FOPERINGHE. Weg met der klerikale 0 die lieheiidige financiemasi! De militaire kwestie en de klerikalen. Stads Nieuws. Briefwisseling der Toekomst. de politieke akten onzer tegenstrevers, hun bezonder leven is voor ons geheiligd. Indien wij de houding van het orgaan der Bokkenrijders voor de oogen onzer medeburgeis leggen, dan is het om hun doen te zien waartoe zij bekwaam zijn. de mannen welke steeds in hunnen mond de woorden hebben van godsdienst en zie.h als de voorstaanders willen doen doorgaan van eenen God van broeder lijkheid en liefde om hun doen te zien dat hunne beweeringen spotternij zijn en logen en ook om te bewijzen dat de klerikale drukpers zelve overtuigd is dal zij de waarheid niet langs hare zijde heeft, wijl persoonlijkheden, beledigingen en lasterde eenige wapens zijn waarmede zij ons bestrijdt. f T is waarlijk een verrassend schouw spel dat de politieke wereld in ons land aanbiedt. Nimmer was hel zoo rustig en nog nooit is een ernstiger strijd op han den geweest als de aanstaande kiezingen van 15 Juni. Moeten er dan gcene pogingen gedaan worden om de klerikale heerschappij in ons land te doen vallen? Willen de libe ralen het klerikaal ministerie en zijne verslaafde meerderheid met den leegsten dienst te grave brengen, zonder trommel noch trompet? Welke vernedering! de klerikale regeering zou dan vallen zonder gedruis, a*s ecne wormstekige balk die in asch vergaat haar val zou zoo weinig gerucht maken, als haar zesjarig bestuur zoo arm aan daadzaken van belang voor het welzijn des lands. Dit zou dan het einde zijn van het klerikaal staatsbestuur dat over zes jaren aan het roer kwam met de leugenachtige beloften van eendracht en verzoening, van herstelling en spaarzaamheid en onpartijdigheid. Al de droombeelden zijn verdwenen, de ondervinding heeft geleerd wat het land te danken heeft aan zijne klerikale bestuurders, namelijk dubbele militaire lasten, verdubbeling der openbare schul den, aanslaande verzwaring van lasten, partijbenoemingen en verkleining der achtingin Belgiebij den vreemde genoteu. Gedurende de laatste zes jaren is ons land stoffelijk en zedelijk achteruit ge gaan want het ministerie heeft met zorg alle gewichtige kwestien in den doodboek gelaten en is enkel aan het roer geweest om vrienden en magen met gunsten en voordeden te overladen. - De waarheid is dat het klerikaal mi nisterie eene tusschcnregeering mag wor den genoemd, die op het staatkundig gebied niets heeft kunnen uitvoeren, daar het met machteloosheid geslagen was door de openbare denkwijze, die van geene klerikale politiek wil hooren noch weten. En nu voorspelt alles dat dit staatsbe stuur zal vallen bij eene maand om plaats te maken voor een nationaal liberaal ministerie. De klerikalen zijn vol onrust voor die gebeurtenishunne dagbladen leggen uitnemend veel vrees aan den dag en schijnen overtuigd te zijn dat er hun eene duchtige klopping wacht in Juni. Integendeel de liberalen zijn vol be trouwen. Hebben er geene politieke debatten plaats in de Kamer, daarom werken vele liberale Associatiën met dubbelen ijver voor den strijd en berei den alles met zorg voor den grooten dag; ook de Liberale Penning ontvangt goede sommen uit al de gewesten des lands, wat wel bewijst dat de liberale geest overal wakker en tol opofferingen bereid is, om het land te helpen redden uit de handen der achterkruipers. Zoo zal het zijn als de liberalen eenpa rig