Koninklijke Maatschappij Stadsnieuws. van PLANTENKUNDE TAN BeLGIE Prijskamp, ingericht Ier gelegenheid van de 25° verjaring der stichting van de Maatschappijwelke in 1887 zal ge vierd worden. Prijsvraag uitgeschreven door M. ED. MARTENS, Hoogleeraar te Leuven. De Maatschappij stelt zich voor de elemen ten van een beredeneerd Idioticon der Ne- derlandscbe volksnamen van planten te vefëenigen, welke thans in België, in de naburige provinciën van het koninkrijk der Nederlanden en in het Noorder-Departement gebruikt worden. Ten dien einde doet zij eenen oproep aan al de deskundigen, welke op de versclullige punten van het vlaainsche land verspreid, haar in deze taak zullen willen helpen. Zij looft eenen eersten prijs van 300 fran ken en eenen tweeden van 200 franken uit, voor de verdienstelijkste bijdragen als getal en als waarde der geleverde inlichtingen. Zij hecht een groot belang aan de juiste aanwijzing der plaatsen, waar de volksna men, die men haar zal doen kennen, op onze dagen in voege zijn, en vooral aan de nauw keurige en klare aanduiding der planten, waarop deze namen toegepast worden. In geval er bieraangaande eenigen twijfel be staat, zal een gedroogd exemplaar der plant den naam moeten vergezellen. Inlichtingen over de woordafleiding der volksnamen en over hunne vergelijking met oude vlaamsche namen of met namen, welke tot andere talen behooren, zullen gunstig onthaald worden. Voorwaarden van den prijskamp. Artikel 1. Eenieder mag aan den prijs kamp deelnemen. Art. 2. De ingezondene bijdragen moe ten in het vlaamsch of in het transch opge steld zijn. Art. 3, Zij mogen niet onderteekend zijn; zij zullen eene zinspreuk dragen, welke op een verzegelden omslag, waarin de schrij ver zich zal doen kennen, zal herhaald wor den. Art. 4. Zij zullen vóór den 24 April 1887, op het sekretariaat der Maatschappij (Staats- Kruidtuin te Brussel) moeten besteld worden. Art. 5 Zij zullen aan het onderzoek van drie commissarissen, door den Bestuurraad benoemd, onderworpen worden. De ont werper van den prijskamp zal een der drie commissarissen zijn en liet ambt van ver slaggever vervullen. Art. 6, Het verslag zal in het Bulletijn der Maatschappij opgenomen worden. Art. 7. De uitslag van den prijskamp zal in eenc der zittingen, welke ter gelegen heid der viering van de 25° verjaring der Maatschappij zullen gehouden worden, be kend worden gemaakt. Art. 8. In diezelfde zitting zullen de schrijvers der bekroonde bijdragen een di ploma, ontvangen, vergezeld van den toege wezen prijs. Aangenomen in algenieene vergadering van 0 December 1885, onder voorzitterschap van M. Ed. Martens. Namens de Koninklijke Maatschappij van Plantenkunde van België-. De Sekretaris, FR. CRÉPIN. De Voorzitter voor 1886, EL. MARCHAL, Lisle précédente, Collecte faite A St-Sébast.ien, Au Sultan, Pot en den lapper, Boite du Saumon, Bol re du Monarque, I'roduit de la vente des N" de la Tombola du tableau de M.Pauwels 31)45,intérêt de 20 obligations, Lu anonyme en souvenir de M. B. Vente d'anciens journanx, Collecte faite au Sultan, .Uitgaven 3,906-01 o Dezen avond, om 8 1/4 ure, maandelijk- sche algemeene vergadering voor ue 'leden van bet W iltems-Fonds, in den Gouden A rend. Dagorde Nieuwe leden. Mededeelingen, briefwisseling. Voordracht, met zichten: Eene wandeling •'door il-bilantts hoofdstad. o Mijnheeren A. Weckesser, A. Gaimant, Giiimanten A- Ligy, hebben de eerde