BRIEFWISSELINGEN.
Maandag 1.1. gaf onze jonge, maar werk
zame maatschappij van Bekwaamheidskie
zers een avondfeestje.
Vele leden waren tegenwoordig. Ook was
het een6 aanlokkelijke dagordeEene voor
dracht over 't liberalism in Vlaanderen door
een lid en eene mooie prijskaarting.
De voordracht heeft bijzonder wel beval
len, zoowel om de lieve taal, waarin zij ge
kleed was als om de vele groote waarheden
die zij bevatte.
Daar heeft men eens gehoord, en dat uit
den mond van een nederigen werkman, wat
liberaal zijn is, hoe de liberalen in Vlaan
deren zijn moetenwelke moeilijke, maar
grootsche taak zij zich op de schouders gela
den hebben en hoeveel moed, zelfopoffering
en wilskracht er noodig is om zich van die
zware taak te kwijten.
Dat alles heeft H. C. klaar en duidelijk,
in eene overtuigende en gloedvolle taal uit
eengezet. Ook werd hij meer dan eens on
derbroken door de luidruchtigste toejuichin
gen.
Hij wist die kernachtige rede zoodanig
met kwinkslagen te doorzaaien, dat men
meermaals hartelijk gelachen heeft.
De prijzen die onder de aanwezige leden
verkaart werden, waren waarlijk mooi. Ook
werden zij zeer betwist.
Het was, in een woord, een aangenaam en
vooral zeer nuttig feestje, dat onder de beste
in dat slack mag gerekend worden. Men
heeft er zich opperbest vermaakt.
Mochten wij er vele zulke bijwonen
Mochten er reeksen dergelijke, weldoende
voordrachten gegeven worden
Dank! hartelijk dank! aan den goeden en
bereidwilligen spreker. Dank ook aan den
Bestuurraad, die zooveel ijver aan den dag
legt om de maatschappij te doen toenemen,
te doen groeien en bloeien.
Dat zij er van overtuigd wezen; zij stichten
onberekenbaar veel goeds en dienen door
allen welmeenenden liberaal in hunne stroeve
onderneming gerugsteund te worden.
Gevonden.
Van deze morgend, rond 9 ure, op de
groote Botermarkt, heeft men een zilveren
monter (cylinder) gevonden, berustende ten
kantore van politie, ter beschikking van den
eigenaar.
De Tuchtkamer der notarissen van het
arrondissement IJperen voor het dienstjaar
1887-88, is volgender wijs samengesteld
Voorzitter: Mtor Titeca, van Boesinghe
syndicus: Mter Lava, van Poperinghe; ver
slaggever Mter De Haeze, van Beveren
schatbewaarder: Mter Devos, van Wervik;
sekretaris: Mter De Tavernier, van Lange-
marck; Leden: MterB Veys, van Vlamertinghe
en Butaye, van IJperen.
-r
Bij koninklijk besluit van 30 Mei 1887, is
de heer I. Gastel sekretaris der besturende
commissie van het gevang dezer stede be
noemd, in vervanging van den heer A. Jolyt,
overleden.
De hiernavolgende hulpgelden zijn toege
staan aan de Bestuurraden der leerwerk
huizen, in de gemeenten, wier namen volgen,
ingericht, als Staatsaandeel in de uitgaven
dier instellingen voor den dienst van 1887:
Hooglede, fr. 1,100; Moorslede, fr. 900;
Passchendaele, fr. 700;Westroosebeke,
fr. 800; IJperen, fr. 904.
Hulpgelden, beloopende tot de som van
16,017-10 fr., zijn aan verscheidene gemeen
ten toegestaan om deze te helpen de kosten
betalen van onderhoud en onderwijs der
behoeftige doof-stommen en blinden, die in
de gestichten gedaan waren binst het tweede
halfjaar van 1886.
Een kind verdrenken.
Zondag 1.1. ongeveer 5 ure 's namiddags,
speelden een drietal jongens van 9 jaren op
den boord der stadsgrachten achter het cel
gevang alhier. Een onder hen, Henri Barat-
to, zag eene ijdele eierschaal op den boord
van het water zwemmen. Hij reikte de hand
om ze te nemen, toen hij op eens het even
wicht verloor en in het water viel. Zijne
speelmakkers, de gebroêrtjes Blondeel, lie
pen om hulp naar den schaper, die, niet
verre van daar, zijne schapen op het Minne
plein grazen liet. Deze kwam seffens bijzag
het arme jongentje in het water worstelen
om er uit te geraken. Maar, misschien dat
hij de plaats te gevaarlijk waande, de scha
per liet het er in en keerde naar zijne scha
pen terug. De kleine Morits Blondeel, van
wien wij deze bijzonderheden houden, liep
dan de stad in om nieuwe en betere hulp te
zoeken. De werkman Phlypo haastte zich
ter plaats en, niets dan zijn hart raadplegen
de, haalde hij den drenkeling uit. Doch het
was reeds te Iaat. De heer doktor Poupart,
die ook toegesneld kwam, kon enkel nog den
dood bestatigen.
