Gazel Io van 't arrondissement IJperen. POLITIEKE BERICHTEN. N* 56. 20e Jaar. Zondag 23n Januari 1887. Politiek. Stads-, Kunst- en Letternieuws. Verschil.!ige Tijdingen, Markten, Bekendmakingen. Vaart Leié-I Jperlee. $og een slachtoffer der gevloekte wet» Godsdienst en goede zeden. Bareel: DixmudeMtpaat, t§. AANKONDIGINGEN 10 centiemen den regel. RSICLAMEK t 15 centiemen den regel. Brieven en pakken mosten vrachtvrij toegezonden worden. ABONNEMENT fr. 4-90jaare voor de stad; fr. 4-50 voor geheel Belgle. Bnitenlaadsohe verzendingen, 't port daarboven. 19 centiemen het nummer. Men schrijft in op al de postbureelen. IJZEREN-WEG. I Dec. 1886. Vertrekuren van IJperen naar Poperinehe, 6-50 9-09 10-00 -12-07 ÜL 3-00 4-00 6-42 9-05 9-58. Poperinghe-Hazebrouck,6-50—12-07 —6-42. Houthem, 5-30 8-20 11-16 5-20. Comen, 5-30 8-05 8-20 9-58 10-10 11-16 2-41 2-53 5-20 8-58 Comen-Armentiers, 5-30 2-53 5-20 8-58. Roeselare, 6-15 Zaterdag 12-20 4-10 6-42 Langemarck-Oostende, 7-21 6-22. 8-05 11-16 7-45 10-45 12-22 5-57 Kortrijk, 5-30 8-20 5-20. Kortrijk-Brussel, 5-30 - 5-20. Kortrijk-Gent, 5-30 5-20. -9-58 11-16 2-41 -9-58 11-16 2-41 8-20,— 11-16 2-41 In de Hollandschc Kamer is er gespro ken van een geschil welk tusschen Holland en Belgie bestaat. Ziehier waarvan er kwestie is geweest in de zitting van Woensdag der Eerste Kamer. De gewezen minister Tack van Polfliet protesteert legen het feit dat de Belgische regeering de steamers van den Nordcluit- schen Llyol vrij laat van de betaling der loodrechten op de Schelde, rechten ver schuldigd krachtens het IIollandsch-Bel- gisch verdrag van 1839. De minister van buitenlandsche zaken M. Van Karnebeek deelt de zienswijze van M. Tack. Hij beeft er aan de Belgische regeering kennis van gegeven. M. Tack vraagt dat de minister zou aanhouden met protesteeren en Holland's rechten blijven voorstaan. M. Goblet, minister van openbaar on derwijs en eerediensten van Frankrijk, heeft aan de commissie van het konkor- daat verklaard, ofschoon hij voorstander van de opzegging is, hij het initiatief niet zal nemen van een voorstel van scheiding van Kerk en Staat, die in de Kamer geen 200 stemmen zou bekomen, ofschoon er nog maar kwestie zou zijn van de noodige voorloopige maatregelen. De minister voegde er bij, dat hij het initiatief aan de Kamer zal laten. Hij zal de opzegging niet bestrijden, maar hij zal op de tribune uitleggen, dat hij niet gelooft, dat het land er voordee- lig aan is en zal geene stemming van ver trouwen vragen. Twee vreemdelingen, zich Engelschen noemende, zijn te Lyon aangehouden, op aanklacht van een soldaat, aan wien zij eene groote som geld hebben aangeboden om hun zijn geweer met de kardoezen af te leveren. De Pruisische Heerenkamer heeft deze week, zonder debat en met eenparigheid, het ontwerp van adres aan den Keizer gestemd, prolesteerende tegen het ver werpen van de militaire wetten door den Reichstag. Bij het ontvangen der Bulgaarsche af gevaardigden te Rome, gaf de minister Robilant hun rondweg als het gevoelen der Regeering te verstaan, dat Bulgarie te kiezen heeft tusschen twee: of handha ven van het huidige voorloopig bewind, hetgeen voor Europa bedenkelijk zou zijn of het zoeken yan eene overeenkomst met Rusland, dat mogelijk zou zijn op den grondslag van het Berlijnsch tractaat. De laatste berichten uit Birma luiden voor Engeland zoo gunstig, dat men bin nen weinige maanden de rust in het land hoopt hersteld te zien. Uit Weenen wordt geschreven, dat Rusland aan de mogendheden nieuwe voorstellen betreffende Burgarie heeft ge daan. Ruim twee jaren, meenen wij, stemden Kamer en Senaat de noodige kredieten tot voltrekking van den in den steek gebleven vaart Leië-ÏJper- lee en tot nog toe hebben wij ons immer moeten met beloften tevreden houden. Niets of bitter weinig werd er voor die voltrekking gedaan. Zelfs zag men hier en daar eene reeds versleten geraakte brug afbreken en de vaart daar vullen om er kasseiweg aan te leggen. Dat was gewis weinig aanmoedi gend voor de toekomst. Ook werd on ze bevolking, die volkomen begrijpt hoe nuttig en noodig die vaart voor onzen handel wordt, door dat aansle pen in opschudding gebracht en langs alle kanten gingen er verzoekschrif ten naar de bevoegde overheid om op die voltrekking aan te dringen en spoed te eischen. Men ging met November 1.1. hand aan het werk slaan. Doch dat was nogeens enkel belofte. Niets werd aangevangen tenzij plan op plan opgemaakt, die meestal veroordeeld bleven om in de bureel kartonnen eeuwig opeen te liggen. Nu nogeens belooft men veel. Met Februari zal men langs den kant der Leie de werken aanvangen. Zal het deze maal eene waarheid zijn? Men zou het zeggen. In alle geval laat het ©ns hopen. Inderdaad wij lezen in Le Progrès Het plan-tafereel door den hoofd- ingenieur-bestuurder der bruggen en wegen in Westvlaanderen Ban ff geboden, en de krachtens de wet te onteigenen gronden voor de uit te n voeren voitrekkingswerken aan de vaart Leie-IJperlee, langs den kant der Leie, op het grondgebied van Komen, aanduidende, is goedge- keurd en de onteigening der erop aangeduide perceelen zal, zoo noo- dig, gelijkvormig de wet gedaan worden. 