De nieuwe kieswet.
De arme Claren.
Stadsnieuws.
namelijk Haantje De Cock, hunnen uni
form niet aangetrokken Was de overle
dene het misschien niet waardig?
Daarna zagen wij de voorzitter en de
leden van het hof van beroep van Gent
de leden van den rechtbank van Brugge,
het parket, en de koophandels-rechtbank.
De arrondissements - commissarissen
in uniform, alsook het stedelijk bestuur
van Brugge, en eenige gemeente raads-
heeren, namelijk M. Boyaval.
Volgden dan een groot getal gemeente
besturen onzer provintie, onder welke
dit van Blankenberghe, dit van Oosten
de, opgeleid door M. Van Iseghem, bur
gemeester en representanthet gemeente
bestuur van Veurne, de bedienden van
het provintiaal bestuur, enz.
Daarna volgden de verschillige admi-
nislratien der provintie, de kamer der
notarissen, de leden der balie, de bestu
ren der weldadigheidsgestichten, M. Ver-
dussen, advokaat generaal Oswald de
Kerckhove, de maatschappijen S'-Sebas-
tiaan van Poperinghe en Westroosebeke,
van welke M. Vrambout voorzitter was.
enz., enz.
Eindelijk slooten ruiterij-en infanterie-
troepen die indrukwekkende langen stoet,
welke door de Philipstock-PIaatsemallen-
berg-, Hoog- en Ridderstraten, onder
het uitvoeren van treurmarchen, naar
Ste-Walburgakerk trok, alwaar den
plechligen zielendienst plaats had.
Na den dienst, trok den rouwstoet in
hetzelfde orde naar hel algemeen kerkhof,
alwaar de stoffelijke overblijfsels van
den algemeenen betreurden gouverneur
Vrambout, in den grafkelder, onder het
kruis, bij zijne voorgangers, werd bijge
zet.
Bij het uithalen van het lijk, en toen
de lijkstoet over de Markt trok, luidde op
d'Halle een doodsgeween, dat de treurige
gemoedslemming nog vermeerderde.
Van den Halli toren slak het vaandel
halftop met rouwkrep behangen, alsook
van alle huizen en bijzondere gestichten
op den doortocht. Zoodal men mag zeg
gen, dat het een algemeene rouw was
over het afsterven van den volkslieven-
den eersten magistraat onzer provincie.
Op het kerkhof zijn er verschillige
lijkreden uitgesproken door M. H. Van
Sieleghem, notaris, in naam der vrienden
van M. Vrambout door M. De Bus-
schere, in naam van hel korps der nota
rissen door M. Vander Meersch. advo
kaat, in naam van de brugsche afdeeüng
van hel Willems Fondsdoor MF rank,
in naam der maatschappij De vrienden
van den schamele armen door M. A.
Dubois, in naam van de Vlaamsche
Broederhond van Brugge en door de
heer Julius de Geyter. voorzitter van den
Liberalen Vlaamschen Bond van Ant
werpen, schrijver van het Geuzen-lied,
enz.
Iedereen vraagt waarom de bedienden
van het provintiaal bestuur, die zoo veel
dank te wijten hebben aan gouverneur
Vrambout, zich niet geweerdigd hebben
hem een laatste vaarwel te zeggen. Ieder
een is verontwaardigd over zulk onbeta
melijk gedrag! Indien M. Sheridan zich
daarmede niet wilde belasten, zijn er
toch andere bedienden genoeg die dezen
plicht konden volbrengen.
Ziet hier de redevoering van M. Van-
dermeersch
M. Franck heeft zich in de volgende
bewoordingen uitgedrukt
Ziet hieronder de verzen welke M.
De Geyter op het graf van M. Vrambout
uitgesproken heeft
De betreurde M. Vrambout is nauwe
lijks begraven of reeds zijn kandidaten
voor de plaats door hem ledig gemaakt,
aan het werk.
Drie klerikale nolabelen trachten om
den achtbaren overledenen gouverneur
op te volgen.
Dit zijn: 1° M. Dhane-Steenhuyse,
gewezen afgevaardigde van Antwerpen,
de persoonlijke vijand van O. II. Jezus-
Christus, gelijk M.Van Biervliet te Gent
zou zeggen, kandidaat vertegenwoordiger
te Oostende. Dat persoonaadje gansch
vergeten, verschijnt op nieuw op het po
litiek tooneel iedere maal dat gewichtige
bedieningen openvallen.
2° M. Amédée Visarl, burgemeester
en afgevaardigde van Brugge, die ver
langt zoo gauw mogelijk het bestuur van
het gemeentebestuur te verlaten.
5° M. Kervyn de Lettenhove tracht
ook naar de plaats van M. Vrambout.
