Stads Nieuws. ongeschonden willen bewaren, en geene slaven willen zijn van de dweepzuchtige paperij. die hare sufïerijen als godspra- ken willen opdringen. Door hunne vrijhcidsdoodende strek kingen moedigen de papen het kwaad aan dewijl zij hetzelfde boven het goed stel len. Vijanden van alle maatschappelijke verbetering en vooruitgang, vijanden van de wetenschap, vijanden van de waar heid, die zij in hunne verbijstering het kwaad noemen, pogen zij alles wat god delijk, doch niet paapsch is, te onder mijnen en uit te dooven. Zij die de onteeringvan den katholijken godsdienst bewerken zijn niemand anders dan de katholieken zelf, door hunne onzedige daden en hunne zedelooze leer stelsels. De rede is het verhevenste en weer- digste wat de mensch kan bezitten het is alleen door de rede dat hij de logen der waarheid kan onderscheiden; alle leering die zich aan de proef der rede niet wilt onderwerpen moet daardoor zelf verdacht voorkomen,dewijl de waarheid niets door het onderzoek te verliezen heeft; en wel ver van zich verdienstelijk te maken met iets als eene goddelijke openbaring te eerbiedigen dat door de rede herkend is eene dwaling te zijn, is het de plicht van alle eerlijk geweten dit als goddeloos te verwerpen de rede moet zich alleen onderwerpen wanneer zij herkent dat daarvoor gegronde redenen beslaan,doch 't ware lafheid zich te onderwerpen aan helgene zij als logens aanziet, enkel om dat iemand uil belang zegt dal die logen Gods woord is. Nergens is de werkende volksklas zoo onwetend en zedeloos dan in de katho- lijke landen nergens zijn de bloedige staatsschokken zoo menigvuldig dan daar waar het katholicismus genoeg invloed heeft om zijne vrijheidsdoodende grond- stelsels te verspreiden overal zaaien zij winden om tempeesten te maaien; overal sluiten zij de klep op het maatschappe lijk stoomtuig en doen zij het daardoor met geweld losbarsten. Het opperhoofd der roomsche kerk was eeuwen lang eene hindepaal aan de be schaving dikwijls was dit opperhoofd eene schande der menschheid.een gruwel van monsterachtige onzedelijkheid altijd en in alles volkomen het tegenovergestel de van dengene wiens plaatsvervangerhet op aardebeweerde te zijn. Jesus leerdde dat al de plichten van den mensch beslaan in deze twee pun ten God, het oneindig Opperwezen, de vader aller menschen boven alles lief te hebben en alle menschen als broeders te beminnen, dat is geheel de wet en de prophelen en gij zult leven, beminnen alleen is plicht. Nimmer heeft hij gezegd gij moet dit of dat gelooven, deze of die kerkelijke instelling onderhouden om zalig te wor den; God en uwen evenmensch beminnen is alleen plicht. Hij toonde door zijn voorbeeld ter zelfder tijd als door zijne woorden dat, om de waarheid te verspreiden men noch aardsche macht, noch rijkdommen moet bezitten hij zelf bezat niets ten zij zijne uitmuntende deugden en aan degenen die hem in hel voortplanten zijner lee ringen zouden opvolgen zeide hij Dat hij die twee kleederen heeft er een geve aan dengene die geen heeft. Het opperhoofd der roomsche kerk, ver van die bewonderensweerdige deugd na te volgen zwemt, in weelde en over vloed; wel ver van het voorbeeld te geven van belangloosheid en zelfopoffering zoo als Jesus, zou al de macht en de schatten der aarde in zijn bezit willen hebben en wijkt zelfs niet terug om door zijne slaven den laatsten penning der behoef- tigen af te bedelen om zijne rijkdommen te vermeerderen, de kardinalen, de bis schoppen prelaten en priestersdie Yolgens het voorschrift des meesters geen twee kleeden zouden mogen bezitten, zijn gekleed in purper en goud, wonen in paleizen, wandelen over iluweelen vloertapijten, drinken den kostelijksten wijn en eten de kostelijkste spijzen. En dat zouden navolgers zijn van de discipelen van Jesus en volbrengers zij ner leering. En