hunne plichten vervullen. Dat M. Malou een behendig man is onionze staatskas leeg te trekken en ons geld te verspillen, komt hij nogmaals te bewijzen In 1875, had M. Malou, met toelating der Kamer, eene openbare inschrijving geopend voor eene leening van 240 mil joen fr. aan 3 p. h. Deze leening, is zeer onvoordeelige voorwaarden gedaan, was niet gelukt, en de minister bleef met 630,000 titels zitten, eene som van 46 miljoen 200,000 fr. verbeeldende, die noch het publiek noch de bankiers willen nemen. Heden in nesten zittende en geld noo- dig hebbende om hel te kort in de schat kist te dekken dat op I januari 1876 van 62 1/2 miljoen was en sinds dien nog vermeerderd is, heeft M. Malou aan het huis Rothschild zijne 650,000 titels ver kocht. Alleenlijk in plaats van ze aan fr. 74-15', taks waaraan zij tegenwoordig ter beurs verkocht worden, te verkoopen, staat M. Malou ze af aan fr. 72-15, dal is fr. 2 verlies per titel. Die verkoop maakt voor de staatskas een verlies van 1,250,000 fr. En het Land zou zulken behendigen financier zijnen dienst opzeggen en hem met juni den zak opgeven Ah dat en is niet wel. 'T zijn de liberalen, roepen de kleri kale logenpapieren uit, die de substitutie hebben afgeschaft. Niet een liberaal zal dit lochenen. Maar zou de afschaffing van de substi tutie wel zulke groole verzwaring zijn der militie wet? Dat de klerikale papie ren aan hunne lezers eens zeggen dat, met de afschaffing der substitutie, de lotelingen niet meer blootgesteld zullen zijn, in tijd van oorlog zeiven den ransel op te nemen. In 1870 zijn honderde jongelingen gedwongen geweest de plaats te vervangen van hunnen subslituant, of, na eenen substituant aangesteld te hebben, zich nog eens van den dienst vrij te koopen. De liberalen hebben de substitutie afgeschaft. Maar de klerikalen hebben het remplacement aan 't gouvernement alleen overgelaten, en hebben de plaats vervanging voor al wie niet rijk is, onmogelijk gemaakt. Volgens de wet van 1870 kon maar moest men zich lot het gouvernement niet wenden om eenen remplacant te krijgen. Voor eenen prijs die niet veel hooger was dan de prijs van eenen sub stituant, kon men eenen remplacant vinden. In 1870 zelve, als de bloedige oorlog lusschen Frankrijk en Pruisen woedde, en al de klassen waren binnen geroepen, kocht men eenen remplacant voor 1000 fr. De klerikalen, die beloofden de krijgs lasten te verminderen, hebben den prijs der plaatsvervangers doen stijgen tot 1,600 fr. voor degenen aan wie 't gou vernement eenen man kan bezorgen, en tot 5,000 a 4,000 fr. voor de andere, 't is te zeggen voor meer dan een derde der lotelingen. Dat en zeggen de klerikale logenpa pieren niet. De koning is de schuld dat de klerika len de krijgslasten vermeerderd hebben, roepen de klerikale schelmen uit. Eerst, dat is een logen. Maar veronderstellen wij dat de koning de krijgslasten wil vermeerderen tegen den wil van 't klerikaal ministerie waarom blijven zij dan aan slaatsroer? De ministers zijn niet verplicht ministers te blijven, en indien het geene platzakken zijn, zouden zij zich moeten verbaasten hun ontslag te geven, om tegen hun ge weten niet te handelen. Wij hooren de klerikalen ons toeroe pen Maar de koning zou een liberaal ministeriesamenstellen. Wel,een liberaal ministerie met eene klerikale meerder heid in de Kame-rs is onmogelijk. De koning zou de Kamers ontbinden, zullen de klerikalen ons