POFEBINSH
De Spegel!
25 miljoen openbare werken.
Kiezing te Soignies.
Stadsnieuws.
Briefwisseling der Toekomst.
Verschillige Tijdingen.
Was binst don dag het zicht in de stra
len van Meessen aangenaam door de
talrijke vaandels en alle slacli van ver
siersels. des avonds was het nog honder-
maal schooner, want bij de reeds over-
schoone palleering zag men nog eene
allerluisterrijkste verlichting van kransen
en zinnebeelden, boukets en sterren van
gekleurde glazen, hetgeen veel medege
werkt heeft om de vreemdelingen op
wandel te houden.
Eene bijzondere melding voor den
inwoner die een peereboom uitzijn hof
gaan halen was en dien voor zijne deur
heeft geplant, hetgeen onder de Meesse-
naars en de vreemdelingen goed effekt
gemaakt heeft omdat eene rechtslreeksche
hulde aan den volksvriend bewezen werd.
Nogeens onze dankbetuigingen aan de
Mcessensche inwoners die zoowel hunne
feeslgenoodigden ontvangen hebben, zij
hebben eens te meer bewezen dat, zij
zeer wel de kunde bezitten tol het in
richten van groote feesten zij hebben
hel hart op de echte plaats liggen en al
de hoedanigheden eener verlichte bevol
king welke fier is liberaal te zijn
Alle feest te Meessen eindigt met eencn
dans en ditmaal droeg het program er de
ofïicieele aankondiging van, doch het
vergevorderd uur en de koude welke op
een warmen dag plotselings gevolgd had,
alsook een welvervulde dag voor ieder
een, dacht men dit deel van 't program
achter te laten, maar ja, men had gere
kend zonder den weerd, of om beter te
zeggen, zonder de Mcessensche en andere
jongelingen. Zoo gezegd, zoo gedaan,
men richtte hel muziek in en men danste
tot 4 i/2ure des morgens. Hel vermaak ging
zoowel, dat wij juffers kennen die, reeds
te bed, door de zoete toonen des muzieks
gewekt, opgestaan en zich aangekleed
hebben om te gaan medehuppelen
De verschillige neringdoeners van
Meessen zijn allen evenzeer te vrede
over hunnen dag en vinden dat zulke
feesten veel meer opbrengen dan de
schijnheilige bedevaarden onzer aldoo-
dende zwarte meeslërmakers.
Meessen zal den dag van Zondag in
boeken als een dag van geluk en vreugde
voor zijne inwoners, een dag die hun de
gelegenheid verschaft heeft kennis te
maken met een groot getal vreemdelingen
die nu allen goede kennissen en dank
bare vrienden gebleven zijn.
Leve Meessen en zijne gulhartige
bevolking.
Na zulke uitslagen zou men kunnen
begrijpen dat er menschen op de wereld
zijn aan wie zulks in den weg staat. De
geestelijkheid heeft met handen en voeten
daar tegen gewerkt, zelfs heeft de pastor
van Erqucnghem eene gedurige aanbid
ding bevolen om dien dag zijne twee
korpsen te huis te houden. Dc pastor te
Meessen, tol heden zoo toegevend, heeft
nog de ergste tegenwerker geweest en de
kinderen verboden op straffe van dood
zonde naar het feest te gaan zien
Voor die heeren zou er niets meer anders
mogen zijn dan giften voor den paus,
voor de Chineeskens,voor alle soorten van
ortjelokkerijen, maar de neringdoeners
zouden mogen sterven van honger
De fanfaren de IVilte Klakken sedert
hun bestaan het mikpunt der kwaad-
trouwige aanvallen van wege onze beide
klerikale portugaal papieren zijnde, ge
woon aan hun armzalig gezeever en
lachen er niet weinig mede doch er
dient nu en dan eene logenstraffing gege
ven te worden aan hunne vrijwillige en
met opgezetten zinne gedane lasteringen:
En het Nieuwsblad of het Journal
d'Ypres die dat gedrukt hebben, zijn
openbare leugenaars. Een titel waarover
wij hun ons compliment niet maken
Mijnheer Ferdinand Van Daele heeft,
dezer week, een brief gestuurd aan de
redaklie van 't Nieuwsblad voor onze
lezer, die soms de moeite ontzien de ver
velende proza van de redakteurs der
Meenenslraal te lezen, geven wij hieron
der den inhoud van dit ingezonden stuk
Feud. Van Daele.
Eene depeche uit Luik meldt dat de
zaak afgeloopen is van den pastoor der
Ste-Mariakerk, beschuldigd van den 18
januari laatst te Luik een aanslag te heb
ben gepleegd op een jong meisje van ff
jaren, dochter derstoelenzetster der kerk.
