Gazette van '1 arrondissement IJ peren. PACIFICATIE. Uitslag der Pacificatie-feesten te Gent. Nr 755. 15e Jaar. Zondag 10n September 1876. Politiek. Stads-, kunst- en Letternieuws. Verschillige Tijdingen, Markten, Bekendmakingen. Politieke berichten. AANKONDIGINGEN RECLAMEN fÊssiï&ÊNr, WaQ?. -'Éï, ®ll ABONNEMENT: Te Londen is er eene brochuur van M. Gladslone verschenen tegen de wreedhe den te Bulgarie gepleegd. Hij vraagt dat er maatregelen genomen worden om de hernieuwing van die gruwelen te beletten. De brochuur vraagt ook dat de mo gendheden elkander zouden verslaan om de opheffing van het turksch regiem in Bulgarie te bekomen. De heer Altiny Mees, hoog-ambtenaar der Indien, is minister der Koloniën in Holland benoemd. M. Taelman is minister van oorlog ad interim, benoemd en M. Kip, minis ter der marine. De overige ministers blijven, zoodat de ministeriële krisisin Holland geëindigd is. Turkije heeft nog niet geantwoord op de vraag van de mogendheden om een wapenstilstand te sluiten. Zooals wij het voorzien hadden, be paalt de groote overwinning door de Tur ken behaald zich tot bitter weinig en hebben zij van de zoogezegde overwin ning geen gebruik gemaakt om verder te dringen. De Serviërs bezetten nog altijd Alexinatz en Deligrad. Heden komen er depechen toe uit Bel grado volgens welke de Serviërs met bijval eenen aanval van de Turken zou den afgeslagen hebben. Het gerucht wordt verspreid dal het turksch leger den rechteroever van de Morava lusschen Alexinatz en Deligrad is overgetrokken. De jserviers behouden al hunne stel lingen. Nog andere depechen uit Bagusa, Zara en Constantinope! spreken van gevechten, maar zonder een bepaalden uitslag te doen kennen. De drie keizers hebben bepaald, dat het sluiten van den vrede lusschen Tur kije en Servië-Montenegro behandeld zal worden niet afgescheiden van het uil den weg ruimen van de moeieiijkheden in Hrrzegowina en Bosnië. Toen wij maandag meldden dat de stoet zondag niet was uitgegaan uit hoofde van het slecht weder, voegden wij er bij dat de klerikalen, de opvolgers van de middeleeuwsche ink «visiteurs, zoo ge lukkig waren en zij in de handen vrij— vende langs de straat gingen maar.... zegden wij ook dat de klerikalen geduld hebben, zij zullen bij het. wachten niet verliezen. En wij hebben gelijk gehad. De commissie van de feesten, had van zondag reeds beslist dat de stoel den maandag te middag zou uitgaan en of schoon het weder niet voordeelig was, begaf men zich op weg en de stoet volgde den weg welke voor den zondag was aangeduid geweest. Het is onbeschrijflijk wat indruk de wagens op het publiek maakten en het is ook onmogelijk te zeggen wat volk er overal op den doortocht zich bevond, het was ontelbaar. Zooals wij zegden was het weder niet voordeelig en toen de stoel ten halvend wege was, is het beginnen regenen, waardoormen den optocht wat verhaastte en men ten half vier ure terug in hel lokaal van St-Agnete was. Was het weder maandag niet goed, integendeel was het dinsdag uitmuntend. De kwezels en kwezelaars hadden zooda nig Ons Heere om regen gevraagd dat hij eindelijk boos wordende gezegd heeft ehwel ik zal u nog eens een zonnetje geven dat gedurende geheel den optocht luisterrijk de verschillige wagens zal beschijnen. En inderdaad, wij hadden gisteren namiddag het heerlijkste weder dat men had kunnen wenschen en wij zijn zeker dat de bevolking van Gent meer dan verdubbeld was, als men .zag wat groot getal vreemdelingen eiken trein zoowel gewone als bijzondere aanbracht. Het w^s half twee ure als de stoet zich op weg begaf. Bij het uitkomen van het lokaal is de wagen de Bloedraad voorstellende, tegen een arduinsteen geloopen en een dei- wielen liep op het plankier. Men vreesde een oogenhlik voor een ongeluk aan den wagen, daar de peerden onmachtig waren hem te doen achteruit gaan en hij niet min dan 5000 kilogrammen weegt. Na vruchtelooze pogingen met de peer den gedaan te hebben, staken een hon derdtal werklieden die daar stonden te zien een handje toe en de wagen week achteruit, weldra was alles op zijne plaats en de wagen liep prachtig van den koer de straat op, onder luidruchtig gejuich der aanwezigen. Het is niet