STAD IJPEREIY.
Politiek. Stads-, Kunst- en Letternieuws. Verschillige Tijdingen, Markten, Bekendmakingen.
ZONDAG, 30 AUGUSTI 4874. Nr 649. 43® Jaar. 4 Fr. 's jaars; Buiten stad, fr. 4-30. Annoncen 12 e. den regelBecfamen, 25'c.: Het Nr 40 c.
Veel liberalen beknibbelen het bestaan der wet
van 4842, eri wij zelve zijn van gevoelen dat zij
met geheel verkeerde voorwaarden werd daarge-
steld. Niet dat wij kwalijk vinden dat de geestelijk
heid de bevoegdheid hebbc, bij middel van Inspec
teurs, zich te overtuigen dat er in de gemeente
scholen niets onderwezen wordt die tegen den
waren kalholijken Godsdienst is maar wij vinden
dat ter gelijker tijde het Landsbestuur zou moeten
de bevoegdheid hebben van door zijne Inspecteurs
zich te mogen verzekeren dat er in de vrije geeste
lijke scholen niets onderwezen wordt tegenstrijdig
met de ware geschiedenis van ons land, die de
vaderlandsliefde in de harten der jeugd uitdooft of
die de vrijheden waarvan wij genieten als verder
felijke uitvindingen voorenhoudt, en die van de
opgroeiende jeugd ecne generatie van omweutelaars
maakt.
Men moet bekennen dat de bevoegdheid aan de
Bisschoppen toegestaan groot is, en, in tegenwoor
digheid der uitsluiting van alle tusschenkomst der
tijdelijke overheden in de vrije scholen, het eene
privilegie is die de gevoelens van gelijkheid kwetst,
en dat men zich moet vernederd gevoelen van het
tiitsluitelijk recht aan de geestelijkheid toegestaan.
Ook wij hebben de overtuiging dat zulks de oor
zaak is der pogingen door sommige liberalen ge
daan om de wet van 4842 te doen afschaffen.
Hetgeen ons het bovenstaande heeft ingegeven
zijn de artikels van den Bien Public en der andere
jesuitieke nieuwsbladen, die duidelijk zeggen dat
onze Grondwet voor den Syllabus moet wijken,
dat al de vrijheden die dezelve waarborgt helsche
uitvindingen zijn welke een waren katholijke moet
bevechten, dat de tijd van veinzen en zijne over
tuigingen bewimpelen voorbij is.
Dus, is het thans niet zonneklaar dat, zoo niet
in al de gemeente-scholen, toch in het grootste ge
deelteder bisschopelijk kollegien en mogelijks ook
in de ïloogscliool van Leuven men onderwijst dat
de wettendie niet overeenstemmen met den
Syllabus,niet moeten geëerbiedigd worden;datal de
vrijheden waarvan wij genieten tegenstrijdig zijn
met de voorschriften van den II. Yader, (leest der
jesuiten) en dat de vorst die aan dezegetrouwigheid
heeft gezworen en namens die Grondwet Koning
is, geen wettelijk bestaan heeft, zoodanig dat men
zijnen troon moet ondermijnen, indien hij zich
niet eenvoudiglijk onderwerpt aan de bevelen der
Bisschoppen
Men moet bekennen dat een dergelijk onderwijs
gevaarlijk is, en ons moet geleiden tot het omverre
werpen van den troon, indien de koning den eed
van getrouwigheid aan de Grondwet, welk hij zoo
plechtiglijk bij zijne aankomst heeft gezworen, wil
Blijven onderhouden, en dat de vernietiging van
alle vrijheid ons tot eenen burgeroorlog moet ge
leiden, daar de bevolkingen der groote steden altijd
de dwinglandij der jesuiten zullen bevechten, en
zich de gruweldaden der zestiende eeuw herinne
rende, alles zullen wagen om van de onverdraag
zaamheid der dweepende onnoozelaars bevrijd te
zijn.
Ook wij zien de toekomst zoowel in ons land
als in Frankrijk zeer zwart, want een dergelijk
onderwijs is tegenstrijdig met rust en voorspoed,
en moet voor gevolg hebben alle slach van overdre
venheden te zien tot stand komen, gelijk deze die
gepleegd werden in de zestiende eeuw, waaraan al
de gruweldaden der parijsche communaars en der
wanschepselen van 4793 niet te vergelijken zijn.
Wij hebben altijd gemeend dat een Ministerie,
aan welke partij het mocht behooren. het de stoffe
lijke belangen van allen moest behertigende
Patrie, ter gelegenheid der kiezing van Yeurne,
leert ons het tegenovergestelde. Zij heeft aange
drongen omdat de klerikale candidaatzou genaamd
worden onder voorwendsel dat Oostende, Nieuw-
poort en Veurne de hulpmiddelen van het Gouver
nement noodig hebben en dat de naming van den
achtbaren heer Behaeghel hun van alle gunsten
zou berooven. Dit is de beduidenis van het artikel
die niet anders bewijst dan dat, volgens de Bis
schoppen, een klerikaal ministerie het welzijn
zijner eigene partijgenoten slechts moet ter harte
nemen.
Wij verstaan moeilijk de aanhoudende pogingen
door de klerikale nieuwsbladen gedaan om den
moordenaar van prins Bismark te verschoonen.
Over drie weken was Kuilman eenen zot, toebe-
hoorende aan eene familie van gekken-, over veer
tien dagen was hij eenen hervormde, deelmakende
van eenen hervormden bondthans maakt hij deel
der evangelische kerk! Wij gelooven aan geene
dezer aanhalingen. Maar uit welk inzicht worden
zij verspreid Het is hetgeen de omstandigheden
van het proces ons zullen leeren.