Het kieskollegie van Eekloo op de be
velen van M. den bisschop van Brugge
zou hem voor opvolger zijnen ouden kol-
lega M. Prosper Cornesse geven, die,
even als hij, uit het ministerie gezonden
is en ook sedert lang tracht, door gelijk
welke deur, in de kamer te geraken.
(Opinion).
De Courrier de Bruxelles bevestigt
het gerucht volgens welke M. Kervyn de
Lettenhove (Bruno), vertegenwoordiger
van Eekloo, lot gouverneur van Wesl-
Vlaanderen, in vervanging van M. Vram
bout, zou benoemd worden.
Wij moeten van tijd lot lijd eens de
nieuwe kieswet in herinnering brengen,
die met October aanstaande in voegen
gaat, ten einde het publiek daar zoo veel
mogelijk mede bekend te maken en men
niet op het onverwachts wordt genomen.
Onze politieke tegenstrevers zijn reeds
op den loop om op den builen de kiezers
met het nieuw kiesstelsel bekend te ma
ken en gaan bij hen om aan te toonen
hoe zij moeten stemmen, ten einde voor
de liberalen niet te kiezen en te maken
dat er geen briefje vernietigd worden.
Wij vernemen dat het bureel van den
Liberalen Bond, in dien zin eene circu
laire aan al de liberale association hoeft
gezonden en hel ware wenschli jk dat men
zoo spoedig mogelijk daar gevolg aan
gave.
Een liberaal dagblad heeft wel doen
opmerken dat de liberale kiezer in de
steden begrip genoeg heeft en een zeker
onderwijs heeft genomen, om te welen
op wat wijze hij moet stemmen. Het is
mogelijk, maar wij zijn van gevoelen dal
dat het beter is zich twee keeren te over
tuigen dat men het goed begrepen heeft,
dan twijfel te laten bestaan.
Wij. liberalen, hebben, ook kiezers
op den builen. Zal men die lieden geheel
zonder onderricht laten nopens de nieuwe
kieswet
Het is gemakkelijk in de steden de
kiezers te vereenigen om hun de noodige
inlichligen te geven, maar op den buiten
waar zoovele personen zijn, die hun poli
tiek kleur niet durven toonen, omdat zij
alsdan zouden vervolgd worden, hoe zal
men aan die lieden de nieuwe wet uit
leggen!'
Het is hoogst noodig dal men naar een
middel uitzie, want, zooals wij zegden,
zijn de katholieken reeds aan het werk;
dal men niet weten kan water zal gebeu
ren en die wet in October uitvoerbaar
is, mag hel niet uitgesteld worden en
roepen wij hierop de ernstige aandacht
van het Midden-komiteit der Liberale
Associatie.
Wij lezen in een schrijven aan het
weekblad De Straal, van Korlrijk:
Ia mijne laatste briefwisseling ont
brak mij de plaats, om over het klooster
der arme Claren te spreken. Ziet hier
wat daar gebeurd is.
Den Zondag nacht 22 Juli werden
de geburen ontwaakt door hel geschreeuw
en de noodkreten eener jonge vrouw, die
binnen het klooster was. Verscheidene
malen riep zij uit al hare kracht: hulp!
hidpoch, verlost mijEindelijk
werden die schreeuwen doover, gelijk
of men haar de mond zou gestopt hebben
en men hoorde eene deur met kracht
toewerpen en het geluid der slem ver
dween
Het gerecht heeft zich met de zaak
bekend gemaakt en de heer substituut
van den prokureur des konings en de
rechter Jonckheere hebben een onderzoek
in 't klooster gaan doenwal zij ontdekt
hebben is lot nu een geheim.
Het is omtrent 4 jaren geleden dal
daar rond 10 uren des avonds eene non
op den muur zat langs den kant van de
Houtmarkt en een voorbijganger smeekte
haar te helpen om uit haar gevang te
kunnen vluchten De lafaard weigerde
en ging de nonnen verwittigen.
Wat er van dit meisje geworden is
kan men gemakkelijk raden.
Indien er een nauwkeurig onder
zoek in de honderde kuilen, of soortelij
ke gevangenhuizen, waar met duizende
jongen vrouwen opgesloten zijn, gedaan
werd, mogelijk zouden er daar de ver
schrikkelijkste gruweldaden ontdekt ge
weest zijn.
Maar daarom zouden er moedige
mannen, moedige rechters moeten aan
gesteld worden, die daar eene nauwkeu
rige volksoptelling zouden doen en al de
deuren dier sombere gebouwen openen
vooral zouden zij de onderaardsche kel
ders en kerkers niet mogen vergeten.
Mijne Heeren,
De brugsche afdeeling van het Willems-
Fonds legt mij den droevigen last op, in naam
der brugsche flaminganten, een laatste vaarwel
te zeggen lol den ambtenaar die, een der eersten
sedert 1830, in het openbaar en officieel, zijne
genegenheid voor onze taal en voor onzen stam
heeft laten blijken.
