i II i verre en met de lasten door de libera len ingevoerd, het evenwicht in de begrooting gekregen hebben. Wie heeft het eerlijkst gehandeld? Nog andere onbetwistbare cijfers zouden wij aanhalen kunnen, zie hier Het nominaal kapitaal der open bare schulden, dat binst twaalf jaar liberaal bestuur, maar van 62 mil joenen aangegroeid was, werd van 1870 tot 1874, dus na enkel vier jaar klerikaal bestuur, met 282 miljoen- tjes vermeerderd Is 't welsprekend genoeg, Nieuws- bladje van mijn hart? 't Is nog niet al. De liberale be- grooting van 1869 beliep tot omtrent 172 miljoen in uitgaven. De klerikale begrooting bereikte in 1878 het klein bagalelleke van bij de 266 miljoentjes in uitgaven. Hoe smaakt u die boterham ISieuws- bladje En er is nog meer. De klerikalen hebben schulden gemaakt Den 23 Februari 1871 voor bij de 78 miljoenen; Den 27 Juli 1871 voor bij de 51 miljoenen Den 29 April 1873 voor bij de 230 miljoenen; Den 27 Mei 1876 voor bij de 185 miljoenen. Dat is wel een totaal van schulden van bij de 544 miljoentjes, als 't u be lieft Zegge 544 MILJOENEN SCHUL DEN IN 5 JAAR TIJDS GEMAAKT Slik me die pil, heilig papierke Niet waar, Nieuwsbladje, uwe kop stukken zijn meestersin het schulden maken Ja,wij mogen het luide zeggen, en, 'tis het Nieuwsbladje niet dat de echtheid van die cijfers betwisten zal, de klerikalen hebben er altoos een handje van gehad om het land tot over het hoofd in zwarte schulden te steken en dan aan de liberalen de zorg over te laten dezelve te betalen. Daaruit blij kt dat het Nieuwsbladje eens te meer de averechtsche waar heid geschreven heeft, wanneer het zegde dat het de liberalen waren, die dat tekort gemaakt of veroorzaakt hadden. Liet is dus een nieuw bewijs dat de slechte trouw eene kristelijke deugd geworden is bij de heilige opstellers van dit bladje uit nummer 66 der Boterstraat. Zij kunnen niet anders dan liegen en bedriegen en dan ande ren voor lasteraars uitschelden. Wij laten hun dat monopool. Wel moge 't hun bekomen. delsreizigers in mirakelen en zij waren dik wijls in 't bezit van gedrukte getuigschriften van den aalmoezenier der St-Hubreclitskerk. Zij doorliepen de dorpen en verkochten er ringen, medaljen, pater-nosters, beeldekens en hoorntjes. Al deze voorwerpen te St-Hu- brecht gewijd, en met de overblijfselen van den heilige in aanraking gebracht, bevrijden tegen de beet van razende houden. Zij zijn nog in gebruik; maar men drijft er nog enkel handel in te St-Hubrecht alleen. Buiten die rondleurders ontmoette men soms nog, voor de fransche omwenteling, lieden, die zich afstammelingen van St-Hu- breckts geslacht noemden en die, zich den titel van Ridder van St-Hubrecht gevende, het ambacht deden van de lieden tegen de razernij te bevrijden of ze er van te genezen met ze aan het hoofd aan te raken. Om te eindigen willen wij nog eenige aan halingen doen nopens de gedragslijn door de kerk gevolgd tegenover de veelvuldige bijge- loovigheden, waaruit den eeredienst van St- Huorecht samengesteld is. Die eeredienst is, inderdaad, het voorwerp geweest van nog al hevige besprekingen tus- schen de godgeleerden. In de XVs eeuw aanziet Gerson als ijdele godsdienst de tallooze bijzonderetoepassin- gen die men te St-Hubrecht doet en die geen de minste reden van bestaan schijnen te hebben. In de XVIIC eeuw, is een heel verstandige fransche godgeleerde, de heer pastoor Thiers (gestorven in 1703) nog bepaalder; in zijn boek over de bijgeloovigheden, keurt hij de insnede en de bedevaart naar St-Hubrecht volstrekt af. Eenigen tijd vroeger had de Sorbonne, in eene raadpleging van 10 Juni EEN GEVAAR. Menigmaal reeds hebben wij de kleri kale bladen in 't algemeen en 't 'Nieuws bladje in 'l bijzonder hooren klagen dat de liberalen, wanneer zij 's lands bestuur in banden hebben, niels dan liberalen in de magistratuur benoemen. Als de klerikalen zoo luide klagen, mag men bijna altijd zeker zijn dat er re dens bestaan om die