SI. Roclins en zijnen Hond. De algemeene zuivering. Een Schandaal te Rome. De zondag of's werkmans rustdag. Stadsnieuws. De klerikalen hebben nn wederom wat nieuws uilgevonden. Men weel dat er niemand hunne gazetten wil lezen en nog min wil koopen. Overal in de openbare gestichten, in de slaatsspoorwegstatien zien zij met honderden liberale gazelten verkoopen en geen enkel klerikaal blad wordt gevraagd. De tjeefkenszelven koo pen ze niet. Nu, hebben zij het gevonden om hun nen winkel te doen trekken, zij hebben het werk van clen II. Rochus, met of zonder houd, ingericht, waarvan wij hier den prospektus meededeelen Tegen cle pest der slechte lezingen. 1° Iedereen kan deel maken van het werk van den II. Rochus tegen de pest der slechte lezingen. 2° De katholieke congregatiën en ver- eenigingen zijn uitgenoodigd hunne leden er te doen inschrijven 5° De formuul der iaschijving is als volgt vastgesteld Ik beloof mij te onthouden van het lezen der slechte en liberale dagbladen en van elk onchristelijk en onzedelijk geschriftbehalve het geval dat er noodzakelijkheid beslaat, die door de geestelijke overheid erkend wordt. 4° Al de leden zullen een diploma beko men met de beeltenis van den heiligen beschermer en zijnen hond en met het volgende schietgebedeken Door lus- schenkomst van St- Rochus, o Heere, verlost ons van de pest der slechte lezingen. Nu is het gedaan met de liberale ga zetten, St-Rochus en zijnen hond zullen er zich mede bemoeien. Hel werk van 't vuil papier pakt niet, de klerikalen ne men nu hunnen toevlucht tot eenen heilige die, indien hij op de wereld kon komen, stellig zou vinden dat niet de liberalen maar wel de klerikale dagbladen slechte lezingen zijn. Rome vervalt spoedig Eertijds zoo machtig, thans nog niet arm. maar toch verlaten Die troon waarop PiusIX, omringd van ministers, hofbedienden, soldaten en onderdanen, zijne pracht, zijnen hoogmoed, zijnen overvloed in aardsche goederen deed prijken die troon is niet meer Nauwelijk heeft de paus zich onfaal- haar doen verklaren, of ziet, niemand hecht geloof meer aan zijne Kerk. De zoogezegde heilige historiën verhalen dal Lucifer eens het hoogmoedig plan opvatte zich met God gelijk te stellen. En wat gebeurde er? Dat Lucifer, die een enge! was, met al de engelen die met hem hadden samengespannen, uit den hemel verdreven en in de hel geploft wierden. Zou God misschien Pius gestraft heb ben, omdat die paus zich ook heeft willen gelijk stellen met hem? Want God alleen is onfaalbaar, en een mensch hij moge paus zijn of niet kan toch niet onfeilbaar zijn en zich eene hoeda nigheid toeschrijven die aan God alléén behoort. Overigens, de menschen beginnen klaar te zien. Zij onderscheiden wel wat godsdienst is en wat den priester te doen staat, en zij welen ook welke zaken den priester niet aangaan. Sla maar uwe oogen rond Duitschland, Italië, Zwit serland hebben elk op zijne beurt ver staan waar de macht van Rome naartoe wilde, en zij hebben er kort spel mede gemaakt. Frankrijk ook komt het hoofd van het clericale serpent te verpletten Frankrijk ook ontsnapt aan Rome, en dit is wel voor het clericalismus het ern stigste der gevaren. Hoe Frankrijk heeft het priestergou vernement verworpen En nochtans, men had zoo gebeden en gesmeekt, om dat Onze Lieve Heer de kiezingen wel zou hebben doen uitvallen. Want, kwam Napoleon IV keizer te worden door de hulp van Mac Mahon, zijn eerste werk moest zijn Pius IX op zijnen wereld lijken troon te herstellen. Eilaas! het bidden heeft niet geholpen. God heeft de zegepraal gegeven aan de liberalen, want hij wil geene priesters die zich met wereldlijke zaken bemoeien. 