweging en wat later de opperburgers Krulle en Basilius, als tweede Alvas, in het ministerie van Philippe II. ATELG1IEM, 19 Mei 1874. Eene bijzonderheid die de aandacht der beroemsle Natuur kundigen opwekt is de voorbeeldige getrouwheid welke de chevreuils (eene soort van herten) elkander toedragen. Een Fransche schrijver Voltaire niet zooals de allerheiligste Vrijheid mocht meenen zegt: zoohaast een chevreuil-paar gescheiden wordt, door den dood of anders, de overblijvende treurt, weent, dwaalt en zoekt, zonder rust of vrede, lot dat hij zijne wederhelft of den dood vindt. Ge ziet, geachte Lezer en beminnelijke Lezeres, dal vele Mannen en Vrouwen eene les van echtelijke getrouwheid aan deze zachtmoedige doch vreesachtige dieren zouden mogen nemen. Wonderbaar is de Voorzieuigheid in hare geheimen, zegde ik mij, bij het lezen dier woorden, en zulke is moge lijk. Hoewel aanhalingen van gewetensvolle schrijvers dienen te overtuigen, aarzelde ik deze als Evangelie aan te nemen. Over een paar dagen ben ik eerst van mijnen twijfel terug ge komen en geloof heden vast aan de prijzenswaardige aange- kleefdheid dezer Hertensoort, 'k Zeg op welke wijze. Middernacht is het. Slapend is gansch Godes schepping. Achter toelachende zilverwitte wolkjes bergt zich dc vreedzame nachtverlichlsler en zendt hare zachte stralen op de sluimerende natuur. Niet één zephierdoet hel kleinste bladje ritselen. Stil, doodstil is alles. In dit grootsche tafereel bewonder ik des Scheppers Almacht en Alwijsheid en mijne ziel, vervoerd door de edelste aandoeningen, valt in eene dichterlijke mijmering I!et zoel gekweel des nachtzangers ontwaakt mij plotse lings. Ik luister: geen menschentaal kan mijne gewaarwor dingen terug geven. Ik luister nog: klagende en zielroerende toonen treffen mij. Zij naderen, naderen steeds. Blij dunkt, zij zeggen mij i! Waar zijt Gij, mijne duurbare Eegade? Reeds weken zijl

HISTORISCHE KRANTEN

De Toekomst (1862-1894) | 1874 | | pagina 2