klachten legen hen te draaien. Zondag 1. hebben wij doen zien hoezeer zulks weeral waar was in de rechtbanken, vooral voor wat de twee Vlaanderen» betreft. Wij hebben klaar en duidelijk genoeg doen zien dat de tribu nalen overal, buiten hier te Ypèren, en soms bijna uitsluitend uit klerikalen be staan. Dal is eene schande en een gevaar. In de middeleeuwen hadden de geestelij ken tribunalen op eigene hand. Men weet wat er alsdan gebeurd is en wat de ge volgen er van waren. Hunne gruweldaden bleven verdoken en zij konden op hun ge mak aan hunne wraaklust en wreedaar digheid den vollen teugel laten. Zij moes ten zelf geen treffelijke menschen zijn, oh! verre van daar! om heer en meester te spelen. Dat zouden ze geerne, ja, heef geerne, met andere schoone middeleeuwsclie mis bruiken, weer willen in voege brengen, moeste men hen maar laten begaan. Nu, wie weet/t kan nog komen, als de kloos ters nog wat talrijker en machtiger wor den! Dan zou men van geene broêrkens zon de, noch erfenisrooverijen meer hooren spreken; en toch zou dat niet willen zeg gen dat zulks niet meer zou gebeuren, gansch integendeel! Maar in afwachtinge dat het zoo verre kome, gaan wij toch met rasse schreden naar den lijd dat iets al zoo ergs op ons land drukken zal, en, zoo de priesters nog niet door priesters geoordeeld worden, dat onze tribunalen uit rechters zullen be staan, die de nederige slaven der priesters zijn. Hel gerecht naoet het heiligste, het eer biedwaardigste zijn, wat in een land besta. [De rechters moeten boven alle verdenking staan, meer nog dan de vrouw van Cesar. Een land waar het gerecht geen vertrouwen meer inboezemt is een land, dat de omwenteling of den onder gang nabij is. Zoo zou de toestand in de Vlaamsche gewesten van Belgie worden, moeste de heer Lejeune nog langer voortgaan met in onze tribunalen enkel klerikalen te be noemen. Zal hij het durven? Wij weten het niet. Maar wal wij we ten dat is dat zulks een gevaar, eene schande, een ongeluk voor het land zijn zou, want eens de magistratuur gansch onderworpen aan de politieke geestelijk- 1671, de negen dagen aan de irigesnedenen opgelegd veroordeeld, ongetwijield onder den drang van een jansenistischen invloed, die haar de negen biechten en negen com muniën, gedurende negen opeenvolgende dagen, door de toemaalsche novene opge legd, als een misbruik deed aanzien. Het is waar dat de geestelijken van St-Hubrecht deze veroordeeling beantwoorden met zich brieven van rechtgeloovigheid door de god geleerden van Leuven en door den bisschop van Luik te doen afleveren. In die eeuw was er geen gebrek aan man nen, die den eeredienst van St-Hubrecht ver dedigden en ophemelden en hunne schriften ontwikkolen enkel bet in de kerk meest aan- genome goeddunken over al de bijgeloovig heden van dat slach. Eene welwillende toegevendheid is altijd hare gedragslijn tegenover die bijgeloovig heden geweest. Zij maakt er geen punt van het geloove van, maar zij keurt ze goed met ze te zui veren door een meeningsbestuur waaraan de menigte niets verstaat. De eeredienst der heiligen heeft, inderdaad, in de katholieke kerk altijd op een kwalijk verstaan berust. Voor den godgeleerde, het is God, die, ten einde den luister van zijne uitverkorenen te verhoogen, de verlangens verhoort en inwil ligt van hen, die ze aanroepen. Voor het volk, het is de heilige, die rechtstreeks han delt, gelijk de god van vroegere tijden. De priester zegt: Sanet te Dominus per merita Sancti Huberd, dat God u geneze door de verdiensten van den H. Hubrecht; maar het volk verstaat nog: Sanet te Sanc- tus Hubertus, dat de heilige Hubrecht u geneze. Naai' E. M. heiddan ware het gedaan met de justitie in Belgie. Doch, als aan de heer Lejeune den raad gegeven kan en moet worden een einde aan die verkrislelijking der tribu nalen te stellen, dan is het nog veel drin gender aan de liberalen, aan alle recht geaarde Belgen zelfs op het gevaar te wijzen, waar