'T is dus eene algemeene zuivering? Begint de gezonde rede meester te wor den over de kwezelarij en het bijgeloof? Wij mogen zeggen Ja Nu. Belgen, opgepastIn 1878 zullen de gemeenteraden, de provintiale raden en de Kamers ontbonden worden. Bijge volg zal het drijmaal kiezing zijn. Zult gij het voorbeeld volgen dat Frankrijk u komt te geven, en dal Duitschland, Italië en Zwitserland u sedert eenige jaren reeds gegeven hebben zult gij ook die pilaarbijters uit het stadhuis, uit den pro- vintieraad en uil liet ministerie jagen, en aan den pastoor zeggen dat hij in zijne kerk moet blijven Wij hopen ja. Het zal eene algemeene zuivering zijn. {De Straal Pater Curci, der sociëteit Jesus, heeft, naar 't schijnt, te Rome voor eenen tijd, een boek uitgegeven over het tijdelijk gezag, dat het Vatikaan misnoegde. Bevel werd hem onmiddeiijk gegeven over dit ontwerp niet meer te schrijven en er zelfs in 't bijzonder niet over te spreken. Pater Curci (een revolulionnair, een communard, wat!) weigerde zich te on derwerpen en het Vatikaan bevool dat dien wederspanigen Jezuiet uit het orde gebannen werd. Ongelukkiglijk heeft pa ter Curci kennis van erge feiten, die hij bedreigd heeft uit te zullen brengen, indien men ten zijnen opzichte strenge maatregels neemt. Sedert hij de onvoor zichtigheid begaan heeft van zijne inzich ten te doen kennen, is pater Curci verdwenen. iVlen zegt dat hij in een klooster nabij Frascati is opgesloten. Zou het italiaansch gouverment langs daar geene troepen bersagliers kunnen zenden, om te trachten dien buitengewo nen Jezuit, die vervolgd werdt om de waarheid te zeggen, terug te vinden? Opinion.) 't Is zondag, en der klokken stem Roept ons naar 't huis des Heeren. Komt, kindren, knielen we voor Hem, Wien alle schepsels eeren. Aan Hem zij de eerste stond gewijd Van 't rustfeest ons gegeven Wie God bemint is steeds verblijd, Hij zal in vreugde leven. 't Is rustdag, en de zonne schijnt Zoo helder aan den hemel Komt, kinderen, komt, de zorg verdwijnt Bij 't vrolijk volkgewemel. Ons wenkt de zuivre buitenlucht De gele korenhalmen 't Is kermisfeest in ginds gehucht, 'k Hoor reeds de vreugd weergalmen. O dag van stille en zoete rust, Hoe spoedig zijt ge henen De vooglen krijgen slapenlust, De zon is haast verdwenen, Komt, kindren. komt de tijd is om, 't Zou moeder ligt vervelen, En zondag keeren wij weêrom Hier met de veldjeugd spelen. Vr. G. geb. D. S. liberale Associatie onzer stad, heeft een uit muntend werk uitgegeven, 'tls de Wet over het geheim der stemming enliet kiesbedrog met aanteekeningen volgens, de parlemen taire werken en discussien. Dit uitmuntend werk is vergezeld van een plan der kieszaal, een model van kiesbriefje en eene reeks omzendbrieven der ministers van financien en binnenlandsche zaken. Die openbaarmaking is eenen dienst aan de liberale zaak gedaan en het ware nuttig dat dit werk in 't vlaamsche vertaald werde voor de vlaamsche proviciën. Dat in praktijdstelling van eene nieuwe wet brengt altijd moeilijkheden teweeg, die men het best door duidelijke en klare uitleg gingen kan voorkomen. Eene geheele famillie van St-Jan komt een hard verlies te ondergaan door hetschie- lijk overlijden van den Heer GELDOF, Koster en gemeente-Secretaris aldaar. Een zelfsmoord heeft den 23 dezer te Ploegsteert plaats gehad. De genaamde Frederick Taillié, 51 jaren, geboortig van Meulekebe, wever te Armentiers heeft zich om het leven gebracht met omtrent 8 ure 's morgens in deLeye te springen, alwaar hij verdronken is. Almanak Cies van «iBCiult. - Wij verzoeken de personen, zoowel van buiten als binnen de stad, die Almanaken van Cies van Ghendt begeeren, niet te lang uit te stellen hunne vraag te doen, opdat zij dit jaar niet te