Stadsnieuws. dank, zou 't wel? hoe er bijna geene weken, wat zeg ik, geene dagen voorbijgaan zonder dat deurwartjes hunne klauwen in de kas van diezelfde 31. Staat, en dat nog al diep zelfs, steken komen, dan nog eens antwoordt hij: ge zijt verwaande dwazen, die zoo min lezen als schrijven kunt Wanneer wij hem toonen dat de Staats kas, door kerk, klooster en pastoor tot op den bodem geledigd, niet meer toelaat dat er openbare werken gedaan worden, door welke duizenden menschen werk en bijge volg brood hebben zouden; wanneer wij be wijzen dat de gevloekte onderwijswet van 1884 al de gemeenten van het land arm gemaakt heeft,om de broêrtjesen nonnetjes te verrijken en zich in hun lui en vadsig leven vet te mesten,en zoo die gemeenten in de onmogelijkheid gesteld heeft de nuttigste en dringenste werken uit te voeren, dan nog eens vindt hij tegen dal alles geen andere argumenten als: - Ge schrijft niets anders dan dwaasheden en daarom kunnen wij u niet als ernstig beschouwen Waarlijk, heer Plaatselijk, wie had ooit durven peizen dat gij uwe lezers onnoozel genoeg meendet om ze met dergelijke argu mentjes te kunnen overtuigd gelooven. Ook wat kennen wij er van, wij, een hoop domme weet nieten. Doch, ons dunkens, is het altijd een zwarte pot, die u begrimt,gelijk het ook eene langoor is die iemand als ezel uitscheldt. Is 't zoo niet, M. de hoog, zeer-hoog ge leerde Stel daar een halveken klaren op. W. 't Niet. Poperinghe. den 4 Februari 1886. Het was in '1869, toen de Poperinghenaars gebukt gingen onder het juk van zekeren Vande Putte, toen deken dezer stad, dat er een der ernstigste kiezingen plaats had, welke men ooit in het land van Van Coppernolle gezien had. Twee kandidaten, beiden even achtingswaar dig, stonden tegenover eikander. M. Félix Rommens, vertegenwoordigde de liberale partij, en M. Vanden Berghe-Fraeys was de kandidaat der caloten. Gij moet weten, lezers,dat reeds van 1869 de Poperinghenaars leelijk bedrogen werden! Wij vinden er het bewijs van in den beruchten om zendbrief die den bovengenoemden Vande Putte deed onderteekenen door M. Vanden Berghe-Fraeys zaliger. Ziehier het stuk BURGERWACHT. Maatschappij Cijbelschutters. Schieling van Zondag 31 Januari 1886. Hoogst getal. Gaimant Arthur, 20 15 25 25 25 110 Deweerdt Charles, 25 25 20 15 25 110 Vermeulen Henri, 25 20 25 20 20 110 Ghelders Constant, 25 25 25 20 15 1 10 Boedt Leon, 20 15 25 25 20 103 Fraipont Maurice, 23 15 20 25 20 105 Ligy Albert, 20 25 20 20 20 105 Bogaert Alphonse, 25 20 20 25 15 105 Laa Masscheleyn Alph., 10 5 E 5 5 50 fyherghein Jean, 5 5 5 5 10 30 Ligy Félix, 15 5 5 35 Podevyn Auguste, 5 10 IE to 45 BURGERSTAND van den 29Januari tot den 5 Febkuari 1886. Vandaele Joseph, daglooner, en Durnez, Maria, kantwerkster. Lampaert, Rosalia, zonder beroep, 64 ja ren, weduwe van Engel Gequiere, Rijssel- straat.Ferrand, Ludovicus, kuiper, 47 ja ren, echtgenoot van Alixe Allaer, Rukker- straat. Brunfaut, Denisius, oud-profes sor van het gemeente-college van IJper, 67 jaren, echtgenoot van Celina Vanalleynne, Rijsselstraat. Vandaele, Amelia, zonder beroep, 57 jaren, ongehuwd, Lange Thou- routstraat. Vandermeersch, Benedictus, zonder beroep, 77 jaren, echtgenoot van Paulina Dewilde, Lombaartstraat. De- necker, Melania, zonder beroep, 76 jaren, echtgenote van Franciscus Smaelen, Oude- houtmarktstraat. WELKE ARGUMENTEN. In zijne knevelaarsproza van verleden Zondag, geeft M. Plaatselijk zich aan uit bundige blijdschap over, omdat wij eindelijk over zijn ootmoedig!!! persoontje zwijgen zullen. Is dat niet een klein bewijsje dat hij een beetje benauwd was. Doch dat hij niet vreeze wij zouden voor de navolging van zijne treffelijkheid vreezen. Verstaat ge't, kwade jongen? Hij voegt er bij: «Er zal daar nog iets