De Broodroovers. burgerlijke overheid willen gedoogen. Wij richten ons tot allen die. de slem van hun geweten volgende, hunne plicht als kiezer willen kwijten en de oor slui ten aan alle afgunstigheid die hunne eigene rede te rade gaande, te goeder trouw en volgens rechtveerdigheid de verdiensten van hunne mandatarissen schatten en oordeelen. Tot die kiezers zeggen wij heeft het Stadsbestuur, den 1 Juli -1872 gekozen, de algemeene belangen verzuimd F Gaan wij lol het onderzoek van zijne daden over, daar ligt het antwoord in besloten. Die daden zullen wij kortbondig aanhalen, zooals zij voorkomen in open bare en ofDcieële stukken, zooals gij ze hebt kunnen beoordeelen door uw eigen Financiewegen der stad. Meermaals heeft men het reeds gezegd, weinig steden zijn in zoo voldoenden toestand voor hetgeen de Stadsschatkist aangaat, en nochtans het Bestuur vreest geene uitgaven mits zij maar bijdragen tot het algemeen welzijn en den voorspoed der stad. In evenredigheid van den rang onzer stad, zijn er aanzienlijke uitgaven voor het openbaar onderwijs gedaan. Het herstellen onzer openbare gebouwen, het oprichten van nieuwe gestichten, hel aankoopen van huizen en gronden welke tot gezondmaking der ongezonde wijken der stad moeten dienen, en de openbare werken eischen jaarlijks hooge sommen. Geen enkel deel van den openbaren dienst wordt verwaarloosd, in al zijne deelen is hij uitgebreid en verbeterd geworden. Ondanks den onvermijdelijken aan groei der uitgaven ten gevolge van de altijd vermeerderende noodwendigheden, dank aan de wijze spaarzaamheid met welke de algemeene penningen bestuurd worden, en aan het goed beleid der stadseigendommen, levert de rekening voor het dienstjaar 1874 een batig slot, van 34,298 fr. 12 c. Wij mogen dus de toekomst gerust inzien. Laat ons, al voorbijgaande, nog zeggen dat, hoewel men alle middelen gebruikt beeft om aan het Stadsbestuur het ver trouwen te ontnemen dat het tot hiertoe genoten heeft, men tegen hetzelve niets heeft weten in te brengen voor hetgeen het geldelijk bestuur der stad aangaat. Openbare werken. Deze maken een van de belangrijkste deelen van den dienst uitimmers men heeft het onderhoud der openbare wegen, der voetpaden of trottoirs, het maken van waterleidingen, het onderhouden der stadsgebouwen, het herstellen der open bare gebouwen. Welke bezwaren, die eenigszins gegrond zijn, kan men legen het Bestuur inbrengen Niet een im mers men bepaalt ze niet juist, men beschuldigt zoo in algemeenheid, zonder bet minste bewijs. Maar wij, wij houden staan dat er onophoudelijk verbeteringen toegebracht worden aan de openbare wegen, dat niet eene stad trottoirs bezit, welke zoo weinig kosten, zoo gemakkelijk en zoo wel gemaakt zijn als die in onze straten dat al de stadsgebouwen in in den besten staat van onderhoud zijn, en dat de menigvuldige vreemdelingen die onze schoone gebouwen komen be zoeken, eenpariglijk hulde bewijzen aan het wijs beleid met hetwelk de herstelling derzelve plaats heeft. Openbare gezondheid Onder dit betrek ook weet men niets ernstig, klaar noch bepaald in te brengen. Iloe dan zouden wij de kritiek kunnen tegenspreken? Het Stadsbestuur waakt, zoo ver mogelijk, over alles wat de open bare gezondheid aangaat. De riolen welke de vuile waters afleiden door- kruissen de stad in alle richtingen men vindt geene stilstaande waters meer in de beken, het paveiwcrk is tol in de meest afgelegen en afgezonderde plaatsen ge daan de ongezonde wijk de Neerloop beslaat niet meer; de plans voor recht trekkingen verbreeding van verscheidene nauwe stralen zijn opgemaakt en goed gekeurd. In één woord, alle maatregelen worden genomen om de voortzettende ziekten legen te gaan of te voorkomen. Zooals men weet, worden verscheidene maal 's jaars, alle kinderen van de wer kende klasse toegelaten tot de kostelooze pokinenting, en er worden in al de scho len der stad echt vaderlijke zorgen genomen om den lichamelijken toestand der jeugd te bevoordeeligen. Kiezers De vyanden van hel Stads bestuur trachten de openbare opinie in dwaling te brengen