laat komen. Wij sporen ook onze politieke vrienden aan dat boekje te verspreiden, dat benevens vermakelijke anekdoten, talrijke waarheden behelst nopens onze politieke tegenstrevers de klerikalen. Te bekomen in de Dixmudestraat, 39, te IJperen. BURGERSTAND Huwelijken Sterfgevallen. M. Hendrik Carton, gewezen kommissa- rts van ons arrondissement, voorzitter der PRIJZEN DER KOLEN genomen in de Magazijnen. MONSCHE KOLEN Gailletterie per honderd kilos fr. 3-35 per hectoliter 2-65 Tout-venant pr honderd kilos 2-40 per hectoliter 1-90 Fijne per honderd kilos 2-00 per hectoliter 1-60 FREINE KOLEN. Gailletten p. 100 k. fr. 2-60 en 3-30 Gailletterie 2-50 en 3-20 volgens de kwaliteit. Gailletins of mosseltjes 't 100 k. 2-40 het te huis doen a part betaald. De leveringen per wagon aan den prijs der koolmijnen. De magazijnen zijn voortdurend voorzien van allereerste soorten van Koeken en van Chemische Guano en andere landvetten aan de leegste prij zen mogelijk. Het kantoor der Handelsvereeni- ging is hij M. Ate Vonck-Clement, Bankier, Sterrestraat, n° 4, IJperen. Heer Opsteller der Toekomst Werk van lï. Rochus IJperen, den 27 October 1877. ScSioolpcJinisig.-Vorige lijsten, 11,951-69 Muziekanten op scène, 2-54 Pour le solo-schlimm, gagnéa l'Estami- net le Musée Javanais, par le cé- lèbre Dle '17 Juillet 1877, 1-50 Soiree passée a Messines entre arbalé- triers Messinois et Yprois, 4-11 Un tour de valets., de pique au Sultan 5-09 L'influtnce de la prestidigitation sur six commergants yprois en route, 5-00 11,565-73 8,080-69 3,485-08 Van den 19 tot den 26 October 1877. GEBOORTEN Mannelijk geslacht 9) Vrouwelijk id. 5) te zamen 8. Lebbe, Josephus, werkman en Tallieu, Blon- dina, kantwerkster. Landerwijn, Isidorus, metselaar en Wullems, Stephania, kantwerkster. Leuridon, Amandus, wever en Decamp, Elodia, dienstmeid. Gilles, Augustinus, muziekantbij het 1° reg' ligne en Speybrouck, Lucia, naaister. Vanzandycke, Maria, 84 jaren, zonder beroep, ongehuwd, Casselstraat. Van Eyde, Joannes, 89 jaren, zonder beroep, weduwaar van Theresia, Delaruwiere, Lange Tbouroutstraat. Capelle, Paulina, 75 jaren, zonder beroep, ongehuwd, Bollingstraat. Kestelyn, Emilius, 8 jaren, Groote Markt. Tibaux, Silvia, 74 jaren, zonder beroep, ongehuwd, Rijsselslraat. Vande Brouke, Caroius, 82 jaren, gepensionneerde vrederechter, echtgenoot van Eugenia Raman, Elverdinghestraat. Notre Daeme, Sophia, 74 jaren, zonder beroep, echtgenote van Joannes Desmedt, Boterstraat. Uitgaven tot heden, Blijft in kas fr. Magazijnen der ïJpersehe Han- delsvex'eeiiigïng, gelegens tegen de Statie van den IJzeren-Weg (Qiaar- tier dis Commerce.) 'tVuilblad zwijgt dat het zweet over de reis der Poperingsdhe tuiters naar Brugge. Zouden wij heden geene beschrijving vin den in dit heilig blad over dit uitstaptje Wij hopen van ja, maar indien het zoo niet ware, zullen wij ons verplicht bevinden daarover nog weder te keeren. Brugge, 22 October 1877. Mijnheer de Opsteller Ik heb in uw geëerd blad van Zondag 11. een artikel gelezen handelende over de reis van het stadsmuziek van Poperinghe naar Brugge. Zoo als uwen correspondent het meld, heb ben deze tuiters fiasco gemaakt, maar 't gene hij vergeet te zeggen, 't is dat men hier verontwaardigd is geweest over het gedrag van sommige dezer mannen.. Men heeft er gezien in groote kleeding in staat van dronkenschap de straten van Brug ge doorloopen, 't was schandelijk. In plaats van de kerken te bezoeken gelijk het behoorde, hebben zij de kerkelijke diens ten en bijzonderlijk de hoogmis gestoord met hun helsch laweit; daarbij hebben zij sommige welbekende kloosters met een be zoek vereerd en wij hebben vernomen dat zij daar hunne