~~PÖPERÏNGHE.
Eene vraag*.
Stadsnieuws.
gen, dat loger palernosterdragers le aan
schouwen, dat alsdan de sleden binnen
rukt onder de bevelen van pastoor en
kapelaan.
Doet dit de liberalen niet nadenken
en vreezen dat zij eens ook de slacht
offers van dien dwang zullen worden
Nu gaat alles zachtjes en zoetjes, maar
al is het strop der zeeldraaiers van zijden
draad, verworgt het daarom minder al de
levenskrachten des lands?Wat doen
de liberalen daartegen? Weinig of niets!
Dat moet veranderen. Neen het mag
niet meer zijn dat de liberalen zich be
palen met eenige dagen voor de kiezin
gen te werken. Zij moeten ten allen tijde
in strijd zijn, hunne vrienden kennen en
er nieuwe winnen.
De geestelijkheid beweegt zich dag en
nacht en nog is de vrije geest zoo mach
tig, zelfs in den buiten, dat de kiezers
onder gestadige waakzaamheid gesteld
worden, anders nog zouden zij met de
liberalen gemeene zaak maken.
Voor hel oogenblik zullen wij hier
maar een woord bijvoegen. Voor een
nieuw broederschap, en men weet hoe
talrijk de confrerien reeds zijn, zal pas
toor en kapelaan weken lang de gemeente
afloopen. Maar als er een liberaal ergens
in den buiten eene vrije gazette zou moe
ten doen lezen en verspreiden, hij zal
geen stap doen noch geen woord spreken.
Wat dient er meer gezeid om de...
onverschilligheid der liberalen te prijzen.
God betere 't
De gewezene leerlingen onzer Stads-
gemeenteschool richten eene maatschap
pij van ouderlingen bijstand in. Wij
kunnen die nieuwe inrichting niet genoeg
loven en aanprijzen. Waarom zouden de
gewezene leerlingen van ons Stadskollegie
het zelfde niet doen Dat eenige
der oudste leerlingen dit initiatief nemen
en wij zijn ten uiterste verzekerd dat
hunne onderneming met den besten uit
slag zal bekroond zijn. Immers ver
broedering en eendrach baren macht.
(Ingezonden). X. X. V.
Men leest in de Indépendance beige
Gisteren maandag, in de hofbouwkun
dige school van den staal, le Vilvorde,
onder het bestuur van M1'. Gillekens.
heeft plaats gehad de overhandiging der
bekwaamheids-diplomas aan de leerlin
gen die hunne drij-jarïge studiën geëin
digd hebben.
De prijskampen, voorgezeten door M.
Muller, voorzitter der koninklijke Lineus-
maatschappij, waren zeer aantrekkelijk,
en, men mag er bijvoegen, schitterend.
Acht diplomas werden ter hand ge
steld: een met groote onderscheiding,
aan M. Timmermans; vijf, met onder
scheiding, aan de heeren Paul Buquet,
Vaodoul, Lecocq, Dechamps Charliers;
en eindeling twee, op eene voldoende
wijze, aan de heeren Michiels Servais.
Wij zijn gelukkig hier te mogen bij
voegen dat M. J. B. Timmertnans, zoon
van den tuinier van M. de ridder Gustaf
de Stuers, een oud leerling is der ge
meente school en van het stads kollegie.
De tijden zijn slecht. Sedert meer dan
zes jaren kwijnen de zaken. Elke nijver
heid verflauwtde eene crisis volgt de
andere op; werklieden, nijveraars, allen
lijden door den huidigen toestand.
En nochtans, hoeveel geld wordt er
niet verkwist in oorlogsgcluig? welke
schallen worden niet uitgegeven, ten
einde de volkeren voor te bereiden om
zich onderling te vernielen?
Overal is schaarschheid in geldmidde
len. De openbare schatkisten zijn in geen
land hoegenaamd schitterend. Na de
zorgen van den arbeid blijft nog bekom
mering over de vergelding.
