Gazette van 't arrondissement IJ peren. Nr 22. 25» Jaar. Zioudag 3ön Mei 1886 Politiek. Stads-, kunst- en Letternieuws. Versehillige Tijdingen, Markten, Bekendmakingen. 7t Nieuwsblad je en de klerikale krach van Watou. De provinciale kiezingen. Bareel: BlxmadeatrMt, IS. AANKONDIGINGEN 10 eentiemen den regel. RËCLAME1V 95 centiemen den regel. Brieven en pakken moeten vrachtvrij toegeionden worden. ABONNEMENT fr. 4-00 jnart voor de stad fr. 4-SO voor geheel Belgle. Buitenlandsche verzendingen, 't port daarboven. 10 centiemen het nummer. Men senrijft in op al de postbureeien. IJZER EN-WEG.— 1 Mei 1886. Vertrekuren van IJ peren naar Poperinghe, 6-SO 9-09 10-00 12-07 3-00 4-00 6-23 9-03 9-38. Poperinghe-Ha/.ebrouck,6-3012-07 6-23. Houthem, 3-30 8-20 11-16. 5-20. Comen, 5-30 8-05 8-20 9-38 10-10 11-16 2-41 2-33 5-20 8-58 Comen-Armentiers, 3-30 8-03 11-16 2-53 - 8-58. Roeselare, 7-45—10-43—12-20—4-10—6-30. Langemarck-Oostende, 7-23 12-22 3-58 6-22. Kortrijk, 5-30 8-20 -9-58 11-16 2-41 5-20. Kortriik-Brussel, 5-30 9-58 11-16—2-41 5-20. Kortrijk-Gent, 5-30 8-20 11-16 2-41 -5-20. Ons klerikaal orgaantje heeft tocli ook eindelijk een woordje gerept over den eerlijkend. Capeiie of beter tegen de artikelen, die wij over dien kleri- kalen hutsepot geschreven hebben. Doch het beestje heeft het geens zins durven wagen den braven notaris in zijne klerikale operatiën te laken. Ook het hadde er niets anders aan kunnen verdienen dan eene duchtige duimklopping van wege zijne opper- bazen, en het is heel natuurlijk dat het zich zooveel mogelijk op zijne hoede houde tegen dergelijke onaan genaamheden. Onze schandelijke artikels kunnen in geenendeele gewettigd zijn, omdat de heer Capelle geene goede zaken gedaan heeft, zegt dat katholiek orgaantje. Hoort ge 't, lezer, als wij de waar heid doen kennen in zake der eerlij ke operatiën van een klerikalen notaris, dan zijn onze artikels schan delijk Als wij doen zien dat een J. Capelle, door zijne schijn eerlijkheid en schijn heiligheid, er in gelukt is de zuurverdiende, de langzaam en moeilijk gespaarde centen van burger boer en werkman in handen te heb ben en straffeloos te verspillen, dat is nogeens schandelijk, omdat die heer de vriend der geestelijken is. Als wij aanhalen dat die pilaarbijter ouderlingen, weduwen en weezen tot den bedelstaf' gebracht heeft en ze nu in den pijnlijken toestand brengt van eene bete broods aan de openbare liefdadigheid te moeten gaan afsmeeken om niet van honger en gebrek om te komen, dat is nog eens de schande der schanden, altijd volgens het Nieuwsbladjewel te verstaan. Hawij mogen dat onwaardig gedrag, die verfoeilijke handelwijs van Jankrach niet aan de alge- meene en openbare verachting ter prooi leveren? Wij hadden zeker, om aan 't Nieuwsbladje aangenaam te zijn, de Ac/öfendaden van dien klerikalen be drieger moeten prijzen en ophemelen? Dat heerlijk werkje zullen wij aan 't Nieuicsbladje overlaten en blijven hekelen en laken alwat hekelens- ert lakensweerdig is zonder ons om par tijgeest te bekreunen, hoewel het Nieuwsbladje het tegenovergestelde beweert. Maar, niettegenstaande wij ons soms aan zulke beschuldiging bloot steilen, zullen wij toch nooit nalaten al de listen en lagen, die dergelijke heerschappen weten ten nutte te ma ken, te ontmaskeren en bloot te leg gen, opdat eenieder, in 't vervolg, er tegen op zijne hoede zij. Nooit zul len wij ons met de verachtelijke rol gelasten van mannen te verdedigen en op te hemelen, die de gemeente, aan wier hoofd zij staan, door hunne tallooze