Stads Nieuws. ilelijk De klerikale» zullen dan niets meer eerbiedigen wat wereldlijk is, zelfs niet het gerecht En zeggen, dat onze geestelijkheid de klerikale gazetten, zij die opgevuld zijn met leugens, zij die altijd de mensche» tot haat en nijd jegens elkander ophitsen, goede gazetten durft noemen. O tempora. O mores BURGERSTAND Sterfgevallen. De minister van Binneidandsche Zaken heeft eene statistiek over Belgie afgekondigd, waaruit wij het volgende nemen.: De meeste inlichtingen in dat boek opgesomd, loopen tot 51 december 1875. Up die dagteekening was de bevolking van het Koninkrijk van 5,255,821 inwoners, dat is 178 inwoners per vierkanten kilometer, het grondge bied uit 2,045,1 li; hectaren beslaande. Op 1 januari 1851, was de bevolking van het Rijk 4,070,515 inwoners. Vermeerdering sinds 42 jaren, ondanks den afstand van twee halve provinciën, 1,177,508 inwoners. Het getal ingeschrevene kiezers voor de Kamers, enz., is van 111,155, dat is per 1000 inwoners 21.15 kiezers. De talrijkste kategorie kiezers is die van de landbouwers en pachters, 25,059 kiezers. De minst talrijke, is die van de letterkundigen en dagbladschrijvers80. De oversten van instellingen, de professors, de onderwijzers, leveren i ,120 kiezers. De geestelij ken 2,758. Het getal kiesbaren voorden Senaat, die 1000 gulden rechtslreeksche belastingen betalen, is van 455. Provinciale kiezers 219,019 per 1000 inwo ners 41.80. Gemeente-kiezers 547,441per 1000 inwoners 00.15. In 1872, waren er in Belgie 14 lagere nomaal- scholen of sektien, lot het vormen van onderwij zers, waaronder slechts twee staatsscholen zijn. Kr bestaat geene enkele lagere normaalschool van den Slaat tot hel opleiden van onderwijzeressen de bijzondere scholen en sektien waren ten getalle van 25. Men weet dat de wet van 29 mei 1800 het maken van vier Slaals-normaalscholen voorschrijft: twee voor onderwijzers en twee voor onderwijzeressen. Terwijl het geestelijk onderwijzend persooneel sinds 1851 met 1098 is vermeerderd, heeft het wereldlijk persooneel er maar 024 bij gewonnen. Bevolking der scholen van volwassenen 199,957 leerlingen, 9,219 meer dan in 1848. Uitgaven van allen aard voor het lager onder wijs gedurende 1S72. Slaat fr. 0,043,415,17 Provintien 1,384,010,45 Gemeenten 5,805,501,57 fr. 14,090,980,99 Op 43,31! milrtjanen die deel genomen heb ben aan de loting van 1874, waren er: Die noch lezen noch schrijven konden 8727 Alleenlijk kunnende lezen 1970 Kunnende lezen en schrijven 15720 Een hóoger onderwijs bezittende dan de voorgaande» 10228 Graad van onderwijs onbekend 054 Te zanten 45511 Eene vergelijkende tabel van de geleerde en ongeleerde miiitianeo sinds 1845 lot 1873 geeft de volgenden uitslag: In 1843: geleerd 49.15 p. h.ongeleerd 50.85 1875 74.27 i> 25.75 De provintie waar de verhouding het voor- deeligste is voor liet onderwijs is de provintie Namen: geleerd 91.00 p.h.; ongeleerd 8.94. De provintie die het slechts bedeeld is in het onderwijs, is Oost-Vlaanderen: geleerd 04.91 p. h.; ongeleerd 55.09. De statistiek der kloosterlingen gaat maar tot 1800. In 1840 waren er 779 mannen-en vrouwen kloosters, met eene bevolking van 11,908 kloos terlingen. In 1800 was dit getal gestegen tot 1322, met eene bevolking van 18,190 kloosterlingen.. Dat is op 20 jaar ongeveer 500 kloosters