met aan de zorge loosheid of onbekwaamheid van het be stuur de niet voldoende hoeveelheid bruikbaar water, gedurende een gedeelte van het jaar toe te schrijven, het zij een zeker gebrek van goed water gedurende een gedeelte van het jaar, het zij den staat van verderving welke de wateren in de vijvers, in de vestinggrachten of in de putten ter stede ondergaan. Niet alleen zijn die beschuldigingen volkomen valsch, maar daarenboven zijn zij verfoeilijk en lasterend. Men weet immers dat de toestand van zaken, over welken men klaagt, sedert eene eeuw bestaat en dat het kwaad, welk men in roept zich alleenlijk tijdens de groote hitten opdoet. Die zelfde toestand aan gaande de wateren, heeft in een groot getal sleden plaats ten andere, gij hebt niet vergeten dat ten tijde dat de cleri- calen in het Stadhuis zetelden, zij min dan wij, een middel gevonden hebben om dien staat van zaken te verhelpen en dat de hedendaagsche beschuldigers zich wachten van u te zeggen hoe zij beter als hunne voorzaten zouden te werk gaan. Is het waar dal het tegenwoordig be stuur niets gedaan heeft F Hoort en oordeelt Willende een einde stellen met ver- zachtmiddels, het bestuur heeft besloten den middel om het kwaad met den wortel uit te roeijen op te zoeken. De zaak is onder al hare oogpunten bestudeerd ge worden en is daarna aan het onderzoek van de bekwaamste en ervarensle man nen des lands onderworpen geweest. Het Stadsbestuur heeft reeds het ver slag van de Commissie ontvangen deze heeft een ontwerp voorgesteld volgens welk men de stadwaters van de beste hoedanigheid en in meer dan voldoende hoeveelheid zou bekomen om in al de noodwendigheden te kunnen voorzien. Zoo als te zien is, wel verre van aan het Bestuur het minste verwijt desaan- gaande te kunnen doen, moet men dank weten aan zijne zorgvuldigheid om de pogingen die het gedaan heeft ten einde tot een groot besluitend ontwerp uit te komen, dat voor altijd, nochtans zonder al te veel de financiën der stad bloot te stellen, een einde moet stellen om de nadeelen van een stelsel van waterver- deeling, hetwelk door eeuwenlang ge bruik versleten is, en't is juist op het oogenblik dat er uitspraak moet gedaan worden over heel het werk, dat de stu- diëu van deskundige mannen geëindigd zijn, dat de verslagen en de plans aan het onderzoek en de beraadslaging van den Gemeenteraad onderworpen zijn, 't is dan juist dat bedriegelijke tegen strevers aan dat Bestuur zorgeloosheid of onbekwaamheid durven toeschrijven Wel is waar, 't is een kieslist, doch hel is een verfoeilijke middel van bedrog, dat gij verstoolen zult. Openbaar onderwijs. Dat men ons ééne stad, van den zelf den rang als de onze aanwijze waar het openbaar onderwijs op eenen beteren voet ingericht is F Het Bestuur waakt over het kind, om zoo *e zeggen, van zijne weg af. Er zijn gestichten voor alle standen der samenleving, en het onder wijs wordt er gegeven volgens de voor schriften der programmas door het Staads- besluur vastgesteld. Een groot deel der onkosten dezer gestichten zijn door den Staat en de Provincie betaald, dit bewijst klaar dat zij al de voorwaarden tot hunne bestemming geeischt, vereenigen. Niets wordt verwaarloosd om de jon gelingen te helpen eene welkdanige ievensbaan in te gaan of om hun de middelen tot een eerlijk bestaan te be zorgen. Onlangs heeft de Gemeenteraad beslo ten voor de meisjes eene naai- en brei- school in te richten, in dezelve zullen deze kinderen allerlei nuttige even als onderscheidene handwerken leeren, zoo als, eigentlijk handwerk, en werk met de machien, in één woord, al zulke werken welke van die kinderen later goede huismoeders zullen maken of hun een bestaan zullen verzekeren dat hel niet blootstelt aan de gevolgen van de crisis, dikwijls zoo noodlottig, der nij verheid van het kantwerken. Niet alleen waakt het Bestuur over de opkomende jeugd terwijl zij nog ter school is, maar het verleent nog onder stand aan een groot getal jongelingen, die bij den vreemde hunne studiën of hunnen leertijd voltrekken. Ook, en dat ziet gij dagelijks, nimmer