BRIEFWISSELINGEN.
STADSNIEUWS.
HEILIGE GESCHIEDENIS.
De departementale raad van het open
baar onderwijs van het Noorden (Frank
rijk);-heeft het verbod van nog te onder
wijzen uitgesproken tegen zekeren Long,
in godsdienst broertje Cunibertus en tegen
zekeren Lemère, in godsdienst broertje
Lucinus, de eerste onderwijzer en de
tweede bestuurder der broêrtjeschool van
de Esquermestraat te Rijsel, omdat de
eerste aanslagen op de zeden \an leerlin
gen diens gestichts gepleegd heeft en om
dat de tweede die aanslagen heeft laten
plegen.
Het Beroepshof van Luik, kamer der
in beschuldigingstellingen, heeft de ge
naamde J. Bellefroid, onderwijzer met
God voor het Assisenhof van Limburg
verzonden onder beschuldiging van ver
krachtingen en aanslagen op de zeden ge
pleegd te hebben op verscheidene meisjes,
zijne leerlingen.
Ouders, zendt maar uwe kinderen bij
zulke onderwijzers met God maar zonder
zeden
Het Assisenhof van Saóne-et-Loire,
(Frankrijk) heeft den pastoor van Tro-
gues, den eerw. Le Bouc, tot vijf jaren
opsluiting veroordeeld voor aanslagen op
de eerbaarheid van knechtjes, die zijne
catechismuslessen volgden.
En zeggen dat die vuildoppers belofte
van zuiverheid gedaan hebben
't Gaat toch boven zijn hout.
De politie, zegt de Lanterne, heeft
eefie nieuwe plaatsschouwing gedaan in
een broêrtjeskollegie van Dinan (Frank
rijk), om een godvruchtigen leeraar, pater
Moulin, aan te houden, die beschuldigd is j
van zedelooze aanslagen op zijne leerlin-
gen.
Gelijk het in zulke gevallen altijd gaat,
men heeft het nest ledig gevonden. De
pater niet kunnende hopen zijne onschuld
te bewijzen, had in den nacht de vlucht
genomen. Met opene armen zal men hem
in 't eene of andere godvruchtig gesticht
opgenomen hebben.
't ls reeds de vierde maal dat een der
gelijk schandaal in dat kollegie uitberst.
Ziedaar wel een gevaarlijk en ongezond
gesticht, dat zou dienen afgebroken te
worden.
Hoelang zal het volk dien kinderver-
dervers nog hun kroost toevertrouwen en
door hen laten bezoedelen
Hoelang nojj
VERKOCHTE
VERDRAAGZAAMHEID.
Een ooggetuige heeft ons verteld wat
kort geleden, op een plaats, die Yperen
niet is, maar die wij verzocht zijn niet te
noemen, voorviel. Daar was sedert lange
jaren, eene oude vrouw als dienstmeid op
eene bewaarschool zij werd doodelijk
ziek men ging in de buurt, een pries
ter roepen, om haar de laatste sacramen
ten te bedienen, hij beloofde le komen,
maar deed het niet ook na een tweede
verzoek toen liet hij vragen of hij de
school mocht komen bezichtigen, waarop
geantwoord werd, dat ze alle dagen voor
iedereen open stond nogtans bleef hij
weg de zoon van de stervende, die naar
haar was komen zien en wenschte, dat zij
toch zou worden berecht, ging naar den
pastoor toe deze beloofde insgelijks te
zullen komen, maar bleef insgelijks weg;
nogmaals daartoe verzocht deed hij ant
woorden, dat hij niet in een school zon
der God gaan zou en nochtans hangen
daar aan de muren van de klassen Chris
tusbeelden De vrouw stierf onberecht
des niettegenstaande, wanneer den zoon
bij den pastoor eenen lijkdienst ging be
stellen, werd hij goed ontvangen en... zijn
geld ookZoodat men aan eene stervende
troostelijke gebeden ontzegt, maar voor
h3ren ziel, die, volgens de leer der kerk,
waarschijnlijk in de hel is gegaan, zon
der aarzelen, een lijkdienst verkoopt! Dit
bewijst immers eens te meer, dat de
priesters zei ven niet aan de kracht van
hunne gebeden en gebaren geloof slaan
O 1 die geldzuchtige, schijnheilige kwak-
zalve rs
LEUVENSCHE STUDENTEN,
Le Journal des Trïbunaux, in zijn
nummer van 23 Juni 1.1., behelst een
vonnis, dat op 26 April 1.1. door de cor
rectionele rechtbank van Leuven werd
uitgesproken en waarin de goede zeden
en gewoonten, die heerschen onder de
klerikale studenten der zeer christelijke
universiteit, onder zulk gunstig daglicht
worden geplaatst, dat zij zouden dieren
nader bekend gemaakt te worden bij de
ouders, die wenschen aan hunne zonen
hoogere studiën te laten ondernemen.