zeggen. Maar, indien het Land met u is, hebt gij voor geene ontbinding te vreezen. Eene her kiezing zou eene klerikale meerderheid naar de Kamers zenden. En dan. als de koning, tegen den wil van 't volk, wilt wetten hebben dan moet hij ze in een ander land gaan zoeken. Maar die zoogezegde tegenkanting van wegens Leopold II is een klerikale fop- machien. De klerikalen, om aan :t scho telken te geraken, hebben aan "l volk beloften gedaan welke zij nu niet kunnen noch willen uitvoeren en om zich uit den slag te trekken, werpen zij, als volksbedriegers, hunne werken op den rug van den koning, welk, even als zijn vader, slechts dat wilt wat hel volk wilt. BURGERSTAND Huwelijken. Sterfgevallen. De uitwerksels van het Melkbleek Prin- cipaalke tegen de Plulharmonie en de gevolgen. WOESTMj ■sa O rsr-» IJperen, '15° Mei 187G. Schoolpcuning.-Vorige lijsten,fr. 5,016-29 Eene ton van binnen geschilderd, 5-00 Les mécontenls, mais contents quand même, 4-53 Trop parler n'a pas muni. J-04 3,026-86 De Tentoonstelling en de verkoop der Loten van den Tombola, zullen eindigen den 28 Mei, om 5 uren des avonds. De trekking der prijzen zal plaats hebben op 5 Juni. De lijst der Prijzen van den Tombola, zijn verkrijgbaar, in de Tentoonstelling en bij Engel Van Eeckhout, Dixmudestraat, N° 59, aan den prijs van 10 centiemen, te beginnen van Zondag 14 Mei. Concert. - Woensdag 17 Mei, ten 9 ure 's avonds, zal er in het lokaal van den Gouden Arend, op de Groole Markt, een Soiree tabagie plaats hebben. Dit concert is gegeven door den heer Carljer, pianist componist, laureaat van het koninklijk Instituut der Blinden, te Brussel, met medehulp van eenige liefhebbers der Koormaat schappij en der afdeeling symphonie. Het publiek zal op dien muziekavond toegelaten worden, mits 50 centimen ingangpiijs te betalen. ScStoonc kunsten. - M. A. Boudry, kunstschilder alhier, zal twee schilderijen ten toonstellen in de ijpersche Tombola. Men zegt veel goed van dez.e gevrochten die voor de ten toonstelling van Bergen bestemd zijn. Witte Stlakkew. - Indien er niets in den weg komt gaan de Witte Klakken, Zondag, 14 Mei, naar Gheluvelt een uitstapje doen. Zij vertrekken ten 2 ure 's namiddags. Burgerwacht. - Uitslag der 2° Schie ting van het zomersaizoen der maatschappij Cijbelschutlers, (8 Mei 1876.) Schoonste wit. LesalTre, Auguste. Hoogst getal punten. 1. Vandermarliere, L. 7 0 5 1 5 7 25 2. Dumon, A. 2 1 4 7 2 5 21 5. Renier, H. 4 2 3 5 3 3 20 4. Smeysters, E. 3-1 3 3 0 4 17 5. Poot, H. 0 0 3 6 3,2 16 6. Ligy, A. 5 2 602015 7. Wenis, L. 2 5 1 0 2 0 10 Van den 5° tot den 12" Mei 1876. GEBOORTEN Mannelijk geslacht 0) Vrouwelijk id. 8) Gryffon, Emilius, smid, en Fache, Sidonia, naaister. Foor, Marcellus, bediende van den ijzerenweg, en Segers, Euphrosia, zonder beroep. Debruyne, Bruno, 53 jaren, werkman, echtge noot van Maria Delarue,.Meenenstraat. Forrey, Paulina, 63 jaren, werkvrouw, ongehuwd, St- Maertens Nieuwweg. Minne, Leonia, 50 jaren, kantwerkster, ongehuwd, Recollettestraat. Duquesnoy, Anna, 77 jaren, zonder beroep, echtgenoote van Ludovicus Ghesquiere, Hond straat.Busschaert, Sophia, 76 jaren, kantwerk ster, weduwe van Philippus Joestens, Bolling- straat. Odent, Petrus, 70 jaren, werkman, echtgenoot van Natalia Timperman,Meenenstraat. Dael, Maria, 64 jaren, zonder beroep, onge huwd, Hondstraat. Desiere, Sophia, 25 jaren, zonder beroep, echtgenote van Carolus Costeno- ble, Boterstraat. Deconinck, Catharina, 90 jaren, zonder beroep, weduwe van Franciscus Bruvnsteen, St-Jacobslraat. Kinderen beneden Mannelijk geslacht 4) de 7 jaren Vrouwelijk idem 1) te zamen 8. 