Briefwisseling der Toekomst.
BURGERSTAND
Huwelijken.
Sterfgevallen.
AVELGHEM,
Daar de inrichtings-commissie besloten heeft
zich óór het einde der maand ter dier oorzaak
te vereenigen zouden wij de heeren liberalen aan
raden, die nog niet ingeschreven hebben op den
Penning, het vóór dit tijdstip te doen, daar zij
alsdan de werking der bovengenoemde commis
sie zeer zullen vergemakkelijken.
Vlaainsclie Sier. - Maandag II. heeft
de Vlaemsche Ster haar tooneeljaar geopend.
De bestierende commissie had ter dezer gele
genheid de artiesten gevraagd van het Neder
landse!) ïooneel van Gent, onder het bestuur van
M. Fauconnier.
Deze verzameling artiesten hebben te IJperen
een waar sukces genoten; hunne gegevene ver-
looning heeft het IJpersch publiek zeer wel be
vallen.
De cl ri j stukken Hoe schoon is de natuurIIij
is niet juluersch, neen 't is 't luitje! en De straf'
van een man, hebben van het begin tot het einde
met zeer veel talent opgevoerd geweest.
De plaats waarover wij hier beschikken laat
ons niet toe breedvoerig en voor ieder stuk te
schrijven over de verdiensten van al de artiesten
die er in voorkwamen, maar wij mogen daarom
niet nalaten eene bijzondere hulde te geven aan
IT en Mme Rans die, door hunne verschillige en
weluitgevoerde rollen bewezen hebben dat zij
ware kunstenaars in het vak der vlaamsche too-
neelkuude geworden zijn.
De heer Vanden Kieboom, in het stuk van den
Jüloerscl.eis een gewetensvolle artiest die zich
weet te maken naar zijne te vervullen rollen, wat
hel publiek kunnen bemerken heeft toen hij in
de Straf van een man,geheellijk herschapen op
kwam, zóówel dat veel der toeschouwers moeite
hadden hem te herkennen
De Damen Deterre, Apers en F'auconnier heb
ben veel bijgedragen tot het welslagen der ver
tooning en geene toejuichingen hebben haar ont
broken.
Ten slotte,deTooneelavond van Maandag laatst
was een echt goede winst voor onze vlaamsche
looneelli'efhebbers van IJperen, die eenige uren
vermakelijk doorgebracht hebben.
Maar dewijl wij ons nu een weinig bezig hou
den met het looneel van IJperen, iaat ons toe dat
wij eenige kleine opmerkingen wagen in het be
lang van 't algemeen.
Waaraan scheelt het dat men zoo weinig licht
heeft in de Zaal en op het Tooneel? Spaart men
bet gazicht of is het waarlijk dat alles verstopt of
versleten is?
In het eene en andere geval, dient het de per
sonen in wiens zorgen zulke belanglijke lasten
berusten, dat zij eens ernstig een onderzoek in
stellen om ten beste en ten gouwste een einde
aan zulken onaannemelijken slaat van zaken te
stellen.
Dit nu gezegd, gaan wij over tot iets anders.
Waaraan is het te wijten dat de zaal als naar
gewoonte niet voldoende opgevuld was met pu
bliek Is het de onverschilligheid, is het ver
mindering van liefhebberij Neen, en wij denken
de ware oorzaak er van te kennen.
Het is om dat de verlooning, alhoewel zeer
aantrekkelijk en op voorhand gekend voor goed,
den Maandag heeft plaats gehad. Dien dag, al
hoewel den tweeden in de week, belet den werk
man en het publiek van buiten stad naar de zaal
Ie slioomen. Daarom raden wij de Vlaamsche
Ster aan, zooveel mogelijk hare verlooningen den
Zondag te geven.
Wat wij nog graag zouden willen aantreffen
in de Tooneeizaal, ware, zooals op andere jaren,
nu en dan de aanwezigheid van nu den eene dan
den andere der hooggeplaatste personen onzer
stad die door hunne tegenwoordigheid tot aan
moediging en veredeling strekken der lastige en
kostelijke pogingen van eene maatschappij die
zooveel doet voor het vermaak en het onderwijs
van onze burgerij. Ingezonden
SeSioftjje KsasssSen. - Wij vinden
een zeker genoegen, telkens wij ieverst een arti
kel aantreffen, spiekende over de werken onzer
jonge ijpersche artiesten. De Impartial, een
kunstoverzichl uit de hoofdstad, stelt ons heden
ui de gelegenheid.
i Wij zien met genoegen weder M. Gustaaf
Goppieters, die aan de Tentoonstelling van Gent
een tafereel ingezonden heeft, verbeeldende:
f.ene Processie gestoord door eene regenvlaag,
schoone schilderij, die de uadhoudende vooruit
gang des kunstenaars vaststelt.
