Meester VANDEN BERGHE, te Rousbrugghe-H'atioghe. Donderdag 16» Juli I8M, M. de Kapellaan. Ko, gij zijt moedwillig, die tegen de STUDIE om 5 ure namiddag, in het Vredegerecht te Rous- brugghe-ïlaringhe, openbare Lieitatie-Verkooping van Gemeente ROUSBRUGGIIE-HARINGIIE, (Oosthoek). Koop I. - Eene WEIDE, groot II. 4,18,80. Koop 2. - Eene partij ZAAILAND? groot 2 H. 04 A. 50 C. Gebruikt door Edmond Ganne, tot 4° Oclober en lln November 1875, aan 572 fr. 50 e. 'sjaars, boven de grondbelastingen. daar al verzameld bevonden. En zeggen dat al deze razer nij haren oorsprong vindt in den nijd en den spijt der Tuiters over den uitval der rijsselsche feesten en in hunne jaioezïj over den bijval welken de Phüharmonie overal be- koomt, terwijl niemand acht neemt op hun noch op hunne uitvoeringen Op de vraag gedaan door den heer voorzitter der Philhar monic aan den heer burgmeester om, als naar gewoonte, eene retraite te mogen slaan, zaterdag laatst om 7 uren 's avonds ten einde den feestdag der oude pompiers aan te kondigen, al onze gekruinde opperburgers der drie parochiekerken zijn bijeen geroepen geweest in het Stadhuis, om te beraadslagen, met onze stadsoverheden,of zulks betaamde toegestaan te zijn. Met eenparigheid van stemmen heeft men besloten deze retraite te verbieden om reden dat al de vreesachtige en teerhertige conscientien die zich den zaterdag avond op dezelfde uur aan de biechtstoelen bevinden hierdoor zouden gestoord zijn, en men heeft geene andere retraiten toegestaan dan die welke jaarlijks plaats hebben in het bisschoplijk kollegie, onder onze welbeminde en gekruinde opperburgers. Elk zegge het voort. Ko de pij Ice is afgezet door eenen Snoek der If. Kerk. Iedereen weet waarom Ko is kiezer. 't Was in 't jaar 1871, tijdens de gemeentekiezing dat den gekruinden Joachemus belast was om de stem van Ko aftepers- sen, ziehier op welke manier: M. de Kapellaan. Ko, ik moet u een woord spreken. Ko. Geheel wel, M. de Kapellaan, wat is er van uw beliefte? 31. de Kapellaan. Ko, gij kent het belang der aanstaande gemeentekiezing, waarvan het geluk of ongeluk van Poperin- ghe afhangt zoo voor het tijdelijk als voor het eeuwig, en bijzonderlijk ten opzichte van het onderwijs. Ziet eens wat schoone vruchten ons bisschoplijk kollegie tot ons geluk voortgebracht heeft en nog dagelijks voortbrengt. Trouwens gij weet ook, Ko, dat deze kiezing maar voor de forme ge schiedt, dat er in het stadhuis niet verricht is zonder onze tusschenkomst, noch veel min zonder onze toestemming, en, ware de wet daar niet, wij, al te samen opperburgers, zou den alleen in het stadhuis zetelen. Diesvolgens om al deze redenen vraag ik uwe stem. Ko. M. Kapellaan, gij kunt wel verstaan dat zulks on mogelijk is mijnen meester raadsheer, dien gij wilt buiten steken, geeft mij sedert meer dan vijftig jaren een eerlijk be staan waarmede ik mijn groot getal kinderen opgekweekt heb, gij kunt wel denken welke afgrijselijke ondankbaarheid ik zoude begaan met zulks voor u te doen. M. de Kapellaen. Maar Ko, wat zijn al deze voordeden bij degene welke wij u konnen verschaffen voor de eeuwig heid Gij weet dat wij de macht hebben om alles te binden en te ontbinden, dat alles van ons afhangt, dat wij zonden maken eu breken gelijk glasmet eene kleine absolutie zij verdwijnen gelijk den donder voor eene