POPEBINfiH Vlaanderen's spoorwegnet. t Is vleiend Ai langer zoo onverdraagzamer. Stadsnieuws. In eene gemeente in den omtrek van Aalst is er een meisje van 18 jaren, dat dooreen zenuwkwaal is aangedaan, die buitengewone uitwendige vormen aan biedt. Het schijnt dat de ouders van het meisje reeds de zaak exploiteren en er een mirakel van maken. Een geneesheer, door een bevoegd per soon vergezeld heeft zich ter plaats begeven en heeft vastgesteld dal het meisje van eene zenuwziekte is aange daan, die zeer zelden voorkomt. Wanneer zal men het einde zien van al die onweerdige en schandelijke exploi tation. De Opinion van Antwerpen, zegt dat er in de Dambruggeslraat, te Antwerpen, een godshuis is dat door kloosterlingen gehouden wordt. Dcoude wijvekensdie daar verblijven, zijn op straffe gesteld geworden, 't is te zeggen dat zij gedurende één maand niet mogen uitgaan, omdat zij door het venster gezien hebben, terwijl de Kaval- kade van halfvasten voorbij dat gesticht trok. Wat christelijke en goede zielen zijn toch die zuslerkens Men leest in den Journal de Char leroi Het gouvernement heeft over eene bestuurlijke kwestie uitspraak gedaan, die zeer de nijverheidsgemeenten aanbe langt. De plaatselijke overheid mag haren toevlucht niet nemen tot het leger voor den dienst der nachtpalroeiljen, die zij noodig acht om de orde te behouden en de aanvallen legen de personen en de eigendommen te voorkomen. Men herinnert zich dat de plaatsbevel hebber te Charleroi in den loop van 1870 en 1871, zonder de minste moeilijkheid en gedurende een tijdverloop van drie maanden, de hulp der troepen, onder zijne bevelen, heeft ingeroepen voor het inrichten van nachtpatroeiljen. Het gouvernement, aan wien men de zaak onderworpen heeft, heeft beslist dat het uitsluitelijk aan de burgerwacht behoort nachtpatroeiljen te vormen en dal de burgerlijke militie zich aan dien orde- en veiligheidsdienst niet kan ont trekken, zelfs in de landelijke gemeente, waar de burgerwacht niet werkelijk is ingericht. Men weet dat er talrijke vragen zijn toegekomen om het gouvernement te verzoeken hel spoorwegnet van Vlaan deren over te nemen. Nu, het schijnt dat de personen, die door de klerikale volksvertegenwoordi gers met de belofte gepaaid zijn gewor den, dat de Staat die ijzeren wegen zou overnemen, deerlijk gefopt zijn, want de Journal de Bruxelles, tolk van het ministerie, zegt dat M. Malou dal spoor wegnet weigert over te nemen, niet om- dal er geen geld in kas is, integendeel, de Staatskas stroomt over, maar omdat het gouvernement denkt dat die lijnen de noodige sommen niet zullen opbrengen om de renten af te werpen en die over name te schadelijk voor den Slaat zou zijn. Dal is een schoone slroost voor de belanghebbenden. Maar dal zij wachten tot dal er eene kiezing moet plaats heb ben, dan zullen de volksvertegenwoordi gers en de ministers op nieuw beloven dat zij het spoorwegnet in kwestie zullen overnemen Vlaanderen's spoorwegnel en hel Ka naal van Terneuzen zijn twee kiesmid- delen, die het gouvernement in portefoelie houdt, om er op tijd en stond met voor den dag te komen. In zijn verhoor van woensdag laatst, heeft de rechtbank van Bergen beslist dat het verwijt van gij zijt een jesuit, een erge beleediging is. De rechter heeft een inwoner van Cuesmes. die een burger dat woord naar het hoofd had geworpen, tot eene boet van 10 fr, veroordeeld. Dat is vleiend Sociëteit Jesu voor de leden der In den Lierenaar van zaterdag treffen wij de volgende briefwisseling aan, die eens te meer aantoont hoe ver de geeste lijkheid den haat en de verdrukking, zelfs na de dood nog, op onze dagen uitoefent. Ziehier deze briefwisseling, waar wij niets moeten bijvoegen dewijl Mevr. Van Mol, het slachtoffer van den geeste lijken haat, in haar antwoord aan den heer De Coster, pastoor-deken van Lier, zich beter met die taak gelast dan wij het