en 7000 kloosterlingen meer. Het is stellig dat op dit oogenblik de kloosters meer dan 21,000 pa ters en nonnen van alle kleur bevatten. Wat personeel om te voeden dat niets voortbrengt Spaar-stalistiek. Op het einde van December 1805 (van 15 September tot 51 December) was de solde der depots in de algemeene spaar- en pensioenkas van fr. 259,031 97 op het einde >jn 1870. Fr. 19.020.720 45 en op het einde van 1873. fr. 35.753.239 0.5. Uit de overige cijfers bliikt dat de kleine spaarsommen meer en meer aangroeien en dat het doel waarvoor de spaarkas is ingericht be reikt wordt. IJperen, 12 December 1874. Ongeluk. - Over acht dagen, hebben wij een nieuws medegedeeld dal in alles waar is behalve dat de straatbengel niet verdronken is. Onze lezers zullen ons lichtelijk vergiffenis schenken daar dit valsch gerucht een heiizamen indruk uitgewerkt heeft op de ouders, die dade lijk een wakend oog op hunne kinderen gehou den hebben. Zij zijn verwittigd bij geval wij dezen winter moesten ijs op onze stadswalers hebben. Vl.iani»clic Ster. - Zondag, 13 de zer, ten 5 1/2 ure 's avonds, groote vlaamsehe vertooning, gegeven door de leden der Vlaamsehe Ster, in Studs-Tooneeizaai. Het programma is zeer aantrekkelijk, zie onze annonce». Koonnaalscbappij- Woensdag aanstannde, 10 dezer, zal in het lokaal «den Gouden Arend op de Groote-Markt alhier, een schoon concert voor heeren [soiree tabugiege geven worden door de Koormaatschappij. Iedereen weet, door ondervinding, hoe geestig het er daar is, en zonder twijfel, dezen die wil len een schoon plekjen hebben zullen zich moe ten vóór 8 ure naar het lokaal begeven. Storm. - Wij hebben in den nacht 89 een hevigen storm gehad. Vele dakpannen zijn afgewaaid. Gelukkig hebben wij tot hiertoe van geene ongelukken gehoovd. BurgcrwacSit. - Maatschappij Cijbel- schutters. Uitslag der 6e schieting van het wintersaizoen ((i December 1874). 1. Podevyn, A., 25 25 20 20 25 115 2. Lebbe, A., 25 25 25 25 15 115 5. Ligy, F., 20 20 25 20 20 105 4. Leclercq, T., 20 20 20 20 20 100 5. Swekels, L., 23 20 20 15 20 100 ti. Iweins, J., 25 15 20 25 15 100 MM. Renier, H., 100: Lesaffre, A., 95; Sanlv, A., 95, Decoene, H., 95; Dumon, Aug., 90; Ty- berghein, J., 90; Ligy, 4., 90; Vergracht, L., 9.0; Coppin, H., 90, et Leclercq, G., 90. Bal. - Zondag laatst heeft de Maatschap- pij De Witte Peluwmutsenhaar jaarlijkspb. Ral der St0 Uatharina gegeven. Onnoodig te zeggen dat dit Ba! de vergader plaats is van al wat eerlijk en treffelijk is bij de burgers en werkmanskinderen. Oprecht vermaak en goede overeenkomst heeft ergeheerscht van het begin tot het einde en de nacht was ver gevorderd toen men daciit om ter rust te gaan. De zaal mas zindelijk opgetooid, dank aan eeni- ge leden waaronder zich schilders en teeken'aai-s bevinden en menig gevrocht van deze artiesten verfraaiden de danszaal. Al de dansfeesten welke de Mutsen ons geven zijn gekenmerkt door de uitslekendsle welvoege- fijkheid;daarom mogen zij zich er mede moeien. Van den 4 tot den 11 December 1874. GEBOORTEN Mannelijk geslacht 2) Vrouwelijk 4) te zaraen' 6' Vlaemynck, Petrus, 7(i jaren, schoenmaker, weduwaar van Maria Weierman, Dixmudestraat. Scholaert, Petrus, 83 j., priester, Weninck- slraat. Vanhaecke, Michiel, 79 j., timmer man, echtgenoot van Theresia