Anderen hebben u gezegd wat M. Vrambout
geweest is als hoofd der provintie en hebben de
verschillige tijdperken van zijn openbaar leven
herdacht ik wil u spreken over den vlaamsch-
gezinde, over hel lid van het Willems-Fonds.
Geboren te Poperinghe, in die grondig vlaam
sche streek, was M. Vrambout geen van die,
welke met de moedermelk het misprijzen der
vaderlandsche taal ingezogen hebben. Toen hij
school ging, hield een herstellend staatsbestuur
krachtdadig de hand aan het onderwijs der
Nederlandsche taal. De gebeurtenissen van 1850
en de ongunst, waarin onze taal dan verviel,
waren onmachtig om in het hart van den jongen
man den eerbied voor de spraak der vaderen te
dooven.
Ook, wanneer ons vaderland, na de droeve
jaren die, van 1830 lot 1850, zoo zwaar op ons
arm Vlaanderen vroegen, weeral het hoofd op
beurde en een kring van moedige mannen de
moedertaal begon aan ons volk heraanteleeren en
het de grootheid van zijn verteden te doen herin
neren, haastte 11. Vrambout zich om alleen in
Brugge wellicht, op het Willems-Fonds 4
in te schrijven, van de eerste jaren dat het
bestond.
Niet ééne uiting van het Vlaamsche gedacht
was er, die hem onverschillig liet en elke gelegen
heid nam hij te baat om Nederlandsch te spreken
in het openbaar. Er was daar moed toe noodig in
dien tijd, vooral wanneer men verwaand of onwe
tend genoeg was om onze taal op den rang der
patois te stellen.
Maar het is vooral sedert hij Gouverneui was
geworden dat 11. Vrambout openlijk en met
invloed zijne vlaamschgezinde gevoelens kon
uitdrukken. En, zij het hem ter eere gez<gd
het gebeurde toch niet zonder hinderpalen te
overschijden en, bij wijlen, weerzin op te wekken,
die kon gevaarlijk worden voor zijnen persoonc-
lijken stand.
Is het noodig hier aan te halen dal hij het
initiatief nam tot het oprichten van een stand
beeld aan den vader der Dietsche dichters
algader
Aan hem ook heeft Brugge het te danken dat
binnen zijne wallen in 1802 hel Nederlandsch
Taalcongres werd gehouden, waarin eens en
vooral de eenheid van spelling weid aangenomen,
en alzoo een onderscheid verdween dat men
staande hield om het Nederlansch in Hollandsch
en in Vlaamsch te verdeden.
Bij die gelegenheid, was het dat M. Vrambout
door Z. 11. den Koning der Nederlanden verheven
werd tot den rang van Groot-Officier der Eiken
kroon.
Als perevoorzitter van het Congres, sprak hij
in tegenwoordigheid der letterkundige beroem-
heden van Noord- en Zuid-Nederland verscheide
ne redevoeringen uit, die levendig werden
toegejuicht.
Sedert dien, vond hij geene van die schitteren
de gelegenheden meer om zijne diepe verkleefd
heid aan de nationale zaak te bewijzen, maar hoe
trouwhartige!) vriend was hij niet in den dage-
lijkschrn strijd Wat onverpoosden iever van
zoodra de Nederlandsche zaak den steun zijner
overheid of zijnen hoogen invloed behoefde
Wanneer de Brugsche afdeeling van het Wil-
lems-Fonds werd gesticht, was hij een der
eersten om er deel aan te nemen. Wie herinnert
zich niet zijne vlijt tot hel bijwonen van onze
Concerl-Voordrachteu Door zijn voorbeeld droeg
hij voor een goed deel bij om het puik der Brug
sche burgerij onze zondagsche zittingen te doen
bijwonen
Herinnert ge u allen de goedwillige eenvoudig
heid waarmede hij, nu en dan, in onze wekelijk-
sche vergaderingen kwam deel nemen, en hoe hij
belangstelde in onze kleine vriendenvoordrachlen
en onze uitvoeringen van kamermuziek?
En een, helaaste weinig gevolgd voorbeeld
gevende, legde hij zich als ten plicht op ge
zegde vertooningen van Nederlandsche tooneel-
werken met zijne tegenwoordigheid te vereeren,
genoeg inziende hoe 't vlaamsche volk slechts een
tooneel bezitten zal wanneer de hoogere stand er
belang in zal stellen.
Nog maar weinige dagen voor zijne dood, gaf
hij een laatste bewijs zijner belangstelling in onze
zaak door, in den Piovincialen Raad, de vraag te
ondersteunen lot bekomen eener toelage voor het
aanstaande festival van Nederlandsche muziek.