spuite wijwater van Gusten van de statie. Wij mogen alles doen voor het welzijn van de religie en geloof, zoo even als de Jesuiten die hunne ouders mogen vermoorden om tot hun oogwit te geraken. En ziet eens wat voor gewichtige heeren wij u voorstellen als ratelaars,'k wil zeggen raadsheeren, te weten: MM. De- baene, Pé Corte,B. Kabiljau, (wat drie schoone rondeboeren Baeckeroot, bijgenaamd Laitchaud de Bruocelles, die de wel sprekendheid heeft en het beste bier maakt der streek; Dewulf en Vanderheyde, twee uitverkooren doktoors, om, in geval van eene pestziekte geheel den raad in twee maal 24 uren te genezen; Charles Lebbe, eenen engel van deugden en recht zinnigheid Pitje Vanden Berghe, zoo diepgrondig in verstaiid als de kruisvaartVantours, die de hoppe kent ep zijnen duim; Petrus Polley, welken ondoorgrondelijke en kostbare diensten in leêr en tatsen aan de stad bewezen heeft; Achille Van Pienynghe, geheel jong, maar doorluchtig verstand. In dien hij'alles moet uitwerken dat zijn zwaar lichaam in houdt, er zal geen Napoleon zoo straf geweest zijn op de aarde noch onder de aarde; Charles Devos, alreeds provincialen raadsheeer en voorzitter der mililie-raad, 't is genoeg gezeid en, wat de prince met de pale betreft, Felix Berten iedereen moet zijn hoofd buigen als dezen naam uitgesproken wordt, er bestaan geene palen aan zijne rijkdommen en zijne mildda digheid, van kinds gebeente af hij werkt dag en nacht gelijk eene mier voor zijne bloedverwanten, hij is van een ongehoord ontzag en maakt reglementen die niet brekelijk zijn met kerl- hamers. Zoo dan, Ko, om al deze gegronde redenen ik twijfel niet of gij zult met ons stemmen. Ko. Onmogelijk, M. Kapellaan, zoudtgij willen van mij eenen Judas maken gelijk Pieter Amandus en mijnen weldoe ner doen miskennen Van den anderen kant ik heb nog te veel kinderen te plaatsen, het kan niet zijn. SI. de Kapellaan. Maar Ko toch, gij kent ons, indien bij ongelukke het gekend ware van uwen meester en indien hij u om die reden van dienst moest wegzenden, uwe zoons zouden konnen gaan dienen en wij, de H. Kerk, zouden zor gen voor uwe dochters. Ko. Neen, neen, neen, M. Kapellaan, alzoo niet ge boerd. Den hoop zoude te zeer vermenigvuldigen door den Evangeliestok der If. Kerkik zal mij aan mijnen meester houden, en laat mij met mijne vrouw en kinderen in vrede leven. kerk stemmen moeten builen de kerk, en wij zullen malkaar later spreken. En och lieereden later is gekomen, drij jaren zijn bijna voorbij, en Ko staat nu zonder pijke Dit bewijst hoe lang onze gekruinde kwakzalvers eene on gehoorzaamheid onthouden. Vroeg of laat de wraak moet komen. Nog eene andere correspondentie uit Poperinghe kan maar bij acht dagen ingelijfd worden, AYELGIIEMj 22 Juni 1874. In mijn laatste schrijven sprak ik over de twee eerste voituren des onsterfelijken stoets die den PAUS VAN BRUGGE gemist heeft. In dees spreek ik van de laatste. Eene opene voiture, op vier wielen, was het en bespannen was zij met twee harddravers die veel haver uit eene Oescli krijgen. Alles kwam van een' Korlrijkschen huurhouder. Alles uitgenomen nogtans de twee Arlequips die er hoovaar- diglijk in uitgestrekt lagen, niet slecht gelijkende aan twee tandentrekkers of kwakzalvers. Verbeek! u, geachte lezer, en beminnelijke lezeres, een kort, mager manneke, met twee