Vanbevlen, Tegel- straat. Vuylsteke, Barbara, 57 j., kantwerk., echtgenote van Petrus Amssoms, Meenenstraat. Verbiese, Francisca, 75 j., religieuse, We- ninckstraat. Geldhof, Barbara, 78 j., zonder beroep, ongehuwd, Rollingstraat. Leleu, Henricus, 44 j., daglooner, echtgenoot van Au- gustina Claeys, Meenenstraat. Van Ort, Ka- roltis, 20 j., soldaat bij het 1° reg' linie, ongeh., Vleeschhou werstraat. Kinderen beneden Mannelijk geslacht 1) de 7 jaren Vrouwelijk idem 0) 9 Drcember 1874. YLTÏJJ» LASTERING. Het gazt tteprieslerije is kwaad om dat de hepr Uitgever van t Nieuwsblad aan den brief van 't docteurtje in zijn voorlaatste nummer eene plaats heeft moeten toestaan en omdat alzoo zijne ge studeerde en kwaadwillige leugens aan het fcatlio- lijk publiek bekend gemaakt zijn geweest, 't Geen die kwaadheid bewijst 81 is dat de heilige man van meer lot meer het docteurtje aanrandt en hem al de artikels der Toekomst loewijt, gelijk hij over eeinge weken hem het liedje van Avelghem toegeschreven heeft. Wij zijn over die dolheid niet verwonderd, want hel is altijd eene groote confusie als men zonder tegenzeg openbaarlijk uitgemaakt is voor eenen logenaar. Wij verwach teden ons nogtans dat hij, volgens zijne oude gewoonte, ons zou geantwoord hebben gij zijl zelf een logenaar maar hij heeft zoo verre niet gepeisd. Om zijne gramschap een weinig te doen zinken, hij heeft we! grzeid, met bijvoeging van eenige schimpwoorden, dat t docteurtje hem en zijne medeschrijvelaars lasterde maar hij heeft nooit durven zeggen waarin die laster bestond en veel min den Bitgever der Toekomst pramen tot de inlijving van eene antwoord. Wij raden dit mannetje aan van eene volle pinte koud water te drinken om al die gal en die bitterheid in te spoelen, en te zeggen met drij ferme kloppen op den borstmeet culpa, mea cidpa, mea maxima culpa. Wij hebben meer dan eens doen opmerken dat de verdediger der heerschende partij in Poperin- ghe nooit handelt noch van gemeentelijke zaken, noch van de stoffelijke belangen der bevolking, niaar zich enkelijk bezig houdt met kerkelijke za ken, pastorsdingen en met al wat de macht en de beurs der pastors kan bevoordeeligen. Nog laatsl- maal wierpen wij de kwestien op van den staat der stedelijke finantien, der weldadigheidsgt- stichten, deropendare werken, der openbare vei ligheid, der openbare gezondheid, der schoone kunsten, der straten en trottoirs, der gazverlich- ting, der vaarten en beken, der pompiers-exerci- tien en brandspuiten, al zaken die het burgerlijk bestuur der stad betreffen. He wel, wil men weten wat onze geestelijke opperburgers door hun ge zalfd orgaan op al die kwestien antwoorden Zij binden ze al te samen in eenen bondel en wer pen ze naar het hoofd van 't docteurtje, zeggende: Het docteurtje klaagt dat er in de kolommen van het Nieuwsblad nooit gehandeld woidt noch van stedelijke finantien, noch van welda- i> digheidsgeslichlen, enz.,enz. Heeft het mannetje zoodanig zijne memorie verloren, of is zijne hersenpan zoodanig ontschntleld dat het de duchtige les vergeten heeft die hem, over twee of drij jaar, door het bureel van weldadigheid -.1 gespeld wierd over het bezoeken en bezorgen ii der zieken en kranken Daar is een oud staaltje (van over twee of drij jaren) van den intrest dien onze geestelijke stads bestuurders