Concert van den Schoolpenning. Stadsnieuws. van 20 mei 1876 over liet hooger onderwijs werkt regelmatig en zonder moeilijkheden. Eene ruimere vrijheid, bron eener werkda- digereaanprikkeling, zal vruchtbaar zijnen het peil der hooger studiën opbeuren. Een wetsontwerp verleenende het emeritaat aan de leeraars der Staats-Universiteiten, is u onderworpen. De jaarwedden van het onderwijzend personeel zijn geregeld en verbeterd de wet van 16 mei 1876 heeft de toekomst der on derwijzers of leeraars en hunner weduwen en wèezen verzekerd. Het crediet van 20 miljoen in 1873 toegestaan, voor het volma ken der stoffelijke inrichtingen van de lagere scholen is bijna uitgeput. De dotatie van dit gedeelte van het openbaar onderwijs is opvolgens vermeer derd geworden. De gijmnastiek en de tee- kenkunde hebben plaats genomen tusschen de vakken van het programma der lagere scholen. Eindelijk, dank aan de pogingen van ieder, kunnen wij elk jaar bestatigen, door de vermindering van het getal der ongeleenden, welke overwinningen wij op de onwetendheid doen. De belangen van den landbouw trekken voortdurend de bezorgdheid van mijn gou vernement op zich ofschoon de oogst van dit jaar niet geheel de verwachtingen van onze landbouwers heeft verwezentlijkt, is de toestand onder het oogpunt der openbare voedingzeer voldoende. Krachtdadige maatregelen'hebben het land bevrijd van den inval der veepest, die in andere gewes ten zoovele verliezen aan den landbouw heeft berokkend. Toch moet onze-wetgeving volledig ge maakt en versterkt worden. Indien het landelijk wetboek niet spoedig kan aange nomen worden, is het noodig en nuttig er een gedeelte van uit te vaardigen als bijzon dere wet. De meeste onzer nijverheden ondergaan nog den invloed der algemeene crisis, die sedert langen tijd overal het werk heeft vertraagd of winstgevend gemaakt. Des niettegenstaande is de beweging van onzen handel met den vreemde, in het algemeen beschouwd, niet gevoelig verzwakt, en de bedrijvigheid onzer havens heeft niet opge houden aan te groeien. De krachtdadigheid onzer nij veraars en handeldrijvers, het gezond verstand onzer bevolkingenen, in juiste mate, de strevin gen onzer openbare machten hebben te wor stelen tegen de moeilijkheden, ontstaan uit deze zoo lange crisis, die, hoop ik, haar einde naakt. Zonder zich te laten ontmoedigen door de verlamming die op verscheidene takken van den nationalen arbeid drukt, maakt de belgische nijverheid zich ieverig gereed om op de Tentoonstelling van Parijs een harer waardig deel te nemen. Ongetwijfeld zal zij daarin kostbare waarnemingen doen om ze toe te passen op hare voortbrengselen, op de noodwendigheden en den smaak van andere volkeren, en om zich aldus uitgestrektere betrekkingen te scheppen. Onze artisten houden de groote en goed- gevestigde faam der Vlaamsche School staande, zooals onze nijveraars zullen zij het ter harte nemen in dien grooten wereld prijskamp den verheven rang te behouden, welke zij hebben weten te winnen. De opbouwing van het paleis van schoone Kunsten en het Conservatorium, de ver grooting van het Museum, de rijkdommen welke bij die verzameling gevoegd zijn, de installatie der akademiekers in hun nieuw paleis, al deze feiten getuigen van het leven dig belang hetwelk de Kamers en het Gou vernement stellen in den vooruitgang van Schoone Kunsten en Wetenschappen. De burgerwacht en het leger blijven voortdurend beantwoorden aan het ver trouwen des lands door hunne vaderlands lievende opoffering, en ik hoop dat gij gedu rende dezen zittijd zult kunnen beraadslagen over het wetsontwerp betrekkelijk de herin richting der burgerwacht. Mijn gouvernement zal u voorstellen de opbrengst van het verkoopen van militaire domeinen aan te wenden tot het bouwen van twee forten op de linkeroever der Neeth, ten einde meer afdoende de verdediging te ver zekeren van onze groote krijgskundige posi tie. De militaire inrichting, welke gestemd werd in 1873, en de ingevoerde verbeterin gen in andere landen leggen ons de noodzake lijkheid op eene vollediging te geven aan onze artillerie. Ten dien einde zullen er credieten worden gevraagd. Ondanks den weinig guns igen toestand - zullen de verschillendeopbrengsten, der bron van het openbaar inkomen, behalve die der ijzeren wegen, beantwoorden aan de voor ziening. De groote onderneming der