Ka- merniuziekUefhebbers uit te noodigen tot een morgendmuziekfeest die zal plaats hebben den 28 Februari 1886, om middag juist, in de zaal van den Gouden Arend,Grooie Markt, alhier, io—» CONCORDE Programma van het concert, uit te voeren door het muziek der Pompiers, den 15 Februari 1886, ten 8 ure 's avonds: 1. Michel Strogoff, Introduction, arr. p. Degrez 2. Nabucodonosor, Ouverture, V'erdi 3. Mélange sur le Barbier de Séville, Rossim 4. Marche Japonaise; Lannay 5. La Petite Mariée, Fantaisie, Lecocq 6. Pot-pourri sur Des Cloches de Corneville Planguette, arr. p Degrez 7. L'Etoile du Nord, Polka, Eenhaes BURGERSTAND Mannelijk geslacht3. Vrouwelijk id.: 1. Huwelijken Julius Delahoutre, meubelmaker, en Her- monie Vanderghoie, zonder beroep. Sterfgevallen Suffys, Joanna, zonder beroep, 55 jaren, echtgenote van Augustinus Herreman, Sint- Jacobsstraat. Lapiere, Augustinus, stu dent, 17 jaren, Elverdinghestraat. Slem- brouck, Lodewijk, z. b., 68 jaren, echtgenoot van Amelia Verbeke, Sint-Jacobs buiten. Baelde, Catherina, herbergierster, 52 jaren, echtgenote van Augustinus Vandamme,Lom baardstraat. Durnez, Jan, schoenmaker, 62 jaren, echtgenoot van Clémencia Keste- lyn, Oud houtmarkstraat. EENE BEKENTENIS. Het Nieuwsblad je van jongstleden Zondag, schrijft onder titelde tale teekent den man een artikel tegen het Weekblad, waarin het een kort overzicht geeft van al de scheldnamen, die het reeds van onzen medekamper toegeworpen geweest is. Om zich van die duchtige toetakkelingen wit te wasschen vincit hei eene kleine historie uit, die het tot eene gevolgtrekking leidt, welke voor ons nog al beteekenis vol is en waard van aangehaald ie worden. Zoo be sluit het Nieuwsbladje: En zoo schat ieder mensch zijnen even- mensch naar de eene of andere gave of l'auie, die hij zelve in zijn herte draagi, kweekt of voedt. Daarin vonnist het Nieuwsbladje zich zelren. Het was dus naar zijne eigene gave of faule dat het ons schatte, wanneer het ons toeriep: Gij kunt noch lezen, noch schrij ven:alwat gij schrijft en drukt is niet ernstiggij zijt verwaande dwazen,dom me ezels, overloopersj.lie uwe gezindheid aan den meestbiedende verkooptschrij vers die de verstandigeliberalen van het liberalisme afkeerig maakt en nog vele dergelijke smaadwoorden, te lang om aan te halen. Hewel, Nieuwsbladje, als het zoo is, proficiat Nog de Prijskampen. Twee volle weken hebben wij met geduld gewacht op de inlichtingen, die wij aan het Nieuwsbladje, vroegen, nopens de samen stelling van den jury, welke dees jaar de prijskampen in de lagere scholen voorzat,en nopens de te groote moeilijkheid der in die prijskampen gestelde kwesties. Doch te ver geefs. Het Nieuwsbladje blijft stom en om reden. Het zegt enkel dat het de eersie maal is dat wij klagen over officièële jury's. Wij vragen onze lezers nu af,waar wij die klacht geuit hebben. Neen, Nieuwsbladje, over de jury hebben wij niet geklaagd. Nog meer, wij gelooven gaarne dat die heeren zich eer lijk en gewetensvol van hunne taak gekwe ten hebben en om zekere, voor hen ongun stige geruchten te helpen loochensiraffen zouden wij gaarne zien dat gij ons de ge vraagde inlichtingen geliefdet te geven en hunne onpartijdige en regelmatige werk zaamheden w ildet staven. Dat moet u niet moeilijk zijn; u, die zoo vroeg en zoo wel in gelicht waart. Doch wij zijn zeker nogeens op dooven mans deure te kloppen; want wanneer het er op aankomt