vossentrekken met duizenden geruïneerde familjen als bezaaid heb ben en dan nog hunne slachtoffers in 't openbaar hoonen, uitdagen en ter gen durven. Hebt ge 't beet, vriendschap. VRIJWILLIGE ARMOEDE EN E! NDEL00ZE RIJKDOMMEN. Men heeftenkei een blikje rondom zich te werpen om te zien dat langs alle zijden kloosters uit den grond oprijzen en zich met eene onrustwekkende snelheid uitbrei den. Nauwelijks hebben zij eenige jaren bestaan en reeds mogen zij, onder opzicht van weelde en pracht, met de rijkste heer lijkheden gelijk gesteld worden. Ook hoe kan liet anders. Kennen al de kloosterlingen, zonder onderscheid, de kunst niet om door bedelen of andere kunstjes kolossale sommen van de wel denkende lieden af te doen en in te zame len? En blijft al dat geld niet voor eeuwig tusschen de dikke kloostermuren opge hoopt en door die slokkers zorgvuldig bewaard? Komt er daarvan nog een enkel cent in koophandel en nijverheid terug? Maar, zult ge zeggen, die kloosterlin gen moeten toch immers vrijwillige ar moede zweeren hoe gaat dat te samen vrijwillige armoede en die eindelooze rijkdommen Aan die vraag willen wij antwoorden met een klein knipje uit de geschiedenis. In den beginne was het kloosterleven beschouwd als de hoogste volmaking van het christelijk leven. Deze, die zich geheel aan Christus slachtofferden, beloofden volkomen gehoorzaamheidvrijwillige armoede en eeuwige zuiverheid en zworen de wereld af. Gedurende lange jaren waren de kloos ters het ware toevluchtsoord van de gods vrucht. Maar spoedig verviel de geheele instelling en de kloosters eindigden met voor de christenheid een oorzaak van schandaal te worden. Eerst werden de kloosters rijk, en dat was de oorzaak van het verval; met de rijkdom drong ook de zucht tot bezitten en de zucht tot heerschen de kloostermu ren binnen, en daarop volgde natuurlijk ijdelheid en zedenbederf. Die eerste kloosters hadden niet veel moeite om hunne belofte van vrijwillige armoede naar hunnen eigenen zin uit te leggenhet werd gezegd dat, niet de kloosterlingen zelve, maar wel hel kloos ter eigenaar zou zijn. Velen beproefden het om nieuwe orden te slichten op andere grondslagen, en zoo het verderf en bet slechte voorbeeld der andere te keer te gaanmaar na weinige jaren waren ook de nieuwe kloosters even rijk en even bedorven als de andere. In 1215 verklaarde paus Innocentius III dat er reeds orden genoeg bestonden en er dus geene nieuwe meer zouden toe gelaten worden. Toch werden eenigen tijd daarna, met depauzelijke goedkeuring nog twee nieuwe orden geslicht deze der dominikanen of predikheeren en deze der franciska nen of minderbroeders Ziehier waarom aan die twee eene uitzondering was gemaakt. Het stond vast, (de paus bekende het zelf) dat rijkdom de oorzaak was van het verval der kloosters; de nieuwe orden nu bevatten in hunne statuten zoodanige grondslagen, dat het volstrekt onmogelijk werd bezitters van aardsche goederen te worden. Zoowel aan dominikanen als aan franciskanen werd het verboden, zoowel persoonlijkals in naam der orde. als in naam der broederschappen, of om welke reden ook, iets, vcat het ook zij, te bezitten. Zij leefden dus van niets anders dan van bedelen en werden daar om bedelmonikken genoemd. Op zijn sterfbed drukte de II. Domini- cus den wensch uit dat de statuten zijner orde onvervalscht zouden behouden blij ven, en sprak den vloek uit over hem,die ooit aan zijne orde het middel zou bezorgen om rijk te worden. Zoo waar was het dat de duivel der weelde immer de kerk moest besloken