BRIEFWISSELINGEN.
STADSNIEUWS.
inkomrecht van 30 franks per hoofd
op de vette ossen en koeien en een
van 12 franks per vet zwijn en kalf.
De grootste boerderijen kunnen in
ons land, ten meeste genomen, drie
koeien, een paar vette zwijns en id.
zooveel kalvers jaarlijks te koop aan
bieden.
Nemen wij nu dat die dieren juist
zooveel in prijs verhoogen als het in
komrecht bedraagt, dus 30 franks
per os of koei en 12 franks per kalf
of zwijn, dat zou voor onze groote
boerderijen een jaarlijksche winst-
verhooging uitmaken van 100 tot
150 franks.
Niet waar, 't is veel? En daardoor
zal en moet, de huidige krisis seffens
een einde nemen.
Och heere toch
De kleine boerderijen zullen daar
door niets of bitter weinig meer win
nen, want als zij een dier te koop
stellen, moeten zij veelal een nieuw
in de plaats inkoopen. Maar aan al
de nadeelen, die uit die prijsverhoo-
ging van het onontbeerlijkste voedsel
moeten voortspruiten, zooals: prijs-
verhooging van het allaam, van de
kleederen en andere onmisbare noo-
digheden, opslag van dagloon, enz.,
enz, zullen zij toch medelijden en in
plaats van haren toestand verbeterd
te zien, zullen het meeste deel onzer
boerderijen nog meer van de alge-
meene kwijning te verduren hebben.
Maar wie het meest vooi'deel uit
de inkomrechten op het vreemd vee
trekken zal, dat is de openbare schat
kist.
Nemen wij dat er jaarlijks 100 dui
zend koeien en ossen in Belgie inge
voerd worden. "Welnu, wanneer er
op ieder dier een inkomrecht van 30
franks zal geëischt worden, zal mijn
heer Staat zoo een rond sommeken
vari drie millioen nieuwe inkomsten
genieten, zonder de millioenen te re
kenen, die voortkomen zullen van
het inkomrecht op zwijnen en kal
vers.
Millioene-H lasten dus, die zullen
betaald worden, door den vreemde,
hoor ik zeggen.
In 't geheel niet. Door den ver
bruiker, dus door u, ik en alleman,
zullen zij betaald worden
Die inkomrechten zullen ontegen
sprekelijk de verarming van alle
werklieden en neringdoenders ten
gevolge hebben en in plaats van den
landbouw voordeelig te zijn, zullen
zij hem ook ernstige nadeelen berok
kenen.
Tot bewijs hiervan, gaat in
Frankrijk en Duitschland, waar die
inkomrechten in voege zijn en gij
zult zien of den landbouw daar min
lijdt dan hier. Gij zult daar getuige
zijn dat dezes toestand daar nog veel
akeliger is dan bij ons.
Dat alleen zou onze zoogezegde
landbouwbeschermers moeten tot be
zinning brengen, indien zij waarlijk
uit genegenheid voor den landbouw
handelden. Maar het welzijn van den
boer is op verre na de drijfveer hun
ner handelwijs niet.
Zij weten zoowel als gij en ik dat
het de inkomrechten niet zijn, die de
boerderij ophelpen zullen.
Wilden onze landbouwers de kwes
tie eens gewetensvol nagaan, zij
zouden weldra overtuigd zijn'dat hun
heil niet in 't stellen van inkomrech
ten te vinden is, het Nieuicsbladje
moge mij uitschuifelen of niet.
Een boer die denkt.
IJperen, den 31 December 1886.
SCHOOLPENNING.
Vorige lijsten, 55,635-98
Busse van den /.alm, 13-63
Basse van den IJperschen
club te Gent, 4-36
Omhaling in het Willems-Fonds, 24-19
Tomal, fr. 55,678-16
Uitgaven tot heden, fr. 52,204-66
Blijft in kas, fr. 3,473-50
Houniiient Vaudenpeereboom.
