PÖPERINSHë.
De plaats van den pastor.
De Koning wil niet.
Stadsnieuws.
BERICHT.
men, dan heefl men de inkwisilie ter
hand en vervolgingen, naar gelang der
tijdsomstandigeden. De geschiedenis der
priesterheerschappij is eene verschrikke
lijke tijdweg van beide kanten met brand
stapels en werktuigen van vernieling en
dood bezet. Desnoods zelfs roeit men
gansche volksstammen uit.
En die mannen spreken Yan marte
laren!.... Z'hebben er vele gemaakt,
maar weinig voortgebracht.
Dat zijn de werken van het klerfka-
lismus, en zijn doel is de alleenheer
schappij te bekomen over alles. Zij ex
ploiteren vrouwen, kinders, ouderlingen
en stervenden zij betrachten giften en
erfenissen en maken cp allerlei wijze
jacht op goud; voegen de macht van het
geld bij de zedelijke macht, bemeestcren
de eigendommen en beginnen dan hunne
vreezelijke rol.
Wij zijn gelukkiglijk nog zoo ver niet;
maar wij zijn er geweest en zouden er
nog kunnen terug komen, bijaldien er
niet genoeg gezorgd wordt
Sedert het begin der eeuw heeft het
klerikalism zijne macht verloren; heden
werkt hel meer dan ooit om dezelve terug
te krijgen. Het burgerlijk huwelijk, het
wereldlijk onderwijs, de wetten die de
burgerlijke en familierechten beschermen
worden bestreden en moeten verdwijnen;
daarna, en dank aan het bezit der eigen
dommen dat zij bij middel van het testa-
mentenrechl kunnen bewerken, zou men
er gekomen zijn.
Ja, wij zeggen het met diepe overtui
ging de Godsdienst mag aanspraak ma
ken op de breedste vrijheid maar het
klerikalism is een opregt gevaar voor de
samenleving. De priester, die zich in
zijne kerk bemoeit, daar officieert en
bidt, zal bij ons achting op eerbied vin
den; maar wat dezen betreft, die niet in
hel perk der martelen treden, maar in
het politiek strijdperk; dezen die niet
trachten het getal leden van den Hemel
te vergrooten, maar dit van onze Kamers,
steeds zullen wij hun bestrijden met het
woord en met de pen, tot dat wij de
burgemeester op het stadhuis en de
priester in zijne kerk hebben gebracht.
Jade pastor in de kerk en de burg
meester op het stadhuis, dit is en blijft
onze leus. Ook beginnen eenige kleri-
kalen de zaak alzoo te verstaan. Het zijn
maar de meeste pastors met hunne fana
tieke aanhangers en jonge onderpastoor
tjes die gazetten schrijven, die het tegen
deel beweeren.
Ja, de plaats van den pastor, die op
eene gemeente zoo veel goeds, maar ook
zoo onberekenbaar veel kwaad veroor
zaken kan, de plaats van den pastor,
zeggen wij, is in de kerk, om er de
zuivere leer van het Evangelie voor te
houden, maar niet om in politieke ser
moenen te donderen en van woede te
schuimbekken tegen al wat eerlijk en
treffelijk is. In de kerk moet de pastor
blijven, om de huwelijken in te zegenen,
als deze burgerlijk voltrokken zijn. In de
kerk moet de pastor zijn, om door zijn
zedig en eerbiedig gedrag de geloovigen
te stichten. In de kerk moet de pastor
wezen, niet om er een koophandelshuis
van te maken, maar om in stille een
zaamheid gebeden te storten en den arme
eene aalmoes toe te reiken, wanneer deze
zijne hand uitsteekt.
De plaats van den pastor is nog in de
schamele hut van den behoeftige, om er,
als een goede engel, geld en troost uit te
deelen, om de tranen af te vagen der uit
gemergelde wichtjes die van honger en
gebrek om hulpe smeeken, en zoo de
smart des levens eenigzins te lenigen.
