IBLDVEEREN
MAGAZIJN
er in staat. Er zijn er ook zoovele die nooit
meer te biechte gaan.
Styn. Dat is niet te verwonderen, Tri
moes; want ze mogen niet te biechte gaan;
indien ze mochten, ze zouden ook gaan. Dat
is algelijk niet verstaanbaar, dat de men-
schen te Zonnebeke waar het katholiek is
gelijk hier mogen te biechte gaanen dat de
priesters het hier in Becelaere verbieden en
zooverre gaan van den catechismus te ver
bieden.
Trimoes. Dat kan ik ook niet varstaan,
Styn, want ik mag wel den cathechismus
leeren en al wat ik kan en ben, heb ik aan
den oppermeester te danken.
Styn. Volgens mij zullen zij met degene
die bet gestemd hebben harde rekeninge
moeten geven aan God van zulke dingen te
verbieden
Trimoes. Het is eene groote misse voor
onze priesters van het aanleeren van den
Godsdienst te verbieden, en alzoo een groot
deel van de kinders onzer parochie te beroo-
ven van hetgeen zij noodzakelijk moeten
weten.
Stvn.— Ik ben van hetzelfde gedacht,Had
den onze priesters ook kinders te kweeken,
zij zouden ook gaarne hebben dat zij den ca
techismus leeren. Met te doen gelijk zij nu
doen, toonen zij dat zij hunne plichten niet
verstaan aan iedereen opgeleid door de vol
gende spreukenDoet niet aan een ander
wat gij niet wilt dat u geschiede 1»Doet
aan een ander wat gij wilt dat u geschie
de^. en Bemint uwen everiaaste als
u eigen zelve
Trimoes. Die spreuken zijn dikwijls
vergeten in deze dagen en bijzonderlijk van
ons volk. Ik doe ook al wat ik kan om
jongens uit de geuzenschool te trekken met
de menschen te bedriegen met helsche straf
fen. En alzoo den ondermeester te kunnen
wegschuppen; en ik zou nogtans niet geern
hebben dat hij hetzelfde diet ten mijnen op
zichte.
Styn.'t Is waar, Trimoes; hij is paro
chiaan gelijk wij, men moet iedereen laten
leven in deze wereld.
Trimoes. Om op het toekomende weder
te keeren, moet ik zeggen, Styn, dat de libe
ralen meer op het toekomende peizen als de
katholieken.
Siyn. Doen ze dat, Trimoes.
Trimoes, Jaas, Styn, ik heb Zondag
avond in eene herberg geweest waar twee
liberalen bezig waren met, discuteeren; en
den eenen deed het nog al goed uiteen, dat
moet den Liberalen Lanleern zijn, het en
kan riet missen.
Styn. En wat zei hij al?
Tnmoes. Hij deed uiteen hoeveel nut-
telooze onkosten de administratie in de ge
meente gedaan had in het jaar 1885.
Styn. Wat dat ge zegt.
Trimoes.— De menschen stonden allen er
naar te luisteren; en hij zei ook hoeveel het
abonnement van dees jaar gaat moeten ver-
hoogen. En hij voegde er bij, onthoudt wat
ik zegge, en als het eens in de Toekomstc
staat, koopt er eene en bewaart ze, gij zult
zien nat, hetgeen ik vandage zegge waar
heid is.
Styn. En wat vertelde hij al van de
nutteluoze onkosten
Tri moes. 1* De werken aan de beek,
waarover er zoovee! menschen te klagen
hebben, waren niet noodig. In plaats van
een goed, het is een slecht werk geweest.
Voor dat werk dus rond de 500 franks weg
gesmeten.
Styn. Ja, dat wist ik niet.
Trimoes. 2e Den dam die leidt naar de
pastoor,sdeure was in schoone roode brie
ketjes geleid; dat was niet wel genoeg; uit
gesmeten en in blauwe schorren herleid.
Styn. De. boeren die den dam zullen
helpen betalen, zullen daarmede veel in
hunne beurze steken, lie Trimoes, omdat
dien schoonen rooden dam wat te lastig w as
om steperen, daarom moest hij in blauwe
schorren veranderd zijn.