nemen in de algemeene en stoffelijke belangen der bevolking Hunne melding van eene duchtige les die het docteurtje over de uitoefening zijner plichten van het bureel van Weldadigheid zou ontvangen hebben is eene laffe en versch- tiitgevondene lastertaal gelijk die waarvan zij de logenstraffing over veertien dagen in het Nieuws blad hebben moeten inlijven, welken laster zij nu willen bewaarheden door behulp van eene nieuwe lastering. Nooit heeft het docteurtje dusdanige les ont vangen, en, indien die laffaards hem de moeite weerd waren, hij zou alle recht hebben van op nieuw deze antwoord in het Nieuwsblad te doen plaatsen. 't Vuilblad spreekt wederom van eene nieuwe soort van weduwen maar het vergeet dezen keer het woord stoppel er vooren te zetten. Zou het zijn om dat wij laatst hebben laten kennen wie hier stoppelweduwen zijn Hoor, vuilblad, ga uit uw eigen kamp niet om zulke weduwen te zoeken en hun voorgaande te ondersnuistéren, want gij hebt er geheele kusptjes vol, en, noodig zijnde, de afstammelingen van baas Vulder zullen u over zulk slach vari weduwen voordere inlichtingen kunnen geven. De Mouileur der abbétjes klapt nog van een liberalen onvermoeiden kies-draver maar waar om handelt hij niet over hunnen wijdvermaarde» kies-makelaar. Den onzen is krom, 't is waar; maar hij is gaaf, en uwen kroot-eter? Pouahü! waar hij inkoomt, moeten deuren en vensters open. Den onzen kan maar al draven zijnen stok verliezen maar den uwen met achter nieuwe kiezers te loopen zal wel eens op weg zijnen kop laten vallen en 't waar een groot verlies voor de kaloten, maar een batje voor.... de meskar. Versta je 't principaultze correspondentie van 't vuilblad 't Nieuwsblad beklaagt zich nogeens over de tegenspraak der Toekomst nopens den zotten uitval gedaan op den predikstoel door den ouden deken Vandaele, zaliger memorie, tegen de moden welke al de neringdoende lieden laten leven. Wij hebben daar op enkelijk doen bemerken, dat den heer deken het goed voorbeeld moest doen geven door de menigvuldige katholijkemode-poppen cp welke hij, als herder, zoo eenen groolen invloed had en welke wij genaamd hebben met naam en toenaam. In deze opmerking hestonden zeker geen de minste vervolgingen, noch lasteringen tegen den deken tot opzijn graf,gelijk T Nieuws, blad het beweert. 't Vuilblad weet niet hoe onze inzichten hij zijne onnoozele lezers vervalschen maar wij wa ren alsdan gelijk nu, van gevoelen dat het beter is zijn geld te besleden aan linten en strekken dan het aan de gekruinde kwakzalvers te geven om door hun met lijf en ziel ingenomen te worden, niet tol voordeel der geioovige zielen, maar tot vulling van hunne onverzadelijke en lekkere maag. 't Is hij misslag dat 't Nieuwsblad zegt dat men nu eenen rechtgeleerden hond heeft, van de kanten van Audenaerde, om op kiesjacht te gaan; 't zijn drij gekruinde razende honden, Gusten de Krulle met al zijne armen en beenen, zoon van Pietje Millie van Kortrijk, Basilius 'Kschijterop van Kakihem en den Tweetander van Dixmuidè. Zij schieten bijna ai het wild, en bijzonderlijk de roksneppen. Ook ons waardig stadsmagistraat heeft ze in groote achting voor hunne werkzaam heden op het stadhuis. W ij gelooven dat deze ge kruinde jagers vrij zijn van port-d'arme want: hunnen evangelieslok is kloek genoeg