zijn onze open bare scholen in zoo bloeienden toestand als hedendaags geweest; maar ook, als noodzakelijk gevolg daarvan, zijn zij nimmer het voorwerp van zoo hevige te genkanting als tegenwoordig geweest. Waarom bestrijdt de clericale partij onze instellingen? Waarom wilt zij noch van de gestichten van hel Staats-, noch van die van het Gemeenteonderwijs Waarom die hevige oorlog, die gedurige tegenwerking, zonder ooit eenige rust of genade? Is hel uit liefde tot de vrijheid Verblind is hij die zulks gelooft! Die vrijheid is een uitvluchtsel, zij leidt onze tegenkampers lot deonverdraagzaamheid. Wat zij willen, 't is de vernietiging van het officiëel onderwijs, ten einde aldus voor hen alleen alle voorrecht te hebben; wat zij willen, het zijn scholen zonder recht van eenig toezicht van wege het openbaar bestuur, scholen waar men volkomen vrij en ongestoord aan de jonkheid de verachting voor de wereld lijke overheid kan inboezemen, den haat kan inplanten tegen al de grondvesten van de hedendaagsche samenleving en waar men aldus de steunpilaren van de maatschappelijke orde kan ondermijnen. Kiezers! Laat u niet verblinden; wéét dat de afschaffing van al onze onderwijs gestichten, welke met zoo veel zorg in gericht zijn en zoo veel diensten bewij zen, deel maakt van het progromma der clericalen, en weest het zeker, staat die afschaffing in hetzelve niet uitdrukkelijk geschreven, zij zou noodlottig!ijk en zonder den minsten twijfel aan die par tij opgelegd worden, van zoo haast zij op het stadhuis zou zetelen. De werkende volksklasse zou er het eerste slachtoffer van wezen de kinderen derzelve zouden niets meer inademen dan de lucht, ver dorven door den adem van eenen zooge noemden Broeder heel de jeugd zou veroordeeld worden lot eene herknediug en vervorming die haar tot wezens van eene ouuilwischbare boerschheid zouden leiden. Openbare weldadigheid. Kiezes. de mannen die u tot de om verwerping van het Stadsbestuur aan drijven, wenschen niets meer dan zich van dezen belangrijken tak van den openbaren dienst te kunnen meester ma ken. Bemerkt het wel, de clericale partij begeert niet alleenlijk volkomen het mo- nopolium van het onderwijs in handen te hebben, maar ook dat van de Welda digheid. De burgerlijke overheid zou desaan- gaande niets meer te zeggen hebben. Geestelijken en kloosterlingen zouden als heer en meester over de onderscheidene fundatiën beschikkende armen, dat ware maar het bijhoorige; het klooster, dat ware voor hen het voornaamstein zijne kaszouden het grootste deel der ge schenken verdwijnen en welhaast zou den wij terug vallen in de zoo talrijke en schandelijke misbruiken, welke de ge schiedenis van alle landen ons doet ken nen. Nu geschiedt alles regelmatiglijk; immers het is de burgerlijke overheid die bestuurt; de inkomsten worden tot hare ware bestemming gebruikt. Een nauw toezicht wordt over al de deelen van de zen dienst gehouden; er bestaat overeen komst van inzichten en strekking tus- schen onze bestuurders van het goed der armen en het Stadsbestuur. Die eenheid verdubbelt de macht en vergemakkelijkt de uiloefening van de openbare welda digheid. Ook mogen wij houden staan, zonder eenige vrees te kunnen gelogen straft worden, dat de armen, de ouder lingen, de weezen, de zieken en de gebrekkelijken de namen van hunne bestuurders niet dan met eerbied en dankbaarheid uitspreken. Kiezers Wij hebben in 't kort verhaald de werking der mannen welke gij in 1872 met uw vertrouwen vereerd hebt. Gij zijt hun rechter maar gij zult Ze de hand op het hert oordeelen, en wji zijn overtuigd dal gij met ons zult zeggen Het Gemeentebestuur heeft edelmoe- diglijk zijne plichten waargenomen. Weg met deze eeuwigdurende kwaad sprekers die dagelijks onze burgerlijke regeerders lasteren en bespotten, die tweedracht in de maatschappijen en in de huisgezinnen zaeien, en die alle de stads- gestichten trachten te doen instorten oni op de puinen hun vaandel van omkoo- perij, schijnheiligheid en slaafsehheid te planten. Gij zult dus stemmen voor de candi- datcn der Liberale-Vereeniging, die