een
kunstvermaak.
Stads Nieuws.
Burgerwacht van IJperen.
Garde Ch ique cTYpres.
POPEROGHE,
BURGERSTAND
Huwelijken.
Sterfgevallen.
De Bevelhebber der Burgerwacht heeft de eer
Mijnheeren Officieren, Onder-Officieren, Korpo
raals, Brigadiers en Garden te laten weten dat
degenen die begeeren deel te nemen aan de Natio
nale Schieting van Septemberzij hunne
kaarten kunnen ontvangen bij den Adjudant-
Onder-Officier, alle dagen van den middag tot één
uur, of in het lokaal der schieling, alle Maandagen
van 5 tot 7 ure 's avonds, tot 25 September mede-
begrepen.
Ilij heeft insgelijks de eer hen aan te kondigen
dal de Nationale inschrijviiigs-lijst tol het oprich
ten van eene gedenkzuil, ter nagedachtenis van
Sylvain van de Weyeu, een der grondleggers on-
zerBelgisehe Nationaliteit,open ligt bij M. Maurau,
Kaaislraat, n' 8.
IJperen. 4 September 1874.
A. HYNDER1CK.
Le Cbef de la Garde a l honneur d'informer MM.
les Officiers, Sons-Officicrs, Caporaux, Brigadiers
et Gardes qui désirent se rendre au Tir National de
Septembre, qu'ils peuvent recevoir leur carte cbez
rAdjudant-Sous-Officier tous les jours de midi a
tine heure. ou au local du tir a la cible, les Lundis
de 5 a 7 heitres du soir.
ine! usivcment.
I! a également l'honneur de les informer que la
lisle description Nationale pour l'éreclion d'un
monument a la métnoire de Sylvain van deWeyer,
l'un des fondaleurs de la Nationalité Beige, est dé-
posée chez M. Maurau, rue du Ouai, n° 8.
Ypres, le 4 Septembre 4 874.
A. HYNDERICK.
jusqu'au 25 Septembre
IJperen, 5 September 1874.
Onderwijs. - M. Alfred Deneckere, van Meessen,
oud leerling in het Communaal Collegie onzer stad, komt met
onderscheiding zijn exaam van tweede Doctoraat in de rech
ten af te leggen voor het jury Gent-Leuven.
M. René Gorrissen, leerling in het Rhetoriek in ons
Slads-collegie, komt met groot sukces, te Brugge, zijn exaam
af te leggen van Gradué en lettres.
M. Maurice Gorrissen insgelijks oud-leerling van
bovengenoemd communaal onderwijsgesticht, komt op eene
zeer voldoende wijze, voor het jury Gent-Leuven, zijn exaam
af te leggen van candidaat in philosophic en letteren.
—ar- -"j" "'ma
Wij zullen het genoegen hebben binnen acht dagen, als
Bijvoegsel aan de Toekomst, onze talrijke lezers een verslag
mede te deelen over de laatste Prijsuitreikingen der twee
stedelijke onderwijsgestichten.
Is het waar zoo als er verteld wordt dat in de
prijsuitreiking der koostelooze Gemeente-school voor knecht
jes, Mr de kantonale schoolopziener zich heeft doen onder
scheiden door zijnen afwezigheid.
Aanhoudingen. - Den 4 September werd alhier
aangehouden door onze politie eenen man van 55 jaar die
zich schuldig gemaakt had aan misdrijven tegen de zeden met
2 onbejarige meisjes. Die persoon, thans in bekentenis, was
reeds door de rechtbank van Kortrijk tot 2 jaar veroordeeld
voor feiten van denzelfden aard.
Deze week zijn insgelijks door onze politie vastgegrepen
verschelde personen, als plichtig en medeplichtig van menig
vuldige dieften ten nadeele huns meesters voor wiens reke
ning zij werkten. Allen zijn in bekentenis.
Programma der stukken die zullen uitgevoerd worden
door het muziek der Sapeurs-Pompiers, in den Hof der Con
corde (buiten), Zondag 6 September, ten 5 1/2 u. 's avonds
4. Ouverture, les Montenegrins, Limnander.
2. Pot-pourri populaire, Weber.
5. Air varié pour tuba, arr. par Moerman.
4. L'Amitié, valse, Ch. Otto.
Van den 28
GEBOORTEN
September.
te zamen10.
August! tot den 4'
Mannelijk geslacht 0)
Vrouwelijk 10)
Vulsteke, Alphonsus, drukkers gezel, en Duyck, Florencia,
kantwerkster. RamoenEugenius, fabriekwerker, en
Permeke, Bosalia, kantw. Dewilde, Petrus, daglooner, en
Denis, Fidelia, dagloonster. Casier, Amandus, wever, en
Sohier, Natalia, dagloonsier.
Bartier, Franciscus, 75 jaren, daglooner, echtgenoot van
Nalhalia Vandenberghe, Meenënstraat. Lecerf, Anna, 55
jaren, strijkster, echtgenote van Josephus Vlaamynck, Janse-
niusstraat. Pyssonier, Gregorius, 77 jaren, zonder beroep,
ongehuwd, Boterstraat.
2 September 1874.
Zondag morgen had ons oud katholijk Poperinghe het uit
wezen van eene garnizoenstad. Langs alle kanten ontmoette
men officieren, en soldatep,,,en menige kwezels, die men ge
woonlijk maar achter hun venslergordijnlje ziet zitten, kwa
men aan dë deur om dezelve te bezichtigen en te bewonderen,
't Waren de teden van hefhtid muziek der pompiers (heden
Phi(harrnohie) die, in nieuw uniform gekleed, zich naar hun
lokaal begaven om van dajar in korps naar de statie le teekken
waar het konvooi van Brugge gereed stond om hen naar het
festival dezer stad en de feesten van Blankenberghe te voeren.
Welke prachtige tenue! welke voortreffelijke tunieken! welke
lieve chakos welke rijke e'pauletlen, ceinturons en gibernen!
welke schoone palassen Welke trotsche tambour-major! welk
knap volk welk deftig korps
En dit is geen boffen, want alwie denzelfden morgend de
pastoorssoldaten met hunne processiekleeding en hunne tuil-
hoorns heeft zien uitkruipen om zich naar het festival van
Steenvoorde te begeven, heeft, door de vergelijkiug der beide
uniformen, kunnen oordeelen hoever de eene de andere over
trof.
Ook heeft het oud muziek der Sapeurs-pompiers zich
weerdig getoond van dit uitmuntend krijgsgewaad, want, na
te Brugge, gedurende de cortége, de bewondering van gansch
de stad op zich getrokken te hebben en na den eersten prijs
voor schoonste tenue en voor grootst getal behaald te hebben,
heeft het door zijne uitvoeringen met dezelfde uitmuntendheid
beantwoord aan de beoordeeling van al wie deze muziekmaat
schappij onder het opzicht der kunst wenschten te waarderen.
Nooit heeft deze maatschappij meer bijval bekomen dan in dit
luisterlijk feest, en wij mogen zeggen dat zij daar de faam
welke zij zich onlangs te Rijsel gemaakt had nog uitgebreid
en versterkt heeft. In hare medestreving met meer dan twintig
muziekkorpsen is zij door het talrijk en uitgelezen gezelschap
't welk hel kiosk omringde boven alle andere toegejuicht
geweest, 't geen bijzonderlijk veel eer toebracht aan haren
talentvollen directeur M. Klein.
't Zij dat onze Philharmonie vóór hare aankomst te
Brugge, voordeeliglijk in deze stad bekend was, 't zij dat men
haar voorde eerste maal had leeren waarderen toen zij in het
begin van den namiddag eene serenade aan den heer Gouver
neur was gaan geven, het publiek was zoo gretig om haar op
het kiosk le aanhooren dat vele omstanders luidkeels silence
riepen wanneer zij moest beginnen spelen. Iedereen luisterde
met aandacht,en de stilzwijgendheid werd maar bij sommigen
onderbroken door de woordenquelle bonne musique
quelle excellente musique tot dat zij, na de uitvoering van
leder stuk, vervangen werd door het luidruchtigste handge
klap en het herhaald geroep van bravo.
Hel tweede stuk heviglijk gebisseerd geweest zijnde, ons
muziek heeft niet geaarzeld aan den openbaren wensch te
voldoen door de uitvoering van een derde lief stuk na 't welk,
onder een nieuwen donder van toejuichingen, de hr Burgmees
ter zich bij den president M. Van Merris begeven heeft om, in
liet bijwezen van al de leden, zijne voldoening en zijne erken
tenis op de vleiendste wijze uit te drukken.
Des anderdags moesten dezelfde lauweren onze liberale
muziekanten te Blankenberghe afwachten, want nauwelijks
waren zij de Statiestraat ingetrokken om zich te begeven naar
de plage of eene ontzachelijke menigte volks kwam hun te
gemoet en omringde hen met den grootsten geestdrift. Na
deze straat en het prachtig bebouwd strand al spelen doorge
trokken te hebben, hield zich de muziek stil voor het buis van
den heer Burgmeester welken zij mei eene serenade vereerde
en waar bijna gansch de bevolking der wandelende zeebaders
haar kwam toejuichen. Ineqn nabijgelegen hotel had men de
tegenwoordigheid bemerkt van M. Frère-Orban welken men
insgelijks met de Brabanconne en een ander lief muziekstuk
begroette. Van daar vertrok men naar het huis van M. Paul
Devaux, oud volksvertegenwoordiger en oud lid van htt
nationaal congres, om aan dezen verdienstelijken heer een
bewijs van sijmpathie en vaderlandsche erkentenis te geven.
Maar hetgeen hel lustig verblijf onzer kunstoefenaars op
den oever der zee bijzonderlijk kenmerkte, 't was het concert
dat zij, volgens het programma der feesten, in den publieken
hof moesten geven. Men bemerkte daar, benevens het groot
getal vreemdelingen, de tegenwoordigheid van verscheide aan-
zienelijke familien, van den heer Gouvernieur der provincie,
van menigvuldige openbare ambtenaren en andere notabiii-
leiten.
Iedereen was verwonderd dat eene kleine en duistere stad
gelijk Poperinghe zoo eene uitmuntende muziek bezat, men
aanhoorde dezelve met groote belangstelling en men drukte
zijne voldoening uit door de vleiendste goedkeuringen. Maar de
bijval was ten hoogste toen, na hel eindigen van het concert,
de heer Burgmeester van Blankenberghe op de estrade klom
om onze moedige kunstminnaars te komplimenteeren over den
luister welken zij aan de feesten der stad bijgebracht hadden
en om hun eene goude medalje van erkentenis le behandigen.
Deze openbare eerbetuiging werd door de aanwezige menigte
met een laatste handgeklap onthaeld, en zonder twijfel zal de
Philharmonie van Poperinghe eene voordeelige plaats in het
geheugen van dit feestelijk gezelschap blijven behouden.
Bij hare terugkomst te Poperinghe op Maandag avond ten
9 1/2 ure, had men moeite om de IJperstraat in te trekken
waar bij duizende menschen vergaderd waren in hoop van de
liberale muziek al spelen te zien opkomen. Maar, onze katho-
lijke burgmeester, op het verzoek der pastors, alle nachtstoo-
ritig aan de liberalen verbiedende, deze intrede heeft met de
grootste slilzwijgenheid plaats gehad.
De Tuiters hebben zich Zondag laatst op wagens naar hel
festival van Steenvoorde begeven en hebben daar, zonder se-
rieuse concurrentie, den prijs van schoone kleeding behaald.
Verwacht u dat het vuilblad de hoogklinkendste loftuitingen
zal uitbazuinen tot meerder eer en glorie van onze processie
blazers. Het zal waarschijnlijk vergeten er bij le voegen dat
in het rijk der blinden de eenoogen koning gekozen zijn.
Zouden deTuiterkens niet eens lot eene groote stad gaan met
hunne overjaarsche garde-civiek tenue
Zal het vuilblad ook aan zijne lezers vertellen dat die brave,
stille flambeeuw- en instrumenldragers rond 5 ure 's nachts
de stad ingekomen zijn op hunne wagens al schreeuwen en
tuiten gelijk de wilde Dat het maar de liberale muziekanten
waren, gij zoudt onze drijpekken hooren donderen over zulke
schandalen en over die schelmen die de nachtrust der stille
katholijken slooren.
KAT1IOLIJKE BESTUUR WIJZE»
Het water van onze vaart is gansch bedorven en stinkt als
de pest, men kan het tot niets meer gebruiken en onze brou
wers zijn, sedert bijna twee maanden, verplicht buiten de
stad water te halen en in vaten te vervoeren tot hunne brou
werij om het bier te maken.
Eene nieuwe papierfabriek, toebehoorende aan een onzer
schepenen, en waarvan men de afgebrokkelde stoffen en vuile
waters in de hooge vaart laat ioopen, schijnt de oorzaak van
bet kwaad te zijn.
De brouwers oev'erlingen wilden sedert lang rekiameeren
bij de gemeente-overheid, maar een hunner konfraters die,
door de gratie van de geestelijke overheid, ook in het stad
huis zetelt, zeide, misschien uit politieke makkerschap, dat
zulks hem niet belette dit water te gebruiken. Doch men
beeft eindelijk, over eene maand, zonder zijne medewerking,
de burgmeester en schepenen verzocht een einde aan dezen
staat van zaken te stellen.
De plicht onzer regentie was van vroegertijds te zorgen en
dan van seffens de nuttige middels te gebruiken en, noodig
zijnde, de fabriek te doen staken tot dat het vereischte werk
gedaan vvierd maar onze doorluchtige bouwmagistraten
hebben de brouwers gepaaid met hun te zeggen dat zij moes
ten wat geduld hebben. Er was bier ook eene kvvestie van
openbare gezondheid, en in zulke omstandigheden, eene
goede administratie moet zonder uitstel en zonder toegeven-
heid, voor wien het zijn moge, de noodige maatregels nemen,
l Koddigsle van de zaak is dat de gemeenteraadsheer
brouwer die het water goed vond, tegenwoordig verplicht is,
zoo als zijne stielgenoolen, de karrenen vaten van eenen libe
l-alen brouwer te gebruiken om zijn water te halen.
Hebt gij onthouden, Pieten, dat gij eens vraagde in de her
berg den Haan aan een lid van Sebastiaan's gilde wie zijt
gij dan en van waar koomt gij, mannetje »'t gene u van dat
mannetje eene welverdiende bollewassching deed krijgen.
Men zou u dan ook moeten vragen, als gij langs de straat rijdt
met het getuig van t zelfde mannetje Pielen, wie zijt gij
en van waar koomt dat getuig
Het schijnt dat eenen onzer medeburgers, toebehoorende
aan eene der rijkste en der klerikaalste familien der stad,
laatst het slachtoffer geweest is van een groot ongeluk. Deze
man,die vroegertijds fortuin bezat, en genoodzaakt is tegen
woordig inde koolmijnen le werken, heeft, ten gevolge eenei'
instorting, zijn been gebroken. Het is te hopen dat de rijke
en nabestaande bloedverwanten die hij bier bezit voor hem
zullen zorgen en hêm ter hulp komen. Tot betere onderrich
ting, willen wij niet vertellen 't geen men hier daarover zegt-
en t geen nogtans het tegenovergestelde zoude zijn van den
wensch dien wij uitdrukken, want wij denken dat men kan
klerikaal zijn en nogtans familie- en liefdegevoelens hebben-
Niet waar, commandant Achille
Er is veel gesproken van eenen jongen Vos die gedurig in
eenen 'I ijngaard zit waar hij waarschijnlijk loopt om dq|
druiven te eten. Indien den eigenaar van dezen wijngaardi
hem eens moest betrapen, hij zoo wel kunnen varen zoo1
a's den vos van den fabel aan wien men den sleert afgekapt
had.