De stoute borstelstreek, het kleur en den sa
menhang die dit tafereel kenschetsen,geven volle
waarheid in onze beoordeeling, over dien ge
wetens- en talentvollen artiest.
Te Denm. - Zondag, 15 November, ten
11 ure 's morgens, zal ar in de Hoofdkerk alhier
een Te Dcitm gezongen worden ter gelegenheid
des naanidags van Z. M. Leopold II, Koning der
Delgen.
Burgerwacht. - Uitslag der 5° schie
ting van het wintersaizoen. (8 November 1874).
Met liet geweer Comblain.
1. Ligy, F., 100 -li) 20 25 20 20
2. Ren'ier, II., 70 20 15 10 20 5
5. Iweins, J., 70 15 20 15 15 5
4. Podevyn, A., 05 5 15 20 10 15
5. Pinck, J., 00 20 10 25 0 5
0. Berghman, E., 00 15 5 20 20 0
Ter gelegenheid van 's Konings naamfeest zal
de Burgerwacht onzer stad verschillige feesten
inrichten, onder andere eene cijbelschieting die
zal beginnen op Zondag 15 November, ten 2 1/2
ure namiddag, in het schietiokaal.
-'s Anderdags, ten 7 ure 's avonds, zal er in
het Oud Zilveren Iloofd-hotel, lokaal der Sehut-
lersmaalschappij, een banket plaats hebben, op
gedragen door de leden aan de heeren J. Iweins
en F. Ligy, ter gelegenheid hunner benaming tot
Voorzitter en Onder-Voorzitter der maatschappij.
Concert. - Zondag, 15 November, ten
7 ure 's avonds, in hel lokaal van den Gouden
Arend, op de Groote-Markt, zal er een Concert
plaats hebben, gegeven door de Koormaatschappij
onzer stad.
Mejuffer Depature, zangeres, en Mr A. Ligy,
prijswinnaar op het Koninklijk Conservatoir van
Gent, leenen hunne kundige medewerking tot
het goedgelukken van dit muziekaal feest.
Van den 6 tot den 15 November 1874.
GEBOORTEN
Mannelijk geslacht 2)
v -( te zamen, 5.
Vrouwelijk o)
Demey, Julianus, commissionnaris, en Baratto,
Virginia, kantwerkster. Carlier, Theophilus,
steenhouwer, en Vandamme, Maria, dagloonster.
Tavernier, Pharailda, 47 jaren, kantwerkster,
weduwe van Livinus Carpentier, Meenenstraat.
Marent, Karolus, 59 jaren, landbouwer, on
gehuwd, Lange Thouroutstraat. Noé,Albinus,
21 jaren, soldaat bij het 1° linie-reg', Vleesch-
houvverstraat.
Kinderen beneden Mannelijk geslacht 1) j
de 7 jaren Vrouwelijk idem 0)
11 November 1874.
Vooi»tzettii»g
«iep verdca-felijkc feesten.
Terwij! onze heerschzuchtige zedeb eraars altijd
schrijven en vrijven tegen de verderfelijke feesten
van onze liberale muziek- en tooneelmaatschap-
pijen, terwijl zij met neuzen en monden doen
zien dat de werkman door deze zondagsche ver
maken dagelijks min werkzaam wordt ten nadeeie
van het welzjn zijns huisgezins, de liberalen
gaan altijd voort in hun baldadig leven en laten
bijna geen eenen Zondag voorbijgaan zonder aan
de burgers, die er van profiteeren willen, een
aangenaam verzet tc verschaffen. Na onlangs de
gelegenheid gehad Ie hebben van zich hartelijk te
verlustigen hij de Vietgrienen en de Barbaristen,
zij hebben Zondag laatst met een nieuw vermak
het Groot Concert bijgewoond waarmede de Phil-
harmonie hare winterfeesten geopend heeft, en,
indien de caloten hetzelfde geiuk gehad hadden,
zij zouden niet verwonderd zijn dat wij zoo vurig
lijk vandezevermakelijkheden ingenomen worden.
Het zien van onze zaal alleen met hare iuisters,
hare versiersels en hare vrouwelijke toiletten,zou
aan velen van die sukkelaars de oogen doen sche
meren en hen doen bekennen dal het daar een
geheel ander leven is dan in het oud katholijk
Poperinglte. Inderdaad men is daar noch in het
lof, noch in de congregatie, noch in het gezel
schap van kwezels en kwezelaars die alleen het oud
katholijk Poperinghe uitmaken. Men is daar in de
vergadering van een ontzachclijk getal treffelijke
burgers en burgeressen die hun eigen verstand
en de rede waarmede God hen begaafd heeft bo
ven de leering der valsche profeten stellen, even
als men dit ziet in de grooie sleden waar de geest
des volks meer ontwikkeld en beschaafd is dan in
de boschachtige streken.
