OHLËNDORFF'
ALLÉÉN ECHT
Mène Wel bedankt baas, maar ik heb ook
een hoofd dat ik zelf draag.
Baas. Hebt gij al eene nieuwe wunste? Ik
wist niet dat gij moest verhuizen, wat ben ik
verwonderd geweest toen ik dat hoorde.
Mène. —Wat, gij wist niet dat ik moest ver
huizen Het is uwe groote schuld en nu komt
gij vragen of ik reeds een hu s heb. Zijt gij mis
schien er op uit om het te weten.
Baas. Maar Mène wat denkt gij van mij,
gij zoudt mij verdachten van met uwe vijanden
zamen te spannenneen ik wist het niet.
Mfne. Loopt gij zijt eenen valschaard gij
weet alles en weet dat gij te samen spant. Nu
moet Luvin zijn goeste hebben.
Baas. Gij denkt dat, Luvin is niet groot
van begeerte en hij peist niet u kwaad te doen
Mène.Ah Luvin is niet groot van begeerte
voor u misschien niet, maar ik vind niet dat hij
zoo klein van begeerte is als gij wel denkt Ik
weet het beter want hij kan zoo dingen vragen
die meest altijd onmogelijk zijn. Vraag hem
eens wat zijne begeerten zoo al zijn, aan zijnen
baas zal hij niet liegen, want zij zijn allen met
dezelfde begeerte geboren de bazen.
Baas-Mêne gij zijt kwaad en daarom zegt
gij dingen die ik niet geloof.
Mêne. Gij moogt mij geloven ik zeg niots
anders dan de waarheid en ook wat geeft het
mij dat gij het gelooft of niet. Nu baas ik moet
voort naar huis en al mij beheer gij zult het zien.
Salut.
Baas zet zijnen weg voort al drummende en
peizende wat die groote begeerte van Luvin
zouden kunnen zijn.
Misschien een elfdeel die op handen is.
Wel besteed baas, gij moogt wel denken dat
eru een onverwacht geluk op handen stond.dat
zal u leeren uwe neus in een ander mans keu
ken steken, hé, dat gij overal en altijd zoo wel
vaardet,gij zoudt wel niemand meer aanranden.
En gij Mêne gij zijt nog van de goede soort
er vloeit in u geene overloopers bloed; daarom
dank ik u en wensch u veel moed.
o
Mkdedeeling van Jan Straal urr
Westouter.
Hewel, Louise, wat zegt gij van de cortège
die op l',e" Februari plaats heeft gehad, tot in-
hulding van het nieuw engelken die uwe plaatse
ging bekleeden?
Zitting van 29 Januari 1886.
Het is nu reeds de derde zitting, sedert den
24 November, over de scholen. Kwilslabbe kan
de ezels geen oogenblik met vrede laten. De
ezels moeten wel gekweekt zijn, anders zouden
zij die lastige taak niet kunnen uithouden.
Kwilslabbe komt integendeel zoo mager als
eene graat; hij verhoopt dat het nu de laatste
keer zal zijn dat de schoolkwestie zal behandeld
•s worden.
Onze helden kwamen in het vergaringshuis.
Beuterpander nam plaats op den eere zetel
en de ezels rond hem.
Kwilslabbe gaf hen e'k eene advokaten muts
en zijnen zegen en vertrok. Hij kwam in het
weggaande heer V. tegen, die bij het binnen
komen, naast beuterpander plaats nam. De zit
ting werd geopend.
Beuterpander. Het eerst wat er te behan
delen valt.is eene som van 50 frank die ik voor
nemens ben van de schoolmeubelen af te trek
ken; weet er daarover iemand iets te zeggen.
Beenen ezel. Polverblomme iedereen zou,
zooals ik, moeten verheugd zijn want het is eene
vermindering van belasting voor de gemeente.
De heer V. Gij moet alzoo uwen kam niet
rechten, waarlijk van den eenen kant 50 frs.
aftrekken en langs Hen anderen kant 400 opleg
gen; zulke besparingen zullen de gemeente doen
lachen, hé.
Pé bril. Gij komt altijd met uwe bespa
ringen voor den dag, de kiezers hebben ons
daar voor niet gekozen.
De heer V. Als ezel papa. na 48 maanden
gezeteld te hebben uit de vergaring gedraaid
werd waarom was dat?