werken van openbaar nui; is met meer bedrijvigheid voorgezet dan ooit. Sedert zes jaren zijn er meer dan 350 millioen aan besteed en des niettegenstaande is de macht van het open baar credit vergroot en versterkt. De nieuwe zeevaartinrichtingen, die van de reede van Antwerpen een der schoonste en beste van Europa moeten maken, zijn toegewezen en de uitvoering ervan is begonnen. Langs daar zullen onze nijveraars nieuwe bronnen van uitvoer voor hen geopend zien. De aanzienlijke uitgaven, gedaanom den toestand der Maas te verbeteren, zullen weldra ten volle hunne vruchten dragen. Deze schoone stroom zal overal gelijk be vaarbaar gemaakt zijn op ons grondgebied, en, dank aan de snel doorgezette werken op de Fransche Maas, zullen onze nijverheden zich nieuwe wegen zien openen. Het net onzer spoorwegen breidt zich jaarlijks meer en meer uit. De uitvoering van een groot getal, mees tendeels sedert 1870 toegestane wegen, was verschoven en in gevaar gebracht door be- treurlijke financieele rampen. De maatrege len welke gij genomen hebt, en namelijk de overeenkomst met de Société de Construc tion op 1 Juni 1877 getroffen, en waarin aan den Staat rechtmatige vergoeding wordt voorbehouden, hebben in dezen betreurlijken toestand verholpen en te zelfder tijd zooveel mogelijk talrijke bijzondere en ernstig be dreigde belangen gevrijwaard. Bene bijzondere commissie bestudeert de vereenvoudigingen en de verbeteringen die op eene nuttige wijze aan de tarieven der ijzeren wegen kunnen worden toegebracht. Deze voor de nijverheid en handel zoo be langrijke vraagpunten houden ook de be zorgdheid van andere Gouvernementen gaan de. Het ware, om de internationale betrek kingen te vergemakkelijken, zeer wensche- lijk zekere gelijkvormige maatregelen te zien bepalen. Belgiezal zich aansluiten bij de pogingen die gedaan worden om eene degelijke her vorming is te voeren. Er zal u eene nieuwe herinrichtingswet op de post worden voor gelegd. Dit zal voor doel hebben niet alleen om de van kracht zijnde wetgeving in wet boek te vereenigen, maar ook om ons be staande poststelsel van het binnenland in overeenstemming te brengen met de grond beginsels die zijn aangenomen in de postver- eenigingen, door welke tegenwoordig bijna al de landen der wereld beheerd worden. De dienst van inkasseering der handel seffecten door het postbestuur, werd opvol- gentlijk ingericht en ontwikkeld volgens de vooruitzichten der wet. Zijneeerste uitslagen zijn zeer voldoendehet total cijfer der voor het eerste jaar ingekasseerden effecten zal ten minste tot 55,000,000 fr. beloopen. Tusschen de ontwerpen, welke u reeds zijn voorgelegd, beveel ik aan uw ernstig onderzoek de herziening onzer wetgeving op de zeevaart, de wet die de verantwoorde lijkheid regelen zal in zake van vervoer en die, welke strekken moet om aan den eigen dom der titels aan drager, die thans een zoo aanmerkelijk deel der openbare fortuin uitmaken, eene krachtigere bescherming en en eene grootere zekerheid te geven. liet onderzoek der ontwerpen, door de vroegere zittijden achtergelaten en dat der aangekondigde voorstellen zalmetnuteenen zittijd vervullen, welks duur bepaald wordt door het einde van de helft der parlementaire lastgevingen. Uwe welwillende medehulp zal, ik ben er van overtuigd, aan mijn gou vernement niet ontbreken voor de aanne ming van al de maatregelen door de belangen des lands gevergd. Wanneer vraagpunten worden bespro ken, die de gemoederen verdeelen, laat ons nooit de grondregelen en de gemeenschap pelijke begrippen vergeten, dieze vereenigen: de liefde tot ons nationaal zelfbestaan, de oprechte, diepe en onwankelbare verknocht heid aan alle onze grondwettelijke vrijheden, en ons aller vasten wil om ze ongeschonden te behouden. Die eenparige gevoelens en betrachtin gen waren in de dagen der beproeving onze kracht in het verledene zij zijn ook het onderpand onzer toekomst. Binnen driejaren zullen wij ons vijftig jarig nationaal, onafhankelijk, vrij en geluk kig bestaan vierenwij zullen alsdan met eene wettige fierheid de groote zaken mogen herdenken, welke gedurende den loop dezer halve eeuw van vrede en vooruitgang wer den volbracht en, zooals heden, God danken omdat Hij altijd ons duurbaar vaderland heeft beschermd. De lezing dier redevoering duurt on geveer tien minuten. Op het einde der redevoering