86 koopen Vlamertinghe. Mengelingen. Burgerlijke Godshuizen Yan IJperen. IEPEN, ABEELEN en POPELIEREN kamer te gaan. Is er eene wet die zulks kon toe laten? Indien er nu bij ongelukke iets voorviele, wie zou bekwaam zijn de schade en het verlies in te staan? Wij hervragen met wiens permissie de sche penzaal in herberg veranderd is. Nooit is er in den gemeenteraad een woord daarvan gespro ken geweest, tenzij nu onlangs om daartegen te protesteeren. Is het wel waar dat M. Col. gezeid heeft dat de veldwachter samenspant met zijnen broeder? Wij protesteren daar ook tegen Had Ryckeghem de garde elders op dienst gezet, deze zou van niets geweten hebben, en hadde bijgevolg niet moeten getuigen tegen zijnen burgemeester. Is het den veldwachter die het proces ge maakt heeft? Waarom zeggen de kaloten dat dan hier in Becelaere? Daar is niets vanhet is den tegenwoordigen bewoner die met volle recht en gelijk het zijnen plicht was, de nachi- stooring heeft gedenonceerd en het proces heeft geteekend vermits de veldwachter daarbij was, moest hij dienen voor getuige; dit is voorzeker klaar gelijk den dag. Hij is man van eed, en hij zou niet zeggen gelijk eenen anderen,ik heb daar niet cewbest, IK WAS dien DAG in mijn huis, neen de waarheid zou noch mag hij voor niemand verzwijgen.Het is door zijne openhartigheid en zijne rechtzin nigheid dat hij hier van iedereen gaarne gezien is. Wij kunnen niet laten van onzen veldwachter te verdedigen, omdat wij weten dat hij ten on- v rechte vervolgd is, omdat wij weten welk ver driet hij gansche dagen aangedaan wordt, om dat wij weten dat hij zijne overste erkent en van hun onmenschelijk en op de onbeliefste ma nier behandeld wordt; omdat wij weten hoeveel nachten zijne vrouw zonder slapen doorbrengt. Ja, aan ons is het dien echtgenoot, die vrouw en'die kinderen te troosten en te ondersteunen; het is onze plicht,en wij zullen nooit dien plicht loochenen; wij zweeren het en wij zullen onzen eed eeuwig getrouw blijven. Wij zouden onzen laatsten druppel bloed voor ham willen ver gieten. Overpeist wel wat gij gedaan hebt en wat gij nog zult doen, dwingelanden van Becelaere; ja de wraak des hemels, wij willen zeggen der kiezers zal over u nederdalen; en dan, ja dan zal ieder van u, en in t bijzonder den majoor, den adjudant, den pauw en het hondenjong mo gen op zijne borst kloppen, en zeggen, mea culpa, het is mijne schuld. Wij zouden nog eene strafbare daad kunnen aanhalen die op dienzelfden nacht is gepleegd geweest, door wien.' Dat moeten wij hier niet zeggen; ook daartoe hebben wij het recht niet, vermits wij het niet gezien hebben. Wij hebben het altijd verzwegen, uit eerbiet voor DEN veldwachter, omdat wij wel wisten dat de beschuldiging nog eens ten onrechte op hem filing vallen. Ons hart is te zeer getroffen, wij kunnen niets meer verkroppen en verzwij gen. Alles moet het licht zien, en wij zullen hier zeggen wat de gebeurs ons over die zaak ver teld hebben. Gedurende dien nacht is er met zooveel ge weld op de deur van het huis van den veld wachter geslagen geweest, dat de teekens nu nog er op te zien zijn. dat zijne vrouw en zijne kinders geweend en geschreeuwd hebben van benauwdheid, en dat de menschen het op 25 meters afstand in hun bed gehoord hebben. Wij herhalen het, wij noemen geenen dader daar wij hem niet kennen; dat M. Col. onder zoekt wie dat zou mogen zijn. hij zal het mis schien beter kunnen achterhalen dan wij. Ja wij weten nog meer. De zwijnen van eenen gebuur waren nitgebroken. Deze wordt wakker geklopt; de zoon en eenen knecht staan op, en gaan op zoek naar hunne verkens. Waar zijn die beesten nu, roept de zoon. Hier zijn ze; autwoordt er iemand preusch ge lijk dertig, die meende dat het naar hun was dat de zoon riep.Wie was die persoon die zei hier zijn ze? Wat had hij daar te doen M. Col. wij wenschen uit den grond ons har ten dat gij die zaak zoudt trachten te achterha len; het ware dan nog eens in uwe kaarte troef. Vivat de processen! Dat is het leven van de advokaten. Een Liberal» Lanteern Reningiielst. o Mededeeling van Jan Straal uit Westocter. VERKOOPISG YAH te Langemarck, St-Jan, IJperen St- Jacobs, Vlamertinghe en IJperen St- Pieters, op WOENSDAG 3 FEBRUARI 1886. ten 12 ure's namiddags, te beginnen te Langemarck,gehucht St-Julïanus. De Notaris TITECA, te IJperen, is met deze venditie belast, IJZER ENï-VVEG. 1 Januari 1886. Vertrekuren van IJperen naar Poperinghe, 6-50 9-09 10-00 12-67 3_oo 4-00 6-25 9-05 9-58. Poperinghe-Hazebrouck,6-5012-07 6-25. Houthem, 5-30 8-20 11-16. 5-20. Comen, 5-30 8-05 8-20 9-58 10-10 11-16 2-41 2-53 5-20 8-58. Comen-Armentiers, 5-30 8-05 11-16 2-53 8-58. Roeselare, 7-45—10-45—12-20—4-10—6-30. Langemarck-Oostende, 7-23 12-22 3-58 -6-22. Kortrijk, 5-30 8-20 9-58 11-16 2-41 5-20. Kortrijk-Brussel, 5-30 9-58 11-16 2-41 5-20. Kortrijk-GeRt, 5-308-20 11-16 2-41 5-20. IJPEREN 16 Januari 9 Januari Tarwe Rogge Haver Erweten Boontjes Aardap. Boter 14,200 5,000 900 500 800 5,000 7,720 17-87 14-87 18-25 20-50 19-50 6-00 330-00 7,000 2,000 1,400 000 000 2,000 8,080 18-00 15-25 17-50 00-00 0-00 6-50 320-00 den 13 Januari 1886. Op Zondag 29 November, kondigde baas den dag aan waarop den nieuwen orgel zou geën- staileerd worden. Hij verzocht zijne parochianen bij die plech tigheid tegenwoordig te zijn; hij verklaarde dat er met eene schaal zou rond gegaan worden, voor den armen (als het maar voor den orgel niet was), dat er ook een lof ging gezongen worden. De groote plechtigheid zou plaats hebben op Donderdag 3 Deeember 1885, om 2 ure des na middags, laat niet, beminde parochianen, nep baasken uit,van tekomen, want hetzullen artisten zijn die de eerste deuntjes zullen spelen. De lang gewenschte dag was gekomen en men zag bet volk optrekken naar de kerk. Ik kan niet nalaten te zeggen,er waren veel personen tegen woordig, want de kerk was proppend vol en Jan was er ook, daar hij eenen grooten liefhebber van muziek is. Men hoorde elkanders hart klop pen, zoodanig verlangde men die hemelsche too- nen, zooals baas het genoemd had, te booren. Eindelijk begon het lof en den orgel ging aan het spelen. Maar, oh hemel! Welke teleurstelling vooi' de personen daar tegenwoordig. In plaats van een schoon muziek te hooren, was het niet anders dan probreren en accordeeren en menig een zegde: ik beklaagdat ik gekomen ben, had ik het moeten weten ik had te huis gebleven Toen haring voorbij ging zegde Luvin G...., ik dacht dat het ander thé zou zijn,'t is de moeite niet waard om te luisteren. Haring. Wacht een oogenblik en gij zult den Gentenaar hooren spelen. De Gentenaar ging aan 'I spelen en Luvin zeg de: tul, tut, tut ik vind er geen verschil in, ik ga mijn slap voort. Ja zei Henri van 't schaapgoed zij durven niet schoone spelen omdal Sooite hel geen zoo wel kan en dat het een te groot ver schil zou zijn. Het zijn ai prulliges, het is omdat zij het niet beter kennen. Het lof was gedaan, de orgel iri- stallcerd en de klucht was uit. Wat er aan de klucht niet ontbrak was een maaltijd,Jwaaraan de bijzonderste |der parochie als ook de gemeenteraad, deel namen. Die maal tijd werd opgeluisterd,door een vijftigtal schouw, vagers die nergens Ie kort blijven, en het rost baantje van de Clijtte, zonder zijn hennrgc, (Want zij heeft de trouw-ziekle). Men maakte veel plezier, en menige zwarte nunnen verloren er hunnen kop. Wat lekker slokje, Z 'gde baasken, en hij sloeg op zijn buiksken! Binnen acht dagen, beminde lezers, zal ik u het verslag der Cecilia-feesten geven, die plaats hadden den 1° December eu den 2" Januari. Tot Zondag. Biddags-biecht tusschen haring en disteldibbe. Haring trekt het deurken open en zegt: vrouw maakt uw kruis en zegt de voorbiecht. Disteldibbe. In de naam des Vaders, enz. Ik belijd aan God en aan Maria, enz. Haring. Gij leest zeker gazetten? Dibbe. Neen, ik lees geene, mijnen man (vingt cent) leest er. Haring. Wat vooreen? Dibbe. De Toekomst, want hij is zoo nieuwsgierig te weten of hij er in staat, hij iaat nooit ze te koopen. Haring. Vrouw, die gazet is door deH. Kerk verboden te lezen en ze zelf in uw huis te houden. Gij moet uwen man verbieden ze nog te lezen en ze te koopen. Dibbe.Ik ben te vrede het te doen, maar hij zal hel niet laten, want hij wil nog een beetje liberaal zijn. Daarom vrees ik dat het verloren moeite zal zijn. Haring.Zie, vrouw, doe uw best, tracht hem over te halen deze gazet te laten varen en als hij naar u niet wil luisteren, doe hem vasten, niet eenige dagen,maar zelfs weken en maanden. Dibbe. Denkt gij dat alzoo zal gaan Haring.Zeker, want dit middel heeft vele koppigaards doen vallen het is hel eenigste mid del. Dibbe. Eerwaarde haring, ik zal het doen, want ik ben nog al geerne meester. Haring. En nu uwe zonden. Dibbe. Ik heb tijdens de laatste gemeente- kitzing mijn man tegen wil en dank gedwongen, de boodschap van Pé en kwilslabbe naar IJperen te dragen; het was eenen brief om hem van de stembus afwezig te houden. Wanneer de gewe zen burgemeester eens op de gravé wandelde, heb ik gezegd: zie daar passeert onzen koeiwach- ter. Ik heb ook gezegd dat Benoot M. met zijn achterste vol schulden zal, waarvoor ik heb moe- ted vergiffenis vragen. Ik heb ook gezegd dat vieze uit de kan'nulle eene kommeere is.Altijd heb ik veel kwaad,maar niet veel van mijnen evennaasten gezegd. Daar voor vraag ik aan God vergiffenis en hoop het te bekomen. Haring. Daarvoor behoeft gij geene ver giffenis te vragen, want als men liberalen plaagt, heeft men eenen perel aan onze kroon, die wij in den hemel zullen hebben, met kwaad van de menschen te zeggen en als het voor 't geloof is, doet men goed in plaats van kwaad. Dus al wat gij gedaan hebt is voor het geloof, en gij behoeft geene vergiffenis te vragen. Ik gerf u dus de volle toelating nog zulke zon den te bedrijven. Kunt gij lezen? Dibbe. Ja,Jgeen beter! Haring. Voor penitentie, zult gij de litanie van drn H. Laber lezen,om den Heer te bedanken dat gij zoo zuiver te biecht gekomen zijt als dezen heiligen gansch zijn leven geweest |is. God be ware U De disteldibbe vertrekt in groote blijdschap want zijkdenkt aan hare kroon in den hemel en Z'-gt: hemeltje lief hoeveel perels zal ik er niet aan hebben, als ik|het geluk heb van nog wat te leven iktben zeker dat den H. Laber er geen zoo veel zal hebben. Met die blijde gedachten komt zij te huis het eerste dat zij ziet is haren vingt cents i>, die zij in de armen neemt, en een paar goede geeft. Op eens roept zij: Wel, welIk bad beloofd n te doenjvasten en ik geef u reeds brood, maar vleesch en zult gij niet krijgen. Ik ben zeker dat haringske niet zal vasten,want zoo penitentie ware te hard, hé Een boterham minder eten en bier in plaats van wijn drinken is niets, maar vasten zooals haritigskenen aanbe veelt, maar uiets doen dat ware te lastig. JAN STRAAL. Er hebben, verleden maand, op onze paro chie, eenige sermoentje plaats gehad, aan de- Welke boonekamp, zeer godvruchtig deel nam. Ook deed in zijne vrouw, vergezeld van blaas balg en zijne kwilsdibbe,allen avond d" proces sie gaan en een kruiigebd lezen. Door zijne godvruchtigheid, werd hij den vriend van pater vagevier, aan wie bij al de pa rochianen te kennen gaf. Hij liet hem op zekeren dag weten dat ratte nooit de biecht bijwoonde. Aaustonds giag pater vagevier naar den onge- loovigen, hem vragende indien hij zich wilde bekeeren. Alle pogingen bleven vruchteloos en pat' r vagevier ziende dat alLs verloren was, begaf zich bij boonekamp, hemsmeekende, om de zaak te willen in handen nemen. Dezen aanveerde de vraag en giog tot drie maal toe, O» den ongelooyigen, uit de listen des duivels te tr» kken. Ratte, dovr de behoeften van boooekamp ge troffen, ster de den derden keer toe en ging 's andcrcndaa^ f naar de kerk, alwaar hij zich be keerde. Het was reeds sedert eenige jaren, dat hij de absolutie geweigerd wierd, omdat zijne kinde- ron naar de geuzenschool (zeggen zij) gaan en uu, de geldzwartjes loopen op handen en voeten om hunne geweigerde absolutie te mogen geven. Hij heeft ook lang genoeg gewacht, vooraleer het geweigerde te aanveerden, vermits boone kamp, opgehitst door pater vagevier en blaas balg, hem heeft doen gelooven, dat zijnen jon gen binnen eenige jaren, statie-overste pass- eren zal. Hé, welke schoone beloften heeft ratte gekre gen en hoe laDg zal hij toch mogen wachten, vooraleer zijnen zoon eene roode muts te zien dragen Den gewezen correspondent van pater vage vier gaat nog al dikwijls naar de pastorie. Wat mag hij daar van doen hebben? Waarschijnlijk ishet om nieuwe adviezen te ontvangen van geldflesch, denwelkehera ophitst, om andere zielen der geweigerde absolutie te verlossen. Ziet gij nu, beminde lezers, op welke manier die mannen te werke gaan en hoe zij het aan boord leggen, om hunne baatzinnige school ziekte te verbergen. Het is niet genoeg van alles te verbergen want het begint tijd te zijn, van die geldzuchti- gen uit hunne schulplaats te halen. Hetgene Gusten, zoo haast mogelijk zal doen (bij hoopt het toch zoo). Tot Zoudage voor het onderzoek der processie Gusten Nieuwsgierig. Verkeerd opgenat. Een heer komt op een bal en zegtjegen eene dame Mevrouw V..., is dat toch werkelijk uwe dochter; ik kan het bijna niet gelooven, ik meende dat het uwe zuster was. De dame zeer gevleid daarover, zegt Toch kan ik^u verzekaFen, Mijnheer, dat dit mijne dochter is. Wel, wel! ik hield haar stellig voor uwe zuster,|gij ziet er beiden keven oud^uit.... Een held. Een soldaat die uit China is te rug gekeerd met een|houten been werd door M. Klepkens een complement gemaakt. jEdele held, zegde hij, dank aan u heeft Frankrijk een voet in China. Ja, zegde de soldaat, ik geloof het wél, want ik ben het die er hem gelaten heb. De kinderen. Taafkeu, zegt zijne mama, ik zal u iets zeer schoons voor uw nieuwjaar geven, als gij geheel de week braaf zijt. Zeg mij eerst, mama, wat het is, om te zien of hel wt-1 de moeite waard is. GRANEN CBZ- verknchUs kwantiteit middenprljs p. 100 kite. verkochtte kwantiteit middenprlj» p.100 Kils. N

HISTORISCHE KRANTEN

De Toekomst (1862-1894) | 1886 | | pagina 3