Trimoes. 3* Voor de scholen zal de ge
meente voor haar deel tenminste tweemaal
zooveel betalen als andere jaren.
Styn. En wij hebben voor de kiezinge
beloofd van de schoolonkuster te verminde
ren.
Trimoes. 4' De kapelaan had 3 steen-
putcen en eene pompe; bij moest dus geene
nieuwe meer hebben.
Styn. Die was er zooveel noodig als het
vijfde wiel aan eenen wagen.
Trimoes. 5° Brunten van Kots moet
geen gravee-garde zijn, al het werk dat hij
tot nu toe gedaan heeft; is slecht werk ge
weest.
Styn. Dus nog ne keer zooveele franks
weggesmeten.
Trimoes. De andere nuttelooze en on-
noozele werken komen voor het oogenblik
in mijne memorie niet. Maar hij eindigde
hiermede. Over jaar hebben zij de heeren
Bayart, Degryse en Gryson van 50 fr.,40 fr.
en 25 fr. verhoogd in abonnement. Van dees
jaar naar wien zullen zij gaan; naar alle
lastbetaalclerszoowel boeren als negoci-
anten, zoowel kleine als groote gebruikers
Styn.— Zou het waar zijn, Trimoes.
Trimoes. Zeker zal het waar zijn, Styn.
Men zegt dat het abonnement van dees jaar
van 900 franks zal verhoogen. En wat is dat
nog 900 franks om al die onkosten te keeren.
Styn. Het is niet meer of eenen cent in
eene lijnwaden beurze.
Trimoes. Zoo wij mogen ons gereed
houden ONS ABONNEMENT ZAL VER
HOOGEN. Daar is geen twijfel aan.
Styn. Wat hebben wij de menschen
toch bedrogen in onzen Meenenaar?
Trimoes. Ja wij hebben alles beloofd:
Geen abonnement meer, vermindering van
de schoolonkosten, alle soorten van nuttige
werken zonder verhooging van lasten, en
ook de vrede die wij zelve weggejaagd heb
ben. En wij kunnen ons woord niet houden.
Styn.Het is een eerlijk man die maar
een woord en heeft, zegt het spreekwoord.
Trimoes. En wij kunnen voor treffe
lijke mensehen niet meer aanzien zijn; ver
mits wij leugenaars en menschenbedriegers
zijn.
Styn. Als het zoo is, Trimoes, ga ik
naar huis mijne koussen gaan voort breien.
Trimoes, En ik ga zien naar den koer
van de kaloteschole of er niet gevloekt en
gevochten wordt, en of de jongens niet be
zig zijn met het liedje van de geete le zin
gen. Zij zouden wel durven ook. Het ware
den eersten keer niet.
En daarmede vertrekken zij al krijschen
en druppeuzen en trekhielen.
Ja, menschen, bewaart dezen nummer; en
als het leugens zijn dat de liberalen lanteern
verteld heeft, gij moogt het hem geheel zijn
leven verwijten, maar gij zult de occasie
niet hebben, want zijne voorzegging zal ge
schieden; het en kan niet missen.
Een van den Mieridhoek.
Hen MGUELST.
den 17 Februari 1886.
Samenspraak lusschen Pier en Jan.
Jan. Dag Pier en hoe gaat het?
Pier. Wel goed, Jan, nog gezond en
kloek voor mijne jaren!
Jan. En bet gezicht is ook nog goed, mij
dunkt,want gij kunt nog gazetten lezen zon
der bril, ik ben zoo gelukkig niet.
Pier. 't Is waar, Jan, mijne oogen zijn
nog goed. Maar Jan, wat bcteekenen die
groote woorden die daar boven siaan van
de reserve. Het is reeds wel een uur dat ik
lees en ik versta het nog niet.
Jan. 't ls nogthans gemakkelijk, vriend,
het is eene vermeerdering van 3u,uu0 solda
ten legen het oorlog is.
Pier. Zal het misschien al gauw oorlog
zijn? Zij moeten daarvoor geen nieuwe sol
daten maken, want als het oorlog is moeten
wij maar al gaan
.fan. Luister, Pier, ik zal u uitlpggen
wat het is. In tijd van oorlog kunnen wij een
leger vormen van 100,000 man, maar nu is
dat niet genoeg meer, de k erikalen hebben
het vermeerderd met 30,000 man, zoodat er
nu 130,000 man onder de wapens komen.