De ongelukkige Henri was het eenig zoon
tje van een braven werkman, die alom
geëerd is. De ouders zijn ontroostbaar.
Anseele te IJperen.
Verleden Zondag, zooals wij het schreven,
is gezel Anseele, uit Gent, hier te IJperen
in eene socialisten vergadering, het woord
komen voeren. Velen waren nieuwsgierig
dien verdediger der werkersbelangen te zien.
Volk genoeg was er op de been, vooral op de
statie en nabij het socialisten lokaal. Er
waren er ook, zoo het schijnt, die dachten
dat Anseele een dier hoogmoedige of gepom-
madeerde grootsprekers was. Men waande
hem een man, die van de hoogte van zijn
standpunt een verachtenden blik op elkeen
werpen zou, en hoe vönd men zich bedrogen.
Men zag een nog jong, minzaam en aantrek
kelijk wezen, dat voor iedereen een vriende
lijken hoofdknik over had.
Men zegt dat het lokaal veel te klein was,
dat het volk tot beneden op den trap opeen-
geperst stond. Gezel Anseele, zegt men nog,
heeft zeer wel gesproken en luidruchtig en
algemeen toegejuicht geweest.
Wij deel en niet in alles de gevoelens van
gezel Anseele, maar wij juichen toch volop
de poging toe, die hij aanwendt om het
ongelukkig lot der werkers te verbeteren.
Ook waren wij verontwaardigd toen wij,
j.l. Zondag, een zestal opgeschotene, melk-
bleeke klerikalen gezel Anseele moedig!?
zagen uitschuïfelen, toen deze... reeds in
den trein gestapt en het vertreksein gegeven
was.
Enfin, 't zijn helden
Eindelijk
Het Nieuwsbladje is tot sprake gekomen!
Het heeft al wat wij schreven weerlegd
met te schrijven
i Ja, 't vaderland, door het klerikale
Staatsbestuur tot zijnen ondergang gedre-
ven, is gered.
De Toekomste van IJper had het
voorzien en voorzeid, en de Refoóobme
van Brussel heeft het bevestigd. Dus
't is zoo
En die er nog aan twijfelen zou, ware....
een onbekeerbare klerikaal.
En daarop volgt een tamelijk lang artikel,
heel en gansch tegen de.... Réformegericht
en waarin wij zelfs niet meer genoemd wor
den.
Niet waar, lezers, wij zijn nu paf gesle
gen; al wat wij schreven heeft geen reden
van zijn meer, en al onze gezegden zijn door
zulke weerlegging in duigen gevallen en den
bodem ingeslagen
Och heere toch
En toch zullen wij zoo stout zijn aan het
zeer heilig Nieuwsbladje te vragen waar of
wanneer wij voorzien en voorzeid hebben
dat het vaderland zou gered zijn.
En als het zulks niet kan aanwijzen dan
zeggen wij dat het een leugenaar is.
Wij denken het Nieuwsbladje of tën
minste zijne schrijvers, eerlijk genoeg om
zulke misgrepen te hergrijpen en derge
lijke kemeltjes zeere, zeere weder in den
stal weg te duiken.
Of wij ons bedriegen, dat zullen wij bij
acht dagen weten, niet waar Nieuwsbladje
mijn hartediefje
Wij hebben wei, en dat sinds lang reeds,
gezegd dat ons landeken door de klerikalen
op den boord van eenen afgrond gebracht is
en dat België nog nooit geen droeviger tij
den beleefd heeft dan onder het huidig pas
toors ministerie. Zelfs nog, sprekende van
onze statie, hebben wij gezegd dat wij enkel
nieuwe en ruimere gebouwen hebben zullen
na de kiezingen van 1888, die een liberaal
ministerie zullen tot stand brengen.
Dat het land recht naar zijnen ondergang
gaat met het hedendaagsch regeeringsstelsel
is bewezen door de beweenlijke gebeurtenis
sen van verleden jaar en door de onrustige
tijden, die wij nu beieven.
Dus, Nieuwsbladje, men moet van den
heiligen Geest niet ingegeven zijn om zulks
te weten.
