BIJVOEGSEL AAN DE TOEKOMST. VAN IJ BEREN. AAN DE LEERLINGEN DER DER UITREIKINGEN BELOONINGEN MEISJES- KNECHTJES GEMEENTESCHOLEN Twee belangrijke plechtigheden hebben onlangs plaats gehad in degroote zaal derIlal nieuwelings in steen gevloerd en die welhaast eene der schoonste onzcs lands wezen zal.Wij willen spreken van de uitreiking der belooningen aan de leer lingen onzer Gemeentescholen, deze der meisjes onder het bestuur van Mme Justice, en die der kostelooze knechjesschool. Eene buitengewoon groote menigte heeft deze plechtigheden bijgewoond en opentlijk bewezen dat deze gestichten van onderwijs meer en meer de volksgunst winnen. Deuitdeelmg der belooningen voor de meisjes werd gedaan den 27 Augus tus. Ter rechter zijde der estrade waren ongeveer een honderd tal jonge juffertjes gerangschikt, bijna alle in 't wit gekleed ter linker kant zaten de ouders, vrienden en kennissen. Twee koorzangen zijn met volkomene juistheid en samenhang uit gevoerd geweest, en eene der leerlingen, juffer Vandelanoite, heeft met buitengemeene aanvalligheid een dankwoord bij de overheden afgelezen. De heer schepen Vanheule heeft alsdan het woord genomen en zich in dezer voege uitgedrukt «Neem ik het woord in deze plechtigheid, mijne meening is er verre van af al de tastbare waarheden te willen herhalen, welke over het volksonderwijs gezegd zijn geweest. Hier spreek ik tot eene vergadering, welke die weldaden weet te waardeeren. Ik wil alleenlijk, in weinige woorden, doen kennen wat de school bij hare stichting was, wat zij nu is en wat zij wezen moet. In het verslag door het Gemeentebestuur over het jaar 1807, drukte het Schepenkollegie de hoop uit dat, liet het onderwijs der meisjes tot alsdan te wenschen, niet alleen onder de behoeftige klas, maar zelfs onder den meer bemid delden stand der samenleving, het oogenblik naderde dat de eischen van den tijd zou kunnen voldaan worden. Wij zijn in die hoop niet bedrogen geweest; zij werd door den Gemeenteraad krachtdadig ondersteund, en de lagere ge meenteschool voor meisjes werd den 1 October 18G8 ingehul- digd. Wie deze plechtigheid bijwoonde zal zich den eenvoudigen en tredenden aard derzelve herinneren. Het was eene ware familievergadering,aan welke alleen deel namen de overheid, het onderwijzend personeel en 4G meisjes met de ouders, als mede eenige dames, welke door hare tegenwoordigheid wilden bewijzen hoe hoog zij het onderwijs der jeugd genegen zijn. Die leerlingen behoorden ten grooten deele tot de behoef tige volksklas. Bij de openingsrede drukte onze waarde Burgemeester zich in deze woorden uit Het gesticht dat wij heden inhuldigen, is enkel de lagere kostelooze meisjesschool. Het is de eerste stap dien wij stellen in den weg, welken wij zoo gaarne afleggen zouden wel haast, na korten tijd, vertrouwen wij, zullen wij de betalende meisjesschool mogen openen. Beide gestichten zullen, als hoogsten trap, bekroond wor den door eene middelbare school, welke aldus de opvoeding der vrouw volledigen zal. Dan alleen zullen wij de overtuiging hebben ons programma afgewerkt, en al wat bij ons, ten op zichte van het onderwijs der dochters ontbrak, aangevuld te hebben. De nieuwe meisjesschoolbestemd tot verspreiding van het onderwijs onder de behoeftige volksklas, ontmoette machtige hinderpalen. Onder de werkende klas onzer stad heerscht er hedendaags nog een oud misbruik, welk allermoeilijkst uit te roeien is, 't is dat vele ouders hunne dochters aanzien als winstgevende werktuigen, alleenlijks beschikt tot het bijbrengen van stoffe lijke welvaart in het huisgezin. Van hare teedere kindsheid af, nog vóór hare eerste krachten ontwikkeld zijn, worden die meisjes, beroofd van licht en lichaamsoefeningen, in ongezonde zalen opgetast, waar zij gansche dagen over het werkkussen gehouden blijven het opgelegd werk moeten zij afgemaakt hebben, men laat haar zelfs geen oogenblikje vrijen lijd om de noodzakelijkste hand werken aan te leeren, en, op het einde der week vraagt men haar wat zij gewonnen, en niet wat zij geleerd hebben. Ziet daar, van den eenen kant, de reden dier diepe en bijna alge- meene onwetendheid onder de vrouwen der werklieden en, van den anderen kant, de oorzaak der lichamelijke verzwak king welke iedereen bemerkt onder een groot deel onzer bevolking. Moeders, opgevoed onder diezelfde omstandigheden, kun nen de verstandelijke ontwikkeling harer kinderen niet waar deeren, en een meer doorziend oog alleen onderscheidt in dit ongelukkig winstmisbruik of exploitatie der jeugd, eene der grootste oorzaken van de lichamelijke ellenden welke ons omringen. Aangekweekt en ondersteund in hare valsche be oordeeling en voorooi'deelen, moeten die moeders te goeder trouw verslaafd blijven aan de verouderde keten der speculatie, en de overheid ware niet machtig genoeg om dat misbruik te bevechten, wierde zij niet krachtig ondersteund door al de genen die het geluk en de welvaart der werkende klasse behertigen. De bloei der nieuwe school moest noodzakelijk lijden onder den invloed van dien droevigen toestand. Langzamerhand verlieten de behoeftigsle leerlingen ons gesticht om in de werkscholen te gaan verkwijnen, en onze nieuwe inrichting behield alleen dc dochters van ouders, die door hunnen maat- schappelijken stand, niet noodig hebben de nog zoo jonge krachten hunner kinderen uit te putten, of die, naar hunne juiste waarde de voordeelen van het onderwijs en de opvoe ding wetende te schatten zoo edelhartig zijn zich op offeringen voor het tegenwoordige te getroosten, ten einde de toekomst hunner kinderen te verzekeren en hun aldus eencn meerderen aanleg lot het verstandelijk leven willen voor bereiden. Die strekking hebben wij doen kennen in het verslag, gedagteekend den 51 October 1871, welk wij alsdan den Gemeenteraad aanboden. De school, zegden wij, verandert van karakter. Om reden men er het speldewerken niet aanleert, hebben een groot deel der kinders van den armen stand dezelve verlaten, om zich in eene kautenfabriek te begeven ('t is de eenige naam die wij aan zulke scholen kunnen geven). De plaatsen in onze school open, zijn welhaast ingevuld geworden door kinderen van ouders tot zekeren welstand behoorende, en, op die wijze wordt onze nieuwe school allengskens een gesticht weerga van het Sladscollegie, zoo als de school, gesticht door Jufv. Van Zuytpeene, bestemd is om de weerga te worden van de stadsschool voor de knechtjes. Sedert dien, is de kostelooze lagere meisjesschool ingehul- digd|geworden,cn men mag zeggen dat de uitslag onzer ver-

HISTORISCHE KRANTEN

De Toekomst (1862-1894) | 1874 | | pagina 5