Gazelle van '1 arrondissement IJperen.
Onze Drinkwaters.
De Inkwisitie.
N* 757.
15e Jaar.
Zondag: 24n September 1870.
Politiek. Stads-, Kunst- en Letternieuws. Verschiilige Tijdingen, Markten, Bekendmakingen.
Politieke berichten.
AANKONDIGINGEN
RECLAMEN
ABONNEMENT:
De fransclie ministerraad moet zich
vereenigd hebben voor belangrijke zaken.
M. Marcère is daarvoor naar Parijs
gegaan.
De legitimislsche senateur, M. Lymay-
rac, is gevaarlijk ziek.
De hertog de Cazes, minister van bui-
tenlandsche zaken van Frankrijk, heeft
met den gezant van Turkije eene samen
komst gehad. Die samenkomst kan enkel
aanzien worden als eene gedachtenver-
vvisseling, daar de zetel der onderhande
lingen te Konstanlinopel is.
De gouverneur van Praag heeft de
meetingen ten voordeele van Servie ver
boden.
Eene depeche uit Londen, maakt het
verslag van JVI. Baring bekend, dal het
getal Christenen op 12,000 schat die in
Bulgarië zijn vermoord, terwijl het getal
vermoorde Turken maar tot 200 beloopt.
Acht—en-vijftig dorpen zijn verbrand en
het verslag eindigt met te zeggen, dat de
onderdrukking op de meest onmensche-
lijke wijze heeft plaats gehad, voor eiken
plichtige hebben 5*0 onschuldigen moeten
lijden.
De opschorsing der vijandelijkheden
in de Balkaansche schiereilanden, moet
'den 28 september eindigen maar het is
te hopen dat voor die dagteekening, een
regelmatige wapenstilstand zal gesloten
zijn.
De noodzakelijkheid dat er een defini
tieven wapenstilstand wordt gesloten
doet zich meer en meer gevoelen en de
mogendheden zijn het in princiep daarop
eens, om vervolgens de onderhandeling
over de vredesvoorwaarden te discuteren.
De vredesvoorwaarden, door de, Daily
Telegraph medegedeeld, zijn onnauw
keurig. Er zijn nog geene voorstellen
gedaan.
Het voorstel van M. Heyninx waarvan
wij nog verslag te geven hebben ten einde
hel overzicht der verschiilige voorstellen
te volledigen, gedaan ter verbetering van
ons drinkwater, bevat: het kuischen van
Dickebusch-vijver, heileggen eener ijze
ren buis om de wateren naar stad te
leiden in eenen kom te metsen dicht de
stad en ten derden male de spijzing der
stad uit dien kom door insgelijks buizen
van gegoten ijzer te plaatsen op 1 meter
20 centimeters diepte. Dit voorstel brengt
de onmiddefijke verdwijning der stads
wallen mede die zouden kunnen veran
derd worden in bouwgronden met alleen
lijk eene afleiding te laten voor de over
schietende wateren.
Dit voorstel was geschat op 478.000
fr. en onderzocht door den stadsraad
deze raad wilde zijn gedacht niet laten
kennen vooraleer verzekerd te zijn dat
dit voorstel al de noodige hoedanigheden
behelsde om tot eene goede uitkomst te
kunnen gebracht worden. Ten dien einde
vervoegde men zich bij drij verschiilige
ingenieurs, die door hunne studiën in
deze slof met kennis van zaken zouden
kunnen oordcelen. Deze heeren waren
M. E. Boudin, hoofd-ingeniour der
bruggen en wegen, opzichter der bijzon
dere school van burgerlij ke-genie, te
Gent; M. Ch. Andries, hoofd-ingenieur
van bruggen en wegen, opziener der
voorbereidende school van burgerlijke
genie, te Gent. en M. Th. Verslraeten,
ingenieur bij den waterdienst der stad
Brussel.
Deze heeren door hun verslag der
maand oktober 1878, keurden geheellijk
het vertrekpunt van M. Heyninx goed in
den opstel van zijn voorstel en besloten
inet hem dat het eenigsle uitvoerbare
stelsel dit was van alle mogelijk voordeel
te trekken uit de bestaande vijvers tot
het tegenwoordig spijzen der stad.