Eenige nieuwe ontwerpen voor het oprich
ten van een gedenkstuk ter eere van onzen,
oud-burgemeester, den beer Alf. Vandenpee-
reboom, zijn deze week door den heer Dema-
ziere, stadsbouwmeester, in de Blauwe Zaal,
op't Stadhuis, ten toon gehangen.
De heer Demazière rekent die ontwerpen
aan het oordeel der commissie, die de gel
den ingezameld heeft voor de oprichting van
gezegd gedenkteeken, in 't korte te onder
werpen.
Wij kunnen niet nalaten onze bevolking
ten zeerste aan te raden die ontwerpen te
gaan bekijken en te beoordeelen.
Strand.
Kerstdag namiddag, om 5 3/4 ure, ont
stond er een begin van brand bij den heer
A. Devaux, hoek der Tempel- en Boterstra-
ten, ter stede. Een der ijzerdraden, waaraan
de petroollamp hing, was gebroken en de
lamp omgekanteld. De uitgestorte petrool
had vlam gevat en het vuur aan nabijzijnde
koopwaren medegedeeld.
De heer Ch. Deweerdt,. drukker, kwam ge-
lukkiglijk daar juist voorbij en zag het drei
gende onheil.
Oogenblikkelijk duwde, hij de langs binnen
gegrendelde deur open, sprong binnen en,
niets dan zijnen moed raadplegende, greep
hij al wat brandde vast en wierp het op
straat.
De heer Deweerdt heeft daar voorzeker de
lofïelijksie aller daden begaan; want nog eene
minuut en de ergste der verwoestingen bad
daar plaats gegrepen. Petrool, nafte, ter
pentijn, vitriool en meer andere heel ont
vlambare stoffen waren daar in overvloed in
de onmiddelijke omgeving van bet vuur.
Bij het op straat gooien van al die in vlam
zijnde voorwerpen, heeft de broek en overjas
van den heer DeweercH ook vuur gevat en
beide zijn gansch bedorven. Hij heeft zelfs
erge brandwonden aan zijnen rechter hand,
die hem beletten te kunnen werken,bekomen
met zijne eigene kleederen te blusschen.
Wij vragen ons nu af of er daar moed toe
noodig was om te doen wat de heer Deweerdt
gedaan heeft en of zulke loffelijke daad niet
zou moeten naar verdienste beleend wor
den. Er zijn zoovele decoratien geschonken
voor daden, die op verre na niet opwegen
kunnen tegen deze, waarvoor de heer De
weerdt niet achteruitgedeinsd heeft.
Wat de schade,door het vuur veroorzaakt,
betreft, alles is verzekerd.
Bevorderingen.
Bij koninklijk besluit van 27 dezer,.zijn de
heeren E. Baey, tot geneesheer van 1" klas
bij het 4e linie regiment, Nepper, tot luite
nant bij het 5" linie regiment en A. Boucke-
naere, tot kapitein bevorderd.
WiUems-ionds.
Kerstdag is, sinds een tweetal jaren, dank
aan de milde giften van bijna al de leden van
het Willems-Fonds, ook hier ter stede meer
door de kinderen gevierd dan de St-Maarten-
en St-Niktaasdagen. Lang ervoor reeds baken
de kleinen naar het Kerstfeest in hun lief
mondje hoort men niets dan Kerstboom,
lekkernijen en speelgoed
Het Kerstfeest! Met dat woord alleen kun
nen de moeders nog hunne lievelingen het
stilzwijgen opleggen; 't is de beloofde beloo
ning aan de brave kinderen.
Het ware bijlange geen wonder zoo er,
dank aan den Kerstboom minder bier en
soep op de ammelakens gestort geweest ware
en minder tellooren gebroken dan naar ge
woonte; want men kon altijd op die over-
groote belooning wijzengij zult den
Kerstboom mogen gaan zien
En, de langverwachte dag daar zijnde,
heel vroeg reeds waren de kleine toeterkens
daar, opgesmukt en fier, moogt ge gelooven.