Omdat alles heeft de pastor ook eene
plaats in het huisje van den arme; maar
niet om den armen zwoeger zijn laatste
penningsken. dat hij misschien noodig
bad om brood te koopen, af te schooien
voor den schatrijken paus, voor de voort
planting van iiit, voor de voortplanting
van dat, doch meesJ altijd voortplanting
van twist en tweedracht ,in het groote
bclgische huisgezin.
De plaats van den pastor kan zijn bij het
bed van den stervende, om hem te troos
ten en hem den doodstrijd wat te ver
zachten, maar geenzins om. door bedrei
gingen met hel en duivel, solfer en vuur,
goed af te persen, ten nadeele der wettige
erfgenamen, die dikwijls in geenen al te
weelderigen toestand verkeeren maar
geenzins om den stervende door de ake
ligste bedreigingen, in tegenwoordigheid
van getuigen, valsehe bekentenissen te
doen uitbrengen, om hierdoor een middel
te meer in handen te hebben om anderen
te bevechten.
Doch de plaats van den pastor is niet
in paleizen en kasteelen, om er den
armen duivel uit te hangen, om er beurs
en buik te vullen, of om er, zooals
het nog al eens gebeurt, aan zijne
vuile hartstochten den vrijen teugel te
laten.
De plaats van den pastor is nooit daar
waar er polilieken strijd geleverd wordt.
Wel kan hij de vereischte voorwaarden
bezitten om kiezer te zijn, en dan mag
hij vrank en vrij naar de stembus trek
ken en kiezen voor wie hij wil maar
komt hij aan het hoofd eener bende uit
zinnige dweepers, die gansch niet weten
wat zij doen, en zoo over het lot van het
gansche land beslissen, welnu, dan is de
pastor daar geenzins op zijne plaats.
De godsdienst, die toch zeker den pas
tor alleen niet toebehoort, de godsdienst
is veel te verheven, om door eenige
dweepzieke dienaren als middel gebe
zigd te worden om hunnen winkel te
doen draaien, om persoonlijken haat en
verborgen spijt lucht te geven.
Dat de pastor dan in zijne schitterende
kerk blijve en de woon van den armen
werkman bezoeke om er goed te doen;
dat hij iedereen stichte door zijn voor
beeldig leven; dat hij werke voor het heil
der zielen, en zich nooit, nooit bemoeie
met
Politieke zaken
Die hem gansch niet raken.
(Zweep).
Een blad van Brussel meldt dat er
dezer dagen kwestie is geweest van eene
ministerieële wijziging. M. Malou zou
den Koning voorgesteld hebben, M. Del
cour, minister van binnenlandschezaken,
te vervangen door M. Jacobs, die vroeger
door den Koning als minister aan de
deur werd gezet. Men zegt dat de Koning
geweigerd heeft M. Jacobs op nieuw
eene portefeuille te geven, uit vrees dat
hij verplicht zou zijn hem ze eene tweede
maal af te nemen. (Stad Gent).
Burgerwacht. - Volgens artikel 95
der wet, de trekking tot het samenstellen
van den Tuchtraad der Burgerwacht, die
moet zetelen in den 3" trimester van 1876,
heeft plaats gehad Zondag laatst, 16 Juli, te
middag, in het Stadhuis.
Ziehier deszelfs uitslag
Effektieve Leden.
MM. Verschaeve, Aimé, Onder-L'.
Ligy, Albert, Serjent.
Steckelorum, Jules, Corporaal.
Verschaeve, Emile, Wacht.
Bijgevoegde Leden.
MM. Liégeois, Julien, Onder-L'.
Dehem, Alphonse, Serjent.
Baeckland, Aloïs, Brigadier.
Titeca, Floribert, Wacht.
BURGERSTAND
Huwelijken.
Dewilde, Josephus, werkman en Devos,
Isabella, dienstmeid. Franchois, Henricus
beampte der douanen en Laflère, Regina,
naaister.
Sterfgevallen.