't Is al iets. Voor wanneer de aanbesteding der werken langs dien kant Men hoeve niet lang meer te wachten; want daar zullen vele ar beiders werk en bijgevolg brood vin den, die nu binst het gure jaargetijde aan werkgebrek lijden. Velen, die nu de diepste ellende verduren moeten, omdat zij geen arbeid vinden, zouden daardoor hunnen akeligen toestand zien eindigen, en zeer gelukkig zijn die gelegenheid waar te nemen om een stukje brood voor hun honger- en koudelijdend huisgezin te kunnen verdienen. Dat zijn, ons dunkens, ernstige beweegredenen, die door de bevoegde overheid niet uit het oog dienden verloren te worden. Dat zij dan, dewijl het in hare macht is, den arbeider, die liever werk dan eene aalmoes vraagt, zoo haast mogelijk arbeid verschafte Doet zij het niet, zij maakt zich jegens de maatschappij en vooral je gens de werkersklas grootelijks aan nalatigheid plichtig. Wien 't schoentje past, trekke 't aan. Zij zijn waarlijk niet meer te tellen, zij, die, om aan plicht, vorst en va derland te zijn getrouw gebleven, door de klerikalen zoo vervolgd en op de pijnbank gehouden werden dat zij van kommer, verdriet en zielelij- den omkwamen. Die ontelbare menigte martelaars zien wij, met het hart vol wee, nog met eenen aangroeien. Iedereen weet nog dat de pastors knechten, die te Ciergnon, konink lijke verblijfplaats, op het stadhuis zetelen, seffens, na den val van het liberaal ministerie, de gemeente school der plaats, spijts wet en recht, afschaften. De bekwame onderwijzer werd on- meedoogenloos met vrouw en kinde ren op straat geworpen om zijne plaats aan een schoolmeester met God, maar zonder bekwaamheid, te schenken. Dat was een groote slag voor die brave onderwijzersfamilie. Doch zij gaf den moed niet op. Zich steunende op wet en recht, maakte de vervolgde onderwijzer een smeek schrift en bij de aankomst van de Koninklijke Familie op het zomer verblijf aldaar, wachtte de onderwij zersvrouw, omringd van hare zes lievelingskens, den stoet af en be- handigde der Koningin het verzoek schrift. Eenige dagen nadien werd de be slissing van den gemeenteraad bij Koninklijk besluit verbroken en de onderwijzer in zijne bediening her steld. Het was nog maar recht en redelijk. De goede\t herder zag zich wel in zijne wraak teleurgesteld, doch hij gaf den moed niet op. Hij had toch. nog zoovele venijnige schichten op zijnen gespannen boog en hij zou er wel eenen vinden, waarmede hij den braven en gewetensvollen ouderwij zer, die, aan zijnen eed getrouw, hem had durven wederstaat!ter neer zou vellen. Inderdaad. De gemeenteschool bleef bestaan, maar de onderwijzer werd niet meer betaald. Hij had schoon te reklarneeren, alles was te vergeefs Beroep op de openbare meening, verzoekschriften aan het gemeentebestuur, aan het ministerie, aan den Koning, al die middelen, gebruikt om in het recht matig bezit zijner jaarwedde te ko men, bleven vruchteloos; hij kreeg geen rooden duit! De ongelukkige, tot over 't hoofd in de ellende, weggeteerd door ver driet en zielesmart, komt nu te ster ven en laat eene weduwe, die op het punt is moeder te worden, en zes jon ge, weenende weezen, zonder eenigen steun achter. Het klerikale fanatism heeft dien martelaar in het graf gekregen. Hij is voor het goede op de bres gesneu veld, een heldhaftige slachtoffer van politieüen haat. Dat die fanatieken met zulke om wraakroepende euveldaden op het hart nog het geweten gerust hebben, is hunne zaak; wij benijden hun die geweten- en harteloosheid niet, maar wij verzekeren hun dat het uur der weerwraak wel slaan zal en dat deze dan ook verschrikkelijk zijn gaat. Oog voor oog, en tand voor tand, zal dan onze leus zijn. Dat zij het over wegen Volgens de katholieke bladen is de eenige oorzaak of minstens de voorname oorzaak van al het kwaad van dezen tijd, het verliezen van het godsdienstig gevoel'. Het is niet te betwisten dat een ernstig, DE TOEKOMST, Kt

HISTORISCHE KRANTEN

De Toekomst (1862-1894) | 1887 | | pagina 1