de getrouwe beschermer is en altijd zal blijven van uwe burgerlijke vrijheden Reeds eenigen tijd bestaat er alhier, zoo wel als te Gent en in andere plaatsen, een oorlog tegen de liberale neringdoeners. Alwie maar eenigzins zich al den liberalen kant houdt of in betrek is met liberale familjen, is zeker dat men hem zijne klanten afloopt ten voordeele van catholieke stiel- of neringdoeners. De catholijke kopstukken zullen looche nen, zullen schreeuwen dat het onwaar is, zij zullen ons uitschelden voor logenaars' omdat hunne maatregels geheim genomen waren, maar iedereen ondervondt het wel haast en hij stond versteld zulke of zulke pratijk verloren te hebben, zonder te weten waarom. Thans dat de clericalen van langs om stouter komen en zij zich maar weinig be kreunen wat men over hunne handelwijs zal zeggen, doen zij de onvoorzichtigheid nu en dan iets uit te meten dat ons de maat geeft van hetgeen zij nooit opgehouden hebben te doen, den oorlog voeren tegen de verdachte liberale stiel of nering doeners. En den maatregel dien zij komen te ne men door het verbieden den Sultan te fre- kanteeren aan al de kerkbedienden, legt nu heel hun spel bloot. De Sultan verbieden! De Sultan, een der trefi'elijkste herbergen der stad, gehouden door treffelijke lieden, bezocht van al wat treffelijk is, doet ieder een nadenken en zich afvragen wat onze politieke tegenstrevers alhier meenen uit te rechten. Door wat recht dan maken zij eer lijke lieden uit voor oneerlijke wat geeft hun het recht een neringdoener te benadee- ligen Alle politiek der wereld, alle aange brachte redens van wat men zou kunnen aanhalen geeft hun dit recht niet, zelfs hunne eigene eerlijkheid niet, waaropzij zoo danig boffen En dat de rechterlijke tribunalen onmach tig zijn om zulke misdrijven te straffen weten wijmaar de zedelijke tribunaal, de openbare opinie is daar om die mannen te straffen die van hun kleed of hunne positie misbruik maken om hunne perten te spelen hun zij de algemeene verachting en bij de liberalen het besluit van met de zelfde maat te meten zooals men ons behandelt. De catholijken zouden liever bersten dan eenen centiem te jonnen aan hunne liberale geburende catholijken ondersteunen hunne neringdoeners en trekken zooveel mogelijk de pratijken van de liberalen af..... Wat staat er ons, liberalen, alsdan te doen? Onze liberale neringdoeners onder steunen, alles nemen bij liberalen, alles afnemen van de catholijken en de twijfel achtige kiezers. Die met ons niet zijn, zijn tegen ons. Wij ondersteunen maar dezen die voor ons kiezen. Onze tegenstrevers laten verstaan in hun ne gazetten dat zij niet in worsteling zullen komen maar dit is geene reden om daarvan op onze twee ooren te slapen en indien de kopstukken kwalijk overeen komen, doet dit daar niets toe, één woord ware genoeg om eheel het clericale leger te been te roepen; e onthouding, ten anderen, schijnt niet een beetje naar den smaak hunner gazetten, want zij schuimen van spijt. Moesten zij daarom drij jaren lang schreeuwen dat zij geheel het stadhuis gin- enschoonvagen, om heden te komen zeggen at zij onmachtig zijn hunne bedreigingen ten uitvoer te brengen. Zij getroosten zich met onze candidaten scheldwoorden en beleedigingen naar het hoofd te werpen hetgeen nogtans hen maar weinig schelen kan, want eene gazet die volgens de justitie de waarheid vervalscht heeft is onmachtig de faam te hinderen der mannen die thans de stemmen afvragen van het kiezerszorps. jfc Onze zielenherders, en deken Boone aan het hoofd, spelen hard op hunen poot, zij vergenoegen zich niet meer met bedreigen, zij brengen thans hunne bedreigingen open baarlijk ten uitvoer. Hetgeen wij in ons laatste nummer ge schreven hebben over de fanfaren de Witte Klakken heeft eene eerste ont knooping gehad. Men weet dat de clericalen deze genoemde maatschappij wilden doodi- gen omdat zij voor den catholijken boel niet wilde dienen, zij richtteden een andere fan fare op waartoe zij iedereen, waarover zij

HISTORISCHE KRANTEN

De Toekomst (1862-1894) | 1875 | | pagina 2