9 Mei 18761 ledereen weel dat den Zondag gekozen is uitsluitelijk van alle andere bezigheden, om zijne christelijke plichten te volbrengen, 't is nog- tans Zondag 7 dezer maand na de hoogmis dat ons vermaard gekruind Melkbleek Principaalke gekozen heeft om eenen bakker, kloek gelijk eenen eik, werkend lid der Philharmonie, voor hem te doen verschijnen, met zijne rekening over de leveringen gedaan aan het bisschoppelijk kol- legie, hem zeggende ziet bakker daar is uw geld, wij zijn kwijtes, maar geen goede vrien- i' den, en alle voordere leveringen zullen eindi- gen zoolang gij in de Philharmonie blijft, nu moet gij daar uit of gij zijt alles kwijt, aanboort gij mij, gij zult groole leveringen hebben, buiten mijne maandelijksche bakte, nog uit i' brooden te week der maatschappij Vincer.ti-a- 11 Polo, onder mijne bescherming zie dan wat i) er u te doen slaat, gij weet ook wat schoone voordeelen wij gedaan hebben aan den heer 11 Brouwer die het voorledene jaar de Philhar- monie verlaten heeft enz., enz. De bakker anlwoorde aan ons vriendelijk en beminnelijk Principaalke dat al deze voordeelen gerekend,' hem eene wekelijkschen ontvangst zoude maken van 16 francs, en wat den brouwer, het driemaal gekeerd kazakje, betreft, begeert gij te weten wat voordeelen gij hem gedaan hebt, ik zal bet 11 be wijzen. Bij mijnen boek der leveringen van gistu in de maand Maart heeft hij niet gebrouwd, en sedert zijn ontslag veel min breuwsten gedaan als voorige tijden, daar zijn uwe voordeelen, »n wilt gij nu nog weten hoeveel de voordeelen der Philharmonie mij maandelijks opbrengen, van 80 lot 85 franken, dit boven mijne persoonneele liefhebberij, want zonder een centime profijt zoude ik nog de maatschappij niet verlaten, en van den anderen kant of zoude ik dezelve verlaten wat zoude dan eenen man min of meer kunnen doen, er blijven er nog boven de 600 leden, welke gelijk ik zullen aan uwe vervolgingen blij ven wederstaan, en van den anderen kant er ge schied aldaar geen kwaad. 'T is gelijk, antwoord» ons gekruind manneke, wij weten het, maar zij moet in alle gevallen, kost wal kost, verdwijnen. Wij zullen de zelve scheuren, gelijk men voortijds de valsche bijbels scheurde met de tanden, of ik zal den naam van Principaal niet meer dragen. ('T ware schrikkelijk pijnelijk en een groot verlies voor het menschdom). Nogtans, Mijnheer, zeide den bakker, om 000 personen te scheuren l'en is zoo gemakkelijk niet, men moet daarvoor lange jaren lijd hebben te rekenen een per jaar, en van den anderen kant, er komen wekelijks nieuwe leden bij, en voor alreeds gij de oude scheurd, belet eerst de nieuwe in te komen, enz. Maar nu gesproken van de groote macht van onze gekruinde en gezalfde opperburgers nu de helft der II. Sacramenten vruchteloos versleten te hebben, en bijzonderlijk de Biechte en de H. Communie, die zekerlijk de twee weerdigste en voordeeligste zijn onder al de andere menschen vervolgd en gepijnigd te hebben jubilé en bede vaarden gehouden te hebben, en nog moeten deze maatschappij zien beslaan, 't is inderdaad moeten bekennen dal hunne macht tot weinig strekt en dat zij van hunnen aldei'hoogsten weinig of niet aanboord zijn, "t is om mieren te pissen van gramschap voor ons