STADSNIEUWS. IJperen, den 12 Februari 1887. SCHOOLPENNING. Vorige lijsten, 53,726-02 Een rondetje door de gebraan- appeldrager in de Kleine Concorde, 1-20 Busse van den Zalm, 17-70 Totaal, fr. 55,744-92 Uitgaven tot heden, fr. 52,711-73 Blijft in kas, fr. 3,032-19 Zondag, 20 Februari, ten 3 ure namiddag, in den Café du CommerceHondstraat ter stede, zal den heer Vermeulen-De Coene als afgevaardigde bij het voorloopig komiteit van het vooruitstrevende liberaal Congres van 1887, eene tweede voordracht geven. DAGORDE 1° Nut der drukpers in het verspreiden dei- vrijzinnige gedachten. 2° Eendracht door en voor den strijd. 3° Het Congres van 1887. De Persoonlijke Dienstplicht. Het Nieuwsbladje, dat met zooveel priet praat het behoud der plaatsverv-nging aan geprezen en trachten te verdedigen heeft, zal waarschijnelijk geen kwaad hebben van de volgende regels van Jean Volders te le zen en te overwegen Gelijk de burger afschrik heeft van al wat de kalmte en de gerustheid van zijn stil en eenvoudig leven komt storen, is hij vijand van den soldatendienst. Ter kazerne gaan zou hem lijden en verdriet veroorzaken; ook heeft hij door zijne afgevaardigden eene wet doen stemmen, wier stelsel in eenen drukre gel kan samengevat worden: Al de Belgen die een slecht nummer zullen trekken, zul len soldaat zijn, uitgenomen deze, die een plaatsvervanger kunnen koopen. Dat stelsel, uitsluitelijk Belgisch, biedt echter eene zwarigheid aan, die nooit door de burgerij gevoeld werd. Het laat haar hij hare pintjes, met hare pijpjes en aan hare liefde, maar het laat de bewaking van alle burgergoed aan de arme burgers ever, die schouderkwasten,schako's, sabels en het ove rige dragen. Het is een leger van katten, die de wacht houdt bij de voorraad- enlekkernijkas. n Zoolang die katten het wachtorder niet te buiten gaan en enkel dan de tanden toonen en de klauwen uitstrekken, wanneer er iemand zich aanbiedt om in de eetkas te breken, zoolang gaat alles weivoer de burgerijMaar steken de katten in hun hoofd van te overwegen, het is dan niet heel en gansch hetzelfde meer. In plaats van de wacht te houden bij de goede en lekkere brokjes, moeten zij het noodzakelijk verkies lijker vinden ze op te smullen, en dat zullen zij doen. Die waarheid is de eenige reden, waarom de werkerspartij heden zooveel propaganda onder de lotelingen maakt. Men moet deze doen verstaan, en daarom zullen er geen vijftig jaren noodig zijn, dat de ongeluk- kigen, aan het huiselijk leven,aan den werk winkel en aan den veldarbeid voor den dienst der burgerij onttrokken, het eenige middel zijn, waarover deze beschikken kan om hare alleenheerschappij te behouden en te doen eerbiedigen. Wanneer de lotelingen zulks weten zul- j len, onze burgers-cijnsbetalers zouden wel j kunnen de gelegenheid hebben om te herha- len wat de stervende Rabelais zegde Laai j de gordijn rallende poels is gespeeld j Wat dunkt er u van, Nieuwsblad je B5s»ocdcrkeu»Ieger. Sinds menige weken sprak het Nieuws bladje bijna van niets anders meer dan van een vrijwilligers leger, dat heel wel mogelijk was in ons land en gemakkelijk om samen te stellen. Nu hebben wij het gevonden. Het wilde dan zeggen dat het al zijne broederkens in het leger ging inlijven (na tuurlijk moeten zij een afzonderlijk legioen uitmaken) en dat het zoo algauw een groot deel van het vrijwilligersleger hebben ging. En waarlijk het had gelijk. Eene statistiek heeft bewezen dat de broe derkens der kristelijke en andere keringen tegenwoordig 951 huizen of kazernen bezit ten met 9172 broederkens (de noviciaten niet meêgerekend). Lees wel: bij de DUIZEND kazernen en ongeveer TIENDUIZEND broederkens zon der dat de novicen er bij geteld zijn Waarlijk, 't is een halfleger! Maar ook wat al kwaad moet zoo een leger niet doen! 