mogelijk om hier eene be schrijving te geven van de verschillige wagens wij hebben vroeger reeds her haalde malen er de beleekenis van uit gelegd, en men moet die overheerlijke gevaarten, die rijkgeklcede ridders, die getrouwe historische kostumen van sol daten, hellebaardiers, vaandrigs, muziek- korpsen, officieren, edellieden, geestelij ken. enz., zien om u een gedacht te kunnen geven wat die stoet was, Algemeen waren de vreemdelingen en al degenen die al stoeten gezien hebben, het eens om te bekennen, dat zij nooit iels prachtigers, iels indrukwekkender gezien hebben als de historische stoet der Gentsche Pacificatie. Onder de wagens die het meest indruk maakten, mag men die van de Inkwisitie noemen. Toen het volk die getrouwe historische en niet overdreven folterings- werktuigen zag voorbij trekken, onder vonden zij eene huivering en de gedachte dat wij door het uitroepen der vrijheid van geweten, dank de groote mannen, die nu door de klerikalen zoo onrechl- veerdig door de modder gesleept worden, van de inkwisitie verlost zijn, deed het volk fier op zien en de stoel toejuichen. Van voren op den wagen der inkwisitie stond eene figuur in rood monnik habijt gekleed, de dood verbeeldende, welke voor een groot rad zat. Die personnaadje verbeeldde de inkwisitie en had een vaandel in de hand waarop geschreven stond Zegepraal der Inkwisitie. Achter het rad staat eene galg, waar voor acht Gentsche protestanten zitten, die er moeten aangehangen worden voor ketterijVan achter op den wagen staat een grootcn brandstapel en twee ge maakte mannen hangen aan een staak, om levend verbrand te worden. Gedu rende den optocht zag men den rook van den brandstapel naar boven stijgen, wat een zeer schoon effekt maakte. De Spaansche furie te Antwerpen is indrukwekkend. De heer Pauli heeft dat tijdvak uit de geschiedenis op groot- sche wijze afgebeeld. Wij zullen ons voor het overige bepa len met te zeggen dat de wagens in het algemeen elk in zijn slach, zeer bewon derd werden en de personen die er op It ii reelBlunudestraat, ï9. 10 ccntiemeu den regel. 25 centiemen den regel. Brieven en pakken moeten vrachtvrij toegezonden worden. m ut fr. 4-00 's jaars voer de stad, fr. 4-50 voor geheel Belgie. Builenlandsche verzendingen,'t port daarboven. 10 centiemen het nummer. Men schrijft in op al de postbureelen. »E TOEKOMST, IJZEREN-WEG. VERTREKUREN VAN IJPEREN NAAR Poperinghe-HaZeorouck. 6-40. - 12-07. - 3-57. - 6 50 Poperinghc. 9-07. - 8-45. - 9-50. Kortrijk. 5-34. - 9-46.- 1 1-15. - 2-35. - 5-25.- Roeselare. 7-50. - 12-25. - 6-45. Langemark-Ooslende. 7-18. - 12-06. - 6-20. DER Wij denken onze lezers genoegen Ie doen met hier den volledigen tekst mede te deelen der Pacificatie, den 8 november 1576 te Gent gesloten: Den 8 november 1576 hadden de gevolmagtigde van de wederzijdsche Staten van hunnen kant op hel Sladl-buys van Ghendt den vrede-handel zoo beneerstigt, dat z'op weynige dagen over al de bezonderste zwarigheden over-een-gekomen weren. Alle de artykelen ten getalle van 25, waren op-gestelt van in 'tbeginzel dezer maendt en gezonden geweest naar Brussel lot den Raadt van Staten, den welken den 5, zyne toestemminge in de zelve gegeven hebbende, wierdt den 8, het Tractaet op het Stadt-huys van Ghendt des mor gens geleekent van de gevolmagligdc. Den zeiven morgent ontrent ten elf nren onder 't geschal van vier Trompetten ten Thuyne van het Stadt-huys, in het byzyn van de zelve gevolmagtigde van de Staten dezer landen, en van die van den Prins van Oraignien, en van Hollandt en Zeeland! wierdt afgekondigt het naervolgende. Men laet weten eenen yeghelycken, dat goede, vaste ende onverhrekelyke vriendtschapvrede, ende paysgemaeckt is lusschen die GeneraleSlaten van den landen van herwaerts overe, teghenwoor- delyck te Bruessel vergadert ter eenre zyde, ente TiüJ> myn Heere Prince van Orangnien, de Staten van Hollant, ende Zeelandt met henlieden gheasso- cieerde ter andere vuyt krachte van den welcken de ondersaten aen weerzyden sullen wederkeeren tot haerlieder goedingenen sullen moghen, voorts aen overal converseren, gaen komen woo- nen, ende handelen Coopman-ghewyseende anders in alle vryheyt, ende sekerheyt, soomen