Gazelle va» 'I arrondissement! IJ peren. POLITIEKE BERICHTEN. 3Yr 69. 26e Jaar. Politiek. Stads-, Kunst- en Letternieuws. Yerscfoiilige Tijdingen, Markten, Bekendmakingen, Kiesomkooping. Kiezing te Oudenaerde. Moe ze den landbouw aanmoedigen. iareel: Kixmndcstraat. 18. AANKONDIGINGEN 10 centiemen den regel. RECLAMES «5 centiemen den regel. Brieven en pakken moeten vrachtvrij toegezonden worden. ABONNEMENT fr. 4-00 'a jaar» voor de stad; fr. 4-50 voor geheel Belgie. Buitenlandsche verzendingen, 't port daarboven. 10 centiemen iaet nummer. Men schrijft in op al de postbureelen. Poperinghe, 6-50 9-09 - 3-00 4-00 6-42 IJZEREN-WEG. 1 April 1886. Vertrekuren van IJperen naar 10-00 12-07 - 9-05 9-58. Poperinghe-Hazebrouck,6-5012-07 6-42. Houthem, 5-30 8-20 11-16 5-20. Comen, 5-30 8-05 8-20 9-58 10-10 11-16 2-41 2-53 5-20 8-58 Comen-Armentiers, 5-30 8-05 11-16 2-53 5-20 8-58. Roeselare, 6-15 Zaterdag 7-45 10-45 12-20 4-10—6-42 Langemarck-Oostende, 7-21 12-22 5-57 6-22. Kortrijk, 5-30—8-20 -9-58—11-16 2-41 5-20. Kortrijk-Brussel, 5-30 9-58 11-16 2-41 5-20. Kortrijk-Gent, 5-30 8-20 11-16 - 2-41 -5-20. In Frankrijk droomt men van niets an ders dan van spioenen. De generaal-bevel- hebber van de afdeeling Nancy, zou ver wittigd zijn geworden, dat 12 duitsche officieren zich fgereed maakten om in Frankrijk te dringen, in werkmansklede ren en voorzien van Luxemburgsche reis- passen. Zij zouden voor zending hebben de versterkingen van het westen te on derzoeken. Te Rijsel heeft de heer Carpentier, in den departements-raad, den wensch uitge drukt, dat al de vreemdelingen, bedienin gen in het Staatsbestuur of in de hospi- tiën uit oefenende, onmiddelijk zouden worden ontslagen. M. Materez legt een wensch neêr ten voordeele eener verhooging van rechten op het geslacht vee. De Fransche drukpers houdt zich te genwoordig veel bezig met den belgi- schen politieken, militairen en huishoud kundigen toestand. De heer Paul Leroy Beaulieu zegt dat Belgie even als het mee- rendeel der Staten, gevaarlijk door het so cialism is bewerkt, Van haren kant begint de Rejoublique Francaise een werk over de onzijdigheid van Belgie en de middelen om ze te vrij waren. De graaf de Munster, duitsche gezant te Parijs heeft gister een langdurig onder houd gehad met den minister van buiten landsche zaken. De gezant verlaat Parijs en gaat voor eenigen tijd in vancantie. M. Herbette, Fransche minister te Ber lijn, zal omstreeks 15 Mei een verlof van 15 dagen nemen. "Wij lezen in den Avenir des Flan- dres Het schijnt dat er sprake is van een onderzoek te openen over feiten van blijkbare en schandalige omkoo- pingen, waaraan de klerikale partij zich in den kiesstrijd te Oostende heeft plichtig gemaakt. Ziehier hoe die rechtschapene tegenstrevers te werk gingen Zij richtten zich tot liberale of twijfelachtige kiezers, die zij wisten een weinig aan geldgebrek te lijden. Zij kochten dezer stem ten voordeele van den heer Carbon voor 100 franks gereed geld en 200 franks ingeval van overwinning. Wij dagen de Patrie uit op eene ernstige wijze onze bewering te loo- chenstrafien. Te Oostende duidt men verschei dene kiezers, die het aanbod aanveerd hebben, openbaarlijk aan. Niemand twijfelt er nog aan dat al het geld door priesters, kerken en kloosters afgeschooid, dienen moet om kiesbedrog te plegen. Maar daar stellige bewijzen van te leveren dat is heel moeilijk, zooniet gansch en geheel onmogelijk. Daarom bleven de kiesomkoopingen, door de partij der weidenkenden gewis gepleegd, meestal nog immer tot het gebied der veronderstellingen thuis behooren. Doch wanneer men die stellige be weringen en die uitdaging leest, door den Avenir des Flandres afgekon digd, dan zou men aliichte gelooven dat het gepleegde kiesbedrog deze maal volop aan het daglicht ge komen is en dat men er stellige, onloochenbare bewijzen van in han den heeft. Moeste het zoo zijn, dan zeggen wij des te beter en wij vragen terzelf- dertijd eene strenge en voorbeeldige straf voor die onbeschaamde omkoo- pers. Klerikaaltjes als gij gedwongen zijt uwe overheersching op dergelijke grondvesten te doen berusten, dan beklagen wij u en verzekeren u met eens dat zij op heel onvasten grond opgebouwd is en weldra met groot gekraak instorten moet. 