katholijke plichten hebben geoefend. Ik heb hooren zeggen, zonder nochtans clit te verzekeren, dat er zijn die in een pu bliek bal te St. Andries deel hebben ge maakt van het orkest. Daarbij hebben zij tot aan tafel zelfs ge keven en gekrakeeld onder hen en zich onbe tamelijke verwij tselen naar het hoofd gewor pen langs de baan konde men welriekende teekens van hunnen doorgang bemerken. Ik was op den trein die hem wederleidde en ik heb bemerkt dat er muziekanten wafen de welke moesten de medehulp hunner ka maraden hebben om van de spoorweg van Rousselaere op dezen van IJperen te geraken. En zeggen dat de gemeenteoverheid van Poperinghe hen vergezelde en dat men de heeren Burgmeester-Representant en de Schepenen daar konde bewonderen Gouverneur Lolo moet over zulk bezoek weinig te vrede zijn, zoo veel te meer dat de bruggelingen, ja de klerikalen zelf, vonden dat deze beruchte serenade geen reden van bestaan had en enkelij k een vrij willigen hoon was aan de gedachtenis van wijlen M. Vram- bout die een kind van Poperinghe was, ver mits zij kwamen spelen en zich zoo over haastten hunne hulde te komen bewijzen aan zijnen opvolger terwijl de asschen huns overledenen medeburger de tijd nog niet gehad had te verkoelen. Poperinghe 23 October 1877. In uw laatste nummer herhaalt gij nog eens uwe zelfde leugens en vaische betigtigingen aan gaande mijne benaming als agent der societeijt Primes de Bruxelles. Ik verhoopte noglhans, dat mijne laatste antwoord genoegzaam zou zijn om n voortaan te beletten op deze kwestie weder te keeren maar, ik was bedrogen. Uwe lezers zul len oordeelen tusschen u en mij. Gij beschuldigd mij valschelijk, zonder het minste, bewijs bij le brengen uwer aanhalingen. Ik herhaal u dan nog eens, dat gij in geheel deze zaak liegt, en dat gij weet dat gij liegt. En vooreerst: ik herhaal het; geen een stap heb ik gesteld, geen een woord gesproken of ge schreven. om mijne benaming te vragen, ten zij, den zesden dag na de begraving van M. Henri Polley. Niemand, niemand hoegenaamd heeft naedtgevrochi of zijnen invloed gebruijkt noch voor, noch na de dood van M. Henri Polley, om mij deze benaming te bekomen en ik beroep u, het minste bewijs te geven van uwe vaische be schuldigingen diensaangaande. En ten tweeden. Geheel en gansch valsch is het dat ik mijne demissie indiende, dan alleenlijk als ik zag dat ik de plaats niet kon bekomen. Mijne benaming was alreeds gedaan, en toen ik mijne demissie M. den Inspecteur ter hand stelde, heeft hij mij dringend verzocht de zelve in te trekken. Ziet hier zijne woorden Voor zulke bedreigingen als deze der petitie (die hij nog niet ontfangen had, waarvan hij niet de minste kennis had, maar welke ik hem mededeelde), kan, noch en zal de Societeijt niet wijken zij zoude liever al de geassureerden vari het agentschap van Poperinghe verliezen of tegen haren wil en dank eenen agent moeten aanvaarden. Ik heb mijn ontslag gegeven, alleenlijk voor de wed" Polley en voor anders niets. De wed0 Polley wiens ongeluk ik eerbiedige, en die niet verdiend heeft, door eene Toekomst te moeten gepatroneerd worden had aan eenen persoon kenbaar gemaakt wat groot verlies het was voor haar de assurantie kwijt te zijn. Deze persoon heeft mij dit kenbaar gemaakt, en in mijnen naam de wed0 Polley de voorstellen gedaan die aan uwe lezers bekend zijn. De wed0 Polley is mij komen vinden, en op hare vraag, heb ik aanstonds mijne demissie inge diend zonder het minste om te zien naar uwe fameuse petitie. Zie daar de waarheid, en ik brroep u nog eens het minste bewijs bij te bren gen van hel tegenstrijdige, dat gij beweert.

HISTORISCHE KRANTEN

De Toekomst (1862-1894) | 1877 | | pagina 2