Een lezer van een brusselsch blad la Chrpnique
beklaagt zich, omdat zijne zuster, die in een kloos
ter gegaan en reeds bij de veertig jaar is, geene
brieven kan ontvangen, zonder dat moeder supe
rieure die eerst heeft opengedaan en gelezen.
Daarom aarzelt die lezer, nog langer aan zijne
zuster te schrijven.
Hij vraagt daarbij wat er van de wet gewordt op
de geheimhouding der brieven.
Het brusselsch blad antwoordt dat er geene wet
op de geheimhouding der brieven bestaat of
ten minste dat het zulk geene wet kent.
Is dat wel zeker? En al ware het zeker, mag men
in gestichten als pensionnaten, krankzinnigenhui
zen, kloosters en wat dies meer, aan de personen
die aldaar huisvesten zoo maar alle brieven laten
lezen die toekomen
Wij denken dit niet.
Want 'al bestond er eene wet op de geheim
houding der brieven dan nog vermeenen wij dat
de voorzichtigheid gebiedt de brieven, aan zulke
personen gericht, niet, ongelezen, af te geven, wel
te verslaan in pensionnaten, hospitalen en krank
zinnigenhuizen, omdat aldaar niemand geheel en
al met eigen wil intreedt, omdat aldaar kinderen
zijn en zieken, op wie de voogdij der oversten be
taamt: in de eerste, de bestuurder; in de laatste, de
geneesheer.
Wat de kloosters betreft, hier heeft la Chroni-
que geheel en al gelijk, wanneer zij zegt dat de
zuster, als zij in 't klooster ging, er den regel heeft
van aangenomen, van allen vrijen wil afstand heeft
gedaan en van alle recht heeft afgezien.
Waar zij nog meer gelijk heeft is in de volgende
woorden
De hartelooze schepselen, die het egoïst leven
van het klooster verkiezen boven de verplichtingen
des huisgezins zijn onwaardig dat wij ons langer
met hen bezig houden. Zij verzaken aan hunne fa
milie en zelfs aan hunnen naam. Men dient ze te
houden voor dood en van hen afzien zooals zij
van ons afzien.
Dat is zoo.
Wie zijne plichtenvrijwillig verzaakt, wie
zich van de wereld verwijdert, dient met dezelfde
munt betaald te worden.
Poets wederom poets.
En echter
Gaat wel eenieder vrijwillig in 't kloos
ter, en wie zal zeggen hoevele tranen daar vloeien,
levens uitteeren en gebroken harten vergeefschen
troost zoeken
Deze laatste reden alleen zou genoeg zijn om ons
de kloosters hatelijk te maken, ware 't daarbij niet
dat zij zooveel geld inpalmen, en voorde algemeene
welvaart een dreigend gevaar zijn en blijven.
DE TOEKOMST.
IJZEREN-WEG. VERTREKUREN VAN IJPEREN
Naar Poperinghe-IIazebrouck. 6-50. - 12-05. - 3-57. - 6-50
Naar Poperinghe. 9-07. - 8-4a. - 9-50.
Naar Kortrijk, 5-34. - 9-49. - 11-18. - 2-35. - 5-25.
Naar Roeselare. 7-50. - 12-25. - 6-45.
Naar Langemark-Oostende. 7-15. - 12-06. - 6-20.
DE VERMOEIDEN
Is het waar, liberalen, wat men van u zegt, dat er velen
vermoeiden onder u zijn? Is het waar dat gij onverschillig-
wordt aan de politieke strijdendat gij u wenscht niet meer
bezig te houden met de kwestien van liberaal en klerikaal; dat
gij zoudt willen op de versletene lauweren rusten
Dit zijn de vragen door 't Weelsblad van Dixmude gedaan.
Ah! gij zijt vermoeid, lieve vrienden! Wel bekome het u.
Zacht moge u de-rust zijn, want moest het waar zijn dat gij
vermoeid zijten rust, uwe rust zou eene doodslaap zijn.
Vermoeidenwelk spottend woord, welk bitter verwijt.
Maar stellig kan men die mannen, die vermoeiden, nimmer
genoeg tergen en hoon toewerpen. Weihoe! vermoeid zijn
als de strijd met dubbele krachtinspanning zou moeten herbe
gonnen worden in Vlaanderen, vermoeid zouden de liberalen
zijn, terwijl hunne tegenstrevers de klerikaien,geen dag, geen
oogenblik, geene minuut werkloos blijven in hunnen gewel
digen oorlog tegen al wat liberaal is en heet. Vermoeid zou
den zij zijn, als de volksvrijheid en de onafhankelijkheid des
lands gestadig ondermijnd en aangerand worden. Vermoeid
zouden zij zijn... Maar genoeg.
Ei! zie eens, liberalen, welke oorlog men u aandoet. Gij
wordt uitgemaakt als deugenieten en nietswaarden in de kle
rikale bladen en in de sermoenen. Men richt vergaderingen en
sociëteiten alom op, gericht tegen u. Het is eene zoogezegde
heilige milicie, die men op kommando leert gaan en bewegen.
Vreest gij niet dat er eens over dit groot fanatiek leger eene
stem zal opgaan, herhalende de gekende spreuk van Pieter
den Heremijt: God wil het Dat zou de kreet van bur
geroorlog in ons land zijn.
Stil uvermoeiden! zeker is het nog zoo verre niet geko
men, maar zeker is het ook dat het zoo verre zal komen.Wij