Een groot deel der zaal, met die kleine toe
schouwers, wier haar gekroezeld was en wier
oogjes naar al dat lekker suikergoed en
mooi speelgoed, op lange tafels uitgestald,
zoo begeerig staarden, opgepropt, deed aan
eene prijsdeeling denken en vervulde het
hart van wie het ook zij, met gemoedelijke
aandoeningen.
Doch de kleinen waren daar niet alleen.
Ook de ouders waren daar en verheugden
zich in de uitbundige vreugde, die uit het
gelaat hunner kleinen straalde, /ij ook wa
ren fier en gelukkig, wanneer hun kroost
optrad om een staaltje van zijnen aanleg en
zijne kunst te geven. En waarlijk men stond
verbaasd, wanneer die kleine b'ubbelkes van
drie voet hoog daar rolvast, koelbloedig en
zonder den minsten schroom optraden om
hunne alleen- en tweespraken, hunne zang
en pianostukjes enz., enz., voor te dragen.
Het geheel was bevallig, lief en merk
waardig zoowel onder opzicht van vertolking
als van gebarenkunst. Er zijn daar kiempjes
die men ontwikkelen moet.
Het slot van het feest was en is de boom
geweest. Er heerschte een oogenblik van
onmatige vreugde onder de jeugdige toe
schouwers,toen men den prachtig verlichten
larixenboom, wier takjes onder allerlei lek
kernijen plooiden, van achter de windweer
zag te voorschijn komen.
En het heen- en weêrgaan dier bubhelkes
om de voorwerpen te halen, die bij de loterij
hun ten deele gevallen waren! en die lachjes,
en die vreugde kreten, die men telkens
hoorde, wanneer de kleinen dat schoone
speelgoed en al dat lekkere ontvingen. Dat
alles is niet te beschrijven. Men moet daar
van ooggetuige geweest zijn om zich daar een
gedacht te kunnen van geven.
En nu een hartelijk dankwoord aan hen
allen, die, gelijk op welke wijze, medegehol-
pen hebben om dat feestje luister bij te
zetten en te doen wellukken.
Dank dus aan de Dames, die den kerstboom
zoo mooi opgesmukt hebben, aan haar en
hen ook, die de kleinen datgene aangeleerd
hebben, wat zij zoo kundig en knap wisten
voor te dragen.
Dank ook aan de heeren inrichters, die
met zooveel iever als goeden uitslag, hunne
moeielijke taak ten einde gebracht hebben.
Dank nog aan hem, die de eerste is ge
weest om zulk feest te ontwerpen en tot
stand te brengen.
En dank, eindelijk, aan allen, die door
hunne milde giften al dat lieve speelgoed en
al die lekkernijen hebben bijeengebracht.
Dank aan allen, duizend maal dank
In een artikel van bijna drie kolommen
doet het A'ieuwsbladje al wat in zijne macht
is om te bewijzen of beter aan zijne lezers,
die ons op straffe van doodzonde niet mogen
lezen, te doen gelooven dat wij in een zelfde
artikel voor en tegen het socialism zijn.
Wij zijn er tegenzegt gemeld bladje,
omdat wij voorzien dat, met het huidige
stelsel, ons leger geene genoegzame waar
borg meer oplevert om de openbare orde en
veiligheid te handhaven.
Dat is waar; doch enkel voor zooverre het
een orde oos, oproerig socialism geldt. Het
vreedzaam socialism kan ons weinig schelen.
Het gezond versland der menschen zal daar
toch wel paal en perk aan stellen. Het beste
en zekerste middel om dat slach van socia
lism te bestrijden is het volu, den werkman
een voldoende onderwijs te verzekeren. Dat
zal het Nieuwsbladje toch niet durven loo
chenen, hopen wij.
Wat tiet socialism betreft, dat tot wanor
ders zijnen toevlucht neemt om propaganda
te maken, en dat is ongelukkiglijk meestal
het geval, wij zijn er opentlijk tegen en vra
gen dat liet ernstig bestreden, tegengewerkt
worde.