wij, omdat wij die onloochenbare waarheden openbaren zouden deze kerklieden lasteren? Het is bespottelijk De schitterende zegepraal der fransehe Republikeinen bij de verkiezingen van verleden zondag is een heil niet alleen voor Frankrijk, maar voor gansch Europa en voornamelijk voor ons land.Frankrijk heeft de ketenen verbroken waarmede het jesuitism de vrijheid had vastgekluis- lerd, en het schoone land wiens machtige kreet in 1789 gansch Europa uit zijnen slaap schudde en tot de onlslaving riep, heeft zich waardig getoond van zijn roemrijk verleden. De ullramontanen hadden al hunne hoop op Frankrijk gevestigd Frankrijk was het land dat het ultramonlanism in Europa moest redden Frankrijk aan het jesuitism overgelaten, moest de revo- lutionnairegeestelijkheid van Duitsehland ondersteunen in den oorlog tusschen de verslaving en gewetensdwang en de vrij heid Frankrijk moest het opkomende Italië gaan onderdrukken en in handen leveren der jesuiten Frankrijk verkwe- zeld moest het Belgisch liberalism in dwang houden en ons jesuilisch minis terie tegen zijnen onvermijdelijken val beschutten. Daarom had de zwarte bende voor de walgelijkste middelen niet afge schrikt om Frankrijk onder zijne klau wen te krijgen. Men had de mirakelen van Lourdesen andere uilgevonden, men had onder den naam van bedevaarten commediën ingericht om het fransehe volk schrik aan te jagen en het te ver kwezelen de zwarte bende had een bondgenootschap gesloten met de partij die Frankrijk had verarmd, vernederd en onteerd. Maar niets heeft de openbare denkwijze kunnen verleiden het fransehe volk heeft begrepen dat het ultramonlanism de volkeren doodt en dat bet liberalism alleen een land rijk, gelukkig en mach tig kan maken. De laatste hoop der roomsche onder drukkers is dus met de verkiezing van zondag verdwenen. Spanje verloren, Frankrijk verloren, blijft er nog' één land in Europa waar het jesuitism iets te zeggen heeft maar hier ook beleeft hel zijne laatste dagen. Reeds lang heeft de openbare denkwijze gesproken de ont zaggelijke manifestatiën van Antwerpen, Gent en Luik hebben klaar bewezen dat de meerderheid van 't belgische volk liberaal is. Iets kon onze andersints zekere zegepraal verhinderen, dit was de overwinning der ullramontanen in Frank rijk. Thans hebben wij niels meer te vreezen Juni zal het laatste klerikaal ministerie in België wegkuischen. En zou het anders kunnen Als gansch Europa reeds het zwarte juk heeft afge schud, zou België de schuilplaats der zwarte bende blijven Maatschappijen Kaarters. Bolders. Topslag ers. Vinkeniers. Visschers. Bülardspelers. Federatiej. Duivenmelkers. 36. Het Zuiden. Vereenigingen. Ghilden en Maatschappijen. IJperen, 4" Maart 1876. Sclioolpcuming.-Vorige lijsten,fr. 2,410-81 Opbrengst eener partij wiskt, Korten Meersch, N° 18, 50-00 Op het oogenblik te vertrekken naar Brussel, 1-00 Om het snoer in zijn geheel te hebben, 1-00 Lichting der bussen in de maand Januari: Citadel Ie, 1-66 Bureel der Toekomst, 1-61 Gouden Arend, 17-70 Klein IJperen, 5-75 Café St-Sebasliaan, 6-00 Sultan, 54-50 Schaapstal, 9-00 Witte Klakken, 18-00 Bronzen Hoofd, 0-80 Aux armes de France, 5-59 Pamassus-Hof, 11-03 Boeien Hol, 2-62 Café den Zalm, (Saumon), 16-40 Zilveren Hoofd, 1-71 Café der Spore, 0-54 De Vrange, 2-00 S' Omars, 2-57 Salon d'Apollon, 1-00 Gouden Mortier, 1-08 Totaal fr 2,615-17 Instelling van Biet Kieuw Schepen Collegie des* stad Yperen. Zondag laatst was geheel onze stad in feestge waad. Onze medeburgers hadden de gelegenheid der installatie van den Nieuwen Schepen-Raad willen te bate nemen om eene openbare hulde te brengen aan de nieuw benoemden ook dit bewijs van toegenegenheid en achting heeft alle ver wachting overtroffen. Rond 2 l/2 ure zag men meer dan 50 ghrlden en maatschappijen zich vereenigen op de Espla nade om