verbeteringen van onzen maatschappelijken toestand verpersoonlijkte. Dat onderscheiden verstand omvatte alles.- bestuur, recht, landbouw, maatschap pelijke huishoudkunde in een woord, al wat betrekking heeft op de maatschappelijke vraagstukken, die de menschenzoo diep ver- deelen. s De Heer CARTON van bij gekend heb bende, ware mijne levendigste verlangen ge weest hier een zwakke weergalm te kunnen zijn van al de werken van den openbaren man, van den denker,wiens faam de grenzen overschreden heeft. Gelast met het woord te nemen in naam der Landbouw Associatie van het arrondis sement, verlang ik zeer de bijzonderste maatregelen op te sommen, welke onze Voorzitter voorstelde, ten einde den land bouw ter hulp te komen. De Heer CARTON, na als advokaat te Rrussel werkzaam te zijn geweest, werd in 1847 geroepen om, in hoedanigheid van Commissaris van het Staatsbestuur, aan het hoofd onzes arrondissements te staan. Alsdan, gelijk nu, waren wij in volle landbouw verkwijning, maar onzen maat schappelijken toestand was zoo arm, dat het op te lossen vraagstuk van dien tijd bestond in het middel te vinden om de volksarmoede in Vlaanderen te verminderen of te doen j verdwijnen. Dank aan zijne talrijke betrekkingen, j kon de Heer CARTON stoutmoedig de hand aan het werk slaan. Aan de groote kwalen, de groote geneesmiddelen: In dien tijd ware de afzonderlijke kracht onmachtig geweest om eene verbetering tot stand te brengen. Met eenige verkleefde vrienden stichtte hij de Landbouw Associatie van het arrondisse ment, waarvan hij Voorzitter uitgeroepen werd en bleef tot aan het einde van zijn leven. Men moet dien man aan 't werk gezien hebben, hij, wiens werkvermogen en land bouwkundig talent geen enkel oogenblik ge feild hebben, gedurende de veertig jaren, die hij aan het hoofd van onze instelling, door het Staatsbestuur als van openbaar nut er kend, doorgebracht heeft. Om den landbouw te verbeteren meende de Heer CARTON, en terecht, dat men eerst en vooral de buurtwegen moest verbe teren. In zijne hoedanigheid van Arrondisse ments Commissaris, richtte hij bij de ge meentebesturen die pogingen in, die zooveel bijval genoten, en die voor uitslag hadden de gemeenten van 't arrondissement met gekas- sijde en gesteende wegen te voorzien, 't Is daar, heel zeker een der grootste weldaden, die wij hem te danken hebben. De wetenschap is een ander middel van uitbreiding voor den landbouw.De Associatie, op voorstel van den Heer CARTON, stelde verscheidene wedstrijden in om eenvoudige en geregelde leerboeken te bekomen, die, in de lagere scholen, voor het onderricht in de landbouwwetenschap dienen kunnen, 't Is dan dat wij die kleine boekjes zagen uitko men door onze vernuftige gemeenteonder wijzers opgesteld en die de eerste grondsla gen van een theoretisch en terzelfder tijd practisch onderwijs gelegd hebben, betrek- 1 kelijk de landbouwscheikunde, den eigenlijk gezegden landbouw, de boomteelt, enz., enz. Het onderwijs der wetenschap vergt stu die, veel studie. Om haar te vergemakkelij ken, richtte de Heer CARTON die schoone landelijke boekerij in, die op heden meer dan duizend boekdeelen in de twee talen en over gl de vakken van den landbouw bevat. Men moest nog onze voortbrenselen doen kennen: In dat doel nam de Heer CARTON fian de verschillige tentoonstellingen, die in de naburige landen plaats hadden, deel: zoo ging het voor de tusschenlandsche Tentoon stelling van Londen, waar de Associatie de gouden medalje bekwam. "VVie herinnert zich de vleiende taal niet, waarmode men onze voortbrengselen, namelijk ons vlas, onze suite'ij en opze hoppe, er naar waarde schatte. Dit laatste voortorengsel vooral werd als van betere hoedanigheid boven al de ge lijkaardige tentoongestelde voortbrengselen aangeprezen Onze bijval op de Tentoonstelling van Parijs was ook zeer in 't oogvallend. Het was te dezer gelegenheid dat de Heer CARTON Ridder van het Eere Legioen benoemd werd. x> Niets drijft meer aan, niet is leerrijker dan eene tentoonstelling: 't is een echt aan schouwelijk onderwijs. De Heer CARTON, al het belang dat die uitstellingen voor de landbouwers aanbieden en de uitgelezene lessen die zij er uit trekken kunnen, begrij pende, richtte er verscheidene in, die alle een gelijken bijval genotemDe laatste dagtee- kentvan 1886. Niettegenstaande zijnen Imo gen ouderdom bestuurde de Heer CARTON al de bij zonderheden barer inrichting: hij was er de ziel van. Maar de Heer CARTON, al de Land bouw Associatie inrichtende, had niet alleen de verbetering van den landbouw ten doel, hij wilde nog de huiselijke verkleefdheid en getrouwheid beloonen. Het was met die be doel in."