zouden kunnen doen Lier, den 23 Maart 1877. Aan Madame We Van Mol-Aelaerts, te Lier. BURGERSTAND Huwelijken. Sterfgevallen. Madame, Ingezien de stellige wetten der H. Kerk en het advies mijner overheden, ben ik ge dwongen bij u eene pijnlijke plicht te vervul len, namelijk de plicht van u te berichten, dat zoo lang gij de hoedanigheid behoudt van drukster en uitgeefster der weekbladen De Lierenaar en De Burgerij het niet mogelijk is u tot de tafel des Heeren toe te laten. Mochte ik zoo gelukkig zijn te vernemen dat gij de beletsels hebt uit den weg ge ruimd, zoude ik met vreugd alle zorg aan wenden om u met de kerk te verzoenen. Ik eindig, Madame, met den vurigen wensch te uiten dat ik eerlang deze vreugd moge genieten. Uw bedrukte dienaar Pu. De Costeii, pastoor-deken. Op deze brief heeft Madame Van Mol als volgt geantwoord Lier, 31 Maart 1877. Mijnheer, lk heb uwen gereconnnandeerden brief van 23 maart 1877 ontvangen, in den wel ken gij mij laat weten dat zoolang ik de hoedanigheid van drukster en uitgeefster der weekbladen De Lierenaar en De Bur gerij zal behouden, het niet mogelijk is mij aan de tafel des Heeren toe te laten. Uie briefis den priester waardig die mij nen te vroeg overleden echtgenoot in de hoofdkerk van Lier eenen openbaren smaad en hoon toebracht, met hem in het publiek de Sacramenten te weigeren. Na het overlijden van den man, moest de christelijke liefde zooals gij. Mijnheer de Deken, die verstaatUEd. het gedacht inboezemen zijne weduwe en weezen te doen kiezen tusschen de berooving hunner brood winning en het weigeren der Sacramenten. Gij weet nogtans zeer wel, Mijnheer, dat ik aan uwe eischen niet kan voldoen, de eerste plicht van eene Weduwe en Moeder is, van hare vaderlooze kinderen bestaan en opvoeding te verschaffen, en de nagedach tenis van hunnen braven Vader te doen beminnen en eeren. Ik zal aan deze twee plichten niet te kort blijven. Ik hoop mijne kinderen als goede burgers en ware christenen op te brengen. ik zal hun leeren onderscheid maken tusschen eenen godsdienst van liefde en ver broedering en tusschen zekere priesters, die hem gebruiken om hun politieken haat en driften te voldoen. Uw brief, mijnheer De Goster, zal me nigeen onzer stadgenooten het verleden herinneren, toen de eerbiedwaardige en diepbetreurde heer De Roover nog Deken van Lier was. Hij, de brave man, wist te vermijden zich in de politieke strijden te mengen, hij trachtte de verbittering en den haat te ver zachten en gaf altijd het voorbeeld van lief dadigheid, verdraagzaamheid en verzoening. Hij was de vriend, de verdediger, de hulp van weduwen en weezen. Ik eindig mijnen brief, Mijnheer, met u te zeggen dat gij, die reeds verantwoorde lijk voor God zijt, van hetgene er met mijnen diepbetreurden echtgenoot is voorgevallen, ook de verantwoordelijkheid zult dragen van hetgene er met mij zal gebeuren. Gij die ons beoordeelt zult zoo wel als wij door Hem beoordeeld worden. Ik zend u dezen brief met den post, en zoo als u het gedaan hebt, gerecomman deerd, en zal denzelve zoowel als den uwe in de weekbladen, waarvan ik drukster ben, inlasschen. Mijne eer eischt dat ik uwe doenwijze en hare redens publiek make. Aanvaard, Mijnheer, mijne groetenis- sen. We E. J. Van Mol. IJperen, den 7 April 1877. Burgerwacht. - Een bericht, aan de leden der Cijbelschulters-maatschappij der Bur gerwacht medegedeeld, laat die heeren kennis nemen dat de Schieting-Tombola, ingericht voor Zondag, 8" April, uitgesteld is tot den Maandag 9" April 1877, verjaardag van Z. M. Leopold 11, ten 6 l/2 ure 's avonds. Boven den inteekenings-prijs, geeft de Maat schappij nog dry prijzen en twee andere prijzen zijn door den heer opder-voorzitter aan de Maatschappij gegeven. Verdronken. - De genaamde Joseph Dehollander, oud 45 jaren, metzelaar, gebo ren en wonende te IJperen, die in >1 11 nacht van 12 tot 13 Maart