POPEBMl
tit Alva's tijd.
De Troonrede.
Stadsnieuws.
Men weet dat Alva zich in een brief
beroemd heeft dat hij tijdens zijn ver
blijf in de Nedelanden 18,800 ketters
heeft doen opknoopen, onthoofden, ver
branden of levend hegraven, tol meer
dere eer en glorie Gods. Hel getal der
genen, die in slag of beleg, door honger
of slachting omgekomen warenging
alle berekening te boven.
Wij willen hierdoor hel voorbeeld
eener kleine Nederlandsche stad, Valen
ciennes, onze lezers doen kennen hoe
hel er in dien lijd toeging. Valenciennes
telde toen slechts weinige duizenden
zielen
19 Juni 1568. Een soldaat ter dood
gebracht voor het schelmstuk van 's vrij
dags vleesch gegeten te hebben.
31 Juni. Allard Bar ter dood gebracht
om hel nachtmaal der Calvinisten bijge
woond te hebben. Vincent Moreau en
Pierre Poyvre ophangen.
20 Juli. Twintig burgers ter dood ge
bracht voor ketterij.
25 Augusti. Zeven burgers ter dood
gebracht voor ketterij.
19 October. Drij burgers ter dood ge
bracht voor ketterij.
17 November. Victor de la Haye, ge
wurgd om levensmiddelen bezorgd te
hebben aan het leger van Oranje.
7 December. Pierre Abraham levend
verbrand voor ketterij.
9 December. Twee burgers gewurgd.
17 Januari 1569. Tien burgers ont
hoofd.
18 Januari. Negentien voorname bur
gers onthoofd.
19 Januari. Twintig burgers onthoofd.
20 Januari. Zeven burgers onthoofd.
De strafuitvoeringen volgden elkander
aldus op tot in 1572, wanneer ze in
woede verdubbelen en nog een schrikke-
lijker karakter aannemen.
16 Augusti 1572. Vier Geuzen gehan
gen.
18 Augusti. M. Grard, de beul, doet
er 54 in 't water versmachten.
1 September. Een en dertig Geuzen
opgehangen.
En zoo van dag lot dag werden de
strafuitvoeringen wreeder en hatelijker.
Wil men voorbeelden
24 September 1572. Marguerite Cou-
vain wordt levend verbrand. Hare moe
der wordt bij 'l zelfde vuur met kokend
water overgoten, daarna geradbraakt en
aan eene gaffel gesteken.
13 Mei 1573. Eene non levend ver
brand.
Te Doornik werden den 8 April 1568,
Leon Lebion op de groote markt de han
den en de voeten met een gloeiend wafel
ijzer genepen. Daarna werd hij met eene
ijzeren ketting om de armen en beenen,
bij middel eener katrol in een groot vuur
nedergclaten en levend verbrand. Zijne
assche werd in de Schelde geworpen.
7 Juli 1558. Francois Dusart, Simon
Escrepont, Jean Desmarets, Nicolas
Danglos en Jean De Briesemousliers,
worden voor ketterij op de groote markt
te Doornik levend verbrand. Den laat-
sten werd vóór op .den brandstapel ge
bracht Ie worden een voet afgekapt.
9 Augusti 1568. Drij wederdoopers
worden met ketenen aan een paal gebon
den en levend verbrand.
Doch genoeg voor vandaag. Het af
grijzen belet ons te vervorderen.
Gelijk het te Valenciennes en te Door-
nijk gebeurde, ging het er ook toe in an
dere sleden. Overal verhieven zich gal
genen brandstapels waarop de Spaansche
dwingeland, geholpen door de Geestelijk
heid en de vreemde Soldeniers onze
heldaftige voorouders voor hunne gods
dienstige gezindheid straften.
Het is kurieusoin de klerikale bladen
te lezen, hoe zij bevreesd zijn dat de
Kamers met eene troonrede zouden ope
nen. Wat, roepen de klerikale dagbladen
van Antwerpen uil, eene troonrede! Maar
hel ministerie zou van zijne zinnen moe
ten beroofd zijn, indien het zoo iels dede.
Hel is 'niet voor de troonrede, voegen
zij erbij dat de liberalen eene plechtige
opening zouden willen, maar wel omdat
de burgerwacht alsdan wordt bijeen ge
roepen en er vele nieuwsgierigen uit de
provinlien komen, die Leve de Koning
zouden roepen op zijnen doortocht... en
nog iets anders zouden kunnen doen
als de ministers voorbij trekken.
Daarbij, gaan nog altijd de katholijke
bladen voort
Wat zal er dan later op den dag ge
beuren Met het vallen van den avond
zullen die lieden zich vereenigen, hunne
rangen zullen vermeerderd worden met
Communards en slecht volk, men zal
zich in kolommen vormen en alzoo zal
de oproer aan den gang gaan.
Wat moet dat ministerie, wat moet de
katholijke partij toch populair zijn, om
alzoo bevreesd te wezen, dat er eene
plechtige opening der Kamers plaats
grijpe en de burgerwacht bijeen geroe
pen worde.
De discussie in de Kamer, zeggen zij,
vrcezen zij zooveel niet, daar zij de meer
derheid zijn en als zij willen de liberalen
den mond kunnen doen stoppen.
Ja, zoo zijn de klerikalen, zij zien
noch naar recht, noch naar welvoege-
lijkheid. Zijn zij de minderheid, dan
trachten zij de discussie of eene stem
ming te versmachten met uil de Kamer
weg te loopen zijn zij meerderheid,
wel dan stoppen zij de redenaars den
mond, door met geweld alle discussie te
sluiten.
Neen, nooit is Belgic op eene ellendi
ger en min eervolle wijze bestuurd ge
worden, door mannen, die enkel regeeren
om hunne partij aan het bewind te hou
den, en bevreesd zijn, hetzij eene poli
tieke wel voor te stellen, hetzij zich in
het publiek te vertoonen.
Zij regeeren, de klerikalen, enkel met
bestuurlijke middelen, zij trachten alle
plaatsen vol te steken met hunne onbe
kwame kreaturen en denken op die wijze
zich recht te kunnen houden.
Maar 't zal zoo niet blijven duren.
Troonrede of geen troonrede, zal er toch
eéne politieke discussie in de Kamer
plaats hebben en wij hopen dat de libe
rale volksvertegenwoordigers eens dui
delijk het bedrog en de onwettelijke
drukking zullen aantoonen, waarvan de
klerikalen in de kiezing gebruik maken
en men hel ministerie zal dwingen eene
wet te maken, waarbij de vrijheid van
den kiezer gewaarborgd wordt.
BURGERSTAND
Huwelijken.
Sterfgevallen.
(Vervolg).
In de Artillerie. Kapitein van 2° klas:
de lieutenanten Rosoor van het le reg'. en Van-
deputte, van het 5e;
Lieutenanten de onderlieutenanten Wouters,
van het 4° en Dujardin, van het 7°.
Examen. - M. Achille Vande Casteele,
oud-leerling van ons stadskollegie, heeft met
sukces zijn overgangs-examen afgelegd, in de
afdeeling der condukteurs in de school der bur
gerlijke genie te Gent.
Yperen, den 14" October 187ti.
Vaart. - Eene commissie der bijzonderste
koophandelaars en nijveraars onzer stad en om
streken heeft zich Dinsdag naar Brussel begeven,
ten einde aan M. den Minister van Financien de
overneming en de vollooijing der vaart van de
Leye naar de Yperlée af te vragen. Men is, zoo
het schijnt, zeer vriendelijk ontvangen geweest,
M. de Minister Malou heeft het verzoekt met eene
weigerende antwoord ontvangen en ten stelligste
verklaard dat de Staat dezen vaart nooit zal over
nemen noch voltooijen. Deze nooit schijnt
ons teveel gezegd zoolang M. Malou minister
zijn zal, het is mogelijk wij kennen reeds lang
zijne gedienstigheid voor zijnen geboortegrond;
maar, godlof! hij zal niet eeuwig aan het roer
blijven, en, een klein veranderingsken in de poli
tiek ware genoeg om ons arrondissement een
nieuw leven van herstelling en rechlveerdigheid
te geven.
Wij kunnen niet nalaten onze koophandelaars
en nijveraars aan te sporen om aan hunne pogin
gen niet te verzaken; alleenlijk dient er opgemerkt
te worden: deze zaak schijnt ons niet genoeg be
studeerd te zijn. Gelijk men in eenen brand zou
doen, men moet hier het verlorene verlaten om
het behoudene te redden men moet van den
ondernemer kunnen bekomen dat hij zijne aan
spraak vermindere tot op hetgeen men recht veer-
diglijk kan eischen, en dit alsdan voor nieuw
uitgangspunt nemen tolnieuweonderhandelingen.
Wij vragen nog of het niet beter zou zijn in 't toe
komende zich te wenden bij M. de Minister der
publieke werken die dit projekt in zijn departe
ment heeft. Daar zou men misschien meer goed
willigheid en billijkheid vinden.
Beiiociiilugen In 't leger. - Door
verschillige koninklijke besluiten van 8 October,
zijn de verschillige benoemingen geschied:
Inde Cavalerie. Colonel: de lieutenant-
colonel Fischer, van het 2e gidsen, kommandant
der rijschool.
van den 5 tol den 15 October I87G.
GEBOORTEN
Mannelijk geslacht 5) 9<
Vrouwelijk 4)
Mortreu, Franciscus, slachter en Speybrouck,
Maria, zonder beroep.
Van Elslande, Amandus, 48 jaren, manden
maker ongehuwd Meeuenstraat. Ceriez
Maria, 58 jaren, zonder beroep, echtgenote van
Joannes Beharelle, Hondstraat. Tyvaert, Caro-
lus, 52 jaren, werkman, weduwaar van Melania
Wils, Meenenstraat. -Cerf, Joannes, 71 jaren,
metser, echtgenoot van Cecilia Labbé, S'-Jacobs-
straat. Moreau, Josephus, 62 jaren, koopman,
echtgenoot van Joanna Smagghe, Nedermarkl.
Angillis, Alexia, 28 jaren, kleermaakster, onge
huwd, Recollettestraat.
Kinderen beneden Mannelijk geslacht 2)
de 7 jaren: (Vrouwelijk id. 2)
Den 15 October 187G.
BEKENDMAKING
Na 't sluiten van de plechtige neuvaine, is sint
Antonius zwijntje gelukkiglijk genezen maar
't schijnt nu dal over eenige dagen de doorluch-
tigen spreker en schrijver J' Cnapelynck, prin
cipaal van '1 bisschoppelijk kollegie subiet onge
makkelijk geworden is. De beroemde Civiale,
die over nacht geroepen geweest is, heeft zorg-
vuldiglijk den puls, het hoofd en 't maagepnlje
overlast. De puls sloeg zeer haastig, gelijk het
dikwijls geschiedt bij zieken die onderhevig zijn
aan 't mierenpissen het hoofd was geheel en
gansch ijdelmaar integendeel de maag was
buitengewoon hard en opgezwollen.
Men vreest nog altijd voor en ongelijk
'T KOLLEGIE.
De oud student heeft veel gehoord uit den
mond van zeker oolijke geuzen dat het onder
wijs van ons bisschoppelijk kollegie flauw is en
dat de studenten tol niet goeds bekwaam zijn
Daaruit ziet men aanstonds dat hij een onaf
hankelijke persoon is, die met geuzen durft om
gaan en zich trolsch boven de onverdraagzaam
heid van Rome weet te stellen, aangezien hij de
bulle veracht, door dewelke Pius V verboden
heeft op straf van excommunicatie van
zich in 't gezelschap van zulke gasten te houden.
Zoo een rondborstige man, die tenzelven tijde
ook bekent een hooggeleerde schrijver te zijn,
heeft waarschijnlijk den onbeschaamden laster
van eenige ongeleerde geuzen niet lafherliglijk
gehooid, zonder de lasteraars moedig toegetand
te hi bil en
Ofschoon wij daarover nog niet hebben hooren
spreken, verwachten wij ons nochtans aan de
bekendmaking van zijn verpletterend antwoord:
wij zullen het geern in de Toekomst opnemen.
In 'l zomer konhoers (sic) van de bisschoppe
lijke kollcgien bekomen twee studenten den
eersten accessit in 'l opstellen eener redevoering
en een bekomt twee accessilen in '1 maken van
vlaamsche en franscbe verzen. In 't konkoers
tegen al de atheneums, gemeente en gepatro
neerde bisschoppelijke kollegien van geheel 't land,
hebben twee jongelingen van Poperinghe elk eenen
accessit behaald in 't schrijven der vlaamsche taal
en eene eervolle melding, in den algemeenen uil
slag van 'l konkoers.
Is dat niet al wat men van een goed kollegie
kan verwachten
Nochtans, volgens 'l gene de oud student ge
hoord heeft uit den mond van sommige geuzen,
die zelve geen fransch kunnen (sic) zou dien uit
slag zeer weinig of zelfs niet met al beduiden en
de studenten zouden lot niet goeds (sic) bekwaam
zijn
Die domme geuzen zeggen misschien tot zich-
zelve dat men uil 't opstellen van eene kinder-
redevoering rn van eenige knipprrverzen, tus-
schen achtlienmaanders en grasgroene dichters,
zeer weinig besluiten kan voor of tegen 't al-
gemeen onderwijs en de algemeene opvoeding:
dat men eene goede school erkent, niet aan
eenige scherpschutters, die zelfs noch opper-
gaai, noch zijgaai, maar hier en daar een
klein gaailje van de vijfde of zesde klas kunnen
afschieten, maar veel beter: 1° aan de geleerd-
heid der onderwijzers zelve die, in plaats van
in Jans korlbroekschool een jaar of twee lalijn-
sche philosophic en theologie geleerd le hebben
regtstreeks tot het onderwijs bereid zijn geweest
I» en die, door openbare examens zoowel op de
ii opvoedingskunst als op de verscheidene onder-
ii wijssloffen die zij moeten leeren, hunne eigene
ii bekwaamheid bewezen hebben. 2° Aan de al-
ii gemeene geleerdheid en opvoeding, die de jon-
i gelingen van alle klassen der burgerij bekomen
ii en waarvan eenieder de volstrekte noodzakelijk-
ii heid veel beter kan waardeeren, alswanneer hij
a zich in 't burgerlijk leven, op een vrenide, cn
ii in alle slach van koophandel- of nijverheids-
i) betrekkingen bevindt. 5° Aan de leerzucht
welke de professor in den geest der jongelingen
ii weet op le wekken en dooi' dewelke zij later
ii aangeprikkeld worden oin, door nutiige en
i) aanhoudende lezingen, hunne geleerdheid voort
ii le zetten en meer en meer uit te breiden.
En de geuzen zouden wel durven spottenderwijze
daar bijvoegen, dat het hedendaags niet moeijelijk
is voor studenten uit bisschoppelijke kollegien,—
vooral, alswanneer zij kampen met leerlingen uit
de vervloekte staatsscholen van accessilen cn
eervolle meldingen le bekomen, gezien de stich
tende geschiedenis, welke gedrukt staal in de
annalen der mirakelen van O L. V. van Lonrdes,
zooals volgtDe leerlingen uit een groot kalho-
lijk kollegie, na gegaan te zijn om zich op eene
bijzondere wijze aan 0. L. V. van Lonrdes te be
velen en zelfs hunne pen in de mirakuleuze fon
tein gedoopt le hebben, gingen vol vertrouwen
naar hun examen. En ziet I de lwee-en-twintig
eerste die zich aanboden, zijn allen aanveerd ge
weest, en verscheide van hun met eene eervolle
melding! Zoo dat, met een half pintje Lourdes
waterTut, tut, tut De oud
student echt aan al zulken heer Gibbens praat
niet den minsten prijs en hij blijft staande houden
dat het wel klaarlijk volgt uit al de konkoersen,
dat het kollegie van Js Cnapelynck, de doorluch
tige principaal van is, voor wal 't onderwijs be
treft in 't fransch, in 't vlaamsch, in 'llalijn, in
't grieksch, in 't engelsch, in de geschiedenis, in
de aard rijks- cijffer en meetkunde, ten minste op
den vierden rang slaat van al de atheneums, ge
meente-en gepatroneerde bisschoppelijke kollegien
van geheel Belgie
'T is ook onze meening en wij zullen het Zon
dag nog nader bewijzen.
De vlaamsche vertooningen van het winler-
saizoen werden Maandag en Dijnsdag II. inge
huldigd door de maatschappij Barbaristen onzer
stad, met de medewerking van Mcv. Bataillr, die
laatst is bekroond geweest met den eenigeu prijs
op den prijskamp van Breda, en Mev. Verguit,
tooneelspeelster le Antwerpen.
Men gaf drij uilgelezen stukken een Boe-
renmeisje en Anne-Mie, blijspelen, en de
Vondeling, door Willem Seulens, 't welk eene
der schoonste vlaamsche tooneelspelen is die op
ons tooneel nog zijn opgevoerd geworden.
Onze Barbaristen hebben allen zeer goed ge
speeld; maar wij kunnen niet nalaten eene bij
zondere melding te doen van de herren Reniere,
II. Rakelboom en Verbauwe die meesterlijk hunne
rollen vertolkt hebben men ziet dat deze vlijtige
liefhebbers de gewoonte der planken hebben en
dat zij de peisonaadjen bestudeeren welke zij
moeten verbeelden.
Mev. Balaille en Verguit hebben, naar ge
woonte, den grootslen bijval genoten, het ware
overtollig nogeens de lofrede te doen dezer twee
vollreffelijke altisten, wiens goede faam in het
land genoeg bekend is. Het gedurig handgeklap
waarmede zij begunstigd waren, moet hun be
wijzen dat men hier hun schoon talent naar
waarde weet te schatten.
Een goed orkest, samengesteld uit eenige
leden der Philharmonic, liet in de lusschenpozen
zijne aangename akkoorden hooren men heeft
bijzonderlijk een polka voor piston vol moeilijk
heden door d'heer J. Bruynooghe uitgevoerd,
algemeen gebisseerd.
Het talrijk publiek dal de Zaal vervulde heeft
ten hoogste voldaan geweest over deze buitenge
wone vertooningen.
Er was maar eene schaduwe aan het tafereel,
t is dat het schouwburg (als men eenen zolder
alzoo mag noemen) de helft te klein is geworden
voor de menigte die zich daar in verperst als
haringen in tonnen. Het is schandelijk dat eene
stad, ongeveer 12,000 inwoners tellende, zoo
eene belachelijke tooneelzaal heeft, wanneer men
sleden ziet, van half mindere grootte, die zeer
schoone theaters bezitten.
Wij hopen dat de raadsheeren die op het stad
huis zetelen eens daarover zullen redekavelen,
maar dat zij daarop het advies niet zullen vragen
van hunne gekruindc overheden, zooals hel
hunne gewoonte is.
Onze kaloten gaan wederom wel.
lederen keer dat luiters of maneblusschers nu
vergaard zijn, 't is kijven, krakeelen of vechten,
't is nogeens alle zondage te doen.
Dat zijn nochtans van die brave, deugdzame en
katholijke jongheden, van wie deken en pastors
den lof luiten, die in processien en in missen
spelen en hel schoonste versiersel der bedevaarten
uilmaken.
Deden de philharmonisten het honderdste deel
van t gene die pilaarbijters uitmeten, menzon
preken en spreken op de schandelijkste wijze over
het baldadig gedrag van zulke mannen, zonder
religie noch zeden (Stijl Huijs-muis en Cie). Maar
l zijn kalole-slaven en 't is al wat de zwarte bende
eischt.
Wij zijn nieuwsgierig Zondag in hel Ypersch
vuilblad le lezen wat Juillje met zijn boekje daar
over zal zeggen.