een klerikaal bestuur ons dagelijks meer meê bedreigt, on aan de heeren Brusselaars te viagen of zij hel weldra geraadzaam zullen vinden het heil van 'I land boven hunne persoonlijke twisten te stellen, die het liberalism ver- deelen en vruchteloos maken. Yperen, 19 November 1887. lTs»isis:»che SsSer. Morgen/Zondag, om 6 ure 's avonds, geeft onze moedige tooneelmaatschappijDe Vlaamsche Sterhare tweede vertooning van het begonnen seizoen. Die vertooning zal bestaan, buiten de lieve en-Schoone mu ziekstukken, uitgevoerd door de zoo talrijke als wel ingerichte en kundige muziekafdee- ling, onder het bestuur van den heer Bal- maekers, nit ADAM EN EVA, kluchtspel in een bedrijf; blijspel in een bedrijf, van onzen vriend K. H. Dequeker. Eene puike vertooning, zooals men ziet en die zal kunnen opwegen tegen de beste ver tooningen, die wij hier eens genoten hebben. Familjekaarten voor het gansche tooneel- jaar zijn te bekomen aan 25 en 10 franks; persoonlijke kaar-ten voor den zelfden duur aan 5 fr. en de buitenlieden en vreemdelin gen bekomen eene plaats aan 1 fr. Eene derde plaats aan 50 centiemen is open voor het publiek. In tijds dus naar de schouwburgzale, wil men een goede plaats hebben; want men zal daar morgen als haringen in eene ton geperst zitten. Wllleins-Coiids. Zondag, 27 November, muziekfeest ge volgd van eenen voordracht in het gewoon lokaal, Gouden Arend. De spreker is de heer Paul Fredericq, leeraar aan de Hoogeschool van Gent. Onderwerp der voordracht: het Libera lism en de Vlaamsche Beweging. Wij raden al onze lezers ten zeerste aan dat feest hij te wonen, waarvan het overbo dig ware het nut en het belang te doen uitschijnen. De bibliotheek onzer Willems-Fonds af- deeling is, in den Gouden Arendvoor iedereen toegankelijk eiken Zondag, van 111/2 ure tot middag, ingang langs het Gou den Vedelstraatje. Alwie begeert vlaamsche en vrijzinnige boeken te lezen, begeve er zich vrijelijk en onbevreesd naartoe. Hij kan er zich leerrijke, geestontwikkelende en ze- destrekkende boeken gratis aanschaffen. Dat men het voortzegge. Werkci'slicu». Op Zondag, 27 dezer, geeft de maatschap pij Werkerslier een luisterlijk muziek feest, gevolgd van eene danspartij, ter gele genheid der Ste-Ceciliafeesten. 's Anderdaags, herneming der feestelijk heden met gezamentlijk een vriendenavond- maal te nemen. Vermaakt u maar eens zooveel het uw hartje lust Gezondhcidstlieust der bHisdieren. Wij vernemen dat M. René Gryspeerdt, veearts, bestuurder van het slachthuis dezer stede, door den Gemeenteraad tot opziener is benoemd van de gezondheiaspolitie der huisdieren, gelijkvormiglijk de wet van 30 December 1882. lE GEDEELTELIJKE TENTOONSTELLING Gehouden door de maatschappij HOFBOUWKUNDE, TE YPEREN, ter herberg de Getemde Leeuwen, den 23 24 October 1887. De eerste gedeeltelijke tentoonstelling, waaraan uitsluitelijk de leden der Hofbouw- maatschappij van het arrondissement Yperen deelnamen, is,wij zeggen het met het meeste genoegen, boven alle verwachting en ten vollen gelukt. Eens te meer hebben wij kunnen bemerken dat, alhoewel de Hof- bouwmaatschappij nog maar onlangs tot stand gekomen is, zij met hare leden eene tentoonstelling heeft kunnen inrichten, die haar ten volle waardig is en die wedijveren mocht met deze van grootere en reeds lang bestaande maatschappijen. Het groot getal fruiten,waarmede de groote bovenzaal van 't lokaal letterlijk bekleed was, strekten de tentoonstellers ter eere. De vele verscheidenheden van peren, appelen, druiven, perziken, meloenen, enz. enz. sprei den er alle hunne aangename geuren uit, en toonden den liefhebber tevens de echte namen en de tijdstippen hunner rijpheid aan. In de benedenzaal was de tentoonstelling van groensels. Voor een buitengewonen dro gen zomer, zooals wij dit jaar gehad hebben, was het waarlijk verrassend zulke schoone groensels daar te ontmoeten. De Jury, bestaande uit: MM. VERHILLE, gewezen hoofdonderwij zer te Nieuwkerke; CARLIER, J.