De pastoor Pirard is lot zes maanden
gevang en vijfjaren waakzaamheid ver
oordeeld.
Nog een martelaar te meerMaar 't en
is maar een vuile
Men weet dat het ministerie voor 28
miljoen franks openbare werken gaat
doen uitvoeren. Het ontwerp is reeds in
de Kamer neergelegd en zal eerlang
gediscuteerd worden. Maar in al die
werken vinden wij niets voor IJperen,
niets voor het kanaal van Comen.
Het liberaal IJperen wil men doen
boeten omdat het standvastig is aan zijne
denkwijze, maar het zal die haatdragende
1,500,000
500,000
1,000,000
300,000
500,000
500,000
800,000
136,000
100,000
150,000
775,000
500,000
400,000
14,000
425,000
430,000
Men begint zich reeds bezig te houden
met de kiezing te Soignies, die, zegt men,
op 17 juli zou bepaald worden.
De liberale partij denkt hetzij M. li-
berghien, fabriekant te St-Denis, hetzij
M. Tacquenier, provinciaal raadslid, te
Lessen, voor te stellen.
De klerikalen zijn in verlegenheid
gebracht met hunnen kandidaat. Men
verzekert dat M. Bastard,die vóóraf mei
kiesbaar was, het opgehouden heeft te
zijn ten gevolge van hel verkoopen van
eenige goederen, waarmede hij den cijns
om kiesbaar te zijn bereikte.
Men verzekert ons ook dat de liberalen
zich ijverig aan het werk stellen. De
kiezing moet met de nieuwe kiezerslijsten
plaats hebben.
BURGERSTAND
Sterfgevallen.
Het is onwaar dat de Witte Klakken in het
naar huis komen van Meessen 's nachts in de
straten van IJperen, muziek zouden gespeeld of
ander lawijt gemaak hebben.
IJper, den 27° Juni 1877.
Mijnheer de opsteller van het Nieuwsblad,
Bij het lezen van hel laatste nummer van uw
geëerd blad, in het artikel Plaatselijk.
De jubelfeest van Pius IX te IJper en
de officieele onthoudingWaarin mij
de eer gedaan wordt eener melding, heb ik eene
onjuistheid bemerkt welke ik verlang te zien
herstellen.
Het is niet juist dat ik stond met de handen in
mijnen broekzak, ik hield ze, integendeel, in de
beurzen van mijnen lijnwaden paletot.
Des noods zou ik zulks kunnen bewijzen.
U verzoekende, krachtens artikel 15 der wet
op de drukpers, van dezen mijnen brief in uw
eerstkomende nummer in te lijven, bid ik u,
Mijnheer de opsteller, de verzekering te aanveer-
den van mijnen diepsten eerbied.
cn partijdige klerikale bestuurders op
tijd en stond wel op zijne plaats stellen.
Ziehier de opsomming van werken
welke men met die 28 miljoen gaat
uitvoeren
De minister van binnenlandsche zaken
neemt op deze som een miljoen voor den
aankoop der onroerende goederen van den
Dierentuin, te Brussel, waar hij denkt de
nationale archiven te bewaren.
Het ministerie van oorlog neemt er twee
miljoen van voor kazernen.
Het overige wordt door het ministerie van
openbare werken geëischt en verdeeld als
volgt
Wegen en bruggen, fr.
Maken van een nieuw Munt-
hotel,
Bouwen van een paleis van
schoone kunsten,
Bouwen van lokalen voor
den Moniteur,
Vergrooting van het Natie
paleis en der ministeriën. Ver
plaatsing van het ministerie
van openbare werken,
Balksluizen op de Maas,
Werken aan de groote Nethe,
Waterloopen van Namen,
Werken op de Lei,
ld. op de Schelde,
ld. aan het kanaal van
Brugge naar Oostende,
Werken voor de verdediging
der kust,
Werken aan het kanaal van
Lisseweghe,
Verbindingskanaal van de
Maas aan de Schelde,
IJzerenweg van Ath naar
Blaton,
Nieuwe zeevaartsinstellingen
te Antwerpen,
Werken aan de spoorwegen
in exploitatie,
Uitbreiding van het mate-
riëel,
Geschikmaking van het pa
leis van justicie van Antwerpen
tot den postdienst,
1,000,000
7,000,000
6,700,000
100,000
IJperen, 50 Juni 1877.
Feest. - Het Rubensfeest, dat men tot
later uitgesteld heeft te Antwerpen, werd Vrijdag
laatst bij sommige artiesten en in verschillige
kringen weerdiglijk gevierd.
Te IJperen, is die dag (de drij honderdste
verjaring van Rubens geboorte) het voorwerp
geweest eener viering bij den heer Désiré Böhin,
kunstschilder en professor bij ons Akademie van
schoone kunsten. Van 's morgens zagen de ver
wonderde geburen een kostelijk vaandel op den
voorgevel van het huis van den heer in de Boesin-
gheslraat wapperen en des avonds lokte eene
schitterende verlichting eene groote menigte
wandelaars uit.
M. Böhm, die gemeenlijk de zaken niet half
doet, had eenige vrienden en kennissen, samen
gesteld uit professors, artiesten, enz., ten zijnent
uitgenoodigd. Dit vrolijk gezelschap moet zich
goed vermaakt hebben daar de laatste genoodig-
den maar ten 5 ure 's morgens vertrokken zijn.
De voornaamde P. P. Rubens is van iedereen
te wel gekend opdat wij hier in bijzonderheden
zouden komeu, alleenlijk zullen wij hier zeggen
dat de stad Antwerpen schitterende feesten voor
bereidt ter vereering van den grootslen schilder
der wereld.
Extiam. M. Eugeen Leboucq, van
IJpre, oud-leerling van 't stads kollegie, komt
met onderscheiding zijn overgang-exaam af te
leggen, von 't 5de tot 't 4e studie jaar, inde school
van 't Genie Civil, te Gent, afdeeling der ingé
nieurs.
Burgerwacht. - Maatschappij cijbel-
schu iters.
25 Juni 1877.
Hoogst getal.
4" schieting van 't zomersaizoen.-
1.
Vandermarliere, C.-L.,
5
4
5
3
5
6
26
2.
Vandaele, J.
5
3
4
4
5
4
25
5.
Maillart, G.
<1
6
3
6
2
2
25
4.
Lesaffre, A.
1
4
4
4
0
5
18
5.
Ligy, A.
2
2
3
7
1
2
17
6.
Svvekels, L.
1
4
4
4
1
0
14
7.
Ligy, F.
4
0
O
3
1
0
15
te zamen 6.
Schoonste wit.
1. Dumon, Aug.
2. Poot, H.
van den 22" tot den 29" Juni 1877.
GEBOORTEN
Mannelijk geslacht 4)
Vrouweiljk id. 2)
Leopoldus, Jacobus, 59 jaren, hovenier, wedu-
waar van Rosalia Tahon, St. Pieters nevens IJpre.
Denys, Calharina, 90 jaren, zonder beroep,
weduwe van Leonardus Corlewilde, Recolette-
straat.
Kinderen beneden (Mannelijk geslacht 5)
de 7 jaren: (Vrouwelijk id. 0)
den 29 Juni 1877.
Waar staat hun huofd
en hoeveel hoofden hebben zij
In zijnen schoonen artikel van 12 Mei, schreef
Jans kerkleeraar die zich beroemt van zeer wel
zijnen kateohismus te kennen dat wij vijf
kerkhoofden hebben, waarvan drie te Poperinghe,
te weten de eerw. heeren Deken en Pastoors
aan welke wij moeten gelooven en gehoorzamen
op straf van geen katholiek cn zelfs geen kristen
meer te zijn.
'T is gemakkelijk om zulke dingen te zeggen
en te schrijven. Maar wij, die dat zouden moeten
gelooven en die door den krabbelaar uitgenoodigd
zijn om op zijne vernestelde vraag te antwoorden,
wij verzoeken hem van eerst en vooral te willen
zeggen, op welke woorden van Jesus of op welken
tekst van de vier Evangelieboeken, hij zich steunt
om staande te houden dat, in iedere stad of ge
meente, er een deken of eenige pastoors zijn, die
alleen het hoofd of de hoofden der ware kerk van
Krislus uitmaken
Waar heeft hij gevonden dat, in ieder plaatse
lijkheid, al de kristene menschen zich tol geloof
en gehoorzaamheid buigen moeten voor ecnen of
meer kortbroeks Wij begrijpen wel dat eenige
personen zich belasten hunne medekristenen in
geestelijke zaken te onderwijzen en de ware
menschlievende leering van Jesus onder 't mensch-
dom meer en meer te verspreiden. Zulke was de
handelwijs der eerste kristenen onder eikanderen.
Maar Jans Hellekijker zon ons moeten zeggen
waaruit het blijkt dat, volgens de ware leering
van Jesus, er overal zekere plaatselijke kerkhoof
den zouden slaan, die lot zooverre onfaalbaar
zijn, dat zij alleen in geestelijke en zelfs in lijde
lijke zaken, de ware kerk van Christus zouden
uitmaken
Waar heeft hij gevonden dat alle burgers ge
houden zijn op straf van geen kristen te blij
ven van zrlfs in politieke kiezingen de stem
briefjes neder te leggen, welke hun door de
zoogezegde kerkhoofden of hunne kiesmakelaars
ter hand gesteld zijn Waar heeft hij gevonden
dat op straf van uit de ware kerk Christus
verbannen te worden wij alle vlaamsche letter
kundige maatschappijen moeten verzaken, alwaar
tooneelspelen voorgedragen worden Dal wij
insgelijks alle vaderlandsminnende vergaderingen
moeten vluchten alwaar men t burgerlijk leven
de dwinglandij der zwarte pharizeiers poogt te
ontrukken
Waar staat dat al geschreven, tenzij in de
politieke Syllabussen
kerk
der nieuwmoden Jesuite-
En nochtans, vooraleer zoo luid van een of drie
Poperingsche kerkhoofden te spreken vooraleer
die hoofden als diegene van onfaalhare religie
politiek en kiesleeraars te doen aanveerden,
zou men klaar en duidelijk moeten bewijzen,
krachtens welke goddelijke woorden of wetten,
iedereen verplicht zou zijn zich, na ziel en lichaam,
te verslaven
Op dat bewijs hebben wij recht. Maar, 'l ware
vruchteloos het zelfde van Jans oolijkaard te ver
wachten niet om dat het vervelend of walge
lijk zou zijn maar omdat het hem onmoge
lijk is.
Dus, om een bes-t, laat ons veronderstellen
dat hel bewezen zou zijn, dat wij inderdaad te
Poperinghe drie kerkhoofden hebben, noch min,
noch meer. Welnu, dat ware alreeds veel ge
wonnen, aangezien daaruit volgen zou dat noch
de Corsetsnoerder, Kschijlerop, noch Krulle,
noch 't vermomd en doodbelachrlijk Pupukiinkje,
noch geheel hun slippenhangsel,geensints gerech
tigd zijn om onder de kerk en religiehoofden
gerekend te worden. En diensvolgens zou het de
Toekomst toegelaten zijn, zonder in den ban
der Jesuitekerk te vallen, van al die kwasten,
alsvvanneer zij wat te veel met hun hoofd of op
hunnen poot spelen, een weinig op hunne plaats
te stellen. En daaraan zullen wij niet te kort
blijven. (Wordt voortgezet).
Men schrijft ons uit Becelare, 28 Juni 1877.
Heden, donderdag, had in ons dorp de begra
fenis plaats van M. Ivo Delfortrie, schepen onzer
gemeente sedert 1859,Lid van den Kerkraad sedert
1845, en Hoofdman der Gilde van St. Sebastiaan
sedert 1854 sedert 1873 bi kleedde hij het ambt
van Burgemeester.
M. Delfortrie behoorde tot de gematigde
liberale partij de pastor baas in de kerk en de
Burgemeester op het Stadhuis, elk zijn recht en
zijne rol, dat wilde hij, gelijk wij het willen.
Zijne tegenstrevers zelfs moeten bekennen dat
M. Ivo, meer dan zijmet het voorbeeld voor
ging en door daden bewees wat het is bermher-
tig, edelmoedig, dienstveerdig en verdraagzaam
te zijn het was in zijne natuur de rust,den vrede
en de overeenkomst te beminnen, en daarom was
hij gedoogzaam jegens allen hij was een bemid
delaar die door zijn minzaam karakter en zijn
aantrekkelijke omgang de broederlijkheid stichtte
en verlevendigde, nimmer viel van zijrie lippen
een bitter woord tegen zijne tegenstrevers, deze,
wetende wat grooten invloed die menschenvriend
op geheel onze bevolking had, toonden zich
genegen jegrns hem omdalzij zijn gezag duchtten
die waren zijne sc/iynvrienden.
M. Delfortrie was een van die edelhertige volks
vrienden die zich te midden der eenvoudige land
lieden behagen, hen door raad en daad bijstaan,
het algemeen vertrouwen verwerven en het ook
wel weerdig zijn.
Heel de gemeente ondergaat in den afgestorvene
een groot verlies; hij had er niets dan vrienden
zijn medelijdend hei l, zijne milde hand stonden
steeds voor de armen open dat Becelare in M.
Delfortrie een rechtschapen en vooruitstrevend
man, eene kostelijke perel verliest, bewees de
groote minigte vrienden en kennissen die uit
omliggende dorpen en steden een laatste blijk
van achtingen genegenheid aan eenen vriend en
weldoener kwam geven.
Men schrijft uit Dixmude:
Den 21 juni 's namiddag heeft een vreeselijkon-
weder boven onze stad en streek geheerscht dat,
veel schade en rampen na zich gelalen heeft. Het