Aangezien het vastgesteld is zoo
luidt hel vonnis dal sedert jaren al,
de studenten der universiteit dezer stad
genoegen zoeken bellen, uithangborden
en haken van vensterluiken af te rukken;
dat deze neigingen tot afbreken en ver-
nielen nogmaals gebleken zijn en loege-
nomen hebben sedert de maand October
1886 en gepleegd zijn geweest ten m-
deele van personen die onverschillig of
sympathiek waren bij de studenten, én^
Welke lieve, zachte en beschaafde ge
woonten heerschen daar toch in dai
schoot dier Alma Mater, die aan ce
ouders afgeschilderd wordt als vrij gebit
ven zijnde van al die ondeugden, die woe
keren onder de vrijgezmde studenten van
Gent, Brussel en Luik.
Wat heerlijk genoegen vinden zij ii
het afrukken van bellen, uithangborder
en haken van vensterluiken
Lotelingen zouden zich niet treffelijkei
gedragen.
Hoe stichtend toch moet de opvoeding
zijn, die daar, in het christelijk middei
bij uitstekendheid, genoten wordt!
Nu dat die zeden en gewoonten door
de rechterlijke macht zoo duchtig aan d«
kaak zijn gesteld, zouden de klerikale
bladen die den Leuvenschen winkel zo»
gaarne ophemelen beter doen met te zwij
gen, wanneer de studenten van Gent, Luit
of Brussel, lieve juffertjes uilnoodigen od
de feestjes door hen ingericht.
Liever wat teerder naar het hart, dan
brutaal naar de hand. Het eerste is ten
minste menschelijk....
Nog een woordje: Is het voor het
onderhouden dier Leuvensche straatschen
ders, dat jaarlijks in alle kerken en bid
plaatsen van liet land, door de priesters
geschooid wordt? onder voorwendsel de
katholieke hoogeschool recht te houden.
Wie weet! Die centjes dienen misschien
om de schade, door die straatschende
rijen uitgericht, te herstellen en eemge
goudschijven in de handen dergenen te
duwen, die zouden geneigd zijn die tref
felijke heertjes aan het gerecht aan te
klagen
IJperen, 9 Juli 1887.
SCHOOLPENNING.
Vorige listen, 56,532-09
Busse van den Zalm 7-86
Busse van den IJperschen Club
te Gent 15-00
Toiaal, fi'. 36,544-85
Uitgaven tot lieden, fr. 50,619-87
Blijft in kas, fr. 4,924-98
Eerlsjli geeiawdeJd.
De meubelmakersgast J. D. onzer stad,
vond Maandag avond op het statieplein eene
zilveren snuifdoos. ':v
Eenige uren nadien vernam hij dat de heer
L. eensgelijks uit onze stad eene dergelijke
doos verloren had. De eerlijke jongeling
spoedde hem ten huize van gemelden heer
L. en gaf hem het verlorene voorwerp terug.
Zijne braafheid werd ook naar verdienste
beloond een gul onthaal en een stuk van
vijf frank was zijn aandeel.
De heer L. heeft door die mildheid de eer
lijkheid aangemoedigd en dat verdient een
hartelijk bravo Want krege men altijd eene
billijke en geëvenredigde belooning, er zou
den meer eerlijke vinders zijn.
Volksvlijt.
Maandag laatst was het de maandelijksche
vergadering der Maatschappij Bekwaam
heidskiezers. Men heeft nogmaals de gele
genheid gehad van schoone prijzen te winnen
op schuiftafel en met kaartspel. Een lid, de
heer H. C., heeft eene voordracht gegeven
over onze helden van 1302.
Het was eene heel mooie en leerrijke re
devoering, die met luidruchtige toejuichingen
begroet geweest is. Het is zeer jammer dat
vele leden zoo ten achteren blijven en den
oproep niet beantwoorden. Het Bestuur legt
toch zooveel moed en iever aan den dag om
al te doen wat mogelijk is ten einde de leden
een aangenamen avondstond te laten door
brengen.