om de gendarmen af te keeren en alzoo aan alle proces sen te ontsnappen. Niet waar, Nieuwsblad? De verbroedering die laatst plaats heeft gehad tusschen ue Darbaristen en de Victorioneu, ligt zwaar op de maag van de gekruinde vuilblad- krabbelaars. Zij denkten daar ook, zoo als naar gewoonte, te kunnen visschen iu troebel water lang genoeg was tiet dat zij trachtten, onder den duim, tweedracht lusseheii deze schoone maat schappijen Ie zaaien, want hunne kenspreuk, zoo als die van hunne oppermeesters de Jesuieten is: scheiden om te heerschen. De twee kimstenaa \s, de achtbare Benzen Maesen en de achtbare Freedje Baes zoo als zij hen op eene spoltelijke wijze benoemen, zijn twee verkleefde en ervaren voorzitters, die ten minste zoo veel achtingwaardig zijn als, bijvoor beeld, de twee gekruinde kunstenaars de eer waardige Gusten Krullegaui en het eerwaardig Basiltje'Kschijterop. I.aat liever dat potje gedekt, gezalfde zedelec- raars, want, indien men de gordijn van uwen theater optrekt, men ziel dat men daar eene ge heele andere soort van stukjes speelt. Laat dan onze achtbare kunstminnaars gerust en moeit u wat meer met 't gene gebeurt niet uwe eigene onachtbare akteurs, zoo als onlangs met Pastoor Van Liere, met broeder Gonnard die koomt tot 10 jaren gevangenisstraf veroordeeld te worden, ook voor walgelijke daden begaan op kinders beneden de 13 jaren, en dan met priester Becqtiel, die laatst te Antwerpen betrapt is ge weest meteenen jongen kahuitjongenze- delessen in te boezemen zonder al de andere die bachten de tooneelschermen verdoken zijnde, aan de rechtbanken ontsnappen. Voor 't gene uwe lalijnsche woorden betreft, welke gij beter zoudt sparen om op uw eigen tooneel in uwe sermoenen te mengelen, wij heb ben het u reeds gezeid, als het volk u ziet, zwar tjes, den eenen den anderen het wierookvat toezwaaien, 't is dan dat men met reden zegt A sinus asinum frwat (den eenen ezel streelt den anderen) Amen. P. S. Gij spreekt daar ook van ijdele beurzen' Om zulks te vinden, gij moet it tegenwoordig he geven hij eenen kalholijken liefhebber, wel be kend onder den naam van Ka rel f je tjiep-tjiep- tjiep, die nu met ijdele beurzen staat en die al wederom, zonder medewerking van den II. Geest, een meesterstuk uitgeoefend heeft: 'l vervolg van de scheur op den ana van Pappot en de Bat- teuse. Gij zult van dezen vuigen kwezelaar met zijne platte voeten niet spreken om reden hij een geheelen reesem zwarte kazakken in zijne familie bezit maar dat zulks met eenen liberaal morst gebeuren, de stad ware te klein en vuile Three zou de eerste zijn om tegen de liberalen af te loopen. 't Nieuwsblad zegt nogeens dat het ongelooflijk en onbegrijpelijk is hoe de sladsmnziek, in haar eerste winter-concert het stuk Dragons de 1 lars, met zes weken studie, op zoo eene uitmun tende wijze uitgevoerd heeft, zonder de minste valsche loonen, dank zij aan M. Maerten over zijne behendigheid en neerstigheid. Ook ten if niet te verwonderen zulk een succes te bekomen want M. Maerten heeft meer dan 50 jaren van z'jn j°nGT leven geslachtofferd aan de studie op de valsche toonen, en men moet met zekerheid en ongetwijfeld vastelijk gelooven dal hij op di punt ervaren is. Men zal hem ook niet doen pas-

HISTORISCHE KRANTEN

De Toekomst (1862-1894) | 1874 | | pagina 2