van daar zich te begeven naar het huis van den heer Burgemeester om hem naar het Stadhuis te geleiden. Ten drij ure bracht de stoet zich in beweging. Dezen die deze ongelooflijke massa volks, vandels, wimpels en kartels aanschouwd hebben, moesten zich met het gedacht bevinden bij de blijde intre den van den eenen of anderen vorst der voorige eeuwen vereerd door onze voorvaderen. Men zag niets anders dan eereteekens en vaandels, men hoorde niets anders dan Irompgeschal, muziek en trommels en de stralen waar men doortrok waren bevlagd met de nationale kleuren. Al de maatschappijen defileerden voor de woonst van onzen eersten Magistraat. In de Halle gekomen, rangschikten de sociëtei ten zich, voor zooveel het zijn kan in de groote zaal, welke in deze omstandigheid letterlijk vól volk was. Op het verhoog bevonden zich den Stederaad alsook veel der voornaamslen onzer stad, waar onder wij aantroffen de heer Staatsminister Alf. Vandenpeereboom en oud Burgemeester onzer stad, M. de baron Mazeman de Coulhove, senateur, M. Henri Carton, oud arrondissements-commis- saris, enz., enz. Het aankomen van M. den Burgemeester in de zaal verwekte èen algemeen gejuich de oude halle daverde op hare grondvesten. Op de estrade gekomen werd de zitting open verklaard. M. de Ridder A. Hynderick zat de vergadering voor. De heer secretaris De Codt gaf lezing van het Besluit waardoor M. Vanheule benoemd werd, alsook van het Proces-verbaal zijner eedaflegging in de handen van den heer Gouverneur. M. Hynderick sprak eene redevoering uit, dikwils door toejuichingen onderbroken, waarin hij zegde dal het het algemeen verlangen van hem en zijne collegas was in overeenstemming met den wensch van het algemeen M. Vanheule de verhevene weerdigheid te zien bekleeden, waar mede het Gouvernement hem kwam te vereeren. Dan schetste hij de talrijke diensten door hem aan de stad bewezen, gedurend de jaren welke hij zich in de bestuurzaken nuttig gemaakt heeft, en dat zijne persoonlijke verdiensten het vertrou wen waarborgden die zijne medeburgers en liet gouvernement in hem stelden. Uw verledene, voegde hij er bij, geeft de ver zekering dat het bestier onzer stad, ingoede en onwrikbare handen gevallen is, en dal hij, als eerste magistraat der stad altijd in alle omstan digheden zijne rechten zal weten te doen zege pralen en zijn gezag te doen eerbiedigen 1 De heer Burgemeester bedankte den Stadsraad en de ontelbare menigte vergaderd in de Halle, hij herinnerde de oude verknochtheid der bevol king aan zijne magistraten en aan zijne vrijheden die zij wisten te verdedigen. Ook, zegde hij, toen ik over drij dagen, de hand ten hemel gericht, den eed aflegde van getrouwigheid aan den Koning, gehoorzaamheid aan de Grondwet en aan de Wetten van het belgische volk, dan heb ik in mijn binnenste een anderen eed gedaan, niet min geheiligd dan den eersten, en heden onder de stemming mijns herten kom ik u dien vernieuwen en hier voor u, die mijne lastgevers en mijne richters zijt, ik verbinde mij plechliglijk mij met hert en ziel toe te leggen tot den bloei mijner geboortestad, en voornamelijk tot de bewerking van de lichamelijke, zedelijke en verstandelijke verbetering der werkende klasse. Deze schoone woorden,voor de vuist uitgespro ken, lokten de vurigste toejuichingen uit en het muziek speelde het vaderlands lied, dat door duizende borsten medegezongen werd. De heer Burgemeester ging dan over tot de aanstelling der twee heeren Schepenen, die den eed aflegden en hun deel genoten hebben der volksbetooging en toejuichingen. Daarna nam M. de Burgemeester hel woord en bedankte M. de Codt over zijne bewezene diensten in zijne eervolle loopbaan van stads-secrelaris welke hij ging verlaten, hem bevestigende dat hij de achting van iedereen wegdroeg. M. de Codt, bedankte met zeer gepaste woor den op de rede van M. den Burgemeester. De openbare zitting werd gesloten met de eedaflegging en de aanstelling van M. Ferdinand Vandaele, als secretaris, in vervanging van M. de Codt. Het was alsdan 4 1/2 ure. Deze dag zal voor altijd in het geheugen blijven van allen die deze belooging en deze zitting bijgewoond hebben. Ziehier de samenstelling en orde van den Stoet welken zich ter woonst van den heer Burg, meester heeft begev. 