braken algemeene toejuichingen los. De Koning stijgt den troon af, groet de omstanders die hem nogmaals toejui chen, en vertrekt. Iedereen volgt hem na. De koninklij ke zitting is geëindigd. Rond 2 ure is de défilé begonnen op de Paleisplaats. De bijzondere korpsen hebben als een enkel man opgerukt. Hel overige gedeelte ging zoo goed niet, maar het was toch niet slecht. Onder de burgers was er weinig geest drift, men was zeer voorbehouden. De gedachte dat wij nog altijd een klerikaal ministerie hebben, wierp eene zekere koelheid op de plechtigheid. Het onthaal des konings, zegt een blad van Brussel, was zeer eerbiedwaardig. Het zou meer geestdriftig kunnen zijn. Maar de koning die zeer populair is, heeft een ministerie dat lu i. volk belet hem toe te juichen. Men kan niet toejuichen als men ziel dat Z. M. zoo door jesuiten- aangezichten is omringd. De koning heeft zeer wel begrepen dat, als hij zich met zijne klerikale ministers, die weinig door het volk bemind worden en wiens bestuur door iedereen gelaakt wordt, in een gezelschap bevindt, het voor hem niet is dal mén zekere koelheid toont. Er hebben ook geene tegenstrijdige betoogingen plaats gehad. Alles is kalm en weerdig geëindigd. Enkel was de teleurstelling algemeen toen de troonrede gekend was en iedereen zegde Dat was nu wel de moeite weerd om zooveel beslag te maken. Als de ministers vier jaren kunnen wachten hebben om den Koning zulke eene troonrede te doen uitspreken, zij konden gemakkelijk nog vier jaar wach ten als zij niet meer te zeggen hadden dan hetgene er zich in de Troonrede be vindt. De Troonrede zegt niets wat de libe ralen zouden hebben kunnen vreezen en geeft ook aan de klerikale politiek niets dat zij zouden kunnen wenschen. In de redevoering staat er duidelijk dat wij geene ontbinding van de Kamer zullen hebben in Juni, derwijze dat de eene helft der Kamer zal gekozen zijn onder het regiem der nieuwe wet en de andere helft zal zijn mandaat blijven be houden volgens het oud regiem gekozen. Nu, omdat het in de Troonrede staat is het geen evangelie en wij denken dal de Kamers daar wel verandering aan zullen brengen. Er wordt ook gezegd dat de Kamer met 10 en de Senaat met 5 vertegen woordigers zal vermeerderd worden. Dus eene reden te meer om eene ontbinding der Kamer te dekreteren. Het gouvernement heeft den toupê zich te be. oemen de wet op het het geheim der stemming te hebben doen aanveerden. Als men nu weet wat moeite het de liberalen gekost heeft om die wet te be komen, die toch nog te wenschen laat, dan moeten wij zeggen dat de klerikalen zich een pluimken op hel hoofd steken, dat hun niet toebehoort. De nieuwe krijgsuitgaven die men voornemens is te vragen, worden op zeemzoete wijze aangekondigd. Men zal de Staalsgoederen verkoopen om nieuwe forten te maken, even alsof dit geen geld ware dat van de burgers komt. Dat is ook een punt dat in het in adres zal besproken worden en wij hopen dat men eens te meer M. Malou zijne rede voering te Sint-Nikolaas zal herinneren, waarin hij zegde dat hij de lasten zou hebben verminderd en vooral de krijgs lasten. Geheel de redevoering is eene sloefferij van al wat het ministerie gedaan heeft, ofschoon de eer van watgoed is, aan hun niet toekomt. Het ministerie wenscht zich geluk over den vooruitgang van het openbaar onder wijs. Indien het openbaar onderwijs vooruit is gegaan dan is het stellig de schuld niet van het klerikaal ministerie dat al gedaan heeft wat mogelijk is om het openbaar onderwijs af te breken en het klooster-onderwijs te bevoordeeligen. In een woord, al wie de minislerieele zage gelezen heeft, moet bekennen dat het de moeite niet weerd was om den Koning, de burgerwacht, het leger en het publiek voor zoo weinig te derange ren. Het is te hopen dat het adres in antwoord de kwestien zal bevatten die niet in de Troonrede komen en wier plaats er nogtans in aangeduid was. Volgens verwachting heeft het Concert van Zondag laatst een schitterenden uitslag bekomen. Ook er viel niet aan te twijfelen wanneer men de namen der artiesten aan- - trof, die hunne medewerking leenden, aan dit weldadigheidsfeest. De liefhebbers en kenners van echte en schoone muziek hebben een kostelijken avond doorgebracht. Men gedooge dat onze eerste hulde zij voor Mejuffer H. Croquetzelden schooner, zach ter en zuiverder hoorde men