Gazelle van 'I; arrondissement IJ peren.
POLITIEKE BERICHTEN.
Nr 32
25e Jaar.
Zondag 8n Augusti 1886.
Politiek. Stads-, Kunst- en Letternieuws. Yerschillige Tijdingen, Markten, Bekendmakingen,
Mei liberaïlsm in
V laanderen.
Bureel-: Dixmndestraat, 18.
AANKONDIGINGEN 10 centiemen den regel.
RËCLAMIN *5 centiemen den regel.
Brieven en pakken moeten vraehtvrij toegezonden worden.
ABONNEMENT
fs-, 4-00 's jaar® voor de stad fr. 4-50 voor geheel Belgle,
Buitenlandsche verzendingen, 't port daarboven.
10 centiemen het nummer.
Men schrijft in op al de postbureelen.
IJZEREN-WEG. 15 Juli 1886.
Vertrekuren van IJperen naar
Poperinghe, 6-50 9-09 10-00 12-07
3_oo 4-00 6-42 9-05 9-58.
Poperinghe-Hazebrouck,6-5012-07 6-42.
Houthem, 5-30 8-20 11-16 5-20.
Comen, 5-30 8-05 8-20 9-58
40-10 11-16 2-41 2-53 5-20
8-58
Comen-Armentiers, 5-30 8-05 11-16
2-53 5-20 8-58.
Roeselare, 7-45-10-45-12-20-4-10- 6-42
9-00.
Langemarek-Oostende7-21 12-22 5-57
-6-22.
Kortrijk, 5-30—8-20 -9-58 - 11-16 2-41
5-20.
Kortrijk-Brussel, 5-30 9-58 11-162-41
5-20.
Kortrijk-Gent, 5-30 8-20 11-16 2-41
5-20.
De proklamatie van den burge
meester van Amsterdam, Zaterdag
aangeplakt, verbiedt het rondleuren
en het uitdeelen op den openbaren
weg van dagbladen en andere ge
drukte of geschrevene stukken.
Deze maatregel, door de gemeente
wet voorzien, is het gevolg van de
laatste wanorders.
De rust heerscht te Amsterdam.
Het gerucht loopt dat Demala Nie-
wenhuys, hoofd der socialisten, te
Leiden zou aangehouden zijn maar
dit gerucht was ongegrond het ge
recht heeft enkel eene huiszoeking
gedaan in de socialistische drukkerij
van den Excelsior.
In Ierland, te Belfast, zijn wederom
gevechten uitgebi-oken tusschen de
protestanten en parnellisten.
Men zegt dat de politie vuur gege
ven heeft op de volksmenigte. Een
jongeling is gedood en vele personen
gekwetst. Te middernacht was alles
rustig.
Onder dien titel lezen wij m de Brug-
sche Beiaard een uitgelezen en gepast
artikel waarvan wij onzen lezeren een
deel mededeelen.
Wie kent er eigentlijk eene andere
manier om den builen te liberaliseeren,
dan hem gedurig en in alles deelachtig te
maken aan de geestesontwikkeling der
steden, dat is, met de buitenlieden op
merkzaam te maken op de gedachten, die
zich in de sleden openbaren en er de be
weging leiden, om hen alzoo te leeren bij
zich zeiven oordeelen, vrij van alle inmen
ging der geestelijkheden.
In de Waalsche plattelandsstreken
geschiedt dit voornamelijk bij middel der
pers. Voor den Waalschen dorpsbewoner
is geheel de voorname pers toegankelijk,
van de ernstige Indépendance tot de
lichthartige Chronique en de krasse Pa
trouille. In Vlaanderen bestaat geene li
berale pers want wij kunnen als zooda
nig niet beschouwen de weinige ernstige
weekbladen, die op den builen niet door
dringen, en de eenige plaatselijke blaad
jes, die uitsluitend voor de boeren ge
schreven zijn en al niet veel tot de ont
wikkeling van den geest kunnen mede
werken.
Onder dat opzicht bestaat de bekla
genswaardigste leemte en wij vragen ons
af wat de liberale partij gedaan heeft om
daarin te voorzien
Het is eene Fransche dagblad na
het andere is tot stand gekomen, in 't
hart van Vlaanderen. Daartoe had men
altijd geld genoeg, maar in betamelijke
omstandigheden een echt belangwekkend
en doelmatig liberaal dagblad te stichten,
beantwoordend aan den vaderlandschen
zin onzer boeren en werkend om bij hen
de kiem der vrijzinnigheid te ontwikkelen,
daartoe was er aimmer geld noch belang
stelling.
Is het wel noodig daar tegenover het
groote getal klerikale bladen te stellen,
die, geheel Vlaanderen door, een oneindig
getal lezers hebben en zonder veel moeite
alle financiëele hinderpalen te boven ge
komen zijn, ja, goede zaken gemaakt heb
ben
Wanneer zal men eens gehoor geven
aan de klacht reeds zoo dikwijls geuit
door de Vlaamschgezinde liberalen, door
de Kleine Gazet vooral, en eenige dui
zenden franken wagen aan een goedkoop
Viaamschgezind dagblad
Doch de pers is niet de eenige wer
kende kracht van invloed op den buiten.
De nationale eenheid legt tusschen hoo-
gere en lagere standen, tusschen stad en
dorp duizenden banden, die hier ech
ter allen gebroken werden door de onza
lige verfransching onzer leidende klassen.
Het middelbaar en hooger onderwijs heeft,
met Fransch te zijn, al zijne kracht op de
volksmassa en op den buitenman verloren.
Het staat vooreerst niet open voor dezen,
dan ten koste van reusachtige inspanning
om eerst de vreemde onderwijstaal te lee
ren, en, ten tweede, het brengt burgers
voort, die niet in staat zijn hunne kennis
sen rondom en beneden zich te versprei
den, bij de algemeenheid, die Vlaamsch
spreekt.