met bewijsgronden en daad zaken voor den dag te komen, zijn de Nieuwsblad mannekens niet te huis. Ook is zulks gemakkelijk om verstaan. Wij hebben reeds meermaals met tasbare preuven in de hand bewezen dat onze zwar tjes en hunne heele kliek hunne klauwen diep in de staatskasse staken, dat zij ze ganscb ijdel krijgen en zoo de oorzaak zijn dat tal rijke openbare werken van dringende nood zakelijkheid en groot nul kunnen ingevoerd worden; en dat zulks grooten invloed oefent op de algemeene handel- en nijverbeidskrisis En wat voeren zij er tegen in, hoe weten zij ons te weerleggen? Hewel, lezer, heel een voudig zeggen zij: Onze redetwisting met de Toekomsle over het geld van Sfaats- kasse is eene afgedane zake. Zij schrijft en drukt voort haren zeiven prietpraat, maar zij wacht haar wel ons te bewijzen dat er eene centiem rechtstreeks uit de Siaats- kasse gebruikt is geweest voor kiezingen, kindschheid, chineezen of paus zooals zij liet beweerd had. Als eene redetwisting de hebzucht uwer zwarte patronen aan den dag brengt Nieuwsbladjedan vraagt gij niets beiers dan ze ais afgedaan te beschouwen. En dat begrijpen wij. Zulke redetwistingen zouden wellicht uwe drietippen hinderen kunnen of de oogen openen a;tn eenige kiezers en daar om roept gij met volle keel 't is daarmeê volzeid. Doch wij bevinden ons in een heel ander geval en zien graag zulke woordentwisten voort duren. Wij hebben geschreven en bewezen dat pastoors en kloosterlingen zich met het geld van den Staat, dat, is, met ons en uw geld, zich vetmesten en in genoegens en weelde baden; dat zij in dat geld eenen machtigen helper ontmoeten om hunne heerschzuchtige en vrijheiddoodende plannen uit te voeren; en dat het met het geld van Jan en alleman is dat zij hunnen haat en wraaklust botvieren en alwie hun nederige slaaf niet is, vervol gen, ten onder brengen en zoo mogelijk, brood honger doen lijden. Voor alle lieden met gezond verstand, is het geen geheim welke rol de klerikalen het geld in de kiezingen spelen' doen en hoe het geld het sterkste steunpunt hunner heer schappij is. En wanneer men zoo klaar be wezen heeft hoe die heele zwarte kliek de Staatskasse gansch ijdel gescharreld heeft, ware het overbodig nog te bewijzen dat dat zelfde geld ook voor de kiezingen dienen moet. Doch wees gerust. Uwe jaarwedde willen wij niet. Het is geenszins uit baatzucht dat wij hier schrijven. Nooit zouden wij, aan wie het ook zijn moge, onze pen voor geld leve ren. Wij handhaven ze enkel met het doel or,ze medeburgers voor te lichten, het je- suïten masker uwer bazen af te trekken en hunne lafheden in een helder daglicht te stellen. Daarvoor en daarvoor alleen schrij ven wij. Geen geld hoegenaamd zou ons er toe bewegen kunnen anders te handelen. Het geld is onzen afgod niet Begrijpt ge 't? W. 'tNiet. iP OP ERIN GES E. den 17 Februari 1886. De Tooneel- en Letterkundige Afdeeling der Philharmonic de Vlaamsche Bond heeft Zondag laatst nare talrijke leden vergoest met eene Vei tooning die in de Jaarboeken dezer vereeriiging zal geboekl blijven. Een Beroemd proces was de tijtel van het stuk waarop onze vrienden van den Vlaam- schen Rónd hunnen keus gevestigd hadden. Dit oversehoon Drama dat in 't kort op het Athanibra te Brussel zal vertoond worden, levert de grootste moeilijkheden op en vereischt tot zijne opvoering talenivolle spelers, dio in het volle bezit zijn der kunst van de planken te