Na de gebeurtenissen van den reuzenstrijd,
door Vlaanderen in 1302 tegen dwingelandij
en overheersching geleverd, te hebben doen
kennen, deed de spreker uitschijnen dat men
hedendaags ook even ijvervol strijden moet
voor de vrijheid, als Jan Breydel en Pie-
ter Deconinck,de vlaamsche helden van 1302
in den Gulden Sporen slag. De klauwaarts,
dat waren de vlaamsche helden, die leven en
goed voor htm vaderland ten offer brachten.
De leliaarts waren de fransche overheer-
schers en de edelen die ze ondersteunden.
Heden zijn de klauwaarts de liberalen, die
werken en strijden voor de vrijheid en de
verlichting. De leliaarts zijn de kaloten die
strijden om de middeleeuwsche dwingelandij
en volksverdrukking terug in te voeren,
misschien de inkwisitie te doen herleven en
aan de priesters en al wat er van afhangt
wederom het burgerlijk gezag de wetgeving
in banden te geven.
De spreker zegt dat den tijd van .1302
volkomen met den tegenwoordigen gelijke
nis heeft;dat de huidige leliaarts, de priesters,
alles trachten te bemeesteren en naar hunnen
kant te trekken, om overal en in alles den
baas te spelen en om alles in te palmen.
Die hedendaagsche leliaarts trachten in
iedere kiezing ons stadhuis te beklimmen om
al wat klauwaart is te doen verdwijnen, uit
den weg te ruimen, om des te gemakkelijker
al het goed en geld ter beschikking te stellen
van pastoor en klooster. Gestadig onverdro
ten moeten wij strijden voor onze vrijhe
den, onze liberale instellingen,| ons uitge
lezen en voorzichtig liberaal bestuur. Dat
moeten en zullen wij immer verdedigen met
eensgezind hand in hand ter stembus te
trekken om met hem de vrijheid, de volks
verlichting in stand te houden en te doen
zegepralen.
Wij kunnen niet eindigen zonder onzen
vriend, den spreker, te bedanken over de
welwillendheid, waarmede hij zich ter be
schikking van de Maatschappij stelt, om ons
allen zoo aangenaam en nuttig te onderhou
den. Wij hopen hem weldra nogmaals te zien
optreden.
Moed dus en vooruit bekwaamheids
kiezers eu uwe pogingen zullen met eenen
goeden uitslag bekroond zijn. Een lid.
Bericht.
Ter gelegenheid der inhuldiging van het
Standbeeld Breidel en de Conine, te Brugge, t
Maandag, 11 Juli 1887, zal de gewone trein
uit Brugge vertrekkende ten 9 uren :s avonds 1
en te Roeselare blijvende, dien dag voortrij
den tot Yperen, waar bij omtrent 11 uren
zal aankomen.
BURGERSTAND
Geboorten:
Mannelijk geslacht, 4; Vrouwelijk 8 id.
Huwelijken:
Desramault, Renatus, boekbinder, en La-
meire, Félicia, zonder beroep.
Sterfgevallen:
Tybergheu, Joannus, winkelier, 79 jaren,
echtgenoot van Natbalia Ackaert, Recollet-
testraat.Leboucq, Hector, gepensionneer-
den politie agent, 72 jaren, echtgenoot van
Sophia, Lionné, Kaaistraat. Criem, Dési-
dérius, veearts, 55 jaren, weduwaar van
Maria Gesquiere, Alphons Vandenpeere-
boom plaats.
Kinderen beueden de 7 jaren
Mannelijk geslacht, 1. Vrouwelijk id., 1.
BERICHT.
Den heer Emanuel HUISMAN-AUGUST,
Amerikaanschen Tandmeester, woonachtig
te Brugge, 8, St-Jorisstraat, is te raadple
gen te IJPEREN, eiken Zaterdag van ieder
week, van 10 ure des morgends tot 3 ure 's
namiddags, in de Weninckstraat, nr 6, te
IJPEREN.
Voor verdere inlichtingen gelief men zijne
groote aankondiging te lezen op de 4e bladz.
P OPERIN GIIE i
5 Juli 1887.
Om zich te overtuigen datPoperinghe eene-
der slechtst bestierde steden des lands is, is
het genoeg een bezoek af te leggen naar wat
men, ten tijden van den grooten bloei van
koophandel en nijverheid in onze stad, de
vaart noemde, en die tegenwoordig, dank
aan de strafbare werkeloosheid onzer Be
stierders, een stinkend brandpunt van smet-
ziekte is geworden.