Olifant. Geen oude koeien uit den gracht
gehaald.
Beuterpander. Stel u.wij gaan over tot de
kolen. Ik stel een vermindering voor van 15 fr.
op de jaarlijksche verwarming der school, die
zeker niet te veel is. Wat denkt gij er van?
Beenen ezel. Daar valt ni et veel op te zeg
gen, heer beuterpander; want bijvoorbeeld als
mijn wijf eene seul erpels kookt moet zij na-
tuurelijk zooveel kolen niet hebben als zij er 10
zou koken en zoo is hier ook het geval, indien
er niet veel kinders zijn, moeten er niet vele
kolen zijn.
De heer V. Schoone voorbeelden inder
daad en zij bewijzen dat zij van groote mannen
komen. Men moet inderdaad de poeder of iets
anders dergelijks uitgevonden hebben om zoo
ie zeggen dal er zooveel warmte niet moet zijn
oo'-'lO kinders als voor 3'», ik beken het open
hartig dat ik mij verre beneden u gevoel en ik
no oit zon oolik zal worden en ik verzeker u dat
gij geen tien jaren hier zult zijn zonder eene
decoratie te krijgen en zou ze u wenschen.
Droogen ezel. 't Ware te wenschen, hé.
Beenen ezel.'tls al te veel als ik iets
zegge.
Olifant. Schoone voorbeelden zijn altijd
hunne plaats waard en als het niet wel is voor
V. dat hij buiten blijve, wij hebben verstand
genoeg.
Beuterpander. Verstand ontbreekt er ons
niet, wij gaan over tot de afgestelde onderwij
zeres van het handwerk.
Zij heeft nu eenen maand te goed aan 200fr.
dat is 16 fr. 60.
Olifant. Zou dat ook niet een beetje kun
nen verminderd worden?
Beenen ezel. Gij zijt zeker verdoold, weet
gij niet dat deze vermindering van jaarwedde
op onze vrienden zou vallen?
Pé bril. Dat is nu de laatste rekening dat
de onderwijzeres ons zal zenden en nu zal het
gedaan zijn.
Droogen ezel. En als zij niet wilt weg gaan
wat zullen wij dan doen?
Beenen ezel. Wat wij er zullen meê doen,
wel zooals wij den o Januari gezegd hebben
buitenzetten, wij zijn met volk'genoeg.
De heer V. Hebt gij daar geene voorbeeld
den meer die wat gemakkelijker zijn dan dit? -
Beenen ezel Onzen plicht is van geene
geuzen te sparen, die wat verdient moet wat
hebben elk zijn toer is niet te veel.
Beuterpander. Twist niet. heeren, wij
gaan over tot de schoolbehoeften van 30 fr. op
20 fr. te brengen het zal zeker wel gaan, hé.
De heer V. Waarom hem niet gansch het
vel aftrekken gij zult, dan in eens gedaan krijgen.
Pé bril. Het zal er nog van komen.
De heer V. Van komen dat wil ik wel ge
loven, want gij zijt er allen wel bekwaam toe,
ook moet dit mij niet verwonderen, want het
zou geene katholieke verdraagzaamheid moeten
geheeten worden. Nu gij zult daarvoor den he
mel verdienen, want hij is maar voor deze die
zijnen evenaasten haat en verfoeit, die hem zou
uithongeren, en zulke mannen geven zich uit als
verspreiders van Gods leer. Wat snoode valsch-
heid
Beenen ezel. Geene complimenten, het is
gesneden en het moet zoo genaaid zijn, wij zou
den wel naar u te luisteren gebben!
Beuterpander. Het incident word geslo
ten. Er is eenen bijzonderen die 1000 fr. gege
ven heeft aan de nieuwe schoolvrouw te geven
om de gemeente in geene nieuwe lasten te bren
gen. Hij verzoekt deze som bij de 200 fr te
voegen, welke de gewezen onderwijzeres had
en op het budjet te brengen.
De heer V. Als het gegeven is door eenen
bijzonderen waarom er hier over gespreken
worden kan hij het zelf niet geven?
Beenen ezel. 't Is voor een wel zijn dat wij
het doen, omdat gij het ook zoude weten.
lifant. Het is zoo moeilijk om te passen.
De heer V. Toon mij eens dat stuk. (Hij
leest het). De ondergeteekende Kö Beerhond
heeft de eer zijne weldadigheid te laten kennen
aan de gemeente. Ik als bijzonderen geeft dus
1000 fr. aan de nieuwe onderwijzeres. Aan
vaard. heeren, mijne oprechte vriendschap.
R6 Beerhond.
De heer V. Dat is een farce naar do mo
de; zulde!
Beuterpander. Wij zijn met zessen en ik
hoop dat het genoeg is.
De heer V. Gij moet op mij niet reken ik
zal geen nieuwe lasten stemmen, want de oude
kunnen niet betaald worden. Ik zie reeds van
verre uwe comedie. Die bijzonderen zou een
jaar 1000 fr betalen, maar te naaste jaar zou
het uitzijn en zij zouden op het budget staan.
Dan zoudt gij zoo als vele gemeenten, bezwa
ringen van'lasten moeten aanvragen. Gij zijt
bezig met Westouter in slechte lakens te draaien
en dat alles om uwen haat uit te werken en ik
zou mij bij u voegen om verdienstelijke perso
nen hun brood te ontnemen, en het aan uwe
partijgenooten, die hun geld op hoopen laten
liggen, te geven, ik zou mij bij u moeten aan
sluiten om Westouter te helpen op strooi bren
gen, neen dat nooit Indien ik mijne medebroe
ders niet kan verrijken, ik zal ze toch niet ver
armen. Doe dus uwe goeste ik stem tegen uw
ontwerp.
Het werd aangenomen met 5 stemmen tegen 1
Ik laat het aan u over Wesiouternaars uwe
belangen te beoordeelen Jan Straal.
Y LAMERTIAGIÏ Ej
den 9 Februari 1886.
Door zijne pijnlijke ziekte gek«ollen, be
vindt Gusten zich in de onmogelijkheid, zijne
artikels voort te schrijven, daarom heeft hij
zijnen gezant gelast om voor eenige dagen
zijne plaats te vervangen.
Eh wel, hij zal dit plaisir doen, maar het
is zijnen stiel niet, en indien zijne artikels u
zoowel niet bevallen, dan die van Gusten
(onpasselijk), hoop hij toch verontschuldiging
te verwerven.
Wij zijn wederom in verwarring door den
geliefkoosden boonekamp
Zijne serpententong spuwt vuur en snijdt
langs alle kanten, en onder den dekmantel
mag hij gerekend worden met Geidvlesch en
j Smit drijvuldigheid, alsook krommenek en
zijne twee roste bespieders als snoode ver
raders.
Ah sa, Vlamertinghenaars, die uwe kin
ders naar ae Communale school zendt, gij
moogt boonekamp verwachtende zijn, hij
zal u een bezoek afleggen om uwe kinders,
die daar eene dengdzaame opvoeding
ontvangenaf te trekken en ze naar de
kwezel school te zenden, ten einde het brood
te willen ontnemen, eens braven en deugd-
zamen meesters, die (ik zweer het, op de
asch mijner voorouders) geene schuld in
onze artikels heeft en die hier de vriendschap
van eenieder geniet.
Maakt van den nood eene deugd, en voor
boonekamp, van uwen voet een kordewa-
gen.
Laat dat monster uwe tanden zien, werpt
hein met. geweld aan de deur, want bij ons
komen geene valsche afgevallene keikoppen.
Celui qui est capable a Lout, est capable
de lout.)
ik ben ook nieuwsgierig zooals Gusten,
om te weten wat voor intrest hij daar uit
trekken kan, om, zoöals eenen sluipwolf,
nu van Pier en dan van Paul te schelden,
ri o glans hij wel weet op ons dorp geene
vrienden te telien.
Zoo' nen man als boonekamp, wil geres
pecteerd worden; te laat hebt gij willen
beginnen, en tracht ons eerst eerbied te
betuigen Maar och heere, 't verstand komt
voor de jaren niet zegt het spreekwoord; hij
is blazé gelijk eene raap, en het kalfvleesch
dat achter zijne ooreD steekt, zweldop naar
mate hij om hoog kijkt. Men zegt gewoonlijk:
als niet komt tot iet, kent iet zich zeiven
niet.
Ehwel vrienden, 't gaat zoo met boone
kamp, die zoovee! van zijnen neus wil maken
en hier van niemand noch geacht, noch
bemindt wordt.
Ja, boonekamp, ik zit u hard op de hielen
zult gij zeggen, maar ik veronderstel bij mij
zei ven; elk zijnen toer is niet te veel, liefde
verwerft wederliefde. Ik zeg het u voor
waar, de bol is bijna ten einde gelospen, uwe
rol is hier welhaast gespeeld en ik ben gansch
nieuwsgierig te weten wat mijnheer V....
van Brugge, over uwe treffelijke handelwijs
zou antwoorden, indien uwe heldendaden
hem bekend waren, 'k zou voor uwe rootle
muts vreezen; vermits gij maar op een vuil
b adje staat en onlangs nog in de war zijt
geraakt (heb ik hooren zeggen), waarvoor
gij tegenwoordig moetboeten. Ja, boonekamp,
dat is nog eenen perel van uwe kroon.
En wat zult gij dan doen, naar uwe ge
boorteplaats gaan, daar blijft niet op te den-
ken, want zij kennen uw nummer. Ik,plaats-
vervanger van Gusten, weet voorzeker dat
eertijds de muizen in de broodkas van zijne
ouders van honger stierven, dus lezers,
gedenk hoe bet, met hem afliep, en nu wilt
hij in ons midden haantjekraaien, 't is te
laat vogel. Dat kan niet, dat mag niet, 't
ware zonde.
Nog eens, boonekamp, waarom hebt gij
den achtbaren officiëeien school-onderwijzer
gelijk Zondag laatst, zoo valschelijk uitge
scheld en verklaart, aan al wie het wilde
hooren, dat gij al uwe macht ging gebruiken
om tot het laatste kind de school te doen
verlaten?
Moet ik u toch doen verstaan dat wij. Jan
en Gusten. vreemdelingen zijn en nooit
Vlarnertinghe bewoond hebben en nooit zul
len bewonen.
Erkent toch dat gij eene groote misgreep
begaan hebt met dienen mensch, zoo hart
verscheurend beschuldigd te hebben.
Weet toch, dommerik, dat ik, noch vriend
Gusten, geen deel maken van het onderwijs
personeel; want onze geleerdheid is niet
groot genoeg om die plaats te bekleeden,
daarom verzoek ik u. in naam der recht-
veerdigheid, den onschuldigen meester ge
rust te laten en zonder de minste vervolging
zijne leerlingen (in den brandhoek bijzonder
lijk) naar de school laten gaan.
In plaats van iemands brood te willen be
nemen. (en daarbij gevoegd van eenen on
schuldigen) past uwen dienst op en zit wat
min in de herbergen, en indien gij denkt
eenen put te maken, gij moet trachten er
niet zelve in ie vallen.
Uwe aanhangers zijn het. die zoo geweldig
roepen van die schandalen die in de Toekomst
staan en als de verkooper der Toekomst de
plaats nadert die loopen gelijk de katten om
u, pootspeler te verwittigen, gelijk zij
eertijds naar IJperen lieren als het garnizoen
grooter was (en zij wel gekend waren) om
te zien of er somtijds geer. zes of zeven hon
den, langst de dijkkant waren en elk zijn
toer aan een beon knaagden en die nu, om
dat hunne nieuwsgierigheid verdwenen is,
gaan gedrijen des Zondags met hunne armen
open bidden op het kerkhof, opdat de men-
schen het zouden zien; en ons heere eenen
vliessen baard aandoen. Het spreekwoord
zeg het, als denduiveloud komt, hij wordt
hermijt.
Neemt geene zijwegelen, gaat maar recht
op de baan, want gij zult welhaast loon naar
werken verkrijgen. Tracht zelfs uwe plaats
te behouden, alvoorens iemands anders te
willen benemen; vermits gij er de midde
len niet toe bezit om hun brood te ver
schaffen.
De tijd is nakent dat wij u wat zeep P
den buik zullen wrijven, opdatVlamertingj i
door uwen pestenden adem, niet vergntig
worde.
Wij, liberalen van 't ware bloed, zijn
geene lafaards, want wij draaien niet naar
alle winden, gelijk de haan op den toren.
En gij, Geldflesch, gij waart ook bezig
met in uwe kuip te bulderen Zondag laatst,
ik heb altijd hooren zeggen dat de zwartjes
nooit moc'iten vergramd zijn, dat ze als
ware navolgers Christi alles met onderwer
ping en verduldigheid moesten verdragen
en nogtans was hij in eene kattekolerie dat
het bloed hem deed bloozen. Met luidere
stem riep hij uit, vuur boven u, vuur onder
u, vuur in u en vuur rondom u, daarin zult
gij branden en blaken alwie van u de slechte
dagbladen leest.
Vertel dat aan de kraaien, zij dragen
uwen kleur, Indien uw sermoen waarheid
bevat, moeten den ouden schoolvos en den
witten kwezel voorzeker in den ketel. Gij
hebt uwe parochianen te veel gekwetst met
uw schoon sermoen na de zending, met ons
dorp de schande van ons Belgenland te noe
men. Velen van uwen kant waren misnoegd
over die baldadige woorden tegen hen uit
gebraakt, en zeiden met verontwaardiging,
indien het geldflesch hier verveelt, dat hij
zijne schilderij oprolle en op een ander
gaatzooveel acht echten zij nog aan hem..
En gij. roste aanhangers van K'-ommenek
en Cio, en gij vooral, roste tjachelaar, dat
men u niet meer bevindt met Smet drijvul
digheid te luisteren aan de vensters van 't
Pavilloen om te bespieden wie er in is en
wat er omgaat om negen uren 's avonds,
want ik zal er kozen van verwittigen eenen
pispot vol boonekamp gereed te hebben, ten
einde den eenen zijne sproeten en den ande
ren zijne kruin te ververschen. Smets haar
zal daarvan waarschijneiijk weder groeien
die hij te vroegtijdig verloren heeft.
Zoodus herbergiers, opgepast en niet
gelachen. Tot Zaterdag.
Voor Gusten Nieuwsgierig,
Jan Klopt er op.
<to
Roeselaere,
8 Februari 18S6.
Heer uitgever der Toekomst,
Dat het mij geoorloofd ware u eenige regels
ie mogen toesturen nopens de marktstoring w>n
zekeren Jan, de geknobbelden drievoeter.
Mij dunkt dat Jan beter zou doen van de Za
terdagavond naar de zwijnemarkt niet meer te
komen, om reden hij nooit geene menschen kan
gerust laten en zelfs gebeurd,het dat sommige
lieden er moeten tusschenkomen en hem binden
gelijk de grootste kwaaddoeners
Dat hij oppast en geen geweld meer doet,
drinkt liever uwe pinten bier,Jan, die gij krijgt
voor niets, op uw gemak, en laat alle neering-
doeners gerust zoo niet zal men andere maat
regelen trachten te nemen, en uw geweld te
doen stillen; en indien hij veranderd van ge
drag zullen wij trachte.. dat hij k necht wordt
van de maatschappij in de Roose.
Onfv. enz. X.
IJPEREN
13 Februari 6 Februari
Tarwe
12.600
17-50
16,400
17-00
Rogge
2,500
15-25
3.800
14 87
Haver
2,500
17 75
1.900
16 50
Enveten
1,200
21-00
1,500
19 50
Boontjes
2,600
20-50
2, 00
20 00
Aardap.
6,000
6 50
4, 0
6 00
Boter
6,500
1
502-00
6.450
290-00
OPGELOSTE PË' R Ë~G SJ A O
Sedert ruim 25 jaren gunstig bekend. Onder
waarborg van het gehalte, en onder contróledrr
landhouwslatiën van den Belgischen Siaal en
van Wageningen, Holland enz., enz.
wanneer de baien het GERECHTELIJK GEDE
PONEERD FABRIEKMERK, beslaande uit
een hoorn van overvloed in roode
kleur, diagen, en niet
het looden zegel onzer firma
voorzien zijn.
Zich te bevragen hij de
AN GEO-CONT IN ENT A LE (»o. in.OHLENBOP.FF's
GUANO-WERKE.
ANTWERPEN, Pruinenstraat. n' 8.
of bij hunne bekende voortsverkoopers.
GRANEN
enz.
verkochue
kwantiteit
middenprljg
p 100 kilo.
verkochtle{inidd u.-.rSi
kwantiteit) p. U> k«fa'
SOCIÉTÉ ANONYBIE. AGENCE o'aNVERS