Gazette van 't arrondissement IJperen.
Begravenis
Nr 703.
14e Jaar.
Zondag 12» September 1S75.
Politiek. Stads-, Kunst- en Letternieuws. Verschillige Tijdingen, Markten, Bekendmakingen,
Bericht aan onze lezers.
Politieke berichten.
POPERINGHE.
NAPOLEON DESTANBERG.
AANKONDIGINGEN
REKLAMEN
ABONNEMENT:
Daar onze TOEKOMST altoos regel
matig den Zaterdag van IJperen verzon
den werdt, verzoeken wij dezen die hun
nummer niet ontvangen, het ons dadelijk
te laten weten, opdat wij een einde stel
len aan dien staat van zaken.
De ministerraad heeft zich te Parijs
vereenigd op uitnoodiging van maar
schalk Mac-Mahon, uit hoofd van oenen
politieken brief door admiraal La Ron-
cière geschreven.
De humcha Journal officiel bevat een
dekreetwaardooradmiraal Rose benoemd
wordt tot bevelhebber over het eskader
der Middellandsche zee, in vervanging
van admiraal la Roncière Le Noury. Dit
dekreet is door gcene uitleggingen ver
gezeld.
De konferentie te Parijs der vereeni-
ging ten gunste van den vrede, door
internationale scheidspraak, is gisteren
geëindigd. De aangenomen besluiten
protesteeren plechtig tegen den gewa
pende vrede. Het aangeduide middel om
hierin te voorzien, is vooral gelegen in
het voordragen van kandidaten welke
beloven te stemmen voor eene ontwape
ning.
De vereeniging Naquet is door de
politie te Marseilles ombonden, op bevel
van den krijgskommandant.
De aanwezigen zijn rustig uiteenge
gaan.
Men spreekt van een groot gevecht,
dat tusschen de Turken en de opstande
lingen heeft plaats gehad te Dubitz
(Bosnië).
De opstandelingen zouden verslagen
zijn en 28 dooden op het slagveld heb
ben gelaten.
Er heeft eergisteren een levendig ge
vecht plaats gehad nabij Dabra, waar de
oproerlingen door 3,000 turksche solda
ten werden aangevallen. De Turken
moeten de neerlaag geleden hebben met
verlies van 200 dooden en talrijke ge
kwetsten. De oproerlingen schijnen
slechts 5 man aan dooden en 20 gekwet
sten te tellen.
Uit Weenen wordt gemeld dat de op
standelingen van Herzogowine weigeren
afgevaardigde te benoemon om te Mostar
te gaan onderhandelen.
Zij stemmen enkel toe afgeveerdigden
te zenden op een onzijdig grondgebied.
De tijdingen uit Spanje zijn onbedui
dend, men denkt dat de zaak van don
Carlos verloren is, en deze pretendent
het niet lang meer zal kunnen uithouden.
Proficiat, het duurt al lang genoeg en
het is tijd dat hij vertrekt, opdat er in dit
ongelukkig la&d wat rust kome.
De Epoca meldt dat er morgen 1,000
carlisten naar Cuba vertrekken, waar
men voor 15 September een geheel regi
ment kavalerie zal heen zenden. Voor
het einde van de maand zullen 8,000
man naar dat eiland vertrekken.
Zaterdag namiddag heeft de ter aarde-
bestelling plaats gehad van onzen be
treurden vriend. Ja, betreurde, mag men
met overtuiging zeggen, als men zag wat
groole volksmenigte, wat talrijke vrien
denschaar zijn lijk volgde. Het was eene
grootsche, eene indrukwekkende betoo
ging, want van aan het Groot Begijnhof
tot aan het gemeentekerkhof, builen de
Brugschepoort, vormde het volk langs
weêrkanlen der straat eeriehaagen ieder,
bij het voorbijgaan van het lijk, nam
eerbiedig den hoed af voor het stoffelijk
overschot van den volksdichter, van den
begaafden schrijver, die door allen, die
een hart hebben, betreurd wordt. Wij
zeggen een hart, want de mannen van
den Bien public en consoorten, die,
terwijl het lijk nog warm was, de nage
dachtenis van den overledene reeds be
zoedelden, moeten harlelooze kerels zijn,
anders zouden zij toch eergevoel genoeg
gehad hebben om te zwijgen en de droef
heid van de jeudige weezen, van eene
gansche familie en van zijne talrijke
vrienden te eerbiedigen.
Nu wij aanzien de schoone de loegene-
gene betooging van die ontzagelijke volks
menigte als eene protestatie tegen wat de
klerikale bladen geschreven hebben of
zullen schrijven, en allen die eenig deel
aan die betooging genomen of ze gezien
hebben, zullen met ons bekennen dat het
antwoord op die uitvallen afdoepde is
geweest.