Principaalke, hij met al zijn geld en macht dit niet kunnen overwinnen, en na van Jan van Lelfinghe beloofd te zijn geweest, indien bij de Philharmonie van Peperinghe kon vernietigen, hij de plaats van An tone! li, welken op sterven ligt, zoude bekomen, is het niet spij tig, en daarenboven nog te moeten gedoogen en verdragen dat den heer Voorzitter den hof der Philharmonie" vergroot van omtrent een gemet, en dat de veranderingen welken dezen hof tegen woordig onderstaat, iedereen zal bewonderen en verbazen. Meer dan 2,000 verscbiljige bloem planten van alle slach en kleuren, vreemde hoo rnen, nieuwe verlichtingen voor de zomeravond feesten, immers dat men mag zeggen dit alles zal overtreffen wat men in eene groote stad ontmoe ten kan, mort men niet bekennen dat het inder daad spijtig is voor onze zoo goede zielverlossers zulks te moeten gedoogen in deze eeuw dat zij het meesterschap hebben over alles wat er bestaat, zoo wereldlijk als geestelijk, en tegen de Phil harmonie onmachtig blijven, men mag nogeens zegge» 't is om mieren te pissen n Ik zelve die nogtans aan de Philharmonie gegroeid ben, moet bekennen dat het pijnelijk is, en heb de tranen in mijne oogen om zulks te beweenen, naar zulke macht en gratiën van den Heer ont vangen te hebben om door volle aflaten, bede vaarden, zingende missen, Sl-Pielers-penning, kiezings-penning, vasten blokken, en veel andere blokken te lang om alhier te melden, mirakels kunnen doen, en och Heere 1 de Philharmonie moeten laten bestaan spijts zijnen duivel, 't is onver dragelijk 10 Mei 1876. Eene wonderbare zaak is alhier, over korten tijd geschied. Iedereen weet hoe kostelijk de nacht-rust van den eerweerden heer Pastor en de Zusterkens van liefde is, in eene gemeente, en dat het niet betaamt, op geener wijze dezelve gestoord te worden door de inwoners, voor welke den herder dag en nacht slavelijk werkt voor hunne ziele zaligheid, en ongelukkiglijk maar al te dikwijls met ondankbaarheid betaald wordt, hetgeen alhier is geschied. Den voorleden winter 't gebeurde somtijds, dat er verscheide inwoners bij malkaar verga derden in d'een of d'andere herberg, om te sa men een glas bier te drinken, wat melde kaart te spelen en ook een liedekeu te zingen, volgens een oud gebruik, bijzonderlijk in de herberg- kermissen. Ja, maar onze parochianen hadden gerekend zonder hunnen meester, het opperhoofd der gemeente de heer herder, die welhaast van zulke buitenspoorigheden een einde kwam stel len. Eerst met de inwoners vriendelijk te ver wittigen op den stoel der Waarheid, en als men zegt vriendelijk iedereen begrijpt tot welke redevoeringen deze heilige en gezalfde longen bekwaam zijn, vooral op de buiten ge meenten, en ten tweeden met eene generale publicatie te doen hengen in al de herbergen, dal het niet toegelaten is zich in de herbergen en in de straat te laten vinden, gedurende de zes winter maanden na de negen ure, en na de tien ure gedurende de zes zomer maanden, op straf van eene geldboef, en gevang in geval van her- valling. Den veldwachter, onderdaan van den heer herder, met den uitvoer belast, was op loer en omringde de hei bergen rond de pastorij en het klooster der Zusterkens van Liefde, toen hij op eens, omtrent elf uren des avonds, eenen per soon ontmoette, tot over zijne lange ooren ge draaid in eenen mantel, vatte hem aan en, bij

HISTORISCHE KRANTEN

De Toekomst (1862-1894) | 1876 | | pagina 2