betreden. Wij verhaasten ons hier vastte stellen dat de verschillige rollen meesterlijk zijn vertolkt ge- weest en wij volbrengen eene aangename taak niet onze kundige liefhebbers-artiesten geluk te wenschen over de zoo volmaakte wijze waarop zij ons het werk der heeren Dennery en Gorman weergegeven hebben. Onder de Dames, die de grootste oogst toe juichingen geplukt hebben, sommen wij eersten Mevrouwen Rens en Dhanis, zonder nogtans Mejuffer Julia Cuipers te vergeten. Deze drij artiesten, waarvan de faam reeds lang gemaakt is, hebben zich meesterlijk van hunne lastige taak gekweten. Mejuffer Pereira, van haren kant, heeft blijken van veel lalent aan den dag gelegd, en de Knoddige Philipirie Cuipers, schaas 5 jaar oud, heeft de toeschou wers betooverd door hare bevalligheid. Onze hartelijkste gelukwenschingen nog aan onze d. ij confrateressen - liefhebsters Mejuffers Soptiia, Irma en Irma-Maria, voor wien het publiek zijne toejuichingen niet gespaard heeft. Doch, wij zijn eene bijzondere melding ver schuldigd voor de heeren Paul Devos, René Vandenbroucke en Monteyne. Zelden hebben wij bij liefhebbers zulke ware hoedanigheden van het tooneel aangetroffen, en de wijze waarop zij hunne rol vervuld hebben, heeft een grooten indruk op het Publiek gemaakt. M. Henri .Lambrecht heeft insgelijks de rol van Raoul voorgedragen. Wat Mijnheer Parein betreft, aan wie de taak was ten deele de moeilijke per- sonaadje van Lazarus te verbeelden, heeft zich zeer goed uit den slag getrokken en wij stellen met innige voldoening vast dat hij veel vooruit gang gedaan heeft. In zijn geheel genomen, het feest is wel gelukt en heeft eens te meer bewezen dat er de Tooneel- kundige afdeeling eene schoone toekomst wacht. De Vlaamsche Bond, onder het voorzit terschap van M. Karei Vandelanotte, wiens ijver en aangekleefdheid onvermoeibaar zijn, heeft zich reeds doen onderscheiden op verschillige prijskampen en wij rekenen wel in 't kort haar nieuwe lauweren te zien plukken. Wij zouden ondankbaar zijn, moesten wij, vóór wij ons verslag eindigen, het orkest ver geten, die onder het bestier van M.Van Elslande, Directeur der PliHharmonie, ons in de tus- schenpooze ware Concerts gegeven heeft. Ten gevolge der onpasselijkheid van den zoon des hotels waar de stads tooneelzaal zich bevind, hebben de twee vertooningen, die moesten plaats hebben den Maandag en den Dinsdag, plaats gehad in de groote zaal der Philharmonie. Dit heeft een groot getal onzer medeburgers, die tot de katholieke partij behooren, niet tegen gehouden, in deze omstandigheid, blijken te geven van een ware geest van verdraagzaam heid, door deze vertooningen te komen bijwo nen, en wij zijn gelukkig geweest hun te hooren uitdrukken wat voldoening zij hadden deze ge legenheid te baat te kunnen nemen om met de Philharmonisten te komen verbroederen. —o Op wanneer is nu de benoeming van een Schepene... En wanneer de aanplakking van het Budjet van 1886 Antwoord als 'l u behefl. Becelaere. Styn den hennnetaster en Trimoes de Gentenaar zijn in groote conversatie zeker over eenen artikel voor den Meenenare, Zij kunnen de verraderlijke manieren van hun eigen volk niet verkroppen; zij zijn veront- weerdigd over desermoens van hunnen pas teur, En daarom is't dat ik occasie gehad hebbe van alles af te luisteren. Ziehier wat ik zoo al hoorde. Styn. Hebt ge Zondage naar de vroeg- misse gegaan, Trimoes? Trimoes. Neen ik, Styn, maar ik heb het ook gehoord in de hoogmisse en ik heb veel hooren spreken en klagen van die ser- moens. Styn. Of ik ook hooren klagen hebben. Hij zegde dat er menschen zijn die de ser moenen in brokken trekken. Als het nog zou waar zijn, is het niet te verwonderen ook, wantaile Zondage spreken zij over politieke zaken, en het evangelie komt nooit meer voor den dag. 1 rimoes. 