- dat de hulpkas ten voordeele der •mmedaljeerde werklieden gesticht werd; nienschlievend werk, zoo er een was, waar van de weldaden, onder zedelijk en stoffelijk opzicht, zich over al de gemeenten van het arrondissement uitstrekken. Wie herinnert zich niet op 31 October laatst het voor-bij trekken te hebben gezien van die nederige helden van den plicht, die, uit de handen der overheden, op de groote Zaal der Hallen vereenigd, de belooning hunner goede en trouwe diensten kwamen ontvangen. Men is soms verwonderd in onze verga deringen, in onze werkingen en in onze beknopste verslagen der zittingen zooveel regelmatigheid te zien Dat alles was het persoonlijk werk van den Heer CARTON. Om dat groot werk met zooveel orde en re gelmatigheid uit te voeren, was er niet alleen eene groote landhuishoudkundige kennis, maar een ijzeren wil, eene bezigheid van al de stonden noodzakelijk. Om er zich van te overtuigen is het voldoende het bulletijn onzer werkzaamheden, dat eene echte land bouw encyclopedie vormt, te overlezen. Een ander bewijs van die werkzucht, die door niets te vermoeien was, ziin de tal rijke aanteekeningen, die onzen Voorzitter over verschillige rechterlijke kwesties, be trekkelijk den landbouw, geschreven heeft en die, heden nog, met vrucht geraadpleegd' worden: Zij waren oorzaak dat hij in den schoot der Provinciale Landbouw Commissie geroepen werd. Herinneren wij nog de instelling dei- voordrachten, waarvan het nut, vroeger be-, twist, heden door het Staatsbestuur zelve, dat ze algemeen gemaakt heeft, erkend is. Ongelukkiglijk heeft de heer CARTON te veel op zijn kloek gestel gerekend. Hij meende dat het hem niet verraden kon. 't Is in den loop onzer laatste tentoonstelling, en ten gevolge van gebrek aan voorzorgen, dat hij de kiem der ziekte, die hem te vroeg aan onze genegenheid ontrukt, betrapt heeft. De Heer CARTON is op het veld van eer bezwe ken. Men zegt dat hijdie twee koornaren heeft doen schieten, daar waar er maar eene was, meer verdienste heeft, dan de veldheer, die een grooten veldslag gewonnen heeft. Die stelregel is op onzen waardigen en betreurden Voorzitter toepasselijk. De ge schiedenis van den landbouw in ons arron dissement zal in gulden letters de verbeterin gen, die onder zijne bescherming en op zijn initiatief verwezentlijkt geweest zijn, inboe ken Mochte uw zoo wel vervuld leven dus zijnegansche belooning ontvangen. Mochte de Eeuwige u de gunsten toe staan, door eenen levensloop, geheel en gansch aan het geluk, het welziju der menschheid toegewijd, verdiend. Vaarwel, vriend vaarwel, betreurden Voorzitter I In naam der Landbouw-Associatie van het arrondissement IJperen, waarvan de jaarboeken gansch uwe loopbaan van eer en werk aanhalen, Vaarwel Lijkrede uitgesproken door den heer BOSSAERT, Schepene van IJperen Mijne Heeben, Ik kom, ia naam der Maatschappij de Concorde een laatste vaarwel zeggen aan hem die, gedurende een tijdsverloop van dertien jaren, haar beminde Voorzitter was. Anderen hebben u de uitgelezene hoeda nigheden van den openbaren man en de dien sten doen kennen die bij, gedurende een lan gen levensloop, niet opgehouden heeft aan de openbare zaak te bewijzen. Het zal mij voldoende zijn de diensten, die hij aan onze Maatschappij bewezen heeft, bekend te maken en te herinneren dat, in de nederiger bedieningen, waarover ik u onder houden zal, de betreurde overledene er denzelfden ijver, dezelfde zelfopoffering, die hij in ai zijne andere bedieningen aan den dag legde, rijkelijk veil had. Eenigen zijn Voorzitters met den naam, in de eer van den titel de voldoening hunner ijdelheid zoekende. Bij Ons, gelijk elders, was de heer CAR TON Voorzitter met de daad: al de verplich tingen