Toen gij dit reisje wilt doen, zult gij om te
beginnen, bij het sluis een huis vinden dat
teenemaal in puinen valt. Het is stadseigen-
dom en was nog in zeer goeden staat toen
onze gelukkigmakers hetgekocht hebben aan
een hunner goede kennissen, om hem plezier
te doen. Men is verontweerdigd toen men
den staat van verval beziet van dezen eigen
dom; men zou waarlijk zeggen dat het komt
van geplunderd te zijn al de ruiten zijn ge
broken en water en wind dringen.langs alle
kanten binnen zoo dat in korten tijd ven
sters en vloeren geheellijk zullen gevortzijn.
Eenige stappen verder, bij het sluis, vindt
men eene paal met eene plank waarop te
lezen staat: Zwemplaats.
Het is daar hetgeen wat onze stadhuis-
heerenin hunne bezorgdheid voor de alge-
meene gezondheid, beschikt hebben voor
degenen hunner onderhoorigen, die zich
zouden willen baden.
Deze zwemplaats bestaat in eenen water
poel, bedekt met een smeerig dik groen vel
waarin er bij duizenden puiden krielen en.
krassen.
Een beetje verder gaat gij langs hetgeen
er nog overblijft van onze ongelukkige vaart
en gij zult u terugtrekken voor den walgelij
ken stank barer wateren die twee derden des
jaars bunnen loop niet hebben.
Nogtans, hadden onze gemeentebestuur
ders, in plaats van het geld der schatplich-
tigen onnoodeloos te verspillen aan nutteloo-
ze werken, een deel der leening gebruikt tot
het kuischen der vaart, had men thans, dat
het gebrek van water onze inwoners begint
te kwellen, niet blijde geweest aldaar veel en
goed water aan te treffen
Wordt voortgezet
Te Blankenberg/ie den 19 Juni 1887.
Een persoon die ons de echtheid van zijn
gezegde loaarborgt, vertelde ons dat twee
leden van het muziek van den k. k. van Po
peringhe, zich 's namiddags op het strand
bevindende in gezelschap van twee damen
en eenen heer van Brugge, zich veroorlofd
hebben zeer oneerbiediglijk te spreken van
een eerhiedweerdigen ouderling, die een
verhevenen stand te Poperinghe bekleedt,
wien zij betijteld hebben van: oude gierig
aard en bult. Een der beiden, degene die
door zijne plaats welke bij bedient, de voor
zichtigste had moeten zijn, heeft zoo stout
geweest er bij to voegen: als 't al bijeen is
ten is maar eene kromme schildpadde,
(letterlij k)
Nu, lezers, raadt eens wie wel dit per
soonnaadje mag zijn, zoo weerdigliik door
de zijnen behandeld.
Wat aangaat den schuldige die deze schul
dige woorden heeft durven uitspreken, die
heeft ons met naam en toenaam genoemd
geweest.
o
Poperiiigiie-Kernils.
Een ware lijkdienst van vierde klasse
Men heeft nog nooit minder volk in stad
gezien, en ai wie neeringdoener is klaagt
putten in d'aarde, en de bedevaarders, die
den ommegank door onze straten doen al
onze vaders knabbelende, geven alleen een
weinig levendigheid aan onze arme stad.
Ook. de gerokte, wiens gezicht aan dit
van eenen aap gelijkt, die over eenige jaren,
ten einde min volk op onze kermis te zien
komen, voorgesteld had de geestelijke feest
tot op een ander tijdstip, is in eene uitspre
kende vreugde
Aan wie moet men dit verval onzer ge
meentefeest toeschrijven
Aan onze stadhuisheeren, aan de onver
standige mannen die zich aan het hoofd
onzes bestuurs bevinden.
In plaats van feesten in te richten om de
vreemdelingen aan te trekken, doen zij alles
wat in hunne macht is om ze van onze stad
te verwijderen Men zou waarlijk zeggen dat
zij, gelijk de Chineezen, zouden willen rond
Poperinghe, alle soorten van hinderpalen
stellen, om onze geburen te beletten te
komen.
Niet eene feest! Niet het kleinste hulp-
sommeken, aan schutters maatschappijen,
noch aan vinkeniers, noch aan bolders, noch
aan Rhetorcia, zoo weerdig van ondersteund
te zijn, Niets... niets!...
A
VAN DEN 1 TOT DEN 8 JüLI 1887.