't Is om er van te schrikken, niet waar, Nieuwsbladje Samenspraak tusschen Jan Ronduit, den Koster en Pee Onpartijdig Pee. Dag Koster, hoe is 't met de gezondheid Koster. Goed, vriend, gelijk met u, zooals ik zie. Pee. Opperbest, Koster, Gode zij dank! Koster. Wat nieuws van u wandelend te vinden Pee. Wat wilt ge. Dat overheerlijk we der lokt een mensch naar buiten om wat gezonde lucht te scheppen. Koster. Ja, zeker, en men moet er van profijteeren terwijl men 't schoone heeft. Pee. Zie, daar komt de onsterfelijke Jan Ronduit ook al aanwandelen. Koster, zeg, kent ge dien vogel Koster. Precies niet te best. Ik heb zoo eene en andere over hem hooren zeggen; doch met hem heb ik nog nooit gesproken. Zeg, Pee, is 't waar dat hij zoo'n harde liberaal is. Pee. Ja 't, Koster, doch beef niet, vriend, hij zal u niet opeten. Hij is een zeer goedaardig en treffelijk man. Met hem kan ik gemakkelijk ommespringen. Daarbij hij is verstandig en recht voor de vuist. Koster. Te beter; mannen die recht voor de vuist zijn heb ik lief, of waren het onverbeterlijke liberalen. Doch zwijgen wij, hij is daar. Jan Ronduit. Wie dat we daar nu hebben Dag Pee, dag Koster, 't Gaat goed met zulke menschen Pee en Koster. Zeer goed en met u Jan. Van langs om beter, vrienden vooral nu dat ik u ontmoet om wat te pra ten. Zie, ik ben vandaag bijzonder praatziek. Pee. Des te beter. Wat nieuws al; lang maar af, Jan; wij luisteren, niet waar koster? Koster. Zeker, Pee. Jan. Veel nieuws, vrienden en goed zulle. Maar 't is politiek nieuws en de Koster zal misschien liever hebben dat ik daarover maar zwijg. Koster. In 't geheel niet, Jan; ik ook kan daarvan soms een beetje praten en wan neer men ronduit spreken mag, zonder voor afspieders te moeten vreezen, dat gaat mij, weet ge Jan. Afspieders, allons done, wie zou zulke lage rol willen spelen Koster. Ja, gij liberalen, gij kunt dat niet gelooven, omdat niemand bij u zulke rol zou willen spelen, maar in ons kamp, ziet ge, daar gaat het heel anders toe. Veel zou ik u daarover kunnen zeggen, maar ik zal maar liever zwijgen. Jan. Gij hebt gelijk, Koster anders wierde ge zelf afspieder en overdrager. Koster. Ik, Jan, dat nooit, vriend. Openhartig gesproken, ik iaat iedereen bij zijn gedacht en ik houd het mijne. Iedereen moet het koken zooals hij het eten wil. Pee. 't Is juist dat. Jan. Zoodat gij toch met liberalen dis- cuteeren wilt. Koster. Van harte gaarne. Jan. Dat verheugd mij, Koster, want kosters van uw slach zijn zeldzaamheden in deze tijden. Zij worden meestal door de gees telijken uitgekozen om de rol van spioen en verklikker te spelen. Zij sluipen in de gezel schappen, luisteren de gesprekken af en dra gen alles aan den pastoor over. Koster. Zoodat gij zeggen wil dat ik hier gekomen ben om die rol te spelen. Ha! Jan dat is niet wel van u; een eerlijke koster, als ik, van zulke laagheid te beschuldigen. Jan. Maar Koster, toch, dat wil ik niet zeggen. Ik hoop en geloof zelfs dat gij een rechtschapen man zijt, eene uitzondering aan den algemeenen regel, quoi Pee. Maar zeg eens Jan, waar blijft ge met al uw goed nieuws Vertel liever, in plaats van den Koster te blijven zagen. Jan. 