't Gene wij u uit ter herten wenschen. Amen. Op Zaterdag 30 April aanstaande zal er te Oudenaerde eene kiezing plaats hebben voor een Kamerlid in vervanging van den heer Magherman, die zijn ontslag gaf om den beer de Malander de gelegenheid te geven wetgever te worden. Vele lieden zijn er over verontwaardigd en men verzekert ons dat er onder de katholieken zelve een gevoel van onge makkelijkheid en pijnlijke vernedering heerscht. Die verontwaardiging en vernedering verwonderen ons, en wij kunnen ze ons niet uitleggen dan door eene onvolledige kennis der titels, die de heer de Malan der heeft om volksvertegenwoordiger te worden. De heer de Malander is inderdaad niet alleen voor handteekenafpersing veroor deeld geweest. In 1881 reeds had hij de eer zou Van Wambeke zeggen, van door twee vonnissen van het Beroepshof van Gent tot twee straffen van 200 Ir. boet of 6 we ken gevang veroordeeld te zijn om men- schen in den pishoek te hebben doen begraven. Daar werd hij verdedigd door den heer Begerem. Hij ledigde dan ook den kelk der eer tot op den bodem en liet hem voor het Verbrekingshof verde digen door den heer de Lantsheere. Voor de handteekenafpersing was het de heer Woeste, die hem bij liet Verbre kingshof verdedigde. Zonder zijne ambtsbroeders in acht baarheid wij willen zeggen die de eer gehad hebben veroordeeld te zijn en zonder den beer minister van Rechtswezen, zijnen beschermeling, die hem genade geschonken heeft, mede te rekenen zal hij de heeren Begerem,Woeste en de Lantsheere, zijne drie advokaten, ter Kamer vinden. Hij zal er dus geenszins afgezonderd zijn. Men ziet dat de eenige katholieken, die bij de kandidatuur de Malander meesmui len, ongelijk hebben. De heer de Burlet is wel ter Kamer gezonden geweest na eene enkele veroor deeling in zake van begraving, en reeds had men hem om die reden eere- voorzitter der Fereeniging voor de grievenherstelling benoemd. Welnu de heer de Malander had reeds twee derge lijke veroordeelingen op zijne rekening en men liet hem in de vergetelheid. Was dat wel billijk en rechtvaardig? Geiukkiglijk moest bet Beroepshof van Gent een derde maal lusschenkomen en de heer de Malander, de vergeten martelaar, werd dan, voor handteekenafpersing, mei vier maanden gevang vereerd. Dan kon men er natuurlijk niet meer van tusschen; eene eere- kandidatuur drong zich op Dat was zoo zeker en zoo natuurlijk dat men ons verzekert dat, daags na liet onlslag van den heer Magherman, het bureel der Kamer reeds vergadering hield om te bespreken en le beslissen ne\ens wien men de Malander in de Kamer plaat sen ging, ten einde hem al de eere te bewijzen, die men aan zulk eene ver maardheid verschuldigd is zonder echter de afgunstigheid van geene zijner ver dienstelijkste ambtsbroeders der rechter zijde op te wekken. De kwestie was heel kiesch. Daar zijn, inderdaad, de heeren De Liedekerke en Nolhomb deze laatste staatsministers die met de beteugelende rechtsmacht af gerekend hebben. Maar zij hebben aan het Assisenhof ontsnapt, omdat de wet in die tijden de bedrieglijke bankroet niet strafte. De heer Cooremans is dan daar nog. Hij ook is er aan ontsnapt, omdat de behendige uitknipping door hem op eenen kwijtbrief bewerkt, geene schriflverval- sching daarstelde. Hier nog de heer Delaet. Deze is wel veroordeeld geweest maar zijne veroor deeling was maar door het burgerlijk gerecht uitgesproken. En de heer de Bariet werd maar eens veroordeeld, terwijl de heer de Malander het driemaal werd. 't ls de verdienste van den heer Van Wambeke, die het naast degene van de Malander evenaart. Inderdaad hij werd voor het Assisenhof gedaagd^ voor kies- omkooping. Hij werd, wel is waar, niet veroordeeld, omdat de zaak te lang geleden was. Maar hij ten minste is herbegonnen, want sinds dien heelt hij de eer gehad van door het Beroepshof van Gent in zake van begraving veroordeeld te worden. Ook heeft men hem tot onder-voorzitter der Kamer verheven, gelijk men van den heer Nothomb eenen Staatsminister ge maakt heeft. Eindelijk waren de drie advokaten van den heer de Malander daar nog, die alle drie hadden kunnen vragen om de eer te hebben nevens hem te zetelen. Gij ziet wel dat de kwestie ingewikkeld en kiesch was. Ook is het bureel enkel na lang aarze len lot een besluit gekomen. Men verze kert ons dat de plaats van den heer de Malander nevens geen eenen dier - acht baren zijn zal, maar wel onmiddellijk na den minislerbank, achter den heer minister van Rechtswezen, vertegenwoor diger van Oudenaerde met de heer de Malander en door dezes toedoen. De vrienschapsbetrek'kingen tusschen beide heeren, ontstaan door wederzijdsche bewezene diensten, hebben dezen maat regel schijnen te verrechlveerdigen, buiten de eer, die er noodzakelijk voor den heer de Malander en voor het Staatsbe stuur moet uit voortvloeien. Wij hebben reeds gezien boe de Bien pu blic de nederlaag der lrierikalen te Oosten de toeschreef aan het niet volbrengen der beloften, vóór de kiezing aan de landbouwers gedaan. Heden zien wij in een ander archi-kleri- kaal blad le Courrier de Bruxellesdat de heer Yweins, in de zitting van den Bond der katholijke Kringen, verklaard heeft dat zijne politieke vrienden te Oostende hebben verlo ren,uit hoofde der talrijke onthoudingen van katholijken, die ontevreden ziin over de on verschilligheid die het ministerie voor den landbouw toont. En als men de klerikale dagbladen hoort, dan is er geen ministerie die meer voor den landbouw heeft gedaan als het huidige. DE TOEKOMST,

HISTORISCHE KRANTEN

De Toekomst (1862-1894) | 1887 | | pagina 1