En de monniken en de paters, die
leven zonder werken, bouwen kloosters
die op paleizen lijken, en brengen hun
leven over in schandelijken rijkdom.
Het gemis aan werk, elke handelcrisis,
bereiden en voorspellen ons vreeselijk
onheilen.Armoede en ellende groeien
pan op eene nooit gekende wijze.
En nog vindt men middel om overal in
het land geld te slaan voor de kleine chi-
neeskens, voor de voortplanting van het
geloof, voor Sint-Pieterspenning, voor de
nieuwjaargiflen aan d<en Paus, voor het
werk der heilige famillie, van Franciscus
van Sales, van Sint-Joseph, voor den
heiligen hier en den heiligen daar, terwijl
den arme er slechts le rampzaliger door
is.
Zoo men eens dat geld, welk men aan
oorlogsgereedschappen en aan het onder
houder van onnuttige kloosterlingen be
steedt. zoo men dat geld. zeg ik, gebruikte
om den huidigen toestand te verbeteren,
dan zouden armoede en kommer wel
haast plaats maken voor welstand en rust.
Zal het volk dit nimmer willes begrij
pen PlETER.
Een oud Liedje. Wij beleven droe
vige tijden die ons de Brabanlsche revo
lutie van 1789 herinneren. Toen ook
was ons land overdekt van kloosters,
toen ook had de roomsche geestelijkheid
de tweedracht tusschen boeren, burgers
en hunne familiën gezaaid. Toen waren
er ook twee partijen in ons land, de
partij der kloosters en van het fanatis-
mus aan welkers hoofd Heintje Vander
Noot stond, en de liberale partij, die de
gelijkheid vroeg voor al de burgers
want lot dan waren geestelijken en
nobelen de meesters over de burgerij en
landbouwers. Ziehier het liedje dat men
in dien tijd in gansch het vlaamsche land
zong
De boer zal 'I al betalen.
(Liberaal).
BURGERSTAND
Huwelijken.
Sterfgevallen.
(van den Straal.)
Een Boer, e. n paap, een Edelman
Die dronken samen lest. en kan
't Was hij den boer Van Halen.
De Paap op 'l les.'e riep de meid,
Stond mul dun eélman op en zuid':
i: Den boer zal 't al betalen
De Staten werken voor het land
Met zooveel iever en verstand
Oin alles le behalen.
Zoo voor hun eer als eigenbaat.
Zij peizen, is 'l dat 't niet en gaal,
li De boer zal 'l al betalen
Als Vander Noot van Pi uissen sprak,
En voorhield dat hij met gemak
Ons vrijheid kon behalen,
Zwoer hij hem zwart, en zeide altijd:
Is 't dat de zake niet bedijt,
De hoer zal 't al betalen
't En is nog geen drij dagen leèn,
Iemand zei hem, dat men, zoo 't scheen,
De onkosten moest bepalen
Ilij riep het uit in vol congres:
Wat jeert hier een miljoen of zes
De boer zal 't al betalen
Heel desperaat en dul van kop,
Trok hij lest met de boeren op
En wou gaan zegepralen
Hij bleef nochtans van achteraan
En peisde: Wilt de zaak niet gaan
De boer zal 't al betalen
'k Zei gister aa'n een kapucien
li Ons zaken, pater, zoo ik zien,
Beginnen neêr te dalen
Wat last voor 't land en wat verdriet
Hij zei: Dat raakt ons klooster niet,
De boer zal 't betalen
De pastoor van het dorp naast 't mijn
Dronk met zijn meid een flessche wijn
Dees begon op te halen
't Geld dat gestuurd was naar't congres...
De pastoor zei haal nog een flesch,
De boer zal't al betalen
Ik zei Jestmaal aan een prelaat:
ii Ons leger is in slechten staat,
Men doet daar niets als dwalen
Dit kost verduiveld mans en geld.
Ochsprak de man, wat dat gij telt
De boer zal 't al betalen
Komt Leopoldus in het land,
Ons staten zonder tegenstand
Die zullen hem inhalen,
En zeggen met vernedering:
Vraag, Sire, ons geen rekening
De boer zal 't al betalen
Ja vrienden, wilt met goed fatsoen
't Congres maar altijd laten doen
Zij kunnen daar nooit falen.
Nooit zijn ze in verlegendheid.
Zij zweren op hun zaligheid
ii De boer zal 't al betalen
Een pastoor in colère.
De dichter, vrienden, van dit lied
Is royalist en deugeniet
Den duivel zal hem halen
De dichter antwoordt
Achhad men Leopold aanveerd
De zaken waren niet verkeerd
De boer zou niet betalen
(Naar een copij van den tijd (1790) afgeschreven.)
Yperen, den 26" Augtisli 1876.
ScIiooIpenRiug.-Vorige lijsten, fr. 5,525-18
Omhaling gedaan in de Concorde, 4-04
Omhaling gedaan in den soupé ge
geven door den heer hoofdman der
maatschappij van S'-Sebastiaan, Yperen, 50-00
Omhaling gedaan Zondag laatst in
het feesl der Posthoorns, 2-62
Totaal fr. 5,581-84
Witte Klakken. - Volgens men ons
verzekert gaan de Witte Klakken, Zondag 27"
Augtisli, naar Nieuport, alwaar zij uitgenoodigd
zijn door het Stadskollegie om aldaar een Concert
te geven.
Volgens het schijnt is alles ingericht om deze
belangrijke fanfare, eene schitterend ontvangst
te doen.
Burgerwacht. - Uitslag der 7' Schie
ting van het zomersaizoen der maatschappij
Cijbelschutters, (21 Augustus 1876.)
Prijs met lood.
Pool, Henri.
Hoogst getal punten.
t. Dumon, Aug"\
2. Ilenier, Henri.
5. Lesaffre, Augle.
4. Vandermarliere, Louis.
5. Candaele, Joseph.
6. Tyberghein, Jean.
7. Maillard, Joseph.
8. Vanheule, Louis.
9. Vanlholl, Henri.
Het lijk van Petrus-Albertus Hoflack,
oud CO jaren, echtgenoot van Barbara-Cicilia
Valencour, geboren le Zonnebeke, commission-
naris en herbergier in de Kleine Trompette op de
Groote Markt te Yperen, is den woensdag mor-
gend, 25 dezer, gevonden geweest langs de
kalsijde leidende van Yperen na Ziliebeke. Dezen
persoon was den vorigen dag van zijn huis ver
trokken, om zijne commissien als gewoonte te
doen. Rond 12 uren 's nachts te Ziliebeke de
herberg verlaten te hebben, zegde hij zich te
begeven naar huis toen men hem vond, waren
er niet de minste teekens van geweldadigheden
op het lijk le bespeuren en was voorzien van zijn
geld et niets ontbrak.
Men moet dus niet twijfelen of die persoon is
overvallen geweest van eene haastige en onvoor
ziene dood.
Hoflack laat eene weduwe en twee meerderja
rige kinders achter.
Hij was een goed en getrouwen commission-
naris.
Feest hij de Posthoorns.
Maandag liet stads-beiaard zijne tonen door de
lucht dreunen het was feesl in de drijiPost-
hoorns.
Ter welker gelegenheid
De gewone klanten die eens wilden feestvieren,
als inhuldiging der feest welke men beschikt
aldaar jaarlijks te geven.
Het voorplein der herberg was zeer schoon
versierd met vaandels en schilden. De bolbaan
leverde een alleraangenaamste zicht op door eene
menige wimpels en veniliaansche lanteerns.
Een schoon gezelschap had er zich rendez-vous
gegeven en het schoon geslacht ontbrak er niet.
De bolling voor de Krake, begon ten 6 ure en
duurde vrij lang, daar er meer dan honderd
ingeschreven spelers waren.
Het kanon bulderde, het weder was helder en
het volk stroomde nog altoos toe.
De overwinnaar, was M. Sir. die den prijs ont
ving uit de handen van Mevr. E., de wederhelft
van den heer Voorzitter der feest-commissie.
Baron C. deed eene speech bij de overhandiging
en opdat dit feest eene duurzame herinnering zou
blijven bijzetten voegde M. E. nog eene kostelijke
wandelstok bij den prijs.
M. Str. in eene zeer welsprekende redevoering
gaf lucht aan zijne indrukkingen en legde voor
oogen hoe aangenaam zulke vrienden-feesten
waren, te midden der tijden die wij beleven,waai
er eene soort van tnenschen zich op de wereld
gelooft niet anders dan om het overige hunner
broeders te tergen. Hij stelde een dronk op de
vriendschap en eendracht voor en tot bezegeling
van zijn gezegde noodigde hij tot binnen drij
weken al de feestelingen uit op een ander feestje
van den zelfden aardaan al zijne vrienden uit
er herte opgedragen.
Donderende toejuichingen bejegenden deze
schoone aanspraak en men ging over tot het zingen
van koorzangen, romancen en kluchtliederen.
Niets dat aangenamer aan het oog was dan
deze menigte verlicht door de bengaalsche vuren
cn veniliaansche lanteerns.
Dit feest heeft vrij laat in den avond geduurd
en de feestelingen met hunne damen alsook de
nieuwsgierigen zijn maar rond middernacht bin
nen stad gerukt.
Wij zijn de tolk des publieks om de Commissie
geluk te wenscheu over de goede inrichting van
dit feest. Iedereen verlangt tegen Maandag II"
September omdat men zeker is dat dit feest weer-
dig zal zijn van het eerste en wij voorzeggen nog
meer volk dan Maandag laatst.
van den 18 tot den 25 Augtisli 1876.
GEBOORTEN
Mannelijk geslacht 4) ,e zamen 7.
Vrouwelijk td. o)
Titteljon, Honoralus, landbouwerswerkman,
en Dooghe, Octavia, dienstmeid. Schoonheere,
Joannes, wever, en Duhameeuw, Celina, kant
werkster.
Wallaert, Virginia, 48 jaren, kantwerkster,
echgenote van Amandus Rorreman, Bukkerslraat.
Segers, Gatharina, 48 jaren, zonder beroep,
ongehuwd, S'Pielers-nevens-Ypre. Buseyne,
Bruno, 79 jaren, schilder, weduwaar van Cecilia
Spotbeen, üixniudeslraat. Vermeersch, Caro-
lus, 75 jaren,linnenbleiker, echtgenoot van Itosa
Gesquiere, St-Nikolaus-nevens-Ypre.Liefooghe,
Franciscus, 72 jaren, zonder beroep, weduwaar
van Catharina Dieusaerl, St-Jan-nevens-Ypre.
Hoflack, Petrus, 60 jaren, kommissionnaris,
echtgenoot van Barbara Valencour, St-Jacobs-
nevens-Ypre.
Kinderen beneden Mannelijk geslacht 5)
de 7 jaren Vrouwelijk idem 2)
Den 24 Augusti 1876.
Nog een bloemtje uit 't Vuilblad.
Maken en breken. Wilt gij nen geuzen-
toer kennen 'T is van le trouwen op 't stad
huis en niet in de kerk.
Zoo niet mislukte bakker-laureasje. De
geuzen houden zich alleenlijk aan de gezonde
rede, die geschreven staat in de belgische grond
wet. Dus zij hebben voor leer trouwen op
't stadhuis moet eenieder; trouwen in de kerk,
in den tempel of in de sijnagogue mag eenieder,
volgens consciëntie. Dat is le zeggen: 1° dat de
geuzen de wetten van 't land eerbiedigen en er
aan gehoorzamen. 2° dat zij de vrijheid van ge
weten en de wettelijkheid van 't huwelijk erkennen
ten voordeele van eenieder.
Maar, wilt gij nu nen papentoer kennen
'T is van iedereen te verplichten van in de
jesuile kerk alleen te trouwen, met streng
ii verbod van te trouwen op 'l stadhuis of elders
Dat is te zeggen 1° dat de papen-revolutie schan
delijk 't volk ophitst tegen de wetten en gebruiken
van Belgie en van al de beschaafde landen van
Europa. 2° dat de rechtstaande macht der heilige
jesuite kerk 't huwelijk even als alle andere
belangen des menschdoms in haren winkel
verkoopt en dat, om dien winkel te doen draaien,
zij bereid is Europa nog eens in rep en roer te
helpen en met menschenbloed te doen overstroo-
men, gelijk zij reeds dikwijls gedaan heeft.
Volgens de wetten van Belgie en 't geloof der
geuzen, is hel niet alleenlijk voor klerikalen,
maar wel voor eenieder zelfs voor gezalfde en
ongezalfde kortbroekjes een natuurlijk en on
verbrekelijk recht, van zich in huwelijk le ver
binden en wettige kinderen le winnen», op con
ditie van de burgerlijke en zedelijke plichten die
uit het huwelijk voortvloeien te volbrengen.
Daaruit volgt I" dat zoowel de burgerlijke stand
der echtgenoten en der kinderen, als de schikkin
gen rakende de gemeene goederen, de nalaten
schappen en veel andere burgerlijke belangen die
aan 't huwelijk vast zijn, in de bevoogdheid der
burgerlijke wet alleen vallen, omdat die wet alleen
voor alle burgers verplichtend mag en moet
wezen. 2° dat zij in de bevoegdheid van kerken
of geestelijke instellingen niet vallen, omdat al
zulke instellingen, voor wat de maatschappelijke
zaken betreft zonder gezag zijn en moeten
blijven.
Inderdaad de burgerlijke maatschappij, 'tis te
zeggen de staat, begeert 't maatschappelijk leven
van al de burgers van 't land, geen uitgezonderd
en welkdanige hunne religie wezen moge. 'T is te
zeggen, dat de wet voor eenieder is, zoowel voor
papisten als voor geuzen, en dat de Lampe-advo-
katen en andere mislukte bakker-Laureassen
van 't Vuilbladte vergeefs de gezalfde kinder
bedervers, aan die gemeene wet willen ontrekken,
om hun eene martelaars-kroone te schenken in
sint-Anlonius verkens-hemel
En nog altijd, volgens de leer der geuzen, de
kerken en geloofspartijen zijn alleenlijk bevoegd
om geestelijke huwelijken te maken en te
breken. Daarom hebben zij algelijk, volle vrij
heid van aan de trouwers hunne gebeden le geven
of te weigeren, op conditie dat zij algelijk, door
hunne geestelijke lusschenkomst, geen de minste
hinderpaal brengen aan d'oppermacht van den
Staat, in alles wat 't burgerlijk en 't maatschap
pelijk leven betreft. Daarin beslaat, volgens de
geuzen, de ware ze .-ding en plicht van den Staal,
henevens de ware vrijheid van geweten voor ieder
burger en voor iedere kerk.
Nu integendeel volgens de Leffmgsche
papenleer en J uiltjes onwederleg gelijk
boekjebeslaat er voor niemand een ander
huwelijk dan 'tgene d'eene of d'andere gezalfde
kortbroek gelieft heeft te maken. Diensvolgens,
protestanten, israëlitenvrijdenkers, geuzen, libe
rale kiezers, philharmonisten en alvvie krullés,
Deseui'és, Lampés, Ducliênés, Kuipljés of Kschij-
terrops kruisje en absolutie niet bekomt,omdat
hij weigert zich onder de voeten van al zulke en
andere gezalfde gekruinde, kortgebroekte, lang-
gerokte en min of meer Eerioeerdige leden der
rechtstaande macht tot in 't zand te buigen -
kan en mag niet trouwennoch op 't stad
huis noch in de kerk Zij kunnen dus geen bur
gerlijken en wettelijken stand bekomen noch