't Is waar, ik had het bijna ver geten. Zijt ge Zondag laatst naar de verga dering der liberale associatie geweest, Pee Pee. Ja 'k Jan. Ik ben wel geen lid, maar ik had toch eene uitnoodiging ontvan gen. Jan. Ik ook, ik hadde er willen gaan, maar ik had belet en moest wel afwezig blij ven. Wat is er zooal beslist geweest Pee. Wat ge aan mij vraagt? Ik wed dat ge 't reeds beter weet dan ik, die er ge weest ben. Jan. Waarlijk, Pee, men heeft zoo al het eene en andere gezegd. Het schijnt dat er zeer veel volk was, niet waar Pee. Eene bijna volle zaal. Jan. - Men heeft mij verzekerd dat er ruim honderd vijftig kiezers aanwezig waren. Pee. Dat is heele wel mogelijk, mis schien waren er veel meer, ik heb ze niet geteld. Jan. En dat groot getal kiezers hebben met algemeene en luidruchtige toejuichingen den wensch gestemd dat het bestuur der associatie bij de IV pogingen doen zou om ze te bewegen hunne zetels in den gemeen teraad te hernemen. Pee. Zoo is 't Jan. En toen de heer Voorzitter in schoone woorden, dat moet ik bekennen, eenen oproep deed aan de eensge zindheid, die hier onder de liberalen zoo noodzakelijk geworden is, een daverend handgeklap onthaalde die woorden. Jan. -— Zoodat wij hopen mogen dat alles zal bijgelegd worden en dat alle liberalen zich in dichte gelederen zullen aaneensluiten i om met de naaste kiezing de klerikalen te bevechten en hun eene duchtige klopping te geven. Pee. Dat zou wel kunnen waarheid worden. Koster. Het Nieuwsblad zal met de IV, zoo zij toegeven, niet weinig lachen; het zal zeggen dat het een gemakeld spel was, dat zij strooien mannen zijn en wat weet ik al meer. ha, ha, ha! Jan.Waarom doet het zulks? Omdat het zoo alle overeenkomst tracht onmogelijk te maken en de liberalen meer en meer wil verdeelen. Daarin heeft het gelijk ook; want zoo de liberalen zich in twee kampen verdee len en twisten en krakeelen, 't zal in troebel water visschen en zijne matadors op 't stad huis krijgen. Koster. Ze zullen er toch komen. Jan. - Over drie jaar zouden ze er voor zeker geweest zijn, 't kon niet missen. En toch het miste, zij waren er niet en God dank! nog op verre na niet. Pee. Ze waren toch nog al genaderd. Jan. In den schijn, ja. Maar als men ingaat wat al beloften, wat al bedreigingen zij gebruikten, dan moet men bekennen dat zij eerder verloren dan gewonnen hebben. Pee. En dan de courant was dat jaar ten voordeele der klerikalen. Koster. En nu zijn het weder de libe ralen, die den courant voor zich hebben. Jan. Ja, door de onbekwaamheid der klerikalen, die op verre na niet doen kunnen wat zij de kiezers beloofd hebben. Hunne fopperijen komen aan den dag en de kiezers laten zich niet langer bedriegen. Pee. Zie, ik ben aan mijn huis zonder het te weten, 't Is spijtig dat ik u verlaten moet; 'k hadde toch nog zoo geerne wat met u willen praten. Jan. Kom Zondag avond bij Rosten Baard een glas bier drinken; wij zullen dan nog wat praten. Koster. Den Zondag avond heb ik niet veel tijd. Waarom niet den Maandag avond Pee. Voor mij is 't gelijk. Jan. En voor mij ook. Pee. Dus tot Maandag avond bij Ros' ten Baard? Jan en Koster. Ja, ja Alle drie drukken elkander de hand en scheiden. BERICHT. Een tandmeester vraagt om eens per week in het gebruik te treden van twee gemeu- bleerde plaatsen te IJPEREN, om er raad plegingen te geven. Zooveel mogelijk in een geslolen huis. Zich zoohaast mogelijk te wenden bij M. EMANUEL-AUGUST, 8, St-Jorisstraat, te Brugge, 8. Loting, Ziehier den uitslag der millitie loting wel ke Vrijdag,4 dezer,in onze stad plaats gehad heeft 1. Abeele, Ilenri-Jacques, 91. 