PÖPERIN G-3IE, BURGERSTAND Huwelijken. Sterfgevallen. te rukken, die hunne ledige uren besteden aan het leerzame, het nuttige en het aangename vak dei' tooneelkunst. Dit jaar komt er nog van hooger hand een plagende maat regel, de reeds talrijke zagerijen van vvcge het ministerie nog vermeerderende, in leven geroepen te worden. De maatschappij had geern een schoon feest ingericht waarvan IJperen het profijt en de aangenaamheid zou geno ten hebben wij willen spreken van het concours van al de Tooueelkundige Maatschappijen van vlaamsch-Belgie, die zou plaatsgehad hebben hier in onze Stadstooneelzaal. De subsidié'n van de, provincie en der stad waren reeds zeker maar hel Gouvernement, die zoo onpar tijdig is,' heeft rond weg de gevraagde hulpsom geweigerd en daardoor geheel het feest doen mislukken. Niet genoeg met zoo eene welbekende maatschappij zoo te mishandelen wat gebeurt er nu Het gouvernement heeft daarenboven het bestuur der Vlaamsclie Ster laten weïen dat de maatschappij in het vervolg aan de premien dei' stukken niet meer zal kunnen deel nemen indien de lijst harer leden niet opgezonden worde, vergezeld van een bewijsstuk door bet gemeente bestuur van IJperen onderteekend, het bestaan der maatschappij getuigende. Wat dunkt u, Burgers? Na dat het zwart Gouvernement reeds meermalen in direkte briefwisseling is geweest met de Vlaamsclie Ster, komt men af met dien zoo bela'chetijkén als tergenden maatregel! Zou het ministerie misschien geern weten of er gecne bedienden van den Staat als lid bij baar deel maakt? Maar alles zal niet helpen de Vlaamsclie Ster zal strijden voor hare edele taal, tegen wie het zijn moge, en in dé aan staande kiézing zal zij die zoo warme voórstaanders van vlaamsclie taal'en tooneel aan de deur helpen gooien 1 Verooa'dSccMflsg. - Donderdag is alhier voor het gereciit verschenen een broeder der christelijke leering van Comen-fransch. Die kerel werd over eenige weken te Wervik door den policie-kommissaris dezer laatst genoemde stad aangehouden, terwijl hij liezig was, in verdachte herbergen met losse vrou wen, een verdenkend verteer te doen. Hij was van Comen-fransch weggeloopcn, eene som van 250 franks medenemende ten nadeele van den pórtier van het onderwijsgesticht, alwaar hij aangesteld was om de kinderen lessen van eer en deugd te geven. Als belg, is hij alhier voor dit feit veroordeeld tot 3 maan den gevang, 16 fr. boete en de onkosten van het proces. Nog een slachtoffer van den partijhaat, zullen de katholijke bladen zeggen; ten ware zij, om den heer commissaris van Wervik en de rechters van IJperen, in geene verdenking te brengen, de zaak dood zouden laten en een ronkend artikel schrijven ten voordcele der geestelijke opvoeding, 'waarin zij donderen tegen de eerlijke onderwijzers onzer gemeente scholen en andere wereldlijke onderwijs gestichten. KooïeBMa»l®c!lisï|»jpaj. - Donderdag avond, heeft deze maatschappij voor de eerste maal gerepeteerd onder het geleide van den heer A. Vanelslandc, als afdeelings-direkteur. De vaste kennissen van den nieuwen direktcur zijn voor deze maatschappij eene rijke aanwinst. ÏNanBes'WïJs. - Wij vernemen dat M. Gorissen, van Hooi, leerling van ons Stadskollegie, aaiivèerd is in de Normale school, voor het middelbaar onderwijs'van hoogsten graad, te Gent. .lureëa. - Lijst der Jureën behoorende aan het Rechterlijk arrondissement IJperen, die zullen moeten zetelen gedurende de 1" serie van den 4" trimester 1874 en die zal beginnen op Maandag 2" November aanstaande, onder het voorzitterschap van M. Lefebvre, raadsheer bij het beroepshof van Gent. 1. Rabau, Francis, koopman, IJperen. 2. De Posch, Alfred, ingénieur, id. 5. Verschaeve, Alph., brouwer, id. S' S.Mcasfeest. - Ter dezer gelegenheid zullen de professors der Academiën van IJperen en Meenen Maandag naast zich vereenigen op een Banket ïn'thotaU'Épée Royale. Van tlca 9" t&t den 16" ©ctoB»ei» B874. GEBOORTEN tezamen, 6. Vanpeteghen, Petrus, werkman, én Deconinck, Adelia, kantwerkster. Lcsage, Emma, 26 j., kantw., ongehuwd, Mecnenstraat. Lusschrntier, Petrus, 71 j., z. b., ongehuwd, Ilondstraat. Dejonghe, Joannes, 77 j., z. b., weduwaar van Regina Van- beubtissche, Mecnenstraat.Louf, Renricus, 62j., brouwer, weduwaar van Virginia Pialevoct, Koei-Markt. 14 October 1874. ONZE WATERS. Er is nog altijd gesproken te Poperinghe en te Elzcndamme 'van de bedorvenheid van het water onzer vaart, welke bedor venheid slechts de aandacht van iedereen opgewekt heeft sedert dat eene papierfabriek, die van dit water gebruik maakt, haar papiersop met hare afgevallene stoffen in de vaart wederstoet. Nog tans sedert dat meu het fabiiekwatcr naar de leege vaart (over het sluis) afleidt en bijzonderlijk sedert de laatste regens is deze toestand verbeterd; maar het schoonste van al is dat ons stadsbestuur en al wie belang heeft om de gedane klachten der aanpalende brouwers te verijdelen deze verbetering te baat nemen om te beweren dat het water der hooge vaart gèdurende dezen zomer niet slechter is geweest als in de voorgaande jaren. Zij meenen zich buiten alle kritiek gesteld te hebben met te zeggen dat de stichting der fabriek de oorzaak niet is van de slechte hoedanigheid van het water dewijl dit kwaad reeds te vooren bestond in groote droogten. Zoolang men gecne verderfelijke stoffen in de loswaters der fabriek zal ontdekt hebben, wij zijn bereid te gelooven dat deze nieuwe nijverheid geen schadelijken invloed op het water der vaart gehad heeftmaar 't.gcen anders heeft doen meenen, 't is dat de aanpalende brouwers, in vroegere tijden, nooit tot het maken van hun bier hun water op andere plaat sen hebben moéten putten; dat men in de vaart geene palin gen noch visschen meer vindt gelijk voordezen en dat men dezelve tot op eencu afstand van drij ureD van de stad dood gevonden heeft. Wat is dan de oorzaak van deze schielijke verpesting van onze vaart Wij weten (lat de drooge en warme zomer van het tegenwoordig jaar overal een nadeeligen invloed op de waters moet gehad hebbe'n maar, 't geen wij ook wéten,' 't is dat te Poperinghe de vaarten en beken van 's menschengeheu- gen nooit gekuischt noch ontmodderd zijn geweest en dat zij dienen tot algemeene vervangput van aide moddergreppen en rioolen der stad, van pissijnen, vuilnisgoten en allerhande onreine uitwerpsels van waschkeukens én-werkhuizen. De Vleterbc'ek, die een groot deel der stad doorloopt en zich in de Veurnestraat met de vaart vereenigt, is een lange mcstpoel waarin men alle slnch van vuilnissen, doode honden en katten, de pluimen van hennen en kiekens en de ingewan den van allerhande huisdieren werpt, en waarin men soms gehecle kafzakken ijdclt van stinkende bedden waarop menige zieken gestorven zijn. Deze toestand is reeds in 1867 bestatigd geweest wanneer het gouvernement, ten gevolge der cholera van 1866, in ieder airondissement eene commissie aangesteld heeft om de oorza ken te onderzoeken die aan de verschijning of de uitbreiding van besmettelijke ziekten zouden kunnen aanleiding geven. Wij verstaan niet waarom de voorzorgen en de maatregels dooi' een liberaal ministerie genomen om de noodige verbeteringen zooveel mogelijk te verwezenlijken, zoo onachtzaamlijk door een kierikaakroinistcrie kunnen van kant gesteld worden, en hoe een katholijk stadsbestuur het voorrecht bekoomt van over eenen staat van zaken die de openbare gezondheid ge durig bedreigt, te mogen de oogen luiken. Wij weten dat er, voor hetgeen de algemeene belangen be treft, niets te verwachten is van onze stadsoverheid die maar belang stelt in het welvaren der partij waaraan zij toebehoort, en die maar geld heeft om processiesoldaten te kteeden; maar wij hoopen dat de priesterheerschappij in ons land niet lang zal duren, en dat vveleens de liberalen, die altijd zoo milde geweest zijn in het geven van subsidien voor werken van openbaar nut en van openbare gezondheid, ons van onze stinkende vaart zullen verlossen. -a» sxxa-iSn— Gelijk wij het laatstmaal aangekondigd hebben, heeft de verbroederingsfeest tusschen de oude Pompiers van Poperin ghe en de oude Pompiers van Proven Zondag laatst met groo- ten luister plaats gehad. Bij de inhaling der provénaars is dit korps verwelkomd geweest door den oud commandant van liet poperingsch korps, M. Van Merris, die van den oud serjant van Proven eene welvoegelijke aanspraak ontvangde- Aan stonds ontplofte (fe broederlijke verrukking door het blij gespel der Brabancönne uitgevoerd door het muziek dei- Philharmonie, na welke uitvoering al die liberale soldaten zich rangschikten in verscheidene pelotons waaronder dat van Proven de middenplaats bekleedde, om alzoo in stoel, vooraf gegaan van het muziek met zijne clairons en tambours, de stad binnen te treden. Niets was aandoenlijker dan dit leger van onverschrokken veterans te zien opkomen en hen, onder het gespel van krijgs haftige pas-redoubtés, de bijzonderste straten der stad te zien doortrekken gevolgd van..... ai het rijflje-raftje van Pope ringhe (zou het Nieuwsblad zeggen). In den hof van het lokaal der Philharmonie Aangekomen zijnde, waar al die getrouwe wapenbroeders door M. Van Merris tot eene cijbelschieting uitgenoodigd waren, zag men henwelhaast den groats ten ijver aanleggen tot het winnen van 10 geldprijzen van 25, 20 en !0 fr. De levendigste geest drift beheerschte dezen prijskamp die voor de beide korpsen een zeer voldoenden uitslag gehad heeft. Gelijk bijna- alle' 'féesten dodr eene smulpartij inoetrn be kroond worden, zag men des avonds al die mannen, beuévens een groot aantal eerleden der Philharmonie, aan eene tafelver zameling van omtrent 200 servieen zitten, al even geestig en al even we[ geschikt om de grootste eer' aan de tafel 'te doen. De eerplaatsen werden bekleed door M. den baron Mazeman die met zijnen zoon M. Raoul het feest was komen bijwonen, door M. Van Merris en andere hoofdleden van het oud korps en het oud muziek der pompiers. Een tost werd voorgedragen door M.. Van Merris aan de oude pompiers van Proven, in welken hij hulde bood aan de zielroerende verkleefdheid van deze getrouwe dienaren jegens hunnen weldoener Mi Mazeman die bij eene ondankbare pn redelooze partij het voorwerp geworden was der schandelijk ste vervolgingen. In een wedertost voorgesteld door M. den baron Mazeman aan de oude pompiers van Poperinghe deed deze verdienstelijke heer in treffende woorden dc zeldzame mildadigheid en de volkminuende gevoelens van M. Van Merris uitschijnen alsmede de rechten die hij heeft op hunne stand vastige erkentenis. Onmogelijk ware het deze twee scboone drinkspreuken hier breeder te ontwikkelen, dewijl zij tevens, onder luidruchtige toejuichingen, in verband stonden met de uitreiking der prijzen en de horstversiering van den pompier- overste van Proven, over wiens hals men eene groote gedenk- medaljc met een breed zijden lint hangde. Het gezelschap is omtrent 11 ure in de broederlijkstc vreed zaamheid uitcengescheiden, zonder de slokslagcrs die zich maar van verre vertoond hadden tc ontmoeten. 7.ondag laatst, op den oo'genhlik der inhaling van de oude piovensche Pompiers en terwijl een dezer laatste eene rede voering uitsprak, een Tuiter begon op zijne trompet te tuiten en liep dan weg zoo als een droeven jongen, gelijk hij is. 't Is waar, T is maar een onbeschocften kloefkapper en, zoo als het spreekwoord zegt: 't vat kan maar uitgeven het gene het in heeft, ('t Was wind). NIESPOEDERS. Het schijnt dat eene diefle van oud lood is gepleegd ge weest voortkomende van S' Jan's kerk. Niet kunnende ont dekken wie dc roover was, men wendde zich tot S'Anl'onius, ptitroon der zoekers van verluoren goed, biddcnde.dat hij, door zijne machtige lusschenkomst, de middels zou verschaf fen om den dief te doen kennen. Maar 'l gerucht loopt nu dat het S' AnUmius zelf is die den dief is. Hoe vindt men 't mirakel, en moet ntcn toen niet gedurig de kerk bewonen 1 Wij zijn nieuwsgierig te weten of den wonderbaren Anto- nius niet zal geroepen zijn voor de Juslicie en wat voor straf men dien heiligen zal geven. Voor 't geen ons betreft, wij zouden hem tot de hel veroor- deéicn. Altijd volgens den algemeenen roep zou er oud lood t'IJpe.r verkocht geweest zijn, en het schijnt dat men bezig is te on derzooken van waar dit lood'v'öortkomt en of het óprecht uit eene diefle spruit. Wij zullen later aan onze lezers den uitsl3g er van laten kennen, maar wij zijn verzekerd, heilig of dui vel, liberaal of katholijk, dal de plichtige zal gekastijd -zijn en loon volgens daden zal bekomen. Een Havermuizelje komt ons te verlaten, 't is toch spijtig 1 Het beestje Was zoo. zoet, zoo liefkozend, zoo bevallig, en het heeft ons menige aangename stonden doen doorbrengen. Het had in zijn gebuurte tw.ee grauwe muizetjes dje het dagelijks gingen bezoeken, op alle uur van den dag zag men een der twee grauwe lieve beestjes in het hol kruipen waar dezen Havermuis zijne schuilplaats had. Wat zullen toch die grauwe verliefde muizetjes doen, nu dat zij hunnen tenderen liayermuis, kwijt zijn 't Is pijnlijk 1 Doch is het medelijdenswaardig deze beestjes te hooi en ker men en piepen. 't Wares te wenschen dat er algauw eeneii nieuwen muis den anderen kwam vervangen, want helaas! het Zou kunnen het kostbaar leven van de twee grauwe muizekens kosten. - 'V Wij komen te vernemen dat ecnen onzer pootspelers tot de fogctien van nonnekammer benoemd is en dat hij is vervan gen door eenen péreman die liet beste (leest het slechtste geheugen gelaten hééft in de plaats die hij kooml te verlaten, bij zoo ver dat then daar demarchen gedaan heeft hij baas Jan om hem te doen vertrijkelen. Wij wenschen welkom aan de zen nienwen opperburger en wij zullen algauw weten wat voor tong hij bezit en of hij pene goede of kwade ooi) heeft. Wij zien met groot genoegen dat den dans van langs om meer gelust is in onze stad. Wij hebben hier in acht dagen drij prachtige boerebruiloften gehad, en, alhoewel vele be kende katholijken deel in de feesten namen, men heeft vrolijk gedanst en gesprongen lot grootcr spijt van. wie 't benijdt. Dt; .pastoor heeft willen zulksrverbiedeiV; inaar. men heeft hem naar dc maan'gezonden. A la bonne heil réi 't zijn dezen winterde kalholijkcn die het goed voorbeeld gevén, 't zijn dezen keer de leden der Philharmonie niet meer. Past maar op, abbétjesCecilia undent en de Tuiterfjes smouten al reeds hunne beenen om ook te flikkeren. Indien ik ais u ware ik zou hun, zoo als 't verledenc jaar, zulks verbie den op straf van geene processieniuziekanten meer le mogen zijn. Er verkeert een vreemde bult op S' Jan's parochie die al gauw de pretentie zon hebben van al de parochianen onder zijn gebied té doen buigen. Dezen romeinschen artiest gaat vlak binnen in de huizen waar hij alle soorten van vragen doel, hij informeert of er geene jonge dochters in huis zijn, of

HISTORISCHE KRANTEN

De Toekomst (1862-1894) | 1874 | | pagina 2