laatst uit zijn huis was verdwe nen, is Donderdag laatst, 5 dezer, uit onze sl As- wallen (achter S' Jacobs-kerk) opgevischt. Het lijk was reeds in staal van verrotting; men denkt dal hij bij toeval, of wel al dronke zijnde, zal in het water gesukkeld zijn. Dehollander laat eene arme wtduwe en 6 klei ne kinderen achter. SCHOOLPENNING. Uitgaven. Uitgaven tot 8 Dec. 187(3, fr. 4,129-15 Uildeeling van patijnen en zokken (Jongens-Gemeenteschool), 564-30 Uildeeling van kapelinen en clials (Meisjes-Gemeenteschool Van Zulpee- ne-Lamotte), 494-35 Betaald voor de 1" kominunie van tien meisjes (school id.), 596-17 Hulp ten huize, 51-40 Algemeene onkosten, 26-43 Onkost der kavalkade, 146-27 Totaal fr. 5,981-05 Ontvangsten. Yoorige lijsten, 9,234-92 Bus St-Sebastiaan, 6-00 a Gouden Aeend, 5-60 a Vrijestalenboogsclmtters, 4-32 n Salon d'Apollon, 6-19 a Vrange, 12-56 Partij Marmitrn in het Schaapstal, 85 Uitgaven tot heden, 9,*70-44 5,981-03 Blijft in kas fr. van den 30 Maart tot den 6 April 1877. GEBOORTEN te zamen 9. Mannelijk geslacht 6) Vrouweiljk id. 3) Depuydl, Julianus, ijzerdraaier en Dehollander, Victoria, kantwerkster. Viaene, Arthur, werkman en Payé, Maria, kantwerkster. Gillis, Petrus, huidenvetterswerkman en Van Leene, Maria, kantwerkster. Vermeulen, AI- phonsius, kooffeerder en Joos, Celina, zonder beroep. Blieck, Bernardus, slachter en Mou- liez, Maria, modewerkster. Lusschentirr, Julianus, letterzetter en Devos, Eugenia, kant werkster. Vanoverschrlde, Vital, 68 jaren, werkman, echtgenoot van Maria Wildermeersch, Lange- Thouroulstraat. Breyne, Philippus, 66 jaren, zonder beroep, ongehuwd, Lange-Thouroulslraat. Paket, Carolus, 51 jaren, herbergier, echt genoot van Sylvia Deworm, Sl-Pieters-nevens- IJpre. Preyers, Hector, 27 jaren, kleermaker, ongehuwd, St-Jacobsstraat. Bonnel, Maria, 33 jaren, zonder beroep, echtgenoote van Arthur Adenot, Boterstraat (Beluik). Goubé, Floren- tia, 28 jaren, kleermaakster, echtgenoote van Augustus Venneersch, Korimarkt. Grison, Louis, 78 jaren, hovenier, weduwaar van Sophia Vanhove, Boterstraat. Dehollander, Josephus, 43 jaren, werkman, echtgenoot van Maria Grim- monprez. Kinderen beneden (Mannelijk geslacht 3) de 7 jaren: (Vrouwelijk id. 4) Paascliliiecht. Kwezel. Eervv. Vader, 'k heb mijnen man bedrogen met, niettegenstaande zijn verbod en mijne belofte, 20 fr. aan Sl Pieters-Penning te geven, in plaats van aan den armen. Biechtvader. Ga voort, mijn kind. Kiv. 'k heb hem in oneenigheid gebracht met zijnen besten vriend, omdat deze liberaal is. Na dat ik nutteloos verscheide listen gebruikt had,heb ik hem eindelijk bij mijnen man beschul digd, alsof hij mij oneerlijke voorstellen zou ge daan hebben Ik wierd welbaast verschrikt over mijne valschheid en om zware gewelddaden te vermijden, heb ik moeten schoon spreken, vleien en smeeken. Indien er eene uitlegging had gevraagd geweest, had ik moeten in vuile val len. Nu haat mijn man hem heviglijk en zij zien elkander niet meer. D. Men verstaat dat uwe consciëntie eenig- zins ongerust is, mijn kind, nochtans gij hebt u in alles vervoegd aan de ware leering van O. M. de H. Kerk. Zij dankbaar aan 0. L. V. Onbevlekt dat zij u tegen den slechten invloed van uwen man beschermd heeft en ga in vrede. Rousbruggenaar. Biechtvader. Maakt gij geen deel van de Philharmonic van Popermghe g0_Neen ik, Eerw.Vader. Nochtans ben ik met mijne vrouw en kinderen, op Poperinghe kermis uitgenoodigd geweest op 't groot Concert in den hof van M. de Poch. 1_ Wel ,gij mocht daar niet gaan 't Is streng' verboden, op doodzonde. AA ilt gij mis schien dal uwe dochters in zulke slechte verga deringen hun verderf zouden vinden p0i Maar, Eerw. Vader,'t was eene zeer schoone vergadering.Indien iemand zich aldaar de minste onbetamelijkheid loeliele, zou hij terstond uit het gezelschap verbannen zijn. B. (met hevigheid). Als de priesters iels verbieden, weten zij wel waarom. Gij hebt het recht niet van hun verbod te beoordeelen. Ik moet u zeggen dat, indien gij nog den voel stelt op 'teen of't ander feest van die vervloekte so ciëteit, gij nog van mij noch van eenen anderen priester, geen absolutie meer zult bekomen. De bevelen van 't bisdom zijn stellig. Hebt gij dat verstaan Ro. (verontwaardigd). Ja, Eerw. Vader. B. En 'k verhoop dat gij 't niet zult verge ten Voor uwe penitentie zult gij de zeven psal men lezen, drie maal de litanie van 0. L. V. en twee paternosters. Ro. (in zich zeiven). 