2. Adriaen, Emile-Corneille, 138. 3. Aernout, Emile-Isidore, 102. 4. Aernout, Henri-Louis, 99. 5. Annoot, Emile-Julien, 168. 6. Baelde, René-Léopold, 128. 7. Eaelen, Arthur-Alphonse, 179. 8. Baillieul, Jules-Eugène, 133. 9. Beheyt, Octave-Eugène, 178. 10. Bendel, Eugène-Frangois, 136. 11. Berghman, Edmond-Florimond, 54. 12. Blomme, Auguste-Aimé, 175. 13. Bonduwe, Théophile-Corneille, 93. 14. Borry, Camile-Alphonse, 116. 15. Bostyn, Pierre-Jean, 98. 16. Boudry, Charles-Louis, 121. 17. Breyne, Arthur-Louis, 53. 18. Burgho, Aimé-Arthur, 46. 19. Cailliou, Henri-Louis, 149. 20. Candeel, Gustave-Arthur, 160. 21. CarJier, Adolphe-Louis, 123. 22. Carnier, Arthur-Alphonse, 100. 23. Casier, Aloïs-Eugène-Frédéric, 83. 24. Claeys, Alphonse-Victor, 177. 25. Claeys, Gustave-Eugène, 49. 26. Clarebout, Emile-Henri, 143. 27. Cocle, Désiré-Camille, 157. 28. Coffyn, Arthur-Auguste, 107. 29. Cremer, Léopold-Louis, 68. 30. Dauchy, Arthur-Prosper, 132. 31. Debergh, Louis-Joseph, 170. 32. Debruyne, Jules-Henri, 113. 33. Degroote, Louis-Auguste, 141. 34. Degryse, Pierre-Aloïs, 142. 35. Dekaezemaeker, Victor-Isidor, 152- 36. Dekeerle Charles-Basile, 57. 37. Delaruwiere, Georges-Léon, 145. 38. Deleu, Emile-Théophile, 135. 39. Deleu, Joseph-AIoïs, 104. 40. Denoyelle, Arsène-Floris, 126'. 41. Depuydt, Aloïs-Julien, 174. 42. Depuydt, Auguste-Aloïs, 96. 43. Derho, Louis-Felix, 40. 44. Desagher, Arthur-Auguste. 80. 45. Descamp, Louis-Henri, 42. 46. Deschildre, Alphonse-Julien, 117. 47. Desmedt, Auguste-Louis, 172. 48. Devoldere, Aloïs-Léonard, 41. 49. Deweerdt, Emile-Auguste, 101. 50. Donck, Emile-Julien-Ghislain, 115. 51. Doolaeghe, Emile-Gustave, 43. 52. Doolaeghe, Gustave-Emile, 76. 53. Doolaeghe, Henri-Hippolyte, 124. 54. Doom, Médard, 75. 55. Ducorney, Emile-Henri-Joseph, 47. 56. Duprez, Auguste-Gustave, 48. 57. Duprez, Théophile-Henri, 165. 58. Gisquiere, Constand-Désiré, 112. 59. Goethals, Julien-Arthur, 72. 60. Gryffon, Odyle-Lambert-Oscar, 159. 61.Gryson, Gustave-Alphonse, 62. 62. Hauspy, Henri-Francois, 89. 63. Hennaert, Georges-Frangois, 87. 64. Honoré, Amédée-Julien, 162. 65. Jolyt, Jules-Henri, 163. 66. Jonckheere, Emile-Théophile, 105. 67. Kaesteker, Maurice-Aimé, 131. 68. Lacante, Alphonse-Arthur, 60. 69. Landtsheere. Arthur-Honoré, 139. 70. Lernould, Georg.-Jul.-Vict., 94. 71. Leroy, Auguste-Louis-Aimé, 146. 72. Liebaert, Isidore-Joseph, 111. 73. Litiere, Jules-Julien, 66. 74. Lootens, Hector-Gustave, 55. 75. Maegerman, Etienne-Michel, 130. 76. Maerten, Emile-Auguste, 134. 77. Maertens, Charles-Louis, 153. 78. Mahieu, Alphonse-Emile, 67. 79. Mahieu, Léon-Henri-Louis, 147. 80. Mahieu, Léon-Julien, 125. 81. Marquette, Emile-Gustave, 77. 82. Masschelein, Valère-Prosper, 148. 83. Masterleet, Henri-Louis. 180. 84 Meny, Emile-Gustave. 45. 85. Mervaillie, Charles-Auguste, 64. 86. Merveille, Auguste-Eugène. 171. 87. Michiel, Gustave-Edouard, 73. 88. Michiels, Eugène Emile, 85. 89. Moerman, Isidore-Alphonse, 106. 90. Moniez. Julien-Léopold, 144. 9L Moreau, Hector-Théophile, 63.

HISTORISCHE KRANTEN

De Toekomst (1862-1894) | 1887 | | pagina 2