breeder by poincten, ende Articulen, daer afifde exemplaren sullen ghegheven worden, verstaen sal, ende men beveelt elcke van syne Ma: ende ran den voorts: Generale Staten weghen, 'tgeheele inhouden van deselve Pacificatie te onderhouden, ende volkomen sonder daer teghens te gaene in eenigher manieren, opde pene ran gestraft te zyne als verbrekers van dien, ende perturbaleurs van de ghemeyne welvaert. Het zelve tractaet had den naem van Pacificatie van Ghendt, en behelsde in substantie het naar- volgende Dat alsoo, dese landen door d'inwendige or- logen, en door de Spaigniaerls vervallen waren in groote ellenden, om de welke door eenen vaste vrede teeyndigen, den vrede-handel 'l voorgaende jaer tot Breda was begonst, maar zonder het ge- wenschle uitwerkzel vrugteloos was gescheyden; integendeel alzoo de Spaigniaerls zedert zig ver- voordert hadden, de ingezeten dagelijkx meer te overvallen, te verderven, en in eene eeuwige sla- vernye te brengen, verscheyde mUyteiyen aen te regten, steden en groote heeren te dreygen, vele plaetsen vyandllyk in te nemen, te rooven, en te branden, waerom zy by de gecommitteerde lot het gouvernement van deze landen vyanden des conings, en van de gemeyne welvaert verklaert geweest warenen de staten met consent van de voorzeyde gecommitteerde zyn genoodtzaekl ge weest de wapens aen te nemen, om voorderen overlast, en de eeuwige verderlTenisse van de landen te verhoeden, om met gezaemde magt de voorzeyde Spaigniaerts, en hun aenhangers landt- schenders te doen vertrecken, en om de ingezeten van alle de Nederlanden wederom te stellen in 't gebruyke van haere oude regten, vryheden, privilegiën, en costumen, midts welken neeringe, en welvaert in de zelve zoude mogen wederkeeren; zy daerom by agrealie van de voorzeyde Heeren Gecommitteerde tot den Gouvernemente van den Lande, volgende den Vrede-handel tot Breda be gonst, ter eeren Godts, en tot dienst van zyne Majesteit, besloten hadden lusschen de pariyen, ende Landen, eenen eeuwigen vasten Vrede, ver bond! en verecniginge, op de volgende -Voor- waerden en conditiën Ten 1. Dat alle offensien, injurien, misdaeden, geschiedt ter oorzaeke van de Troubelen van wederzyds zullen vergeven, vergeten, en gehou den zyn, als niet geschiedt. 2. Dienvolgende beloven de Staten van weder zyds ter goeder trouwe, te onderhouden eene onverhrekelyke vriendtschap en Vrede, en mal kanderen tallen lyden, en in alle gelegentheden by testaen met raedt en daedt, goedt en bloedt, voornamentlyk, om uyt den Lande te verdryven, en daer buyten te houden de Spaensche en andere vrerade en uytheemsche soldaten, teu welken eynde zy ook beloven, bereedt en volveerdig te zyn tot alle contrihutien, en Impositien daerloe noodig zynde. 3. Bovendien is er over-een gekomen, dat ter slont naer het vertrek van de Spaigniaerts, als alles zal in ruste wezen, beyde partyen zullen moeten bezorgen, en beneersligen de convocatie van de Generale Stalen, opde wijze gelijk ge schiedt is in t jaar 1555, om orden te stellen zoo op het feyt van de Religie in Hollandt en Zeelandt, restitutie van de sterkten, schepen, enz., aen den Coning toebehoorende, by die van Hollandt en Zeelandt genomen, als anderzins, zoo men zal vinden te behooren; waer in van geene zijde eenig tegen zeggen, belet, oft uylslel en zal mogen ge- daen worden, zoo ten aenzien van de Ordonnan tiën, Wetten, Verklaringen en Rosolutien, aldaer te maken, als in het onderhouden, en volbrengen van diere, hoedanig die zouden mogen wezen, beyde de partyen volkomentlyk, en ter goeder trouwe zig aen dezelve onderwerpende. 4. Dat de inwoonders van wederzijds overal zullen mogen handelen, gaen en kecren, in allen vrydom en verzekerheydt, welverslaende, dat het niet toegelaten en zal zijn die van Hollandt, of Zeelandt van wat staet, oft conditie dat zy zyn, in de landen van herwaerts over, buiten Hollandt en Zeelandt, iet te altenteren tegens de gemeyne ruste en vrede, zonderlinge tegens de Roomsch- Catholyke Religie, nog iemand ter causen van dien te injurieren, te irriteren, met woorden oft werken, nog te sckandalizeren, op pyne van ge-

HISTORISCHE KRANTEN

De Toekomst (1862-1894) | 1876 | | pagina 1