Pier. Tot nu toe is dat al nog wel,maar
zijn er daar geene nieuwe lasten voor noodig
en zullen onze jongens niet langer soldaat
moeten zijn?
Jan. Nieuwe lasten, zegt den minister,
zullen er niet zijn, maar ik zeg dat men geen
nieuwe kamers aan een huis kan bouwen
zonder onkosten en wat onze jongens betrefi
zij zulien maar afrekenen na dertien jaren.
E.rst was het uen jaar nu dertien.
Pier. Zoo is het niet genoeg met tien
jaar inbodwang te zijn er moeten er dertien
zijn! Maar Jan, was er geen spraak van die
reserve te stemmen als de liberalen nog aan
waren.
Jan.De liberalen hadden dat ontwerp
aangeboden!
Pier. De katholieken riepen dan, weg
met de reserve, geene soldaten meer, en het
is zij die het leger vermeerderen in plaats
van te verminderen. Maar Jan, al de katho
lieken hebben er toch niet voor gestemd.
Zeker; bij voorbeeld; Colaert, Herten en
Struye, zij hebben beloofd tegen alle nieuwe
onkosten te zijn, van de lasten te verminde
ren, van den landbouw te doen bloeien en
nu zijn zij welhaast twee jaar aan het be
wind en de verminderingen zijn daar nog
niet. Maar zijt gij zeker dat onze vertegen
woordigersvoor de reserve gestemd hebben?
Jan. Zeker, Pier, ik heb het gelezen in
het verslag van de Kamers.
Pier.Ja, dat ook al hebben zij verhoogd.
Voor dezen was ik ook abonneerd en dan
wist ik wat er in het land omging. Om alle
dagen eene gazet te hebben dat kost te duur.
Oh! die valschaardsü!
Jan.Ja zeker zijn het valschaards. alles
te beloven en niet te doen; maar de katho-
lieken loopen daar achter niet, 'tis gelijk
hoe zij aan het schotelken geraken, maar
wacht maar tot in 1888.
Pier. Zeg eens, Jan, hoe zoudt, gij het
doen omdat de rijken ook zouden moeten
soldaat zijn?
Jan Hoe ik het zou doen! Ik zou doen
gelijk in Frankrijk alle man soldaat. Die hem
uit het lot trekt zou een jaar moeien soldaat
zijn en die er hem in trekt zou zijnen tijd
moeten doen.
Ha! Ik zou die rijke wel leeren soldaatje
spelen en de zwartjes ook.
Pier. Zie Jan, indien al de mannen aan
mij geleken de rijken zouden wel moeten
soldaat zijn zonder te doen gelijk in Frank
rijk. Nemen wij dat iemand zou willen
plaatsvervanger zijn, wat zouden zij dan
doen?
Jan.Ha! Pier zij zouden welmoeten
opgaan, want het land moet soldaten heb
ben. maar er zijn vele mannen die van uw
gedacht niét, zijn, zij laien hen verleiden
door het geld.
Pier. Oh! Die rijke, die rijke! De katho
lieken achten ook den armen werkman niei,
want zij zouden anders regeeren. Zie Jan,
wij waren veel beter met de lieberalen en
de boeren zijn ook van mijn gedacht, want
ik werk hier en daar en geloof mij dat zij
genoeg hebben van katholieke beloften.
Jan. Zeker waren wij beter met de
liberalen, zij gavel wel veel uit voor de
scholen, maar het was toch voor den werk
man. De meesters en meesteressen zijn al de
werknianskinders, want, rijken zouden het
niet willen doen. Onze kinders kregen eene
goede geleerdheid en het moest ons niets
kosten, en in die scholen was het niet zoo
als bij de kwezels, dat de rijken liever gezien
waren, neen, daar waren de kinders al gelijk.
Pier. Jan, het is waar wat gij zegt,
maar nu moet er niemand anders meer
leeren dan den edelman en de geestelijken;
met de andere menschen bekommeren zij
zich niet Maar laat baas nog eens komen
em Si-Pieters penningen en consoorten, ik
zal hein buiten zetten want mij dunkt dat
wij genoeh penningen voor onze lasten be
talen.