-B.. Plantingsbestuurder te Lomme bij Rijsel DEMALLIER, hovenier te Ilexn hij Roubaix, heeft ook met de meeste nauwkeurigheid zijne werkzaamheden vol bracht. Op algemeen verzoek waren de tentoon stellers in twee groepen verdeeld. 1° Groep: Hoveniers-Liefhebbers. 2° Groep: Boomkweekers en gestelde hove niers. De volgende welverdiende premiën werden door den Jury toegewezen 1° GROEP. Eenevergulde zilveren medalje aan den heer Nicolas VAN WINSEN, hovenier bij M.Breuvart, aan de Hutte, Ploegsteert, voor 60 perensoorten en 20 druivensoorten; Eene zilveren medalje met gelukwen- schingen aan den heer Mabtin APPELS, hovenier bij den heer Markgraaf Duparc te Vlamertinghe, voor 70 perensoorten; Eene zilveren medalje aan den heer Lodewijk DAENINCK, hovenier bij den heer Baron Surmont de Volsberghe te Voor- mezeele, voor 50 verscheidenheden van fruit- soorten: peren, appelen, druiven, meloenen, enz.; Eene bronzen medalje aan den heer Adolf DESMYTTERE, hovenier te Zonne- beke, voor 30 appelensoorten; Eene bronzen medalje aan den lieer G. DE VLIEGHER, hovenier te Voormezeele, voor 30 verschillende fruitsoorten; Eene bronzen medalje aan den heer Hri HEUGPIEBAERT, hovenier, Potyze,te Ype ren, voor verschillende fruitsoorten; Eene eervolle melding (buiten prij skamp), aan den heer Henri CRAM, hovenier bij den heer Burggraaf van Langemark; Eene zilveren medalje aan den heer Martin APPELS, voornoemd, voor eene buitengewone verscheidenheid van groensel Eene bronzen medalje aan den heer Lo dewijk DAENINCK,voornoemd, voor eene sclieone verscheidenheid van groensel; Eene bronzen medalje aan den heer Hri CRAM, voornoemd, voor eene schoone ver scheidenheid van groensel; Eene eervolle melding aan den heer Am- beoos DECAP, hovenier bij den heer Baron de Coninck, te Merckem, voor eene verschei denheidvan groensel. 2' GROEP. Eene zilveren medalje aan den heer Jules LEGEIN, boomkweeker te Becelaere, voor 72 beste perensoorten; Eene bronzen medalje aan den heer Ka bel GELEIN, bloem- en boomkweeker te Yperen, voor 32 appelensoorten; Eene bronzen medalje aan den heer Lo dewijk DEVOS, hovenier te Yperen, voor 30 perensoorten; Eene eervolle melding aan den hee- Theophiel HERREMAN, hovenier te Yper ren, voor eene verscheidenheid van fruit. Eene zilveren medalje aan denlPTHEO- phiel HERREMAN, voornoemd, voor een buitengewone verscheidenheid van groensel. Ook heeft de Jury eene zilveren medalje mei gelukioenschingen aan den heer Kabel GELEIN, voornoemd, toegekend voor een lief lot sieraadplanten en aan den heer Mab tin APPELS, eene eervolle melding voor een lot Reine-Margarieten en 4 sparre hoo rnen in kuipen, die zij van harte tot versie ring der tentoonstelling geschonken hadden- BURGERSTAND Geboorten: Mannelijk geslacht, 3; Vrouwelijk id. 8. Huwelijken: Moerman, Evaristus, langzager, "en Der- vaux, Louisa, zonder beroep. Talon, Au gustus, blikslager, en Rosseel,Felicia, zonder beroep. Vandendriessche, Julianus, schil der, en De Proost, Maria, dienstmeid. Vynck, Petrus, rondleurder, en YVindey, Maria, dagloonster. Sterfgevallen: Vasseur, Virginia, zonder beroep, 54 jaren, echtgenote van Karei Soetaert, Meenenstraat. Vanhove, Franciscus, zonder beroep, 85 jaren, echtgenoot van Maria Ligniel, Rijsel- straat. Vandevoorde, Karei, landbouwer, 5t> jaren, ongehuwd, Lange Thouroutstraat. Heuckelom, Clemencia, kantwerkster, 66 jaren, ongehuwd, Alf. Vandenpeereboom- plaats. Geinders, Petrus, kleêrmaker, 90 jaren, weduwaar van Victoria Ponckeau, Meenenstraat. Vanden wynckel, Alois, schoenmaker, 18 jaren, Meenenstraat. Elewaut, Jozef, meubelmaker, 65 jaren, onge huwd, Lange Thouroutstraat. Kinderen beneden de 7 jaren: Mannelijk geslacht, 1. Vrouwelijk id., 3. OGARITA, OF DE WILDE VKOUW, blijspel in een bedrijf, en IN DE VAL, («•-SttttJ S'ffBSSI! KW «iMJJKWSKIL») VAN DEN 11 TOT DEN 18 NOVEMBER 1887.

HISTORISCHE KRANTEN

De Toekomst (1862-1894) | 1887 | | pagina 2