van het ambt aanveerdende er al de zorgen van op zich laderule, en er ook al de plichten van met die nauwgezetheid, waar van hij de gestadige gewoonte had, vervul lende. Niets was hem, inderdaad, onverschillig, van al wat, van bij of van verre, onzen kring mocht aanbelangen. Hij hield zich met vu righeid zelfs met de geringste kwestiesbij zonderheden bezig, zeggende, en te recht, dat er, in eene vorlustigingsmaatschappij geene kleine dingen zijn, die hunne belang rijkheid niet hebben of kunnen hebben. Zijne pogingen, evenals zijne verlangens, strekten tot het behoud der oude welvaart, 't Is zoo dat hij, binst deze laatste tijden, er zich op toelegde de buitengewone vergaderingen te vermenigvuldigen, zich het hoofd brekende met al wat do aantrekkelijkheid en het ver maak daar kon verhoogen op te zoeken. Maar wat hem vooral ter herte ging,was van te zien dat de Maatschappij haren naam van Concorde verdiende door het lieer - schen van de eensgezindheid tusschen al de leden. Op heden, men moet het wel bekennen, heeft de politiek alle zaken ontkleurd. Te midden onzer volksbewegingen en onzer worstelingen, welke van dag tot dag levendiger en bitsiger worden, zijn de maat schappijen zeldzaam die, evenals de onze, uit leden samengesteld zijn tot verschillende gezindheden behoorende. De partijgeest, met zijne onverdraag zaamheid en zijnen wrok, zijne uitsluitingen en zijnen haat, is er in gelukt de lieden voor hunne vermaken zoowel als voor hunne ge zindheden af te perken.Het schijnt zelfs aan velen dat het niet meer toegelaten zij zich met burgers van de tegenpartij te verlustigen. Ook is het geene gemakkelijke zaak, noch het feit van den eerst gekomene eene dier Maatschappijen voor te zitten, waar men mannen ontmoet, die zijde aan zijde in eene wederzijdsche achting leven en tusschen wie er strijdigheid van politiek gevoelens bestaat. Ilewel! onder dat opzicht, gelijk onder vele andere, mag men het in waarheid voor dit graf zeggen, de heer CARTON was een voorbeeldig Voorzitter. Een zijner grootste zorgen bestond, in derdaad, in het behouden der algemeene overeenkomst op het terrein eener stipte en op de overlevering gegronde onzijdigheid. En hij, de politieke man bij uitmuntendheid, de kamper van alle stonden, de Voorzitter der Liberale Associatie, kon zich in onze Maatschappij van politiek onthouden met eene rechtschapene en vaste onpartijdigheid alles te verwijderen wat argwaan voor de gevoelens van de eenen kon opwekken door de voorkeur van de anderen te vleien. Men achtte hem vooral te dier oorzaak, en men beminde hem niet min om zijne hart- hoedanigheden. Hoewel edel van een ouden stam en een der eerste familiën der stad vertegenwoor digende, was de heer CARTON, zonder 'trotschheid en zonder hooveerdij, zonder pracht- en zonder praalvertoon. Spraakzaam, gemeenzaam en onthalend jegens iedereen, scheen hij enkel onzen hoofdman te zijn om de voorzorgen te nemen en de plichten na te komen. Ook zijn zij zeer gewettigd en wel recht zinnig de weeklachten, die ons rond zijn graf verzameld hebben. Vaarwelduurbare Voorzitter. Dat uwe milde en rechtschapene ziel onder Gods bermhertige oog in vrede ruste!» ONTWAKING. Sedert bijna twee volle jaren, zegt de Beiaart, mochten wij niets anders meer bestatigen in den schoot der liberale partij dan moedeloosheid, lamlendigheid en werkeloosheid. De diepe nederlaag, in de Junikie- zingen van 1884 geleden, die onze partij als verpletterde en eene tot dan toe nog ongekende meerderheid aan de klerikalen schonk, had vele vrij- gezinden zoodanig geschokt en ont hutst, dat zij de toekomst als gesloten en voor immer verloren hielden en allen moed lieten zinken. En plotseling wordt nu onze partij met nieuw en jong leven bezield de wanhoop wijkt achteruit; en de sedert zoolang ingesluimerde strijdlust ont staat weerom. Hetdaghet in....Oostende, schreef blijmoedig de Kleine Gazet in haar jongste nummer. Ja, daar mocht het dagen en zelfs zoo hoopvol, dat de clericalen er stuursch bij opkijken. "Weemoedig klaagt La Voix du LuxembourgDe nederlaag van Oostende is de eerste steen, die uit het clericaal gebouw, zoo stevig opgetrokken in 1884, is gevallen. Indien