Ik zou de lijst der diensten, door den betreur
den doode aan de nationale zaak bewezen, veel
langer kunnen maken het zij genoeg te zeggen
dat II. Vrambout immer en in alles een overtuig
de en onwrikbare Vlaming was en dat hij nooit,
in de hooge bediening, waartoe hij geklommen
was, zijne eerste neigingen verloochende.
Het is dat de Vlaamsche Beweging geene voet
bank was voor zijne eerzucht, evenmin eene zaak
van enkele schriftliefhebberij. Hij wist dal onder
de uitingen van kunst en letterkunde het harte
zelve der Vlaamsche natie klopte. Hij begreep
dat er in Vlaanderen een volk op te beuren, eene
nationaliteit te herstellen was.
In congressen en geleerde vergaderingen, ver
loor hij nooit uit het oog dal al wal voor de tale
geschiedde voor het volk werd gedaan, en dat de
herstelling eener spraak de ontwaking is van een
gevoel des volks eigenwaarde
Daarom is het, mijne heeren, dal de nagedach
tenis van II. Vrambout in ons levendig blijven
zal als die van een vaderlandsch man. Zijn naam
zal een van die zijn, welke Vlaanderen in zijn
geheugen houden en ten dage der overwinning
verheerlijken zal 1
Zijn voorbeeld zal ons sterken in den strijd
dien wij voeren tegen den geest van centralisatie
en het zal ons, en onze nakomers, de noodige
krachten geven om ons edel, maar zoo diep on
gelukkig vaderland zijnen voorigen roem en
zijnen voorigen voorspoed te doen terug schen
ken
Mijn heeren,
Als afgevaardigde van den liefdadigen Kring
De Vrienden der Schamele Armenlaat
mij toe eenen laatsten vaarwel te zeggen, aan die
gene die onze achtbare en welbeminde Eervooi-
zilter is geweest.
Onze Kring werd gesticht in hel jaar 1861 m
van dan af, heeft onzen hooggeachten Go|'v«'"
neur Vrambout hot eere ambt bekleed, welke de
Stichters hem hadden aangeboden,als den groot-
sten volksvriend en den waardigste!) onzer slads-
genoolen.
Binnen den loop dezer 16 jaren, hebben de
leden des Krings, altijd met hein de beste en de
aangenaamste betrekkingen gehad. Insgelijks was
hij altijd bereid, niet alleenlijk onze maatschappij
geldelijk te ondersteunen, maar ook haar kracht
dadig ter hulp te komen, in alle de moeilijke
omstandigheden waarin zij zich bevonden heeft.
Wij verliezen in hem een onzer kloeksle voor
staanders, en ik durf zonder aarzelen zegg.,n dat
het ledige, welke zijn ontlijven onder ons laat,
zeer moeilijk zal vervuld worden.
Deze dood zal door al de Leden nog lang be
treurd worden, en indien, Mijnheeren, iels onze
oprechte droefheid kon matigen, het ware het
indrukkend tooneel, van alle deze Burgers die
zich rond deze grafstede scharen, om eene laatste
hulde van dankbetuigingen erkentenis te geven,
aan den gene, die altijd zijne noodlijdende Jjroe-
ders ter hulp snelde.
Vaarwel, beminden en geachte Eervoorzilter
en Vriend, Vaarwel
In Vlaanderens grond, rust zacht, rust warm,
Als 't slapende kind in Moeders arm
Zit Brngges Maagd verzonken in smart,
Ook aan de Schelde treurt menig hart.
Want waar gij voor 't land de beeldtenis niet
Van dengeestdieregeert,van hel recht dat gebiedt?
Wiegde u als kind geen gravin op haai' schoot,
Hoog klomt gij in eere, en in eer werd ge groot.
Gij streedt als een ridder voor waarheid en licht,
En ruktet de leugen den doek van 'l gezicht.
En boodt gij de hand niet, de hartelijke hand,
Aan allen die strijden voor Vlaanderland
Ach Vlaanderenland heeft de schaduw niet meer
Van de macht en den trots en de roem van weleer.
Gij hebt het bemind met een rein gemoed:
Wij weten het ginds van den Scheldevloed.
Dus roepen we u toe: Rust zacht, rust warm
In Vlaanderen-bodem, in Moeders arm
(De Westvlaming.)
r
IJperen, d l Augusli 1877.
M. Gaimant, onze stadsgenoot, leerling bij de
gentsche Universiteit, komt, na over vijftien da
gen met onderscheiding zijn exaam als apotheker
afgelegd te Lebben, nu de eerste prijs van vio-
loncelle te bekomen in den prijskamp van 't zelfde
conservatoire.
Concert. - Verleden Zondag, eerste
dag onzer kermis, heeft het groot Concert plaats
gehad, waaraan de Koninklijke Koormaatschappij
van Gent hare medewerking gegeven heeft. Het
feest was schitterend en zoo schoon als het in
eene groote stad zou kunnen zijn.