11 om hem van daar naap het Stadhuis te geleiden 1. Muziek van het Korps Sapeurs-Pompiers. 2. Eene afvaardiging leerlingen der Gemeente- School. 3. Id. Kollegie en Middelbare School. 4. Id. Werklieden van iiet Leerwerkhuis. 5. Stads Werklieden. 6. Vrachtdragers en biervoerders. 7. De Lelie. 8. Lijnwaden deur. 9. Bonten os. 10. Gouden Mortier. 11. Potijse. 12. Statie (David). 13. Bronzen hoofd. 14. Geelhuis (statie), 15. Het Damberd. 16. Den Maandag (Neêrslraal). 17. Belle Vue. 18. Doorgang. 19. Nieuwe Tooren S'Nicolaus. 20. Zwarten Leeuw. 21. Den Tijger. 22. Den Zwarten Arend. 25. Schuiftafel. De Witte Roos. 24. Eene afvaardiging van het Weezenhuis met haar muziek. 25. De Vrije Visschers. t 26. De Ware Visschers (Visscherhuis). 27. De Visschers van Blankenberghe (Muséum), 28. Halve Maan. 29. Kleine Post. 50. Stad Armentiers. 51. Goudrn Leeuw. 52. Parnassus. 53. Klein Parijs. 34. Groolen Monark. 55. Balpijp. Zwarten Leeuw. 57. Den Grooten Monark. 58. De Meubelmakers. 59. De Schilders. 40. De Kleermakers. 41. Perrukiers-eoiffeurs (Onderlinge bijstand). 42. De gedekoreerde Werklieden. 43. Kruisboogschutters. Prince Royal. 44. Koorzangers. La Lyre ouvrière. 45. Kruisboog. De Lelie-bloem. 46. RederijkkamerVlaamsche Ster. 47. Het comiteit van den Schoolpenning. 48. Fanfaren. Witte Klakken. 49. Kruisboog. Koninklijke Maatschappij, 50. Schutters. Rooden Hert. 51. idem. Hoekje. 52. Koorzangers. Gouden Arend. 55. Schutters. Koninklijke Maatscppij S* Sebas- tiaan. 54. Burgerwacht. De Stads-overheden. Haag en peloton Pompiers. De stoet, meer dan 1,200 personen bevattende, heeft de volgende stralen doorloopen Vleeschhouwerstraat. Tempelslraat. Bo- terstraat. Aalstraat. Kleine Markt. Boe- singstraat. Houtmarkt. Recolleltestraat.- I houroulpoortstraat. Thouroutstraat. Groote Markt. Manége Cottrelly. - Onze foire zal dit jaar schitterend zijn. Ónder de voornaamste nieuwigheden wplke wij dit jaar te IJperen zullen kunnen bewonderen, hebben wij aan te slippen de Renbaan van den heer Cottrelly, komende van Duinkerke. Deze reizende troep is samengesteld uit: 5 olifanten een personneel van 80 personen, waaronder zeer groote artiesten van allen aard zoowel van het vrouwgeslacht als van het mange- slacht 50 peerden waaronder van groote waarde; een troep geleerde honden,en 12 klowns. Deze troep heeft eene europeesche faam ff overal waar de heer Cottrelly met zijne manége zich nederzet heeft hij den besten uilslag beko men. Ie IJperen mag hij insgelijks op een sukces rekenen, daar er alhier veel kenners en liefhebbers zijn. De inwoners der omliggend' dorpen zullen deze schoone gelegenheid niet lak" voorbijgaan om eene der merkweerdigste reizend' gezelschappen te komen bewonderen welkt sedert lang op het vastland niet te zien zijn g{' wecst. Tentoonstelling. - De Tentoonstel ling der verzameling gravuren en teekeningen ta" oude meesters (van M. D. Böbm) blijft voortdu rend het kennend publiek naar zich lokken. Op het verzoek van vele liefhebbers, die oP deze dagen den tijd niet hadden deze merkwee'" dige verzameling te gaan bezichtigen, heeft d' eigenaar met veel welwillendheid toegestemd Tentoonstelling nog te verlengen tot Zondag) der loopende maand. Dus degenen die waarlijk iets merkweerdiU willen bewonderen mogen deze eenige gelegen heid niet laten voorbij gaan.

HISTORISCHE KRANTEN

De Toekomst (1862-1894) | 1876 | | pagina 2