Wij gelooven niet dat het Nieuwsbladje
ons dat ten kwade duiden kan.
Waarom wij voor het socialism zijn T
Luistert, lezers. Wij schreven in ons voor
laatste nummer dat het niet genoeg was dat
armen en rijken voor de loterij busse gelijk
staan, maar dat de gevolgen der loterij voor
allen moeten gelijk zijn.
Wij zegden dat het niet rechtveerdig hee-
ten kan dat de eenen zich van hunne plich
ten jegens het vaderland vrijkoopen voor
den prijs van een vat Chateau-Margauxwijn,
terwijl de anderen de vervulling die<zelfde
plichten met hunnen persoon en zelfs met
hun leven, wanneer het pas geeft, moeten
betalen.
En daarom, zegt het Nieuwsbladje, zijn
wij voor het socialism.
Dus, alsvie wil dat alle Belgen voor de wet
en hare gevolgen, en dit is wel het bijzon
derste, meenen wij, gelijk zijn, die is,volgens
de verstandigeberedeneering van 't
Nieuwsbladjeeen socialist.
Derhalve zijn zij die, in 1830 de grondwet
stemden, waarin geschreven staat.: Alle
Belgen zijn gelijk voor de wet, allen socia
listen.
Welnu. Nieuwsbladjewij maken er eene
eer van onder zulke socialisten geteld te
worden. En die talrijke schaar groote man
nen der beide politieke gezindheden, die ruim
eene halve eeuw reeds alle mogelijke midde
len inspannen om de gevolgen der wetten
voor alle Belgen zooveel mogelijk dezelfde te
doen zijn, worden door de gevolgtrekking
van 't Nieuwsbladjeallen onder de socia
listen gerekend.
Wisten Schmidt en Falleur zulks, hoe fier
zouden zij daar niet over zijn.
Voelt ge nu, hoe armzalig uwe beredenee
ring is, Nieuwsbladje lief?
En wij vragen ons dan af, wat er nog van
die zoogezegde tegenstrijdigheden overblijft.
Waarlijk, Nieuwsbladje, ge zijt de logiek
in persoon.
Veranderlijjkbeld.
Verleden Zondag deden wij zien dat de
Antwerpsche klerikalen heel veranderlijke
princiepen hadden.
Doch bet schijnt dat de grondstelsels van
't Nieuwsbladje even veranderlijk zijn.
Inderdaad. Over een drietal weken nog
deed het zijn uiterste best om de burger
wacht bespottelijk te maken en spuwde te
gen dat korps, hetwelk in de laatste beroer
ten nogtans zoowel getoond heeft, welke
goede diensten het bewijzen kan, al zijne gal
uit.
Men moest geen vos zijn om klaar te zien
dat het Nieuwsbladje he.el ongaarne den
péhin speelt.
Zondag laatst nu, komt het voor den dag
met de onpartijdige burgerwacht, die
overal diende ingericht te worden om, met
een klein vrijwilligersleger meer uitte rich
ten dan de 130 Uu.zend man, die in oorlogs
tijdzouden te been kunnen gebracht worden.
Hoe dat iets tocii veranderen kan, hé
Misschien zal het Nieuwsbladje nu met
een beetje meer liefde zijne blaaspijp uit
baar glazen kaske te voorschijn halen
om gewilliglijk aan de wapenoefeningen deel
te nemen.
Des te beter.
Of is de burgerwacht van IJperen mis
schien eene te pariijdige burgerwacht
Een woordje uitleg, Nieuwsbladje
Bat ware niet «tlechf.
Het is tijd, zegt het Nieuwsbladje, dat
er een einde kome aan de soldaten dolheid.
Leve het vrijwilligersleger bet eenige
dat past aan onzen aard, en aan onze be
stemming als vrij land.
Dat men de burgerwacht overal verbe-
tere, dat men ze overal inriehte, ernstig
inrichte, voegen wij er bij.
Een klein leger van vrijwilligers, ver
sterkt door eene welingerichte burgerwacht,
zal al veel machtiger wezen dan de 130 dui
zend man, die men thans verklaart, in tijd
van oorlog, te been te kunnen brengen. i>
Dat ware niet slecht, misschienwel een
ideaal.
Maar is het wel mogelijk, zonder het oor
logsbudget te verzwaren, dat nu al voor ons
onzijdig landeken veel te hoog is
En dan, welke middelen beramen om
overal, zonder iedereens belangen te bena-
deeligen, eene wel geoefende en ernstig
ingerichte burgerwacht tot stand te bren
gen
Wij gelooven dat het Nieuwsbladje niet
overwogen heeft wat al moeilijkheden zulk
ontwerp tegenkomen zou,of wei dat het we
tens en willens de oogen sluit voor die moei
lijkheden.
Het geeft zoo hier en daar wat onbepaalde
wenken, maar nooit iets dat van overleg en
studie getuigt.
Een woordje opheldering, confrater, dat
wij weten waaraan ons houden. Komt gij
met iets practisch en degelijks voor den dag,
wij zullen er u dank voor wijten en u vol
gaarne steunen.
Becelaere.
Carlos en de Toekomst.
In den naam des Vaders, en des Zoons en
des H. Geest, amen. Daarmede begint Car
los als bij de Toekomst leest. Is hij niet
benauwd van verdomd te zijn
Carlos wilt beweren dat hij de schrijvers
of den schrijver der Toekomst kent, en noch
hij, noch geen een kalote en weet er wie de
artikels van de Toekomst.en in 't bijzonder
dien van Zondag laatst opgesteld heeft, en
niettegenstaande dat, wilt Carlos zijne
wraak stellen op onzen vriend T. die nu
reeds zoo beproefd is en door de wraakzuch
tige kaloten tegen alle wetten zijne fonctiën
henomen is.
Omdat er in de Toekomst sprake was van
eene onnoozele conversatie van Carlos waar
bij dat onzen vriend tegenwoordig was daar
om seffens meent Carlos dat het T. 'is die
ucn artikel heeft opgesteld of hem eene
Toekomst heeft gezonden. Daarom liep hij
Zondag noene m eene kattecolerie naar het
huis van de weduwe M. en smeet daar zijne
gazette in huis.
Weet Carlosken misschien niet dat al
zijne kinderachtige daden publiek in alle
herbergen verteld worden? Waarom legt hii
den opstel van den artikel op de schouders
met van degenen die verteld heeft dat hii
alle dage brieven krijgt van meisjes of dat hi
naar eene dochter van zijnen schik vraagt
Indien hij het zwege iedereen zou het zwii-
gen; maar hij helt het zelf uit bij pier en
Klaai, en dan is hij kwaad op eenen onschul-
digen, omdat de Toekomst er van spreekt
He wel Carlosken, als treffelijk man durf
ïku beweren dat gij Zondage eene groote
flauwe buize afgeloopen hebt, waarvoor gil
stiaf belachen zijt, en dat T. geJijk gij nipt
wist wat er m de Toekomst ging verschijnen
en wie het erm heeft doen zetten. Dat zou
ik, mdien het noodig ware, op eed durven
bevestigen, en het zou geen kaloten eed
maar een liberalen eed zijn.
Waarom is 't, Carlosken, dat gij en no<*
eenigte andere kaloten zonder conscience
alles ten zijnen laste schijnt te leggen? Vol
gens onze meening en van hooren zeaaei
moet het zijn omdat hij zijne vrienden en
weldoeners met verloochent gelijk nijmaar
toont dat hij erkentelijk en dankbaar is voor
de ontvangene weldaden; omdat gij meenf
hem van sommige Becelaernaars te doen
verachten, en zijne familiën in hunnen ban
del te benadeeligen; en omdat hij zonder
werk is, en, zeggen zij, nu tijd genoeg heeft
Jr-
Wie al sociallüt i»