onze vrienden niet waken en werken, dan zullen er nog uit- vallen. Zoo sprak dit clericaal blad verle den week, en reeds dreigde een tweede steen uit het gebouw neêr te komen Een zetel was opengevallen voor de kiesomschrijving Audenaarde, en hij het vernemen dat hij verlangd werd door eenen man, die tot vier maanden gevangzitting komt veroor deeld te zijn, schoten onze vrienden ginder wakker uit den slaap, dien zij rustig voortsliepen, sedert jaren en jaren. Zij kregen opeens het volle besef terug der plichten, die op hen wegen, uit hoofde der nationale waardigheid en fierheid, welke niet dulden mag dat de veroordeelde van gisteren, reeds morgen tot wetgever worde geadeld en, niet schaamtelooze trotschheid van pjt het Paleis der Natie, de rechters uitlache, die, ge trouw aan hun geweten, aan hunnem plicht en aan de wet, hem verwezen om vier maanden in een ander Paleis door te brengen. Hetdaghet nu in... het Zuiden. TeAudenarde werd ook strijd ge leverd. Daar ook stond de zegepraal aan onze vrienden of liever neen, aan de treffelijke en deftige burgers te blijven. Waarom het niet rond borstig bekennen? Loopen zij er hoe langer hoe schaarscher in de drom men onzer tegenstrevers, er zijn er toch noch, die hegrijpen dat het hun uit eergevoel verboden is, den stouten kaakslag goed te keuren en met hunne stem te helpen bekrach tigen, die, met De Malander te kie zen,aan de besluiten van bet gerecht zijn gebracht geworden. Stemden die niet met ons, zij heb ben ook tegen ons niet gestemd en liever den dag der kiezing't huis ge bleven om in den hoek van den haard aan de veranderingen te denken, dia de clericale partij sedert twintig jaren al heeft ondergaan. En dubbel doet het ons goed aan het hart den strijdlust uit andere da gen te zien ontwaken, daar hij ont waakt in Vlaanderen. Honend en spottend riepen de franskiljons ons reeds toe, dat Vlaanderen voor immer als het win gewest van het zuiverste clericalism mocht worden gehouden dat het voor goed verloren was voor de libe rale partij en slechts nog geschikt om tot vruchtbaren akker voor den kloostersgroei en -bloei te dienen; zij dreven zoo ver hunne hevig en bit ter uitgedrukte wanhoop(wel liever misschien hunne in stilte gekoester de hoop) dat zij uitriepen Laat ons liever ons afscheuren van dit land van paapsche en vlaamsche verrotting, en ons aan- sluiten hij onze Zuiderburen, dia zoo hoog en fier het vaandel van vrijheid, broederlijkheid en gelijk- heid houden Hoe vreemd kijken zij nu op 't Is juist uit dit land van paap sche en vlaamsche verrotting, dat de stralen van hoop rechts en links be ginnen op te flikkeren, als de voor boden der vlaamsche Revanche, die in October eerst, in Juni later, tegen de roomsche roofvogels zal worden gevoerd om ze te verjagen uit de nes ten, waarvan zij al de pluimpjes zou den wegdragen om nevens het ledig- geplunderde Stadhuis het stoute klooster te gaan verrijken. Moed dus, vrienden te lande Moed en volharding De peilers beginnen te wankelen in het zoo hoog opgetrokken gebouw der pries- terpoiitiek. Eén is reeds gevallen; één tweede is bijna neergestort. Valt aan met de scherpe wapenen die aan den vijand hart en geest ontruk ken valt aan met het woord en met de pen Toont aan vrienden en ge- buren, aan ouders en aan zonen, wat clericale kiesbeloften waard zijn; wat er waarlijk achter schuilt. Legt of liever doe de vinger op de wonde leg gen ge weet, de wonde, die hoe langer hoe wijder gaapt in den na- tionalen bodem, en in het nationaal fortuintje en die dag aan dag breeder opengesneden wordt door het kloos- tergoedje. Doe aan den landbouwer begrij pen dat de gelegenheid schoon is voor hem om eidelijk in volle vrij heid en gelijk een vrij man zijn kies recht uit te oefenen naar hij wil't Is hij niet meer die behoort te vreezén zijne hofstede afgenomen te worden, door zijnen eigenaar, indien hij niet stemt naar dezes wil en gril. t Is hij nu integendeel die mag dreigen de hofstede te verlaten. Ja, vrienden, valt aan valt aan met woord en pen en wel in de taal alléén, die begrepen wordt en tot het haite spreekt, van hen allep, die nu

HISTORISCHE KRANTEN

De Toekomst (1862-1894) | 1887 | | pagina 2