En wat is er nogeens gebeurd in die verderfe
lijke sociëteit van ongelijke personen? Dit was
met anders dan eene groote en algemeene familie
feest tusschen de huisgezinnen van 84 uitvoerende
leden en 502 eerleden die, ter gelegenheid van
hun eerste winter-concert, zijn komen bewijzen,
door de eendracht, de vrede en de menschlievend-
heid die onder hen heerschten, dat zij altijd aan
de broederlijke princiepen der primitieve religie
getrouvvig blijven. Met zulke princiepen vond inen
daar het vermaak, bet levensgenot en de vreugd
die te vinden zijn in alle volksgenootschappen
welke builen den invloed der valsche profeten ge
steld worden. Ook niets kan de vreugd des herten
meer begunstigen, niets kan beter den mensch in
goeden luim brengen dan de vermakelijke aan
doeningen der toonkunst. Men vergeet allen kom
mer, alle misnoegen, alle haatlust, alle smart en
werèldsch verdriet, tot zoo verre dat Horatius,
sprekende van de aangenaamheid der muziek, zegt:
pauperem solatur et cegrum, zij verkwikt den
arme en den zieke. De muziek verlevendigt den
mensch, en het is niet te verwonderen dat God,
op den dag van het laatste oordeel, de fanfaren
der Engelen aan de vier hoeken der wereld zal
doen spelen om de dooden van beide geslachten
uit hun graf te doen opstaan.
Wat kan er nu dan zoo verderfelijk en zoo
onzedelijk zijn in de bijeenkomst van ongelijke
personen die later, op de stemme des Heeren, in
hun slaapgewaad voor elkander zullen moeten
verschijnen?.... Bekent hel, dal al die tegenkan
ting tegen de feesten en het vrije verzet der
liberalen bij onze tegenstrevers maar spruit uit
eenen geest van dwanggebied en oppergezag.
Daar de uitmuntendheid der feesten welke de
Philharmonie gewoon is te geven, reeds genoeg
zaam bekend is en een uitgeslrekten weergalm
bekomen heeft, wij achten het onnoodig ieder-
maal een omstandig verslag van dezelve te geven.
Vergenoegen wij ons dezen maal te zeggen, dat
al de muziekale stukken, zoowel de solos als de
harmoniestukken, door de muziekanten van het
genoodschap op eene voortreffelijke wijze zijn
uitgevoerd geweest, en dat de muziekmeester
M. E. Klein, in een Airvariè voor viool, door
De Bériol, en M. Devolder in eene Fantaisie voor
klarinet, door Hubans, wonderen van kunstige
uitvoering gedaan hebben. M. Alp. Sclierrier, die
zich voor de eerste maal in een Groot Concert
liet hooien, heeft in eene Fantaisie voor tuba
insgelijks blijkens gegeven van groote bekwaam
heid en heeft met recht even veel toejuichingen
verworven als zijne voorgaande kunstbroeders.
De zangstukken hebben geen andere lofspraak
noodig- dan de melding der namen van Verheydt
en Coffyn. Iedereen kent de faam welke de eerste,
als kluchtzanger, te Brussel en elders geniet, en
het talen van M. Coffyn van IJperen is bewon-
derensweerdig bij al wie eens het plezier gehad
heeft zijne zuivere en krachtige bariton-stem te
hooren. Indien wij hier bij nog den naam voegen
van M. Baratto van IJperen die de piano gehouden
heeft en op dezelve eene Nocturne met de grootste
behendigheid uitgevoegd heeft, men zal elementen
genoeg hebben om zich een gedacht te maken van
den luister dezer feest.
Onze haatzuchtige volksleeraars gekken nogeens
met de Victorienen en de Barbaristen omdat
hunne achtbare voorzitters MM. F. Baes en B.
Maesen (die achtbaarder zijn dan vele eerweer-
dige koeiwachters) eenen keus gedaan hebben
van bekoorlijke aktriceri. Wij hopen dat de Phil
harmonie door die vijanden van het vrouwvolk-
min zal beknibbeld worden en dat men deze maat
schappij zal dank weten omdat zij haar concert
van Zondag laatst gegeven heeft zonder can-
tatrice.
Iets dat onze politieke kruindragers niet kun
nen vergeten 't is dat de oude stadsmuziek, na de
kiezing van 1872, haren dienst geweigerd heeft
aan Onzen Ileere in de daarop volgende Omme
gang-processie. Wij hebben reeds doen opmerken
dat zij in de bedevaart van 1875 de Krulle wilden
doen aanzien voor Onzen Heere nu stellen zij
zich wederom in de plaats van God ter gelegenheid
van eene processie waarin de muziekanten niet
hebben willen spelen
Hoe? na dat die politieke processie-mannen
door de nieuwe sukkelaars van 10 franks den
kommandant der pompiers uit den raad hadden
doen stemmen, de muziek van dit korps had
moeten voor die mannen spelen uit erkentenis
over hunne wraakzuchtige daad !t Is alsof wij
aan eenen pastoor zijne driebuize afsloegen en dat
wij zouden eischen dat hij, lot dankbewijs, ons
eene serenade zoude doen geven door de Tuiters.
Trouwens iedereen weet wel dat de muziek in
eene processie niet dient tot voldoening van Onzen
Heere, maar tot de verheffing der politieke geeste
lijkheid. Indien God daarmede gediend ware,
waarom zoude men voor de Ommegang-processie
eene liberale muziek gevraagd hebben en jaar
lijks in de September-processie Hem de eer wei
geren van hel katholijk Tuitersgespel
De abbéljes zeggen dat 't docdeurtje jesuiet
geworden is, dewijl hij, na een deftig en stichtend
sermoenlje aan de Barbaristen en Victorienen
gedaan te hebben,op eene minzame wijze spreekt
van hunne jonge, knappe, bevallige en lieve
aktricen met blozend gelaat en stralende oogen.
Die onvoorzichtige sch rij velaartjes verraden hunne
eigene mannen, dewijl zij door die afschetsing
van 't docteurtje laten zien wat de jesuiten zijn.
De onbezoldigde knoeier van het Nieuwsblad
herhaalt zoo dikwijls dat 't dokteurtjede betaalde
slaaf is van Menheere, dat wij beginnen te geloo-
ven dat hij jaloersch is over zulke milde betaling.
Het docteurtje die geen hond is en die oprecht
medelijden gevoelt voor zijnen kalholijken con
frater, is bereid hem de helft af te staan van zijn
traktement en van hem eene procuratie te geven
om de ontvangst er van, ten zijnen profijte, bij
Menheere te doen.
De poperingsche jesuiten zeggen dat 't dok-
teurtje, in plaats van te schrijven tegen hun
gezag, beter zou doen van te peizen op zijn graf.
Zouden die jesuieten au petit pied wel voorne
mens zijn hem te vergeven of te doen doodsteken?
De gemiste ieidbanddragers van den rijksten
proprietaris der stad hebben groot ongelijk van
te zeggen dat 't docteurtje nu den rugge lekt van
Menheere, want in de jaren 1854 tol 1860 zij
lekten wel zijn g..
Gusten van de statie is grooten liefhebber van
konkominers.
Men kan geerne zulk groensel eten, maar als-
wanneer men getrouwd is en zoo fijne kalote wil
zijn, men mag toch buiten zijn eigen menagie
niet gaan om konkominers te rooven, want zulke
dingen pakken is doodzonde.
t Is alzoo dat Gusten, zich in een naburig
huis bevindende en daar ook konkominers ziende,
wilde subiet aan den konkommerpot gaan, maai
de dienstmeid, die het bemerkte, greep hem vast
en klauwde zijn gezicht open, vooraleer hij aan
den konkommer koste geraken.
En zoo is het dat Gusten de kalote nu langs de
straat loopt met een opengekrabbeld fismus.
Maar wat zegt Catrinlje daarvan al
Wij laten met genoegen aan onze lezers de be
noeming kennen van den krooteier tolden graad
van controleur, zoo wij het vroegertijds gemeld
hebben, hij wierd ontvanger gemaakt in Slc Bar
bara, wat daarna passeerde hij van eerste klas in
de Schaal, nu is hij, door de machtige mcdehel-
pingen van Severinus en Jan den Oosterling,con
troleur geworden.
Indien krooteter alzoo voortgaat, hij kan nog
minister van finantien geraken, maai- dan zal hij
andere middels moeten gebruiken om ten on
rechte geld te verzoeken.
Tl November 1874.
De «Vrijheid,» niet meer wetende weike sma-
kelooze spijze haren lichtgeloovige lezeren opge-
dischl, keert weder op de plechtigheid van 29
September II, waarover wij reeds ons gedacht ge
uit en zonneklaar bewezen hebben dat zij over de
zelve oordeelt als een blindgeboren over de kleu
ren of een doofgeboren over een katholijk muziek.