VanElslande, Petrus, 64 jaren, metser,
weduwenaar van Ver Eist, Rosalia, Padde-
poelstraat. Vallaeys, Philippus, 48 jaren,
aannemer van openbare werken, echtgenoot
van Doubel, Barbara, S' Jan nevens Ypre.—
Deporte, Ivo, 70 jaren, werkman, echtge
noot van Kasberg, Neeltje, Meenenstraat.—
Weyerman, Franciscus, 64 jaren, werkman
ongehuwd, Boesinghestraat. Bossaert,
Joannes-Baptista, 88 jaren, zonder beroep,
echtgenoot van Six, Angela, Meenenstraat.
Kinderen beneden Mannelijk geslacht 2) 9
de 7 jaren Vrouwelijk idem 0)
Mijnheeren de Leden der Landbouw-
maalschappij die verlangen deel te nemen
aan het Banket, dat zal plaats hebben den
Zondag, 15" Augusti, in het Hotel de
Kasselrij te Yperen, zijn verzocht zich te
laten inschrijven bij den Voorzitter of bij
den Sekrelaris der Maatschappij.
De lijst van inschrijving zal gesloten
worden zoohaast er honderd handteekens
zullen op zijn, omdat het lokaal, waar
het Banket zal plaats hebben, niet meer
personen kan bevatten.
•k
Yperen, den 22" Juli 187(i.
Schoolpenning.-Vorige lijsten,fr. 3,344-44
Rondhaling gedaan te West-Roosebeke
door de maatschappijen S'-Sebastiaen van
Brugge en Yperen fr. 13-30
Totaal fr. 3,557-74
Witte Ex lakken. - Deze belangvolle Fan
faremaatschappij heeft Zondag laatst een uitstapje
gedaan naar Oostende, alwaar zij zeer wel ont
vangen is geweest. Na een welopgediende diner,
heeft de sociëteit omtrent 4 1/2 ure op de estrade
gekomen en er eenige schoone stukken uitgevoerd.
Alhoewel maar van over eenige maanden inge
richt, mag zij zich reeds overal laten hooren, en
zij mag verzekerd zijn dat zij overal zal toege
juicht worden, want er zijn daar ware artiesten
onder.
Iedereen de Oostendenaars zoowel als de
vreemdelingen, gaven het verlangen te kennen
van ze dit saizoen nog terug te zien.
Wanneer de Witte Klakken Zondag avond
ten 9 1/2 ure hunne intrede te IJperen deden,
waren ae straten overdekt met volk en de grootste
levendigheid heerschte er.
Wat verschil toch met de uitstapjes der Blauwe!
ook het schijnt dat de zwartjes niet tevredezijn!...
Een prachtig gedenkmetaal is ten geschenke
gegeven aan de Witte Klakken als aandenken
van hun verblijf te Oostende.
Knechtjena Weeshui*. - Reeds
sedert eenigen lijd doet het Bestuur der Burger
lijke Godshuizen lessen van gijmnastiek geven aan
de leerlingen van het Kneehtjens Weesgesticht.
Een onderofficier leert hun de wapenhandeling
en de peloton school.
Dit is een allerbeste gedacht.
Het gijmnastiek en de wapenoefeningen ont
wikkelen fle jtrachten van deze jonge werkers en
bereidt hun met veel gemak tot den militairen
dienst, waarvoor zij misschien door het lot zou
den kunnen aangewezen zijn of zelfs bij de Bur
gerwacht zouden kunnen benuttigd worden.
Maandag laatst, zag men deze kinderen, 'l ge
weer op den schouder en trommel voorop de
Groote Markt over stappen zich begevende naar
het kasteel van M. Carton-Hynderick, de waardige
Voorzitter der Burgerlijke Godshuizen, alwaar het
muziek van de school er eene serenade gegeven
heeft. Daarna werd er eene kleine verversching
opgediend en ten 9 ure's avonds zag men het
peloton militairelijk en in goede orde op trom
melslag de stad binnen rukken.
Het is tc hopen dal dit maal de gazetten der
zwarte bende noch dit uilstapje, noch den wijzen
maatregel der Godshuizen zullen afkeuren, 't is
waar, M.Carton is liberaal en van toen af ware het
onmogelijk iels goeds te doen voor de clericalen
maar ze zullen zich misschien herinneren dal het
muziek der Blauioe Koussen zich meest aan
werft bij de fanfare dezer school en de heilige
schrijvers der sacristie-bladen, zullen zich daar
voor wat tegenhouden.
Ir
Z* Te Deum. - Vrijdag laatst werd er Te
Deum gezongen in onze hoofdkerk, ter gelegen
heid der inhuldiging van 't belgisch Stamhuis.
Al de burgerlijke en militaire overheden en hel
korps officieren der Burgerwacht waren er tegen
woordig, alsook de onderwijzers-korpsen der ver-
schillige liberale onderwijsgestichten onzer stad.
De Stadsraad met Burgmeester en Schepenen aan
het hoofd, werden opgeleid door het korps Pom
piers vergezeld van zijn muziek.
Vóór deze plechtigheid had er in hel Stadhuis
eene andere plaats gehad. Drij muziekanten der
Pompiers, MM. Anteon Swekels, Theodoor Van
Egroo en €h. Ducerney ontvingen er elk eene
medailje voor twintig jaren goeden en getrouwen
dienst.
Wij weuschen hun hertelijk geluk.
Het Vaandel van den Pan*. -
Eenige menschen die hunne wandelingen over
eenige dagen naar buiten gedaan hebben, zijn
getuige geweest van een zeer aardig en zeldzaam
schouwspel.
In den hof van het speelgoed van eenen onzer
katholieke representanten waren op elke krieke-
laar een vaandel van den Paus vastgemaakt, ten
einde te dienen om de musschen te verjagen
Moest een liberaal, zelfs onbedacht, zulks doen,
het Nieuwsbladje en zou geen MOOZE genoeg
vinden om naar den kop van dien aarts-schelm te
werpen.
van den 14" tol den 21" Juli 1876.
GEBOORTEN
Mannelijk geslacht 5)
Vrouwelijk id. 8)
te zamen 15.
Den 19 Juli 1876.
Zij willen den Baas spelen
cu alleen meester worden.
't Melkbleek prinsje met zijn paaltje na,
op 22 Mei, met de kristelijke liefde die de heden-
daagsche zwartjes eigen is, de correspondenten
der Toekomst uitgemaakt te hebben als geu
zen die geheel Vlaanderen in rep en roer wil
len stellen, kerken en kloosters plunderen, de
geestelijkheid tot den dood vervolgen, overal
moorden, brand steken en de gruwel van 't land
worden 7' pale prinsje vindt zich beledigd
en't schat de schade aan zijn lang rokje, zijn
kort broekje en zijne eer toegebracht juist op
2400 franken.
800 franken per stuk, 't is niet te veel, en zij
nen kozijn, M. Felix Baeckeroot, zegt dat hij
meer zou gevraagd hebben ware het niet dat
Engel van de Toekomst zich alsdan iu be
roep had kunnen voorzien.
Wat fijne praat voor een toekomende raadsheer
en de pavei van den beirzal dan altijd waarheid
zijn
't Zwart melkbleek mannetje na, in een ander
brieflje van 17 Mei, getrokken uit zijn boekje van
Dezultere of Van Liere, de Philhannonisten uit
gemaakt te hebben voor liberale slaven en de
treffelijke damen en juffers van dit gezelschap
voor zedebedorvene die aan dronkaards
feesten deel nemen, alwaar zij hunne ge
zondheid en goede faam verliezen, 't pale
prinsje heefl zeker zijne consciëntie niet wel on
derzocht, wanneer het zijn broekje, zijn rokje en
zijne faam, en waarschijnlijk ook zijne twee
brieftjes in de weegschaal heeft geleid.
In alle geval 't is niet ootmoedig, want Judas,
die ook priester was, heeft nooit maar 50 zilve
ren penningen ontvangen voor eene euveldaad,
waarvan de afschuwelijkheid in der eeuwen dei-
eeuwen zal blijven bestaan, en Juiltje eischt 2400
franken, geen oordje meer, noch geen duit min,
voor het klein borstelmgje welke het op zijne uit-
dading ontvangen heeft.
't Is verstaan, pale prinsje, wanneer gij, in uwe
brieftjes al uwe gal spuwt en de menschen zot
tigheid zegt, gij zoudl hun nog doen zwijgen of
de violons der zwarte feesten betalen, 't Ware
nogeens veel gewonnen voor uwe moeder de Je-
suile kerk.
Maar dit zal u niet gelukken, andere tijden,
andere gebruiken en andere zeden, en er bestaan
onder de Philharmonisten noch verwijfde jon
gens, noch verkuipte dibben.
Verstaat gij het, langgerokt melkbleek kort-
broekje
Poperinghe, den 20 Juli 1876.
Ou allons-nous? Zulks is de vraag welke de
Bisschop van Orleans voorstelt in een boekje, dat
hij geschreven heeft voor de Lourdewater-dran
kers, de mirakel-wijfs, de gezalfde kwakzalvers
en schijnheiligen van den aardbolen van Po
peringhe. De fransche Hooveerdigheid is diezelfde
draaivogel die, na heviglijk tegen de Jesuiten
de onfeilbaarheid bevochten te hebben, naderhand
om zijn plaatsje te behouden waar 40 of 50 dui
zend frankjes aan vast zijn, zich benevens onzen
grooten jan onder de paus-aanbidders en staat-
omwenlelaars gerangschikt heeft. Ons principaal-
ste sukkelaarlje zou aan dat franskiljon boekje
menigvuldige briefjes, welke 't ventje in zijn ver
maard verstand nooit vinden zal, kannen onllee-
nen.
Ja Mgr. oil allons-nous waar gaan wij
naartoe
De kortbroekjes zouden deze vraag dikwijls
moeten overwegen, want de gazelten zijn dage
lijks opgepropt met alle slach van hunne wulpsch-
heden en buitensporigheden. Laat ons in 't korte
herhalen wat in den loop van eene enkele week
geschied is.
Te S' Denys, is den onbescbaafden boere-
pastor Deseure, die te Reninghelst en Westouter
ook wel bekend is, vervolgd om schandelijk op
gestaan te hebben tegen de rechterlijke beslissin
gen; 't stinkend pluimgedierte van Proven is
weggevlogen met zijnen steert in zijn gat, omdat
de gendarmerie nogeens ®p 'l speur was van sloe
berachtige vuilpotterij waarmede de recht
staande macht der H. Jesuite-kerk al de
steden en dorpen van Belgie besmeert en be
smeurt de Poperingsche dreksmijters loopen
altijd voort; drie godvruchtige oproermakers tc
weten: Vandenbranden-de Reeth Lecocci'en
Reyckmaus, schrijvelaars van den Etudiant-
Latholique, den Journal de Bruxelles cn
de Belgiquedie goede, gezegende en pe-
recommandeerde papen-bladjes gelijk als het
vuilblad van Yper, zijn door 't Hof van Appel te
Brussel veroordeeld tot eene boete van 50 fr. om
de politie van Mechelen beledigd te weten- 'twee
cl erica Ie dansers, Henri Callay en Gerard Callav
zijn door de rechtbank van Antwerpen verwezen'
tot eene maand kot en 50 fr. boete, omdat zii
eenige liberale jongheden in eene dansfeest achter-
volgd, aanger ind en geslagen hebben; de papen
burgmeester van Sl-Niklaas is te Denderroonde
veroordeeld in eene boete van 200 fr., om eenen
ogen vollen brief tegen treffelijke lieden geschreven
te hebben; en de bisschop van Luik heeft den zak
gekregen en is veroordeeld geworden in de kosten
van zijne stoute hooveerdigheid, omdat hij het
besluit van den burgmeester M. Pircot had willen
onwettig doen verklaren
Waar gaan zij daD naar toe