Alleenlijk, in plaats van den vijver van
Zillebeke, prijzen die heeren den vijver
van Dickebusch aan. De redens waarom
die heeren den voorkeur geven aan den
vijver van Zillebeke, zijn de volgende
het watergebied van Dickebusch-vijver
bestaat bijna geheel uitgeslolenkleigrond;
dit van Zillebeek-vijver bestaat tegen
overgesteld uit een zandachtigen grond
alwaar men waters tegenkomt die zeer
gemakkelijk door dezen grond dringen,
hetgeen men in den anderen grond niet
te vinden heeft, uil oorzaak der fijne
klei-stof waarvan hij samengesteld is.
Ten anderen, indien men denkt dat de
tot den grond ontwaasden Zillebeek-
vijver, gezuiverd van alle hoofdstoffen
die zouden kunnen aanleiding geven lot
de bederving van het water, gemakkelijk
440,000 cubieken meiers water zou kun
nen behelzen, welke noodig is tot het
spijzen der stad gedurend een jaar, aan
1,200 cubieke meters daags, mag men
geheel gerust zijn op de hoeveelheid dat
dien vijver zou leveren. Wat meer is,
een zeer aangelegen punt om aan te
stippen is dat het nieuw voorstel zooda
nig gemaakt is dat, in geval van een be-
statigd te kort, de Dickebusch-vijver een
groot gedeelte der canaliseering zou kun
nen gerieven en in geval van nood
geheel het gedeelte langs de statie-poort
spijzen.
Daaruit volgt, dat indien men, niet
tegenstaande de reeds gedane afmetingen,
de waterpaslegging en de berekeningen
uit deze werkingen voortspruitende, over
de hoeveelheid zich bedrogen hadde, de
vijver van Dickebusch deze leemte zou
vullen om de regelmatige spijzing te vol
ledigen en men dus langs dezen kant
volkomen mag gerustgesteld zijn.
Wat de hoedanigheid betreft, het is
stellig dat het water welk eerst dóór hel
zand dringt oneindiglijk beter is dan dal
welk maar over de klei loopt het zand,
samengesteld uit greintjes van verschii
lige grootten dient als philter en doet het
water eene eerste opklaring ondergaan.
Om het water zooveel mogelijk te zuive
ren zal men hel door groote coak-filters
doen ioopen zeer groot en gemakkelijk
om kuisehen alvorens het in stad te
zenden.
Nog eene andere beweegreden heeft
den Zillcbeek-vijver den de voorkeur
gegeven, 't is zijnen kleinen afstand der
stad, 4,000 meters, terwijl dien van
Dickebusch 16,000 meters is en de leg
ging der buizen of waterloopen dus veel
min zal kosten.
Dit vastgesteld, het nieuw voorstel
van waterleiding in onze stad behelst drij
geheel van elkaar gescheiden deelen.
i° De ontwazing van Ziliebeek-vijver,
2° de noodige werken om het water tot
hij de stad te brengen. 3° de jigenlijke
leiding. Al deze werken samen zouden
op 400,000 fr. geschal kunnen worden,
en wij zullen in een ander nummer
eenige uitleggingen geven over elk ge
deelte va:: dezen voorstel.
De historische stoet der Pacificatie van
Gent is waardig van Vlaanderens hoofd
stad en van het heugelijk historisch feit
er in herdacht, tol les en leer van 't volk.
De bloedige tijden mogen niet vergeten
worden, zij moeten in gloeiende letters
in het geheugen geprint blijven. De gods
dienst- en gewetensvrijheid hebben bloed
genoeg gekost.opdat men dezelve niet on
verschillig maar met liefde zou bewaren
als een kostbaar pand.
Daarom vinden wij het gepast eenige
woorden te zeggen over de Pacificatie
van Gent ten jare 1876, welk geschied
kundig feit zoo schaamteloos vervalscht
wordt door de klerikale schrijvers.
Gaan wij drie eeuwen achteruit,
zegde M. Paul Fredcricq in zijne prach
tige redevoering ten sladhuize van Gent,
dan zien wij op alle de openbare
plaatsen en markten der Nederlanden,
schavotten oprijzen met bloedige galgen
en rookende brandstapels; en het zijn
onze voorvaderen, die daar voor hunne
godsdienstige overtuiging, bleek en ijse-
lijk om aan te staren, aan de galg hingen
te zwieren, of verkoold en half tot asch
verbrand aan de paal van den brandstapel
geketend staan....
Op den troon zat alsdan Keizer Karei,
in wiens uitgestrekt rijk de zon nooit
onderging; die Keizer was een zoon van
Gent die aan zijne moederstad den
doodsteek toebracht met haar in 1840
hare privilegiën te ontnemen.
T is die keizer die de inkwisitie in
stelde
De inkwisitie Men vindt heden tnen-
sehen rondom ons die zeggen en zelfs
schrijven, dat de inkwisitie in de Neder
landen nooit, bestaan heeft. Die personen
schijnen niet te wélen dat er te Brussel,
op het Rijksarchief', een bundel officiële
stukken der XA71U eeuw wordt bewaard,
getiteld Registre sur le faict des héré-
sies et inquisition; dat die bundel een
aantal edicten van Keizer Karei en hullen
van onderscheidene Pauzen bevat, en dat
die stukken door eenenijverigen roomsch-
gezinde, namelijk Viglius, lid van den
Raad van State, werden verzameld. Daar
vindt men het onlochenbaar bewijs dat
de inkwisitie ten jare 1822 door Keizer
Karei in de Nederlanden werd ingericht
en door Paus Adriaan AH in eene Gulle
van juni 1824 goedgekeurd; dat de Pau
zen Clemens \7li, Paulus III, Julius III,
Pius IY7 en Pius Y bijna le eiken jare
nieuwe inkwisiteurs benoemden en dat
onder deze laatsten, die bij naam en toe
naam in de pauselijke hullen genoemd
worden, niet min dan een.bisschop, acht
kanunnikken, acht pastoors of godge
leerden, drie oversten van kloosters en
achttien proosten of dekens van kerken
te vinden zijn... Om de inkwisiteurs te
wapenen, vaardigde Keizer Karei zijne
bloedplakkaten uit, die met het zwaard,
de strop, het vuur, de levendbegraving,
de aanhangers der nieuwe leer bedreig
den. In 1858 zond de Keizer eenen offi-
cielen brief aan de Nederlandsche bis
schoppen, hen aanmanende, dat zij door
hunne dekens en pastoors zouden laten
nasporen, wie in iedere parochie van
protestantisme werd verdacht, wie naai
de mis, hel sermoen, de biecht niet ge
regeld ging en wie vermoed werd ver
boden hoeken te bezitten.
Als nu Keizer Karei, afgeleefd en ver
sleten voor de jaren door zijn losbannig
en veelbewogen leven, in 1555 de troon
afstond aan zijnen zoon Filips II, verer
gerde den toestand nog; zijne politieke
en godsdienstige dwinglandij was nog
onverdragelijker dan die zijns vaders; en
weldra horst hel oproer uit. De strijd
werd langs beide zijden op de schrikke-
üjkste wijze gevoerd. Het woedende volk
stormde kerken en kloosters binnen en
vernielde er alles. Filips II liet de pro
testanten en beeldstormers ophangen en
verbranden en verklaarde hunne goede
ren verbeurd. De Nederlanden deed hij
bukken onder het bloedig juk van den
hertog van Alva en van zijne moord
zuchtige soldaten; Mechelen, Zutfen,
Naarden en andere steden werden uitge
plunderd en uitgemoord, en het platte
land aan de losbandige baldadigheid der
vreemde huurlingen prijs gegeven.
Lang duurde de woedende strijd. A7an
hunnen kant pleegden de getergde bosch-
en watergeuzen allerlei wreedheden op
pastoors, paters, nonnen en weèrlooze
roomschgezinden. Maai na de spaansche
furië le Antwerpen, scheen er belernis
te zullen komen. Den 8 november 1576
sloten de katholieken en de protestanten
een verbond op het stadhuis te Gent, op
Rureel: llixiuutlestriiat, 39.
10 ceuticmeu «leu regel.
25 centiemen den regel.
Brieven en pakken moeten vrachtvrij
toegezonden worden.
fr. 4-00 's jjajjt'ss voor tie stad,
IV. 4-50 voor geheel Belgie.
i'iiitenlandsche verzendingen,'t port daarboven.
SO centiemen liet nummer.
Men schrijft in op al de postbureelen.
DE TOEKOMST
IJZEREN-WEG.
VERTREKUREN VAN IJPEREN NAAR
Poperinghe-Hazeoronck. 6-40. - 12-07. - 5-57.
- 6 50
Poperinghe. 9-07. - 8-45. - 9-50.
Kortrijk. 5-54. - 9-40.- li-la. - 2-53. - 5-25.-
Roeselare. 7-50. - 12-25. - G-45.
Langemark-Oostcnde. 7-18. - 12-06. - fi-20.
(Vervolg, zie ons num. van 17 september 1870).