En om te kunnen voorzeggen dat het land
bereid is het hatelijk klerikaal juk af te
schudden, moet men enkel eens zien hoe de
klerikalen aan het bewind gekomen ziin en
wat dat zij er gedaan hebben.
Hoe zij aan't bewind geraakt zijn is door
iedereen geweten. Met tegen alle belastingen
in het algemeen, tegen de lasten op tabak,
suiker, enz. en tegen de militaire lasten in 't
bijzonder te roepen en te tieren. Met duizend
en eene onmogelijke beloften te doen, ineen
woord, zijn zij er in gelukt de liberalen om-
verre te werpen.
Het land weet reeds wat die daad hem
gekost heeft.
Onze goede scholen zijn als weggevaagd,
duizend onderwijzers die trouw aan eed en
plicht bleven, werden onmeêdoogend, uit
loutere wraak, op straat ge worpen met
vrouw en kinderen.
Al de onnoodige!? belastingen, die men
beloofd heeft af te schaffen, zijn ALLE
door het klerikaal ministerie behouden.
Daarbij komen die valsche belovers nu
nog met eene nieuwe belasting voor den dag,
die veel hatelijker is dan al de belastingen,
door de liberalen gestemd, en nu aan den
heer Beernaert misschien toelaten het bud
get in evenwicht te brengen.
Wij spreken hier van de belastingen op
den invoer van vee en geslacht vleesch, die
voor natuurlijk gevolg hebben zal den land
bouw... niet te redden maar wel den prijs
van het vleesch, het noodigste voedsel, te
verhoogen.
De Duinengalm en na hem 't Nieuws
bladje zeggen wel dat het alleen de fijne brok
ken zullen zijn, die duurder zullen kosten
en datjhet gewoon vleesch er door zal afslaan.
Wij zijn zoo vermetel er aan te twijfelen,
het Nieuwsbladje moge het kwaliik nemen
of niet. Wij zeggen ais er min beste stukken
en meer gewoon vleesch zal geëten worden,
zal er voor dit laatste meerdere vraag zijn en
het zal dus in gelijke mate met de vraag in
prijs stijgen. En wanneer er min vleesch
geëten wordt, om de wille der duurte, dan
zijn er meer aardappelen en brood geëten
en deze rijzen door de grootere vraag ook
in prijs. Het eene hangt rechtstreeks van
het andere af.
Het land wordt moede van al die bedrie
gerijen; het is moede van te zien dat het
Staatsbestuur maar eene bekommering heeft,
da.t is den priesterwinkel te doen draaien.
Zoolang de dikbuikige en kaalhoofdige
zwartjes de beste ruggestukken van het
vleesch kunnen koopen en hunne flesch
ouden wijn op de tafel hebben, mag het ove
rige gaan zooals het wil. Het zijn onze ge-
kruinden niet, die in werkstaking moeten ko
men om iets te bekomen; men werpt hen
alles met volle handen naar het hoofd.
Maar de kiezers hebben eindelijk de oogen
geopendzij voelen eindelijk wat misbruik
de klerikalen van het gezag maken en zeg
gen luidop dat de klerikalen niets gedaan
hebben dan liegen en bedriegen om wat
stemmen te ontfutselen, om aan het bewind
te geraken; dat zij niets doen van 't gene zij
vroeger met groote plakbrieven op al de
hoeken der straten aankondigden.
En daarom mag men zeggen dat zij te
naaste jare eindelijk het loon hunner fopperij
wel krijgen zullen.
Peist gij 't ook niet, Nieuwsbladje van
mijn hart
BURGERSTAND
Mannelijk geslacht, 5; Vrouwelijk id. 2.
Sterfgevallen
Vandenabeele, Hendrik, scholier, 10 ja
ren, Brielen-bij-IJperenBaratto, Hen
drik, scholier, 9 jaren, Minneplein.
Delva, Melanie, dagloonster, 52 jaren, onge
huwd, Lange Thouroutstraat.
Kinderen beneden de 7 jaren
Mannelijk geslacht, 2. Vrouwelijk id., 2.
BERICHT.
Den heer Emanuel HUISMAN-AUGUST,
Amerikaanschen Tandmeester, woonachtig
te Brugge, 8, St-Jorisstraat, is te raadple
gen te IJPEREN, eiken Zaterdag van ieder
week, van 10 ure des morgends tot 3 ure 's
namiddags, in de Weninckstraat, nr 6, te
IJPEREN.
Voor verdere inlichtingen gelief men zijne
groote aankondiging te lezen op de 46 bladz.
Poperinghe.