zingen en met een waar talent gaf zij het aria der Bijoux van Faust, om daarna met hare heldere en sympathieke stem twee aangename melodien te zingen A Lui en au Fil de ÏEaubeide gevrochten van M. Ch. Dewulf; eindelinggaf zij de Schaterlacheen moeilijk en tevens schoon zangstuk, met aide fijnheid en het gevoel die de toehoorders medesleept, ook werd zij luidruchtig toegejuicht en gebis seerd, waaraan zij met de meeste welwil lendheid toegaf en tot algemeene voldoening van het publiek gaf zij het stuk uit l'opera de Mireille, die als de voorgaande stukken een donder van toejuichingen uitlokte. Hulde insgelijks aan M. Ch. Dewulf, de man van hart, zonder hoogmoed noch'ge- gemaaktheid, zijne edelmoedigheid staat gelijk met zijn talent, gewaardeert van ieder een en overal waar hij de eer doet zich te laten hooren. Bij het uitvoeren zijns eerste stuks, boeide hij zoo zijn publiek dat er als eene heiligt stilte in de zaal heerschte om geene enkele noot te verliezen. Wat fijnheid, wat drift wat kracht legt hij aan den dag. Componist en uitvoerder smelten zich ineen. De ijperlingen waren gelukkig hunnen beminden stadsgenoot te mogen toejuichen omdat hij zoo een bewonderensweérdig ta lent ten dienste stelde van den Schoolpen ning, de geliefde milddadigheid der ijper lingen. Nog een ander kind van IJperen, die dit jaar met de allergrootste onderscheiding de eerste prijs der fluit, op het Conservatoir van Brussel bekomen heeft, M. Eugeen Van Els- lande, heeft ons op eene schitterende wijze zijn talent laten waardeeren. Bewonderensweerdig is het gemak waar mede hij de grootste moeilijkheden te boven komt, iedereen was als vervoerd bij het hooren van zulk vloeiend en sierlijk spel. Zijne Fantaisie mêlancolique en zijne Hommage a Tulou, waren echte juweeltjes van uitvoering. Geheel de zaal was als geëlictriseerd en aan hem ook ontbraken de welverdiende toejuichingen niet. Nog een ware artiest, waarover onze stad fier mas zijn. Het aria van het opera le Mailre Chanteur en dit van VEtoile du Nord, zijn met veel kracht en smaak gezongen geweest door M. Twee stukken voor harmonie uitgevoerd door het muziek onzer Pompiers, onder het kundig bestier van M. Wittebroodt, volle- digde het zoo schitterend program van dit schoon Concert. Gedurend de tusschenpoos zijn er twee lieftallige damen geweest die, bezield met de edelste genegenheid voor het werk van den Schoolpenning zich wel hebben willen gelas ten eene omhaling te doen, die aller ver wachting overtroffen heeft. De opbrengst der lijsten en omhaling be loopt tot de somme van 1,632 francs. Om te sluiten, sturen wij onze welge meende bedankingen aan het onvermoeibare Comiteit van den Wereldlijken Schoolpen ning der stacl IJper. Die voorvechters van het wereldlijk lager onderwijs komt men overal tegen, in alle feesten, vergaderingen, staminets, overal waar er hoop is eene gift te kunnen bekomen ten voordeele van hun werk. Het werd tijd dat onze vijanden, versmach- ters van onderwijs en licht, eens ernstig tegengekant werden, en de Schoolpenning in handen dezer krachtdadige Commissie is het echte wapen geworden waarmede men al de ultramontaansche kuiperijen zal in duigen slaan. Iedereen werkt daaraan met hart en ziel mede, op een enkele wenk ziet men de grootste talenten toespringen, ondersteund door eene volle zaal van gekozen publiek waarmede men, benevens onze stadsoverheid het puik onzer inwoners kan tellen. IJperen, den 17 November 1877. ScIio®Ipcu8»ï!ig.- Vorige lijsten, 11,742-41 Opbrengst van het Concert gegeven den 11 November 1877, 1,631-78 IS,374-19 Uitgaven tot heden, 8,492-55 «lijSi ia kus ft-. 4,881-64 Lyre Ouvrière. - Een Soirée Ta- gie zal plaats hebben in bet lokaal dezer maat schappij (zaal van het Zilveren Hoofd, Rijselstraal) den Woensdag 21 November, ten 8 u. 's avonds. Ter gelegenheid van den feestdag van Sle Ceci lia, geeft deze belangrijke Maatschappij een Bal voor de heeren leden en hunne damen, den Zon dag 25 November, ten 8 ure, in hetzelfde lokaal. Witte Klakken. - Ter gelegenheid van het S'° Ceciliafeest, geeft deze Maatschappij den 25 November, een muziekavond, ten 8 ure in haar lokaalden 24, ten 7 ure een souper den 25 Nov. heeft er ten 8 l/-2 een Bal plaats ge geven door M. de Laveleye, eere-voorzilter' der

HISTORISCHE KRANTEN

De Toekomst (1862-1894) | 1877 | | pagina 2