dat, noch de statuten der orde, noch de vloek van den stichter, de dominikanen zou beletten eene der rijkste en machtig ste orden te worden. En met de francis kanen ging het niet beter. Het is voldoende in de verschillige landen rond te zien om zich te overtuigen dat de orde der dominikanen eene soort van aristocratie onder de monikken ge worden is, die ongelooflijke schatten moet bezitten. Wat de franciskanen be tref-, die zijn ook verre van te beklagen en is de roep en de schijn zoo oogverblin dend niet, het is toch zeker dal waar schijnlijk niet eene orde zoo uitgestrekte gronden bezit als deze. En de statuten zult gij vragen? En de vloek van den II. Dominicus? Te dien tijde waren nog geen jesuïeten, maar hei jesuïtisme was toch zeker al onder een anderen naam in de wereld. De franciskanen veranderden geen lettertje aan hunne statuten, en bleven voort hou den staan dat zij noch persoonlijk, noch in naam der orde, noch in naam van het klooster iets wilden bezitten. Maar al wat men hun gaf, aanvaarden zij voor de armen. Alzoo mochten zij roerende en onroerende goederen aannemen, altijd in naam der armen. Als die eigendommen wat al te in het oogspringend waren, gaven zij al die bezittingen aan de kerk, de eigentlijke moeder der armen. En de paus benoemde de franciskanen tol rent meesters of bestuurders van die eigen dommen. Én intusschen leven zij altijd voort van bedelen. Hebt gij het vast, lieve lezer? 0 dat prachtige, dat fijne, dat goed gedacht distinguo De domini'anen hebben er zoovele doekskens niet aan gewondenin 1425 bekwamen zij eene pauzelijke bulle die uit hunne statuten het verbod schrapte om als genootschap aardsche goederen te bezitten. De H. Dominicus heeft misschien wel gevloekt in zijn graf, maar zijne volgelin gen hebben er zich niet aan gestoord: de bekoring was toch te sterk. 't Is gelijk, het klinkt toch aardig dat de catechismus spreekt van vrijwillige armoede, als dat dingen reeds zoolang uit de mode is Wij hebben recht te vreden te zijn over den uitslag der provinciale kiezingen, die in het land hebben plaats gehad. De toestand is wel niet veel gewijzigd, maar hij is in plaats van verslecht, zooals de klerikalen hoopten, veel verbeterd. Als men zich herin nert wat in 1884 gebeurde, toen de klerika len bijna overal zetels wonnen en men ziet wat er nu gebeurt, sinds de twee jaren dat de klerikalen aan het bewind zijn, mag men zeggen dat de liberale partij buitengewoon veel gewonnen heeft en er in geheel het land eene ontwaking der liberale partij is ont staan, die met zekerheid doet zien dat de liberalen den 8 Juni niet zullen verliezen en zij in 1888 zeker de klerikalen van het bestuur zullen werpen, indien er voor dat tijdstip geene ontbinding plaats grijpt, zooals het zeer wel mogelijk is. De uitslag te Brussel is een zonderlingen uitslag, daar men drie lijsten had en men van zienswijze verschilden in de liberale partij zelve. Onder ander waren er liberale dagbladen die de herkiezing van al de uit tredende leden aanbevolen; anderen vroegen uitsluitelijk voor de lijst der radikalen te stemmen en weêr anderen voor die der liberalen. Daaruit is gevolgd, dat er enkel vier uit- ti eilende leden gekozen zijn en er nu Zondag balloteering is voor 10 leden. De uitslag te Gent bekomen is ook veelbe lovend. De socialist Anseele bekwam enkel 1,178 stemmen, hoewel men in verscheidene bureelen heeft kunnen vaststellen dat ge kende katholieken zijn komen stemmen voor DE TOEKOMST,

HISTORISCHE KRANTEN

De Toekomst (1862-1894) | 1886 | | pagina 1