Wij komen te vernemen dat de Philhar-
monie Zondag laatst tc Bergen (Frankrijk)
een nieuwen en zeer schitterenden bijval ge
noten heeft, alwaar zij, uitgenoodigd door
het stadsbestuur, gegaan was om er een wel
dadigheidsconcert te geven.
Ziet hier, aangaande dit uitstapje, wat
wij lezen in het Journal d" Hazebrouch,
van 9 dezer
BERGEN. Het feest van Zondag heeft
wonderwel gelukt. Het weder was over-
schoon en het publiek zeer talrijk.
De great attraction van den dag was de
Maatschappij Phil harmonie van Pope
ringhe wiens aankomst ongeduldig werd
afgewacht.
Lang vóór het gestelde uur der intrede in
stad dezer dappere belgische kunstschaal-,
werd de Biernepoort doof de menigte ver
sperd.
Welhaast kwamen de heeren Vanderhae-
ghe, Dekyndt en Zorninger, municipale
raadsleden, het stadsmuziek' en de koor
maatschappij aan.
Recht over de statie stond er een alJer-
schoonsten zegeboog waarop te lezen stond
aan de Philharmonieke Maatschappij
van Poperinghe.
Met slag van 12 ure en half, deed het
muziek van Poperinghe hare intrede in stad,
voorafgegaan van haren Tambour-majoor
met zijne 20 trommelaars en zijne hoornbla
zers. Op hetzelfde oogenblik zendt de groote
klok des belforts hare majestueuze tonen de
lucht in en de beiaard zijn blijde spel. De
beweging was groot, de menigte ontelbaar.
M. Vanderhaeghe, voorzitter der feest
commissie, spreekt den welkomgroet uit aan
M. Van Merris en zijn muziek. M. Vanzin-
ghel, voorzitter der koormaatschappij offert
hem eenen ruiker. Na de ontvangst speelt
het stadsmuziek de Brabanconne, welke
met geestdrift werd toegejuicht.
Het muziek van Poperinghe, uit bedan
king, speelt de Marseillaise, insgelijks door
algemeene bravos. begroet, waarna de stoet
zich naar het stadhuis begeeft door de Bier-
ne-, Kommandant-, Nieuwe- en Damenstra.-
ten.
M. de Meier Claeys, de eerwijn aanbie
dende, heeft M. Van Merris en zijn muziek
zeer levendige bedankingen toegestuurd de
uitnoodiging van naar Bergen te komen aan-
veerd te hebben, en deed de loftuiging dezes
muzieks, wiens faam verre verspreid is.Deze
korte aanspraak werd ook zeer toegejuicht.
M. Van Merris heeft geantwoord dat zijne
muziekanten en hij zeer getroffen waren
over het goed onthaal dat zij te Bergen
genoten en dat allen het beste aandenken
hunner reis gingen bewaren.
Een noenmaal van 103 plaatsen vereenigde
in het hotel Het Wit Peerd, het muziek
van Poperinghe en de talrijke genoodigden,
waaronder men de achtbare heer Delarroqua
aantrof, de deken der muziekmeesters,
waaraan een warm huldebewijs gedaan
werd.
Te 4 ure opende het stadsmuziek van Ber
gen het muziekfeest, door de kundige uit
voering eeniger stukken.
De Fanlaisie op la Fille du Régiment
en de Cavaline voor twee klarinetten wer
den bovenal toegejuicht. MM. A. Hemsenen
A. Louage, twee uitgelezen solospelers heb
ben een grooten bijval gehad.'
Te 5 ure beklom het muziek van M. Van
Merris de estrade. Het werd door het volk
met bravos en toejuichingen begroet.
De stilte heerschte. De Philharmonie, on
der het bestier van haren uitmuntenden
meester, grijpt de ouverture Jubel aar,.
Welke zekerheid welke krachtwelken
samenhang! en lang voor de ouverture geëin
digd was waren de toejuichingen losgeborsten
ware het niet geweèst dat men benauwd
was de uitvoering te storen. Wij zijn eene
bijzondere melding verschuldigd aan den
sympathieken muziekmeester M. E. Van
Elslande, die door zijn schitterend spel in
zijnen solo voor fluit, de toehoorders betoo-
verd heeft; ook heeft M. II. Delarroqua,
vergezeld door het muziekcomiteit hem gaan
geluk wenschen en hem een overschoon
bouket aangeboden onder een aanhoudend
han gekl i des volks De ware l efhebbers,
de kenners, moeten geheel te vreden zijn.
De andere stukken zijn niet minder be-
Volksvlijt.
4»
4c
4c 4c
VAN DEN 3 TOT DEN 10 JüNI 1887.
Geboorten:
4: