Briefwisseling dep Toekomst. Vepschiüige Tij dingen. In ons nummer van Zondag hadden wij een artikel overgenomen uit den Journal Beige van 30 Januari 1877, waarin er gewag ge maakt was van het schielijk overlijden van M. Victor Vander Cleyen, ontvanger van't Enregistrement, te Meulebeke, voorgevallen in de Rijselstraat, te Kortrijk. Donderdag laatst ontvingen wij, geheel verwonderd, eenen brief van dien zelfden heer, waarin hij ons verzoekt de mare zijns overlijdens te logenstraffen, verzoek waar aan wij met veel vergenoegen voldoen. Mijnheer Uitgever der Toekomst, Mijnheer Uitgever Heer Opsteller, MENGELINGEN. diepste huns geweien zich piichlij gevoelende, het noodig vinden looze trekken aan Ie leggen om een min radeelig vonnis te bekomen. De tweede reden mijner stilzwijgenheid op de menigvuldige schimpartikelen, ligt in de grofheid en dwaasheid van uw correspondent's gedachten, gevoelens en taal. Al wat die correspondent tegen mij wist uit te kramen was toch zoo lang en snood, zoo bot en onverstandig dal het mij nooit geen antwoord weerdig scheen. Alle verstandige lezers, zelfs de liberalen, moesten noodzakelijk de schouders optrekken en vragen wat bedoelt zulk ge- f gevrocht"» n Wie mag die eerlooze schrijver zijn Ja, de trcffelijkste der liberalen en zijner vrienden (menig, een heeft het bekend) hebben in hem eenen man gezien, in wiens hert al eerge voelen ril alle schaamte door ongeloof,goddeloos heid en zedeloosheid voor zeker zijn uitgedoofd. Zoo schandig waren gemeenlijk zijne gevoelens en zoo schaamteloos waren zijne dubbelzinnige uitdrukkingen in den grond nagezien en ver slaan, dat een ieder aan die vuile taal den zede bederver erkende Aan de taal kent men den man. Ik ken noglans het vuil mannetjes zijnen naam niet, en zal hem vvaarschijnelijk nooit kennen daar hel nooit zijne schandigè artikelen zal durven teekenen, uit vrees van, zijn leven lang, door het publiek als een eerlooze aanzien en misprezen te worden Nu, aan dal onbekend eerloos mannetje beloof ik, eens voor altijd, nooit zijne vuile taal te beantwoorden, maar de zelve, telkens zij tot proces slof en aanleiding oplevert, door de rech ters te laten oordeelen. Mogelijks zal het, een tweede maal, er min wel van afkomen. Want van deze keer, schijnt hel ventje te v red en over den uitval van het proces hem aangedaan. Of deze tevredenheid rechtzinnig en redelijk is, wil ik nog een weinig onderzoeken, en 't is daar de reden waaróm ik nu een antwoord naar de toekomst ii zend. Gij zijt geestig en te vrede, schrijver der toe komst nochtans, twee van uwe artikels zijn toch wel, door den rechtbank van IJperen, als beleedigeiide artikels veroordeeld! De toe komst die ze overgenomen had ligt toch met de schande van Bene Veroordeeling op het hert Veroordeeld zijn is dat zoo geestig en verblij dend, correspondent der veroordeelde toekomst door hel tribunaal als beleediger openbaarlijk erkend en verklaard zijn, is dat eerlijk en treffe lijk, veroordeelde toekomstschrijver Houdt gij dan zoo weinig aan uwe eer en faam, om onge voelig of zelfs blijde te schijnen, wanneer deze door eene veroordeeling ten eeuwigen dage geschandvlekt zijn, en gij op het voorhoofd gebrandmerkt draagt voor altijd den naam van beleediger Maar zie hier misschien de reden van uwe uit wendige blijdschap Het veroordeelrnde vonnis legt u geéne geldboete op, en zoolang gij uwe beurs gesloten kunt houden of er niet diep in schieten moet, blijft gij voldaan!! Weihoe! Poperingiche correspondent, gij zijt dan een geldman Geld bij u is meer dan wet en recht Geld houdt gij meer in achting dan uwe eigene eer en faam of, verheugt gij u misschien, omdat hel ontberen uwer geldboete voor ons eene ware bankbreuk a moet zijn Daarop moogt gij u gerust stellen hoort hier waarom Gelijk of gij, in uwen artikel van Zondag, 21" Janna rij, het geheel wel hebt geraden, wij hadden van de kleene sommekens inderdaad al beschikt voor gewichtige zaken. Want hadde uwe geldboete door den rechtbank uitgesproken geweest, wij waren van zin, in dit wintergetij, den arme liet te doen genieten. Nu dat de zaak anders is be slist, zijn wij noglangs aan geen ongehoorde onaangenaamheden blootgesteld. God zij ge dankt, om goede werken te doen, hebben wij geen liberaal geld noodig, en de bankbreuken of andere ongehoorde onaangenaamheden zijn hel gevolg gemeenlijk niet van goede werken. De bankbreuken zijn meer te vreezen voor die in onverslaanbare speculatien, met een anders geld, koopen, scheuren en verkoopen, zonder dal er zich iemand aan versta. De bankbreuken zijn pijneIijke zaken laten wij ervan zwijgen immers hel spreekwoord zegtspreekt van geene koorden in het huis van eenen gehangene. Nu, voor uwe lezers ten minsten, zoo niet voor u, zal ik de redens ophalen waarom gij van de geldboete door den rechtbank ontslagen zijt. Voorzeker zullen alle verstandige lezers vinden niet mij, dat daar ook, voor u weinig' stof van voldoening <11 blijdschap is. Ik zal letterlijk de beweegredenen van liet vonnis opgeven. e Ingezien, zegt liet tribunaal, uw 2dc artikel ii (van 25 junij 1876) niet anders is dan de be- ii schrijving van eenen stoet in uwe inbeelding a uitgevonden, en dat in deze beschrijving de a vulschheiden de zottigheid zoodanig gepaard gaan, dal niemand de zelve als waar en ge- meend kan opvatten a Ingezien dat de bewoording dier artikels dan a geenen eerroovenden laster bevat, maar alleen- 1 ii lijk beleedigingen die niet toereikend zijn, ii noch om de achting (e krenken welke de ii vrager geniet, noch om hem eenige waardeer- I bare schade aan te doen. Om deze redens ver- t a klaart het tribunaal dal deze bedoelde artikels beleedigcnd zijn en veroordeelt den gedaagde l ii tol de onkosten als eenige schadeloosstelling. (Allendu que Ie toekomst du 25 Juin 1876 conlienl deux articles on l'on s'occupe du di man deur, et que le, second n'esl que la description fantaisiste d un cortege, oil le faux se mèle au burlesque et qu'il n'est pas possible de prendre au séricux Altendu que les ënonciatioiis de ces articles ne constituent done pas des calomnies, mais des injures, qui ne sauraient atteindre la considera tion donl jouil le demandeur, ni lui occasionner aucun dommage appreciable. Par ccs motifs, le tribunal declare injurieux les articles indiqués el pour tons dommages-inlérèts condamne le défendeur au dëpens). Ehwel Veroordeelde toekomstschrijver, of de woorden hebben geene beleekenis meer, of deze beweegredenen kennen u daar. drij of vier hoedanigheden toe die niemand veel doen lachen zouden. Zegt het tribunaal niet dat uwe artikels zotte klap waren, en welk gewicht moeten voortaan uwe lezers nog geven aan den zotten rimram van eenen grilligën kluchtspeler Wat erger is, verklaart het tribunaal niet'dat gij in uwe artikels valscliheden uiteen gedaan hebt en dal uwe veroordeeling minder is, om dat uwe valschheid zoo kluai blijfiend was maar achter zulke veroordeeling, wie mag en kan er u nog geloof en betrouwen gever. Wat gepeisd en gezeid van zoovele nieuwstijdingen, beschuldigingen en veroordeelingen die gij, ten pas en ten onpas, in uwe correspondentien brengt, om schandaal te geven en bederf te zaaijen De verklaring van het tribunaal moet en zal voorlaan aan uwe vuige en listige nitkramin- gen voor antwoord dienen valschheid Waar blijkende valschheid Om valschheid veroordeeld zijn is schandig, omdat liegen altijd schandig is, maar wat zeggen van den leugen om iemand te benadeeligen en le krenken in zijne eer Overweeg, veroordeelde toekomstschrijver, overweeg wat een valsche beleediger is, en zeg of zulke naam u blijdschap en voldoening geeft. Gelukkiglijk het tribunaal heeft u eene vierde en zeer vernederende hoedanigheid gegeven uwe onbevoegdheid, uwe ontoereikendheid. Al uwe zotte kiup, al uwe valschheden, al uwe beleedigingen zijn onbekwaam om ren treffelijk man te kwetsen of le deeren. Wat blijft gij dan Een armzalige sch rij velaar die wil kwaad doen en niet kan. Wees dan niet meer verwon derd, indien de verstandige en eerlijke lieden u verwaarloozen en verachten. Waarom zich bezig houden met een grillig hondje, dat wel bassen, maar toch niet bijten kan Daarom verwaarloos ik u, en haddel gij, in plaats van uwe blijdschap uit le kramen, aan uwe lezers kenbaar gemaakt uwe veroordeeling gelijk zij was, gij hadl uwe kolonnen niet moeten ver vullen met de bemerkingen die ik u voorenslel met dezelve vr iendelijkheid waarmede ik u, om te sluiten, mijne groeting doe. J. CNAPELYNCK, principaal van 't kollegie. Ik kom zoo aanstonds in uw geëerd blad van Zondag laatst te lezen dat ik, op 50 Januaii laatst, schielijk in de Rijselstraat te Kortiijk, overleden hen. Wees zoo goed te willen kenbaar maken dat mijne begraving onbepaald uitgesteld is. Ik verzoek mijne vrienden en kennissen, aan welke ik, uil vergelenheid, geenen bekendma- kingsbrief zou gezonden hebben, het tegenwoor dig belichtte willen aanzien als denzelven ver vangende. Aanvaard, bid ik u, Mijnheer Uitgever, de uit drukking mijner gevoelens van hoogachting. V. VANDER CLEYEN. Ontvanger der Onrechtstreeksche belastingen. Meulebeke, den 7 Februari 1877. u Men schrijft uit Elverdinghe Ik heb Zondag laatst getuige geweest van eene daad waarvan ik veronlweerdigd geweest ben. Korts voor het begin der misse zie ik een man in de kerke komen. Op den builen kent iedereen zich hij naam en toenaam en hem niet erkennende moest dan die man een vreemdeling zijn. Hij nam een stoel en zette zich onder het hoogzaal. Verders lette ik op hem niet meer, daar die man, als allen christen, zich godvruchtig aan hel bidden zette en ik zou waarschijnlijk op hem nooit meer gedacht hebben, ware het niet dat eensklaps mijne aandacht al zijnen kant opgewekt wiel d door een buitengewoon gerucht. Pijk. nzol was in eene kattenkolerie en wilde den vreemdeling forceeren met zijnen stoel verder in de kerk te gaan zitten. De vreemdeling, die zich zeker aan zulke groolt beleefdheid niet ver wacht had, maakte geene opmerking en heeft op staande voel de kerk veriaten Tot eere onzer gemeente, protesteer ik tegen de handelwijze van den pijkemau, die in hel uil- oefenen van zijnen dienst zich altijd zou moeten herinneren dal de beleefdheid de eerste deugd is dat mei) jegens de vreemdelingen moet in acht nemen Wat zotte grillen men zou wel denken dat Elverdinghe door wilden bewoond is!.... ik neem dit niet aan en wanneer onze suisse domme ma nieren uitmeet, mag hij alleen er de verantwoor delijkheid van dragen. Ontvangen M. enz. X. BECELARE, 8 Februari 1877. Dinsdag laatst had alhier het huwelijk plaats van M. Degryse, notaris te Zonnebeke, met jouf- vrouw liasyn, neve van M. Rayart. Ter dier gelegenheid was de gemeente in feest. Allen hadden gewedijverd om de plechtigheid zoo luislerlijk te maken als het maar zijn kon. Moeite en kost werden er niet gespaard. Ouk ontbrak er niets. Vlaggen, jaarschriften, dichten, muziek, groen en bloemen, alles was in over vloed. In een woord, eene versiering',' zoo men er te Becelare alleen ziet. Indien de correspondent van 't IJ pers Vuil- blad de feest bijwoonde mort hij op zijn gemak niet geweest zijn immers de bewijzen van ge negenheid die onze volksvriend ontving, waren zoo talrijk en zoo treffend dal zij het hoofd van dien schrijvclaar hebben moeten doen draaien. Zij zullen hem genoeg getoond hebben dat de Bi celarenaars nog niet diep genoeg gevallen zijn in den put der ondankbaarheid om de weldaden te vergeten of te miskennen die zij M. Buyarl verschuldigd zijn. Ook, wanneer die correspondent met al zijne aanhangers op him barabas I roept, antwoorden wij hem Leve de Pacha, gelijk Ridder Rayart Z. flTwifm 1 Men leest in de Constitution van Kortrijk Eene jonge dochter die zich sedert eenigen lijd in een huis van ontucht, Houtmarkt, bevond, had besloten te ontvluchten. lil den nacht van 51 januari laatst, wilde zij haar ontwerp ten uitvoer brengen, zij hond hare slaaplakens aaneen en liet zich van uil hel venster van hel 5e verdiep zakken. Ongelukkiglijk waren de redmiddels niet sterk genoeg een der lakens scheurde en het meisje viel op het plankier. Zij werd doodelijk gekwetst opgenomen en naar het gasthuis vervoerd. De bekende sergeant Mathieu, die indertijd Louis Napoleon denlateren keizer Napoleon III te Straatsburg gevangen nam, toen hij aldaar eene poging deed om Frankrijk te veroveren, zal bin nen kort te recht staan wegens diefstal. Koning Louis Philippe heeft hein nooit op eenigerlri wijze ondersteund. Onder het latere keizerrijk kon hij hulp noch ondersteuning vragen. Sedert dien tijd geraakte hij in diepen nood en eenige dagen ge leden maakte hij zich schuldig aan i ene diefstal, waarvoor hij nu wordt achtervolgd. Hij maakte zich meester van eenen koffer, behoorende aan een katholieke geestelijke. Een schrikkelijk tooneel had woensdag om 5 '1/2 uren plaats in den Plantentuin te l'aiijs. Rond den beerenkuii stond eene volksmenigte waaronder zich vele kindermeiden bevonden, die kinderen op den arm droegen. Eensklaps gaf een dezer meiden een hartverscheurende schreeuw uit. Het wichtje van vijfjaren, dat zij op de leuning vasthield, opdat liet beter de dieren zou zien, ont snapte haar en viel in den kuil. Eene algemeene beweging vaoschrik heerschte. Welke wreed dra ma ging plaats grijpen In 't geheel niets. De twee beeren bezagen verwondert het kind, maar, even alsof z.j beschaamd waren geweest een zoo zwak slachtoffer aan te vallen, bewogen zij zich niet. Dat was al reeds veel. Maar de kwestie was om er het kind uit le trekken. Wie dorst er zich 'mée belasten Was het niet le vreezen dat degene die er zich zou laten inzakken voor zijne stoutmoedige poo ging zou gestraft zijn Een lieer aarzelde noglans niet. De wakers sloegen hem eene koord rond de ar men en lieten hem zakken. Men zag hem liet kind opnemen en een veilichtingszucht ontsnapte aan aller horsten, toen hij het kind boven gebracht had. De arme kleine ontsnapte niet ongedeerd a3n het gevaar. In zijnen val brak hij zich den arm. Hij bekwam de eerste zorgen in eene apolhekerij en werd vervolgens naar zijneondersovergebrachl. YVat de redder betreft, deze heeft zicli snel aan de gelukwenschen der menigte onttrokken en het was onmogelijk zijnen naam te kennen. De assisen der provincie West-Vlaanderen voor den 2° trimester 1877, te Brugge zullen den maandag 9 april 1877, om 10 uren 'smorgends geopend worden. M. Van Alleynnes, raadsheer bij het beroepshof van Gent, is voorzitter benoemd. Over eenige dagen is de steamer Neder land kapitein James van Philadelphia in de haven van Antwerpen aangekomen. Bij zijn ver trek uil deze laatste haven was de genaamden Yzerhyt geboortig van Belleghem hij Kortrijk, aan boord gebracht. Die kerel was beticht van bedriegelijk bankroet en schriflverv'alsching en was op aanvraag van het helgisqli gouvernement door dat der Vereenigde-Staten uit Amerika uitgeleverd geworden waar hij heen gevlucht was. Volgens men ons verzekert genoot de uitgele verde aan boord van den Nederlandwaar hij een kooi van eerste klas bezigde, de grootste vrijheid gedurende den overtocht. Alles was tot hiertoe zeer goed vergaan, doch op eenen afstand ongeveer twee mijlen van Oostende gekomen, is de gevangene over boord gesprongen en heeft waarschijnlijk den dood inde golven gevonden. Toen inert zijne verdwijning bemerkte heeft men aanstonds hel koffer dat hem toebehoorde opengebroken waar men een brief aan zijne familie in gevonden heeft, in welke hij hun vaar wel zegde en tevens zijne schuldeischers om ver giffenis had. De runderpest is in Duitschland uitgebors- teÉ?U:MÏ «IlJOJl 90IV193 lil) QlOUflOO .01 'lil De noodfgé maatregelen zijn er genomen om de besmeltingle voorkomen. Ons gouvernement heeft dan ook den in- en doorvoer verboden van vee van Diiitsphen oorsprong, evenals liet vleesch, de huiden een verderen afval van het vee voort komende. De runderpest ook in Engeland en andere lan den van Europa ontstaan zijnde is de doorvoer ins gelijks verboden van liet vee en de woldieren voort komende uit DuitschlandIerland, Engeland, Rus land, Oostenrijk-Hohgarie, de Donau-vorstendoni- nien en Turkije. Het schijnt dat Billoir een onwettigen zoon heeft die heden garcopi is in een gemeubcleerd hotel der Abdcsstfaat, te Mflntmatre en die tot heden toe den naam zijns vaders had gedragen, welke hem erkend had. De jongeling, oud 21 jaren, zou een smeek schrift ingediend hebben om de toelating te be komen zijnen naam le veranderen. Nieupoort is ook overstroomd geweest. De schade is aanzienlijk, de zee heeft al de dijken in het omliggende doorhrokin, de circulatie is on derbroken op de lijn van Nienpoortbaden. Deze vvetk zegde een moeder tegen haar kind c Jantje, geeft aan juffer Marie een klis voor dat gij slapen gaal, gelijk een wijs kind. Neen, moeder, zei Jantje, ik zou niet gaarne varen gelijk papa, gisteren avond als hij tm juffer Marie een kus wilde geven, kreeg hij een oorveeg dat hel. klonk Eene lichtzinnige vrouw, die tiaar man verlaten had, kwam na eéiiigrn lijd terug bij hem en vroeg: Man kunt gij mij vergeven dat ik u zoo verlaten heb -'Ja, vrouw, dat kan ik u zeer wel verge ven maarwat ik u niet kan vergeven, dat gij terug gekomen zijt. IJPEREN, 10 Februari. GRANEN ENZ. verkochtte kwantiteit. mldderiprijs p. 100 kilo. 50,900 26-75 5,500 21-50 Haver 1,500 24-25 Er we ten Boontjes Aardappelen Boter <1,400 2,-100 10,000 24-50 25-00 11-50 580-00 P0PER1NGHE, 9 Februari. middenprijs. Tarwe, per hektoliler, fr. 21-23 Rogge, -16-50 Haver, 12 Aardappelen, de 100 kilos, -11 Boter de kilo, 5-90 Hoppe de 50 kilogr. fr. a VEURNE, 7 Febr Tarwe per 145 liters fr. 50 53 50 Rogge, id. 20 24 Sucrïoen, id. 18 50 20 25 Haver, id. 14 16 30 Boonen, id. 25 28 Erweten, id. 28 51 KORTRIJK, 5 Februari. Tarwe, per hectoliter, fr. 22 25 a 25 Rogge, 16 16 50 Haver, 12 23 15 25 Aardappelen, per 100 kilos, 8 50 10 Eieren, per 26, 2 73 5 20 Boter, per 1/2 kilo, i 50 1 80 LEUVEN, a Febi Tarwe, por 100 kilo, fr. 29 75 a Rogge, i. 20 Voederhaver, 21' 50 Aardapp. 8 50 Boter, de kilo 3 25 Eiers, de 26, 2 80 ROESELARE, 6 Febr Tarwe, 150 liters, fr. 28 a 29 ld. van Australië, 25 26 ld. roode, Rogge, 20 21 liaver, 21 22 Boekweit, Boonen, 28 29 Aardappelen, de 100 kilos, 5 50 6 Boter, per kilo, 5 57 3 Eieren, de 26, 5 20

HISTORISCHE KRANTEN

De Toekomst (1862-1894) | 1877 | | pagina 3