VAN IJPEREN. 4 FRANKEN 'S JAARS N' (f4tL Dertiende Jaor. Politiek. Stads,- Kunst- en Letternieuws. Verscliillige Tijdingen. Markten. Bekendmakingen, MOORSLEDE. VOOR IJPEREN. Fr. 4-50 VOOR BUITEN STAD. Aankondigingen12 eenlimen den regel. Reklamen: 25 eenlimen. ZONDAG, 28" JUNI 1874. Burebl Dixnnuleslraal. 59.Alle inzendingen vrachtvrij VERTREKUREN VAN IJPEREN Hel Nieuwsbladna drie kolommen valsche redeneringen, geslaafd op onjuislc beweegredenen, eindigt met Ie willen bevestigen dal de heden- daagsche kerk de Kerk van Christus is.» Christus en heefl liet Orde der Jesuitcn niet in gesteld, en wij houden slaan dal deszclfs grondstel sels geheel tegenstrijdig zijn met zijne goddelijke voorschriften; wij houden zelfs slaan dat al dege nen die aan dit orde toebehooren of zijne grondstel sels bijtreden, geen ware kalholijken meer zijn, geld en meesterschap zijn de twee zaken die zij najagen en om daarin te slagen zijn alle middels bun goed, zelfs de oneerlijkste, gelijk Mgr. Malou het hun geleerd heeft. liet is onwedcrleggelijk dat sedert de geestelijk heid in het algemeen, het zij uit vreeze, hetzij uit eigen belang, aan de Jesuiterie verbonden is, en dat lot de Paus toe onder den invloed is van den Generaal van het Orde, waardoor het de overhand op de geestelijkheid heeft, de katholijke godsdienst den zelfden niet meer is. In plaats van het voor beeld van deugd en verdraagzaamheid te geven, de geestelijkheid geeft vollen loom aan hare baatzuch tige driften, zij vervolgt op eene plichligc wijze al degenen die zich niet blindelinge onderwerpen aan hare vorderingen zij beschuldigt en belastert de vreedzaamste en eerlijkste lieden cn tracht hun verantwoordelijk te maken voor al de buitenspo righeden en misdaden die, zoowel door clericalcn als door liberalen begaan zijn, zonder rekening te houden dat er in alle partijen deugeniclen bestaan, met dit verschil dat zoohaast er een liberaal eene misdaad begaat, zijne partijgenoten de eerste zijn om hem te doen straffen; terwijl de clcricalen, wanneer er van de hunnen zijn die gruweldaden begaan, gelijk van welken aard, zij alles inspannen om hun te vcrschoonen en zelfs niet achteruit tre den om de plichtigen naar andere gestichten te zen den, alwaar zij hunne Vuile driften, ten nadeele van ongelukkige kinderen, nogmaals kunnen vol doen. Tot bewijs van ons gezegde, ziet eens hoeveel pogingen er door het Nieuwsblad niet zijn gedaan geweest om de diefte van 50,000 franken, begaan ten nadeele der foudatie Lamolte, te verschoonen. Om katholijk te zijn tnoet men voor eerst eerlijk zijn, men moet zijn evennaasten beminnen en nie mand beliegen noch belasteren; men mag aan geen ander doen hetgeen men niet zou willen gedaan zijnmen mag niemand ten onderen brengen en noch preekstoel noch biechtstoel in politieke werk tuigen veranderen; men moet aan God, maar ook aan Cesar, geven hetgeen aan God en aan Cesar toekomt, en zooals de groote Masillon het heeft gezegd, men moet om aangenaam aan God te zijn vooral zijn hetgeen men moet wezen. Velen en al die redeneert en kan in de jesuilicke geestelijkheid geen betrouwen meer vinden, omdat zij thans samengesteld is uil listige politieke kwakzalvers, die van den Godsdienst een werktuig maken om de jesuitieke vorderingen te kunnen ten uitvoer bren gen. Het Nieuwsblad verblijdt zich nog altijd over den uitval der kiezing van den 9" dezer. Onder eene betrekking heeft liet geen ongelijk, liet clericaal ministerie is gered en dit is toereikend om tegen woordig het meesterschap te behouden, maar langs den anderen kant de klericale meerderheid is ver flauwd, in plaats van acht is de meerderheid in den Senaat op vier gekomen, en deze van de Kamer, in plaats van 23 is op 14 gevallen. Blijft dus slechts den triestigen uitval der kiezirig van Gent, welke uitsluitelijk toe te wijten is aan de builenkiezers die men vergaard had in het noviciaat der Jesuitcn, alwaar een groot getal rijtuigen gereed stonden om de kiezers onder het geleide der geestelijken, ge lijk een trop schapen, naar de kiesbus te geleiden. Indien men aldaar de verslaafde dweepers niet had welen te verblinden, de uitval der Gentsche kie zing ware geheel anders geweest, want de liberale partij heeft in de stad eene meerderheid van onge veer 900 stemmen opgebracht, zoodanig dat het slechts de domme boeren zijn die de jesuitieke par tij hebben doen zegepralen. Wij zijn van gevoelen dat, in tegenwoordigheid van een dusdanigen uitval, de verlangens van het DE TOEKOMST IJZEREN—WEG. Naar POPEllINGHE-JIAZEBROjLfGK. 6-30. - 12-03.- 5-37. - (1-30. Naar POPERïNGIIE. 9-07. - 8-43. - 9-30. Naar KORTRIJK. 3-54. - 9-49. - 11-18. - 2-33. - 3-23. Naar ROÜSSELAERE. 7-30. - 12-23. - G-43. Naar LANGEMARCK. 7-13. - 12-06. - 6-20. Jk ben gekomen om den vrede te leeren leer van mij dat ik ootmoedig van herte ben. 't AVas H. Sakramenls Zondag zoo als overal groote proces sie te Moorslede. Sedert vele jaren is deze gekend als eene dei- schoonste der omstreken. Groote toeloop is er. Ons overal bekend en met recht vermaard muziek opent gemeenlijk den stoet en helpt druk aan door het uitvoeren van schoonc pas- redoublés, welgevoegde marches, de fraaiheid en zwierigheid der treffende feest op te beuren. Dit toodocn van het muziek lokte voorzeker veel ingezetenen en zelfs vreemdelingen naar het dorp. De muziekanten kwijten hunne plicht zeer gaarne. Een jaar geleden moesten zij naar het Festival te Roncq, op dezelfde dag, maar lieten vermaan cn wederzijdsche gebon denheid daar om eere aan hunne plichten, om eer aan de ge meente te doen. Uit dank voor hunne weldenkendheid, uit dank voor hunne diensten komen zij op eene treffelijke en loffelijke manier beloond te worden Zij werden schandelijk uit den, stoet gejaagdja, het is pijnlijk dit te moeten uiten, maar het is zoo Schandelijk uit den stoel gejaagd. Gelukkig voor hen dat zij den beleefden ouden pastoor kennen, de schande valt niet op hun maar op dengene die ze aandoet. Want de beleefdheid, de manier van leven en handelen van een wel opgevoed man is 't vcnlje onbekend. Valschheid en gramschap, laster en haat vallen hem licht op de consciëntie. Ziehier hoe dit gebuurde: De maatschappij stapte in goede orde achter het kruis dat den stoet opent,en had reeds een spik muziek uitgevoerd, toen eensklaps de gekende Snoek als een brieschende tijger vóór de muziekanten springt en den kruisdrager en bellers toe- bast: achteruit gij, achter dat volk, hoort gij dat wilde zeggen: muziekanten, gij zijt uit de processie gebannen, loopt naar den weerlicht, ook verstonden zij dat geheel ge makkelijk en trokken vooruit naar hun lokaalOnnoodig (e zeggen dat menig onder hen beefde van verontweerdiging, dat menig spier zich spande en had de botterik lusschen vier oogen geweest? Ook was hij geheel fier over zijne honge daad en als eenige muziekanten hunne aandoening toonden hoorde men de volgende zoete woördekens uit zijne lieve christelijke lippen vallen allezallez,je me fout de vous!.. Schoon, treffelijk, bedenkenswaardigMonseigneur, wat dunkt u van zulke schapers Moet men niet schapelijk goed zijn om zulken schaper te gedoogen En als eene der Zusters van Liefde, die insgelijks den stoet hielp besturen, hem vroeg: M. wat hebt gij nu gedaan? antwoordde hij met opgeblazen heid en voorzeker heilige aandoening: ik keme te weg te schuppen, 'k en heb ik daar niet veel ruzie meê.... Snoek! Snoeklet op jongen, let op, 't gaat te verre. Gij zoudt geern een Sint Denijs van Moorslede maken maar dat gaat hier niet passen. Gij zelf zult wel eer het slachtoffer uwer overdre venheid worden Des avonds ieder Moorsledcnaar sprak schande over dit feil. En inderdaed hoe veel goeds doet de muziek hier niet Hare hoofden zijn met recht geëerbiedigd en geacht. De heer bestuurder, de jonge doktoer onzer gemeente is niet alleen lijk (e Moorslede en in den geheelen omtrek gekend en be mind om zijne mezickale verdiensten en bijzondrelijk om zijne goede, rechtvaardige en onpartijdige gevoelens ea verdient deze heer zoo eenen brandenden hoon, zoo eenen pubiieken smaad aangedaan te worden van hem bijzonderlijk die te- laag is om hem in zijne eigene oogen te durven bezien? Maar '1 en kan niet baten, Snoek, de muziek is gezeteld, haar faam is gemaakt! en Snoek, de bombardonblazer kan daar niet te gen! Dat hij mochte meê doen, Dat de pastor hem toeliet 't haantje van 't kot te spelen, wat zoude hij luiten, 'i Ware alsdan de beste muziek van de wereld zoo als ten jijde van de congregatie, hoe heeft hij die onnoozele jongens niet ge fopt. Maar zijn haring braadt niet meer, de visch is niet meer versch en de Snoek begint te stinken. Ziedaar zijne gramschap! Hoe, zij willen zijne heiligheid den Broek niet erkennen? niet aanbidden? wraak! En Suoek speelt de» droeven jongen ea Snoek speelt den botterik

HISTORISCHE KRANTEN

De Toekomst (1862-1894) | 1874 | | pagina 1