uit groeien Dat is uit ons, lezer. Maar, zoo dat iets moet gelijken op het iets, dat sinds lang reeds uit u, M. Plaat selijk, gegroeid is, dan zijt ge wel bedankt voor uwe goede junst. Kan dat ventje ons niet weerleggen, dan roept hij kort en goed ge zijt ezels, stom merikken i) en ik weet niet wat nog al. Zou hij ook al gaan putten zijn aan de lijst uit scheidingen, die de Patriot en Cie den heer Bara naar het hoofd wierpen? Dus in zijne weerleggingen is het dat hij onovertrefbaar is. Wanneer wij schrijven dat het huidig Staatsbestuur een eebt pastoorsgouverne ment is; dat wij het grootendeels aan dat zelfde pastoorsgouvernement te danken hebben dat tegenwoordig ons eertijds zoo bloeiend landeken nu uitteert en wegkwijnt, dat alle ambachten en neringen ziek en lij dend zijn en dat de zwartjes alleen hier als in een luilekkerland leven; dan roept en spartelt ons veDtje, om onze gezegden te weerleggen, ge zijt. domme, stomme ezels, die niets dan boltigheden (uit wiens botten komt dat,) drukken kunt Zeggen wij hem dat de Moniteur (lees pasfoorsblad) van besluiten volstaat, die aan kerk, klooster en priester kolossale sommen toestaan, dan weerlegt hij ons met te zeggen ge kunt noch lezen, noch schrij ven "Wanneer wij hem een kerstdag- en nieuvv- jaarnummer van datzelfde blad onder den neus wrijven, waarin hij,tegen wil en dank lezen moet dat de kerst- en nieuwjaarsge schenkjes door 31. Staat, dat is door u en ons, aan kerk, klooster en pastoor geschon ken'tot een soinmeken van bijna twee hon derd duizend franks beloopen; en wanneer wij tem zeggen dat, als hij zich de moeite geven wil dagelijks het Staatsblad te door- snuisteren, hij zien moet. tegen wil en Zoo gij mij, Mijnheeren, met uwe stem wilt vereeren, uw nieuwe Raedsheer zal alle stoffelijke zedelijke belangen der stad zijn aendacht en zijne zorg toewijden. Hij ZAL AL LE VERBETERINGEN van PLAETSEN en STRATEN met z.ijn woord en zijne stem voor- staen.Iiij zal voor het GEMAK;voor den VOOR UITGANG en den BLOEI VAN KOOPHANDEL, NERING EN LANDBOUW zijne sterkste po gingen aenwenden. Hij zal met alle waekzaem- heid letten op het regt en nuttig bestuer der FINANTIËN. Hij zal.ZONDER VERMEERDE RING VAN LASTEN OF SCHULD, de stad van Poperinghe in alle vakken den noodigen of be- tamelijken voortgang trachten te verschaffen, enz,, enz., enz., enz., enz., enz. Poperinghe, den 28 Juni 1869, signé (Vanden Berghe-Fraeys). Aangelokt door deze valsche beloften, de kie zers stemden vgor den kandidaat van Vande Putte, en op eene of twee stemmen meerderheid (stemmen die ernstig te.betwisten waren) werd M. Vanden Berghe stedelijke Raadsheer uitge roepen. Wat gewierd er van die schitterende belof ten Niets, 'nen keer niemendalle Doch ik bedrieg mij, sedert is de schuld der stad jaarlijks vergroot,tot zooverre dat zij 't biet en eenige jaren tot de fabelachtige en benauwe- lijke som van EEN MILJOEN FRANKS zal ge klommen zijn! Wat aangaat de verfraaingswerken besproken in den vermaarden omzendbrief van 1869, men is bezig in 1886; binst dat het vriesde dat het kraakt en het sneeuwde eenen voet dik, met het metsel- en aardewerk tot het maken van een Square vóór het Bisschoppelijk kollegie onzer stad. Ehwel! eenvoudige Poperinghenaars, zult gij toch eindigen met de oogen te openen, of zult gij voor eeuwig blijven als degenen waarvan David in zijne Psalmen spreekt en die ooren hadden om niet te hooren, en oogen om niet te zien. Middelerwijs zuchten wij over het verlies onzer fabrieken, en laten onze klachten hooren over den slechten staat waarin den landbouw zich bevindt, binst dat wij den werkman in de grootsteellende gedompeld ziet! En terwijl de armoede overal binnendringt, zitten onze stadhuismannen op hun gemak de stadsgelden te verkwisten