Zoo Jan dat het wel gaat want moest ik
voortspreken ik zou in lange niet gedaan
hebben, wij zullen het eenen naasten keer
voortzetten.
Ja Pier houd u maar kioek. tot wederziens
Reöds veele zulke samenspraken heb ik
bijgewoond, al wie nog een beetje gevoel
heeft, is verontwaardig over de handelwijze
der katholieken. Het is schandelijk genoeg
alzoo menschen te foppen. Jan Straal.
Vlamertingme,
Onzen artikel van Zondag laatst heeft grrroo-
ten indruk op boonekamp gemaaktzoo'nen
indruk dat hij op zijne beenen waggelde en tot
Conible de bétises ledigde hij voorzeker
eenen grooten liter van zijn uitmuntend zap,
die eenen hoop krakeelen ten gevolge hadden.
Wat voor arme praat werd er al versleten,
en dat zoo nutteloos, dat niemand zich geweer-
digde het woord op te nemen om boonekamp te
beantwoorden.
Daar was ook een reden toe, ten eerste om
dat hij in staat niet w s om tegen zijne gewaan
de vijanden te strijden terwijl hij reeds te veel
in 't glas hadde gekeken en ten tweeden, uit
eerbied voor zijne vrouw.
Laat ons maar stillekens den vrede, boone
kamp, uwen kinderpraat komt bij ons niet te
pas.
Gij hebt uw bladje willen keeren in het dui
kertje, wij waren er van verwittigd.
Ja, boonekamp gij prevelde op uwen pater
noster. Gij gingt op eene bijzondere plaats z t-
ten in de kerk binst de zending, om van geld-
flesch, smet drijvuldigheid en c" gezien te wor
den. Gij hebt ons Heere een vliessen baard
willen aandoen Gij gingt naar geldflesch, 's a-
vorids Gij blameerde de sermoenen in de her-
bergen 't was nog eene oorzaak om te
loeien wat de menschen met gezond ver
sland, er op antwoorden om alles aan de
zwartjes te gaan vertellen. Gij hebt gehulster-
bulstert. Gij hebt gemeend hun vriend te gera
ken.
Zij kenden toch zoo goed uw nummer. Zij
hebben u zoo gemakkelijk kunnen in slaap wie
gen gelijk Katrien: die naai- Parijs ging om
haar fransch te leeren; en nu dat zij alles we
ten, denken ze) door uwe venijnige tong
hebben zij van uwe verraderlijke handelwijs
niet meer van doen.
Weet gij wel wat ze nu zeggen? 'k was er bij;
boonekamp is bij de liberalen op een vuil
blaadje en wij; kaioten, betrouwen hem niet
meer
Oh wat is dat treffelijk. Wat is dat schoon
voor een man als gij, die eertijds de pauw van
het dorp wilde wezen en die menige brave
menschen in druk en rouw gedompeld hebt.
Gij zijt het. boonekamp, die hier in onze j
vreedzame parochie, den twist en tweedracht
gezaaidt hebt en waarschijnlijk doornen en
distels voor loon zult maaien.
Nog eens, boonekamp, Jan en Gusten ken
nen uwe valschheid.
Doet wat gij kunt, wij van onzen kant, zijn
verzekert over onze zaken.
Wij handelen onder den dekmantel niet gelijk
wij u reeds gezegd hebben.
Gij moet ons gerust laten, dan zullen wij ook
zeggen gelijk de herbergiers: opgepast en
niet gelachen.
Zie, Gusten is poèle geworden
Wie is het anders dan gij, die naar smet
drijvuldigheid liep om te vragen of de ijzeren-
weg bedienden mochten voor alle andere per
sonen hunne plichten kwijten, en toch maar
eene ziel (Ratte) hebt gij kunnen uit de sla
vernij des duivels trekken. Daarvoor, boone
kamp, moet men een fijn kopstuk zijn.
En gij, smet drijvuldigheid, gij lacht som
wijlen, maar 't gaat toch boven uwen neus
niet.
Zendt maar uwe bespieders uit, Gusten en
Jan zult gij toch niet vinden.
Wij wisten toch niet dat gij zoo kondet
liegen.