beentjes zóó dun als bezemstelen, met oogen waarin de min ste ervaren Physionomist KORTZICHTIGHEID en DWEEP- HEID leestmet een doodbleek groenachtig gelaat (dit van een gesgaai), waarop nu en dan een dwaze glimlach ver schijnt, één glimlach zoo onnoozel dat ik hem aan niets beter vergelijk dan aan den glimlach van ons zinneloos Louitje of van dees' broeder Freerke. Kortom, een ventje waaraan zelfs het draadje niet ontbreekt om het volmaakste Nurenberg's paillaske te wezen. Dat ventje is Peetje 't pruimschijterke, Avelghem's schoonsten Wisti, de President van d?n Hcn Si- rooptap, deze hervorming uit Fleurus. Verbeeld u insgelijks een' lange, scherpe, even magere GItIJNSAARD in wiens aderen WAALSCIl bloed stroomt. In zijne holle oogen voor zooveel hij oogen heeft, want zijn hoofd schijnt mij een doodshoofd te zijn ontwaar ik: dwaze oploopendheid, zotten hoogmoed en overdreven zelfgenoegen. Mijne lezers kennen reeds Alphons, den MISBAKKEN eersten schepenen dezer stede, de tweede Baas Gansendonck, geënt op een' IIertefritterZóó slim en verstandig ziet hij er uit als HEER LANGOOR achter wiens STAART Mijnheer Alphons lang ge- loopen heeft. Peetje houdt een papier en begint, in de voiture, nog eens zijn' discours te lezen. Plus hötjPruimschitaire, mi je vps entende chi cha iraê. Zwijg, Walekop. Nom de t....! hot!! je dis!!! mi connoitre mieuj le francais que tiflamin, flajut qu' t'es. Welke b...., bij mij, om Zijne Hoogweerdigheid Mon seigneur Faict te ontvangen Quö qu' te dis laa; mi enne b....; va t'in Jocrisse Men is in het verlichte Beestert waar de Zon der Weten schap en der beschaving nimmer hare stralen zondt, en,waar, dank aan Mijnheer Val het volk gemuilband is. Hier als ook te Sweveghem leest Peetje, zijn' fransch discours af, voor al de slimmerikken van het gewest die nooit deze taal hoorden. Zij gapen met mond en ooren open en roepen in be wondering uit: hoe schoon! hoe aangenaam!! hoort 'nen keer Schart 'nen keer in 't haar Intusschen is de Paus van Brugge in Avelghem. Peetje conjedieert zijn' huurhouder die van Sweveghem naar Kortrljk terugkeert, en komt, God weet hoe, 's avonds afgemat te huis. Plaatsgebrek dwingt mij den opgeëten discours, die heel lang is en die ik in extenso, wil geven, tot per naaste te ver schuiven. Dus lezer een weinig geduld en den discours begin ik bin nen acht dagen. Aan de Chasse Royale Ruiters hebt ge hem meê. Den Bisschop? Ja. Hij zit in de voiture met zijn WIJF. Zie maar. 'kZag Sloepi, zijne Vrouw, zijn' Koeier en zijne Meid De vier BOUVERS, in Zouaaf, die ik Ruiters noemde, wil den alléén niet afkomen en hadden zich één vóórop, één ach terna, en één op ieder zijde van Soepli's voiture die van Rolieghem kwam, gesteld De Bisschop's Wijf was uitne mend verblijd en riep uit: nog nooit wierd ik zoo veel eer bewezen Eene nieuwe Trouwfeest En de BOUVERS riepen kwamen er nog honderd Bis schoppen, nooit, nooit meer legen gegaan maar voor zijn Wijf alle dagen! Vivas des Bisschop's WijfVivas onze Bis— sohopin A* Binst den grooten Diner van over acht dagen is het boter ham-deeling in den Tap voor de Xaveriaoen. Geef mij 'nen grooten Waarom ik dal kleintje?.... Zwijgt, Menschen, elk zijn'tourdie nu 'nen kleinen heeft krijgt dan'nen grooten: ik ban de boterhammen niet wegen. Hubert, schinkt bier dat ze hunnen m.... houden Machen