't Is toch ongelooflijk! Welnu, wij zullen nog later zien wal er ons te doen staat Abbétje. Eerw. Vader, 'k beschuldig mij van sedert lang haat en nijd te dragen tegen ver scheidene personen. Biechtvader. Gij weet nochtans, mijn kind, dat Jesus gezeid heeft Bemin uwen naas ten gelijk u zeiven A. Ja, maar 'l is sterker dan ik. 'k Heb zelfs personen gehinderd in hunne belangen, en, ware het in mijne macht geweest, dan zou ik ze met hunne familie op stroo g,bracht hebben. B. Dat is een hatelijk gevoelen, mijn kind, en eene groole zonde. Heeft men u daartoe rede gegeven A. Niet de minste. Zelfs zijn er menige van die personen waarmede ik nooit gesproken heb. Maar zij zijn liberaal en behooren toe aan die politieke partij, welke ik aanzie als eene on godsdienstige sekte. B. Dat veranderd de zaak, mijn kind. De woorden van Jesus zijn niet geheel juist,want hij maakt geen onderscheid. Daarom heeft 0. M. de H. Kerk dezelve merkelijk verbeterd.... A. 'k Heb ook ten onrrchte gepoogd mij 2400 fr. te doen betalen, die mij niet verschul digd waren. B. Was 't misschien ook van slechte per sonen A. Ja, Eerw. Vader, en 'k moet bekennen dat ik nog meer en meer met die zelfde gevoe lens bezield ben. B. Stel u gerust, mijn kind, O. M. de II. Kerk verbiedt niet van te haten, te vervolgen en zelfs te niet te brengen al wie zich aan baar moe derlijk gezag niet ten vollen wil onderwerpen. A. Dikwijls ben ik door haat en gramschap in mijne gebeden verstrooid geweest. B. Tracht nu die verstrooidheden te ver mijden, want dat is altijd zonde en voor uwe zalige penitentie lees eenen Vader ons en eenen Weesgegroet. Poperinghenaar. Biechtvader. Wacht, gij staat op mijne 'Üsttoo dat gij member zijl van de slechte muziek P. Ja, Eerw. Vader. B. (hevig). Waarom komt gij dan hier P. Om mijne overtredingen te biechten, welke ik tegen God of de zeden zou kunnen be dreven hebben. B. k Heb daarmeè geene affairens, zoo lang gij uit die sociëteit niet gaat, die door Mgr verboden is. Dat is immers dikwijls genoep ge predikt geweest. P. Nochtans, een priester zelve heeft mij gezeid dat er daarin geen kwaad bestaat en dat Mgr ongelijk heeft. B. (verontweerdigd).— Mgr ongelijk Dat zijn uitvindingen. Indien een priester zulks durfde zeggen, dan zou hij een slechte priester zijn, die niet weerdig zou wezen het heilig sacrificie der Misse op te dragen P- Dat is 't gevoelen niet van vele goede katholieken. Welnu in eenige steden bestaan muziekmaatschappijen die niet verboden zijn B. (met gramschap). Dat is de zaak der geestelijkheid die overal weet wat er te doen staat. Gij zijt haai rechter niet en er blijft u maar te gehoorzamen. P- Ik li'b nochtans in onze sociëteit noch kwaad gedaan, noch zien doen. i^'oT Da,' Wrel S'J misschien beter dan Mgr zelve Speelt en zingt mm daar geen slecht mu ziek en wordt er niet gedanst Weet gij niet dat dansen eene doodzonde is "f'JT T? PoPeringhe misschien, maar elders niet. (Ongeduldig). De dansfeesten der Philhar- monie zijn zeer aangenaam en levendig, maar ook zeer betamelijk, en geven ongetwijfeld tnin aan leiding tot kwaad, dan 't verkeeren in hoektn en kanten B- (razend). Gij zijt wel stout Voor zulke gasten is er hier geene absolutie. Gaat en leeft in staal van doodzonde

HISTORISCHE KRANTEN

De Toekomst (1862-1894) | 1877 | | pagina 2