En gij ook, godvruchtige vrouwen met zes
chevrons, Gusten en Jan zullen u ook op de
hielen zitten gelijk de andere eerlijke valsch
aards.
Weê aan u, zoo gij hen of andere voor slechte
menschen noemt, Wij foppen geene brave lie
den zooals gij doet, en loopen niet gelijk de
kattejongen en pluimgedierte, met armen
open bidden om eenieder de oogen uit te stek
ken.
Maar, heilaas, wij kennen uwen nummer zoo
$oed, en 't is daarvoor dat wij u zullen op den
tand dragen, indien gij uwe overdraging niet
siaakt.
Gij ziet wel, niet waar, beminde lezers en
lezeressen? hoe groot Vlamertinghe in overge
blevene garnizoen honden van allen aard
gedompeld is; degene nu van een ander willen
spreken die duizendmaal eerlijker is dan hen
en ai hunne aanhangers.
Zondag laatst nog, heb ik eene wandeling
alhier komen doen, wanneer ik in 't midden
van ons dorp den ouden schoolvos tegen kwam
met het hoofd in den lucht. Ik nam met eerlijk
heid mijnen hoed af, maar gij moet niet denken
dat hij mij weder groette, neen, Lij draaide
zijn hoofd langs eenen anderen kant, alsof hij
wilde zeggen: Ik ken gee.,e mannen meer van
uwen kant en nu gepensionneert zijnde, heb ik
mij langst mijnen zoon witten kwezel ge
smeten die drijmaal door den bank gevalien
heeft alvoorens gediplomeerd te zijn.
Ehwel, ouden schoolvos, voor uwe treffelijke
groetenis, ben ik gansch nieuwsgierig te weten
wanneer men de kapel van den heiligen Stt
Ssttt.zal oprichten, die gij langst den dijkkant
over de haag, verkondigd hebt.
Let maar op, niet meer te missen van vrouws
personen, het zou kunnen stinken, zulle; want
nu gansch van mijne ziekte gesteld zijnde, heb
ik nog gene gezonde redens verloren.
Zoodus bedank ik mijnen vriend Jan over
zijn gunstig artikel welke hij Zondag laatst als
mijnen plaatsvervanger aan 't licht bracht.
Mijnen vriend Jan is deze week op reis en ik
hoop van hem wat mededeelingen of wat nieuws
te verkrijgen voor Zaterdag toekomende.
Gusten Nieuwsgierig
IJPETEN
13 Februari 20 Februari
Tarwe
Rogge
Haver
Erweten
Boontjes
Aardap.
Boter
12.600
2,500
2,500
1,200
2.600
6,000
6,500
17-80
15-23
17-75
21-00
20-30
6-50
502-00
8.300
3,4(10
3.600
2,400
3,000
5,000
6.250
18 00
15-23
17 50
19-50
22-50
6-30
310-00
i, HET BELANGRIJKE
Sf.ARRY ÏJtNA. te A ETON A
(Dcitsciilaso)
i verzendt franco t^gen remhoursement
(niet minder dan 5 kilos)gbede nieuwe
I Bedveeren voor 75 cent. de halve kilo J
j voortreffelijk goede soort 1 fr. 50 u" i
prima Hal dons slechts 2 fr, d° g
Verpakking lof. kost prijs.
Bij orders opgaaf van 25 kilos 5 kor- g
ting niet voldoende bevondenwordende,
wordt dezelve bereidwillig geruild. W9.
'VM
«atcttaaaji/igutxvanKzzwKaau'igtfgamHmiJWMf.tmMPBitJongi 'm jm-M-TMttOTHBaaBag—wmnii n ii
den 17 Ei bruin i 1886.
Was op gelukkige boonekamp. Was op in goede zeden
Die van't zwart gespuis nooit zult worden aangeboden,
Vermits uw oordeel en uitstekende versland,
Was op schoon meubel, sieraad van uwe lijden;
De hemel u beschut van al die u benijden
Ja was op tot een wonder van 't prachtig Belgenland.
GRANEN
enz.
verkochtte
kwantiteit
midden prijs
p. i00 kilo.
verkochtte
kwantiteit
j middefiprij
1 i». 100 kilo.
r& z--.