Holvoet, t' aa encöóre enne tartine pour mi J' n'en ai eu qu' tróó Neen, ge krijgt gij niet meer. Ge kunt gij eten'iijk 'nen ouden WOLF, gij, Mr Wautier. Joannes Lzuchtte 's avonds na de gemiste inhaling Twaalf franks heb, ik betaald, Voor mijnen zijden Hoed En pas uit den karton gebaald, Is bij verdwenen en voor goed E. A. E. ÏIOESOGHE, De Boesinghsche Correspondent van 't Nieuwsblad wed er- legt onze antwoorden op zijne daargestelde vragen hij is nog maar aan N° 1 wanneer die zeerlooper ga gedaan hebben, de seheeve nekke mag het weten. Hij is nog altijd in 't Kla- verstraatje gelogeerd; 't hotel de MOMPE gaat hem; hij vreest geen onkruid, zegt hij, zijn vel is te dikke. Onder andere merkwaardige wederleggingen onzer ant woorden, treffen wij de volgende aan, die sluiten gelijk een duim in een van die oudewelsche hoedjes of koolmaten de sociëteit is ontbonden verklaard, zegt iiij, zij kon het niet zijn, dus hoofdman af, gevolgentlijk de sociëteit blijft bestaan Lezers verstaat gij dat, neen niet waar?.... wij ook niet het is kip kap die de Commandeur met eene zeure saus op dient tot spijs voor zijne congrcganisten. Het overige is zoo fijn gepeisd en zoo welsprekend ge- Schreven dat het alle uitlegging vrijschïet. Correspondent van 't Nieuwsblad, weet gij wie de taal van het Zaalhof, Montmartre, Belleville en Ilóoleeuwstraatje spreekt het is die wreede man die van op den predikstoel schuimbekkend uitwalgde dat hij zou gewenscht hebben «dat zekere parochianen tot den bedelzak gedwongen, bet lot «der Vroede Honden zouden ondergaan hebben en creveren «bij hun omgehaalde brood een schandelijk kenmerken zoii, lol het einde zijns levensop liet voorhoofd van dien ongelukkigen moeten ingebrand worden..... Wij treffen nog het volgende aan in het Nieuwsblad van Zondag laatst; wij schrijven letterlijk uit: Maar 'k zou ik giidebroede geweest zijn, 'k zou een sloter gehaald hebben of te wel een vijle en 'k zou ik geschoten hebben.» Bravo cor respondent, dat is eene Communarde taal die gij spreekt, want in korte woorden dat wilt zeggen Kapt het aan de duivels, en indien er u iemand in uwe bezigheid belet.... gij weet wat er u te doen staat....» Het art. 522 Strafwetboek luidt als volgtAlle vei'gade- ring aangegaan in het oogwit van personen of eigendom- men aan te randen, is een schelmstuk of misdaad dat door het feit alleen van de inrichting der bende bestaat...» De volgende artikels passen de ingeloopen straf toe. Ah! ah! correspondent, gij noodigt eenige jongelingen van Boesinghe uit om vrijwillige schade aan een anders eigen dom toe te brengen Zal Boesinghe een nieuw St-Denijs worden Lezers, onthoudt wel die woorden van den Boesinghschen Correspondent van 't Nieuwsblad, het zou kunnen later te pas komen. Twee mengelingen ons van den zelfden correspondent uit Boesinghe toegezonden kunnen maar binnen acht dagen over genomen worden. MARKTEN VAN IJPEREN. AARD DER GRANEN ENZ. 27 Juni. 20 Juni. verkoclitte kwantiteit. middenin'- p. iOOkilo- verkochilc kwantiteit. middenin', p. 100 kiio. Tarwe 21,200 58-00 21,000 58-12 Rogge 5,000 28-00 5,000 28-00 Haver 0,100 50-25 800 50-00 Erweten 500 28-50 0,800 28-75 Boontjes 5,900 28-75 2,000 28-75 Aardappelen 2,500 15-50 0,800 11-50 Boter 505-00 500-00 VAN NOTARIS,

HISTORISCHE KRANTEN

De Toekomst (1862-1894) | 1874 | | pagina 3