in het maken van Squars en andere onnuttige werken. Een berouwhebbende en verontwaardigde kiezer. Wanneer gaat men met het Budget van 1886 afkomen En aan wie gaat eindeling den écharp van schepene ten deele vallen?Men moet be kennen dat al die uitstellen te dom beginnen worden. Becelaere. Ik heb er in gelukt alles te kunnen achterha len. Het deed mijn hartje deugd als ik vernam welk plezier de gildemannen gehad hebben; tegen de naaste jare ben ik in de gilde van St- Sebastiaan zulle, want ik heb ook nog al geerne plezier. Vertellen wij dus geheel de historie van den avond gelijk zij gaat en staat, en die zoo bela chelijk is voor den pauw. De gilde van St-Sebastiaan vierde den feest dag van haren patroon op den Maandag 25 Januari. De pauw die ook lid van de gilde is achte zich Ie groot en te machtig om mee te vie ren. Ge moet weten, geëerde lezers, dat deze gilde bestaat uit liberalen, klerikalen en on af kankelij ken, dus uit alle slach van mannen; en bijgevolg is die gilde geene politieke socië teit. De pauw wilt er de politiek doen tusschenko- men, zeker om den twist en den tweedracht op de gemeente te doen aangroeien. Waar is dan de vrede waardoor hij de kiezers bedrogen heeft, in plaats van de sociëteiten die nog onpartijdig zijn, gerust te laten, moet hij den eersten zijn om er die hatelijke politiek in te voeren. Men kent den vogel aan zijne pluimen, zegt het spreekwoord. Wij weten dat hij pauw is, wij zien het op zijn hoedje. Hij heeft nu ook ge- toon welk karakter hij heeft; nu kennen wij hem; nu weten wij wie de verrader is. Men schen laat u niet bedriegen; de vrede kent hij niet, menschen vervolgen en afzetten,menschen in't verdriet helpen, dat is zijn werk van alle dage. Daarvan geeft hij bewijzen genoeg. Wat anders kent hij De wetten?? Tot bewijs de nachtstooring die hem een kruis van eere gekost heeft, en volgen zijn eigen zeggen eene groote somme geld. Hij zal misschien te naasten keere voorzichtiger zijn en naar het goede ad vies van zijnen veldwachter luisteren. Wij zouden wellicht de gilde uit het oog ver liezen. Wat heeft er dien avond nu al gebeurd De leden van de gilde gingen 's avonds rond 9 ure en half naar hun lokaal die de muziekzaal is boven het gemeentehuis. Daar verzetten zij zich dan met een liedje te zingen eenige aange name speeltjes te doen. ook voor dat, het politiek reglement uitkwam met een beurtje te dansen. De pauw moet dat nog wel weten, want verleden jaar was hij ook van de eerste niet om naar huis te gaan. Plezier maken dus, en anders niet. Niemand dacht aan de politie. Ook sedert dat het politiek reglement bestaat, heeft de klok nooit geluid op de weekdagen, en heeft de pauw nooit politie gehouden; acht dagen te vooren nog hadden de kaloten met den pauw er bij zeker zich in den Lanteern waar het kandeel was.bezig gehouden tot 's nuchtens. Ten 3 ure verlieten drie personen de herberg en twee uren nadien waren er nog drinkers binnen. Zoo de kaloten zouden in eenen kandeel zich mogen bezighouden tot 's nuchtens, en eene sociëteit eene onpartijdige en vreedzame sociëteit is met slag van 10 ure in contraventie genomen. Wat zegt gij daarvan, geëerde lezers? De pauw zou dan, zeggen dat hij achtervolgd is. Wie is er nu de vervolger? Liberalen en ka loten, dat zijn verschillige menschen zegt de pauw, ik zal ze verschdlig behandelen oo-k. De liberaalkens zullen mij respecteeren of ik zal hun ringelen, mompelt hij tusschen zijne tanden. Wat meent hij van het honden- jong? Is die een liberaal en nochtans hij res- pekteert hun ook niet. Dat hij eerst de men schen die hij uit zuiveren politieken haat heeft doen afzetten, in hunne vorige bedieningen her stelt. Ja dan alleen zal hij toonen dat hij een ander respekteert, en de menschen zullen hem dan eerbiedigen ook; eerder niet. Hoe! hij zou mogen alwie een weinig libe- raalsch is, vervolgen, afzetten en in kontraven- tie nemen, en de menschen zouden hem daar voor moeten bedanken en gaarne zien. Zij zou den nog moeten zeggen: Merci! Alzoo niet ge boerd. Hij schiet dan in eene kolerie en hij zegt: De liberalen hennen mij niet: zij res- pekteeren mij niet; zij vervolgen mij. Daar is niets van\pauw, de liberalen zijn geheel gerust in u als gij niet geëerbiedigd zijt, de schuld is aan u, en aan niemand anders. Het is dat gij niet doet wat gij doen moet en dat gij uwe beloften, vóór de kiezing gedaan, niet uit voert. Waarom hebt gij van dezen keer den veld wachter gezonden om te boeten? Andere Zon dagen hebt gij hem niet noodig, gij moet uwen sleppedrager meenemen; en nu zendt gij den veldwachter atleene. Waart gij misschien benauwd van mee te gaan? Gij moest niet vree zen, die menschen gingen u geen het minste leed aandoen. Gij gingt van hun beter ontvan gen zijn dan van hei hondenjong inden krekel maar zij zouden u eerst uw politiek reglement voor oogen geleid hebben. De leden hebben hem uit de gilde gestemd, hij is er de oorzaak van. Deze sociëteit bestaat sedert 1834; nog nooit heeft er een lid zijnen eed van getrouwheid aan het reglement verbro ken met de tweedracht onder de leden te doen ontstaan. De pauw is dus den eenigsten sedert 52jaar die voor zijn gedrag ten opzichte dei- leden uit de gilde moet gebannen worden Dat is treffelijk he! van eenen man die van iedereen zou willen gerespekteerd zijn. Aangezien zijn zonderling en berispelijk ge drag, is de pauw dus voor eeuwig uit de gilde gebannen, en hij is ook dood voor de leden die voort de eendracht willen zien heerschen in hun ne sociëteit waarin de vrede altijd de eerste voorwaarde is geweest. Wie dood is moet hegraven worden. Daarom is het dat zij hem met groote ceremonie naar de laatste rustplaats een hoeisliet -gedragen hebben. Wat moeten wij nu uit geheel dien avond besluiten? De leden hadden zich nog nooit een jaar beter verzet binst den dag; 's avonds legde het aan om geheel stillekens te gaan; maar al op eens ging de kat op de koorde en de pupkens gingen aan het dansen. Dan was het een ander paar mouwen. Is de pauw niet gespaard geweest hebben zij hem uit de gilde gebustelden hem eenen eeuwigen adieu gezeid, hij mag het op hem nemen. Zonder zijne tusschenkomst zouden al die dingen geene plaats gehad hebben. Ik hoop dat hij in het toekomende niet meer zal toelaien dat de eene zijne vrienden nachtuilen tot ten 5 ure van den morgend, ter wijl de andere die straf in zijnen weg loo- pen) op het slag van 10 ure in contraventie ge nomen zijn, tegenstrijdig met zijn politiek re glement dat zegt in Art. 2. De politieklok zal geluid worden een kwartier uurs vóór den tijd hierboven vastgesteld en in Art. 5. De herbergiers en slijters van dranken zijn gehouden,het zij vóór ofnapolitieuur op het eerste bevel den ambtenaar EN de bedienden van politie binnen te laten m hunne woning. Alsdan zal hij mogen rekenen op de achting van zijnen ouden vriend en gebuur van het koeisliet. DEN LIBERALEN LANTEERN Het Nieuwsbladje spuwt vuur en vlamme. Wij zijn ontroostbaar (als 'tu belieft?) Het is bij u niet dat er in nood troost te vinden is. Wij hebben u niet van doen. Maar in plaats van strateklaps te weerleggen (die niets zeggen) waarom weerlegt gij onze artikels niet Omdat wij de waarheid zeggen, zijn wij volgens hun ontroostbaar. Wat rare manier van oordeelen hé «WITTE KOE PTK--7&** mvansmtmm V 0— <v rvptnl Geboorten. Mannelijk geslacht3. Vrouwelijk id.: 1. Huwelijken Sterfgevallen Kinderen beneden de 7 jaren Jlannelijk geslacht, 2. Vrouwelijk id., 2. o 4

HISTORISCHE KRANTEN

De Toekomst (1862-1894) | 1886 | | pagina 2