De goede gevoelens, die in het hart
onzer geleerde burgerszonen opkomen,
de gedachten die hun in- hoofd broeien
en schitteren, kunnen wel voor den Waal
of den Franschman uitstralen, voor onzen
Vlaamschen volksman of landbouwer
niet. Janson, Frère, Delhougne zijn mede-
sleepende redenaars. Onder de Walen
klinkt hun woord zoowel voor dorp als
stad, en verwekt die levendige sympathie,
welke altijd en overal het gloeiende ge
sproken woord volgt en beloond.
Onder de Vlamingen, spreken onze
liberale redenaars voor eene kleine min
derheid, die hun Fransch verslaat. Voor
den geringen man blijft hun woord doode
letter en zij zeiven zoo onbekend als onbe
mind. Onvruchtbaarheid is de vloek, die
weegt op alles wat zij al sprekend moch
ten zaaien.
Een Volksvertegenwoordiger, een
hooge ambtenaar, een groote nijveraar,
een geleerd man is onder de Walen ieder-
eens gelijke.Men ziet hem van nabij, kent,
acht en mint hem, en hij treedt ook gaarne
uit de hoogte tot de broederlijkste ge
meenzaamheid at, in straat en herberg,
met den gewonen man. De maatscbappe-
1 ijken afstand verdwijnt in de eenheid der
taal, en de toenadering bestaal zoowel in
verheffing der kleinen als in het neder-
komen der hoogergeplaatsten.
Aldus wordt bij de Walen die fransch-
sprekende parvenu's hoogmoed onmoge
lijk, die gedurende vijftig jaren de liberale
leiders in onze Vlaamsche gewesten tot
een aristocratisch en trotsch kapelletje
afzonderde, waaruit noch invloed noch
sympathie op het volk neerstralen kon.
Voor onze boeren is de Franschspre-
kende en Vlaamschmisprijzende steedsche
burger een vreemdeling zoo goed, meer
zelfs dan de volbloedsle Franschman.
Voor den vreemde blijft men onverschillig:
'L is zijn recht vreemde en Franschspre-
kend te zijn. Van onze verfranschte Vla
mingen verstaan onze volkslieden en boe-
rep te goed dat zij enkel uit sleur, mode
en hoogmoed de volkstaal verachten en
verdringen, om het hun niet met wan
trouwen en eene soort van haal betaald te
zeggen. Zoo althans bejegenen de fierge-
bleven volksmenschen de vreemdtaligen
liberaal in Vlaanderen. De diepst verne
derden onzer boeren echter, zij die thans
ootmoedig alles aanvaarden wat het lot
en den gang onzer geschiedenis op den
rug van het Vlaamsche volk heeft getast,
zien legen zulke liberale heeren op als
tegen iets vreemds en onbegrijpelijks, dat
zelfs het verre gedacht eeniger sympathie
niet meer kan verwekken.
Een ander soort van Franschspre-
kende stedelingen, die anders nochtans
als uitmuntende verspreiders der liberale
gedachten op den buiten konden werk
zaam zijn, staat niet zoo hoog boven alle
gemeenzaamheid en toegenegendheid. Dat
zijn de heeren van het dorp: notaris,
doctor, secretaris, greffiers en de rest.
Maar, dank aan de onbegrijpelijke
inrichting van ons onderwijs, zijn die
personen niet in staat uit hunnen toestand
al het wenschelijke voordeel te trekken.
Buiten hunne ambtsbezigheden hebben zij
met den dorpeling weinig betrekking.
Hunne opvoeding en hun onderwijs waren
geheel Fransch. Op het dorp kunnen zij
de boeren, noch de boeren hen begrijpen.
Zij vormen in de herberg een tafeltje a
part, spreken Fransch, en worden van
verre aangekeken door de landlieden, die
zich van hen verwijderd gevoelen.
De invloed, dien zij op hunne omgeving
zouden kunnen uitoefenen is aldus geheel
onbeduidend, omdat zij, door hunne
Fransche opvoeding, met Fransche ge
dachten en grondbeginselen doordrongen
zijn, en, der Vlaamsche taal onmachtig,
het eenige middel missen om onze boeren
te leeren kennen en ze in hunne gedachten
te doen deeien.
Vergelijk daarmede de handelwijze
van den priester. Overal is hij Vlaamsch
en dikwijls Viaamschgezind. Altijd spreekt
hij Vlaamsch, liefst plat zelfs. Hij dringt
door m de huisgezinnen, en wordt er als
een vriend ontvangen, omdat hij vertrou
welijk met de menschen kan omgaan. Van
den kansel spreekt hij alweer Vlaamsch.
In den biechtstoel, op de straat, overal
leeft hij, door de taal, in nauwe en voort
durende betrekking met het volk. Men
zal ons misschien tegenwerpen dat dit
alles niets dan politiek is en de geheele
katholieke Viaamschgezindheid alleen een
bedrieglijk spel is, dat is ook onze over
tuiging. Die mannen zijn zelfs maar enkel
Vlaamsch omdat de liberalen het niet zijn
en hun aldus ons volk overleverden ter
misleiding. Maar bet is toch zeker dat
het klerikalism meer en meer in Vlaan
deren doordringt omdat het Vlaamsch
schijnt; en het liberalismus meer en meer
terrein verliest omdat het weigert Vlaamsch
te zijn.
Ziedaar hoe het onderwijs uit de
steden inwerkt op den buiten, door de
tusschenkomst van de personen die het
vormt. Die inwerking is liberaiiseerend
DE TOEKOMST,
jjï ;{i