't Is waar ook.Maar wat heeft hij in de eerste misse al gezeid van de schandalen? Dat laat mij niet gerust. Styn. Hewel, hij heeft gezeid dat er op Becelaere schandalen gepleegd geweest zijn. Triinoes. Heeft bij de schandalen niet genoemd. Styn spreekt om de liefde Gods, het kan nog op mij zijn! Stvn. Ik en kan niet anders peizen of het, tnoet den dag van de lotinge zijn. De zeune van Brunt en Kotsonze garde te wege heeft op de plaats juiste voor de kerkdeure en de pastoorshuis zooveel ge zworen, gevluekt en verdomd, of dat er steenen in de kalsie liggen van Kurseecke naar de Bersendè. Trimoes. Ik krijg nog den ie veraar, als gij daarvan spreekt. Styn. Het is maar al te waar dadde. Styn. Zij spreken altemets kwaad van mijnen gebeur den baas uit de konijnemijne En hij heeft hem dien dag zoowel gedregen als den treffelijksten van de Inters. Noch hij, noch zijnen zoon; geen een van de twee was dronke; zij waren 's noens zoo nuchter als ne puit. En Brunten Kots met zijnen zoon waren zoo dronke dat zij van God noch van zijn gebod niet meer en wisten. Zij deeden van s noens niet anders of God lasteren, bij zooverre dar. de meiiachen uldere deuren sloten; want liet was wreed om te hooren. Trimoes. Pietje is ne groote liberaal en Brunten is een fijne kalote. Het is alge lijk eene schande voor ons; de liberalen ge dragen uider veel beter of onze vrienden'de kaloten; ons volk zou moeten voorbeeld ne men op de liberalen, Styn. Styn. Ik zeg het ook, Trimoes. Wij mochten wel alles beloven tot de vrede toe; onze mannen doen altijd het contrarie van hetgene zij zouden moeten doen. Tri moes. Maar zou het daarop zijn dat hij iiet gehad heeft. Styn. Ik kan niet anders peizen, Tri- moes; wat zou het anders mogen zijn Trimoes. Zou het alternets op mij niet zijn, Styn. Styn. Hoe zoo dadde? Trimoes. Gij kent nog wel de historie van het Gouden Hoofd, Styn, als wanneer ik met mijnen dronken kop eenen afgezetten geuzenmeester (die nog blijde is van met ons blekmuziek mee te gaan naar de instal latie van de pastoor van Zantvoorde) voor sloeber uitschold. Styn. Ik heb het nog in de memorie Trimoes. Trimoes. Gij weet dat hij mij met mij nen apekop onder de tafel smeet en dat ik zoo goed of in dolinge was. Styn. Dat is voorzekere een schandaal voor eenen katholijken schoolmeester de menschen uitschelden voor sloebers. Wat moeten de ouders daarvan peizen Trimoes. Och Heere; vergeeft het mij; want ik wist toen niet wat ik deed. Styn. De pasteur heeft ook gezeid dat er veel menschen meer peizen op de Toe komst te lezeu dan op hun toekomende. Trimoes. Dat is ook waar; want er zijn toch zoovele menschen op Becelaere die de Toekomst lezen.De pastoor en de kappelaan lezen ze ook, want hoe zouden ze weten wat 49294-54 2-62 0-6o 16-00 12-00 59-00 5-00 20-70 1-06 53,354-52 49,448-51 o VAN DEN 12 TOT DEN 19 FEBRUARI I88fi. Geboorten. Kinderen beneden de 7 jaren Mannelijk geslachl, 4. Vrouwelijk id., 0. ZGC»S2BB!2KtBB3ES3EQCBS! i

HISTORISCHE KRANTEN

De Toekomst (1862-1894) | 1886 | | pagina 2