Ruimen tijd voor het uur tot de begra
ving van Napoleon Destanberg bepaald,
was een groot gedeelte van het Begijnhof,
waar de woning van den overleden was,
met volk bezet, de begraving van een
vrijdenker van uit het Begijnhofwas
zeker nog nooit gebeurd, want wij weten
niet dat er vrijdenkstersonder de begijnen
waren het was kwart na vier ure
toen het lijk uit het sterfhuis werd ge
bracht en in den doodwagen geleid.
De stoet werd voorafgegaan door het
Gemeente-muziekkorps welke, onder het
bestuur van den heer Weber, gedurende
den optocht doodmarchen uitvoerde.
Daar achter kwamen de broeder
schoonbroeders en de overige leden der
familie van den overledene.
(De zoon van N. Destanberg zich voor
zijne studiën in Duitschland bevindende,
was op het oogenblik der begrafenis nog
niet aangekomen hij is enkel een uur
nadien in de stad toegekomen, waar hij
het onherstelbaar verlies vernomen heeft
welke hij en.zijne familie heeft onder
gaan).
De hoeken der lijkbaar werden gehou
den door den heer Verstraete, bestuurder
van den Journal de Gand en de Stad
Gent, de heer G. Lemaire, opsteller der
Etoile beige en bijzondere vriend van
den overledene, M. Bruylants, opsteller
van den Koophandelvan Antwerpen,
en door den heer Victor Driessens
bestuurder van het Nationaal Tooneel van
Antwerpen.
Daarop volgde eene groote schaar
vrienden en kennissen van den betreurden
man waaronder men bemerkte de
heeren schepenen Pickaert en Vermandei;
de heeren De Meulemeester, Dulfayon-
Vanduyn Vuylsteke en Herremans
gemeenteraadsleden: M. Verbessem, lid
van den Provincialenraad de heeren
opstellers van den Journal de Gandder
Stad Gent en der Gazette van Gent
M. Claus, opsteller van den Précurseur,
van Antwerpen; M. Haesebrouck, op
steller der Kleine Gazetvan Antwer
pen M. Ct'ombez, opsteller der Vrije
Drukpers, van S' Nikolaas de heeren
Miry, Heyndrickx en Nevejans, profes
sors van het Conservatorium M. Eloi
Lemaire, van Antwerpen; M. B. Steven,
gewezen eigenaar van den Messager de
Gand en ook nog een groot getal afge
veerdigden der drukpers en van tooneel-
en letterkundige maatschappijen uit de
verschillige steden van het land.
De volgende maatschappijen met
hunne vaandels en deputalien waren in
den stoet vertegenwoordigd
De koninklijke Koormaatschappij, de
koninklijke maatschappij derMelomanen,
de koninklijke maatschappij der Fon-
teinislen, het Willemsgenootschap, de
Vereenigde Werklieden, het Van Crom-
brugghe's-Genootschap, de Orpheons,
Zetternams-Genootschap, Kunstliefde en
Broedermin, deputatien van Broedermin
Bareel: Dixinudcstrant, 39.
10 centlemen den regel.
85 centiemen den regel.
Brieven en pakken moeten vrachtvrij
toegezonden worden.
fr. 4-00 's jastrs voor de stad,
fr. 4-50 voor geheel Belgie.
Buitenlandsche verzendingen 't port daarboven.
10 centiemen het nummer.
Men schrijft in op alle de postbureelen.
DE TOEKOMST.
IJZEREN-WEG.
VERTREKUREN VAN IJPEREN NAAR
Poperinghe-Hazebrouck. G-40. - 12-05. - 5-57.
- 6-50
Poperinghe. 9-07. - 8-45. - 9-50.
Kortrijk-Brussel, 5-54. - 9-49. - 11-15. - 2-55. -
5-25.
Kortrijk. 5-54. - 9-49.- 11-15. - 2-55. - 5-25.-
7-15.
Roeselare. 7-50. - 12-25. - 6-45.
Langemark-Oostende. 7-18. - 12-06. - 6-20.
De redevoering uitgesproken bij de opening
des gewonen zittijds van 1875, van den provin
cialen raad door den heer Gouverneur dezer
pi'ovintie, op het administreeren der bureelen van
Weldadigheden en Godshuizen, is zoo toepasselijk
aan de administratie dezer stad, dat wij noodig
geoordeeld hebben dezelve in dit blad te geven,
leest en oordeelt
Mijnheeren,
Het welwillend onthaal verleend aan de woor
den, welke ik de eer had verleden jaar uit te
spreken over de plichten der gemeenten jegens
hare ongelukkige inwoners, wakkert mij aan
heden een gedeelte des onderwerps in het licht
'e stellen, hetwelk ik alsdan niet heb opgehel
derd, uit vreeze de palen eener openings-rede-
voering te overschrijden.
Na met de beste schrijvers als een vast
grondstelsel aanvaard te hebben dat de wettige,
wel toegepaste liefdadigheid deel maakt van de
dringendste, van de belangrijkste, en ook van de
Hieest verzedelijkcnde verplichtingen van het
VAN
maatschappelijk lichaam, heb ik, bij middel van
eenige statistieke opgaven, de uitslagen geschetst,
welke derzelver toepassing in onze provincie heeft
opgeleverd. Eventvvel had ik mij bepaald met U
meer bijzonderlijk te spreken over de hospitalen,
godshuizen, schuil- en verblijfplaatsen, ingericht
ten behoeve van het platte land, en, dienaan
gaande, ben ik gelukkig nieuwe cijfers te kunnen
voegen bij de opgave der pogingen toegepast
door onze gemeentebesturen.
Lichtervelde, Roeselare, Denterghem, Geluwe
stellen zich voor, met de toelagen van den Staat
en de provincie, hospitalen en godshuizen te doen
bouwen, welker veronderstelde uitgaven respec
tievelijk beloopen op fr. 53,861-09, 287,077-80,
79,991-56 en 8,600.
De godshuizen van Damme hebben besloten
eenesomme van fr. 53,272-31 toe te wijden aan
de herbouwings- en vergrootingswerken van het
hospitaal, eo die van Wervik vragen de noodige
machtiging en de toelagen van den Staat en de
Provincie om nieuwe ziekenzalen te bouwen,
welker veronderstelde uitgave fr. 24,012-48
bedraagt.
Wij zouden ons gelukkig achten, Mijnheeren,
ia de toekomst te mogen bestatigen dat deze
goede voorbeelden navolging gevonden hebben,
en van nu af bewijzen wij gaarne hulde aan den
ijver dergenen, die ze gegeven hebben.
Maar gij weet dat de openbare bijstand zich
ook in breede verhoudingen kenmerkt onder den
vorm van hulp ten huize. Tegen die wijze van
tusschenkomst hebben de tegenstrevers van alle
openbare liefdadigheid hunne hevigste kritiek
gewend.
Door van de uitreiking van hulp eene open
bare inrichting le maken, door, om zoo te zeggen,
de hand des Staats tot in den familiekring te
laten dringen, verspreidt gij, zegt men, krach-
tiglijk onder de hulpbehoevende klassen, het
socialistische gedacht van het recht op bijstand.
In vele gevallen, verre van werkelijke behoef
ten te lenigen, zult gij aan wanorders voedsel
geven, want de bijstand zal gevraagd worden
door onwaardigen, die van de armoede eenen
waren stiel maken. Laat veeleer aan het bijzonder
initiatief de zorg over hulp te verschaffen aan
alle tegenspoeden. Dat de kleinste leere zich zelf
te verheffen alleenlijk door de macht zijn werks,
zonder dat hij er in toeslemme den titel van
behoeftige te aanvaarden, welke den mensch
aanleiding geeft zich zeiven te doen minachten.
In eenen maatschappelijken toestand zoo als de
onze, zal niemand zijnen evennaaste van honger
laten sterven, en de christelijke liefdadigheid zal
eenen bijzonderen bijstand doen ontstaan, krach
tig genoeg om alle belangwaardige ongelukken
te verzachten.
Overigens, zegt men verder, geeft het opma
ken der rollen van behoeftigen, zoo als dit thans
ingericht is, aanleiding tot menigvuldige missla
gen, zoo wel uit hoofde der weinige bekwaamheid
van hen die er mede gelast zijn, als door den
slechten invloed, welken zij herhaaldelijk onder
gaan in het uitoefenen hunner moeilijke zending.
Deze opwerpingen, Mijne Heeren, en nog
vele andere, meestendeels overdreven, kunnen
mijne overtuiging niet doen wankelen, dat de
Maatschappij te kort zoude blijven aan het alge
meen doel, hetwelk haar door den aard der zaken
wordt opgelegd, zoo zij de zorg de hulpbehoe
venden hij te staan geheel op het bijzonder
initiatief zoude doen drukken.
«Bij gebrek aan eenige andere bewijsrede,
zoude de geschiedenis van vroegere tijden alleen