Gazelle van 't arrondissement IJ peren. 1888. POLITIEKE BERICHTEN. Mr 105 Jaar. 'Ziondag In Januari 1888. Politiek. Stads-, Kunst- en Letternieuws. Verschillige Tijdingen, Markten, Bekendmakingen. BureelBiirandeitraat, 18. AANKONDIGINGEN 10 centiemen den regel. BKCLAMEM 95 ceatlenten dea regel. ®ri»T«n en pakken «loeten vrtohtYrij toegezonden worden. ABONNEMENT ft». 4-88 'i jaar* 8e etad; fr. 4-50 veer geheel Beigie, Buitenlandsche verzendingen, 't port daarboven. 10 eentlemen het aaommer. Men schrijft in op ai de postbureelen. Heden treden wij een nieuwjaar in en een gevoel van dankbaarheid noopt op dezen dag iedereen tot het vol brengen van een heiligen plicht Men stuurt zijne oprechtste heilwen- scben aan zijne oversten, meesters en weldoeners en aan zijnen even- mensch. gebruik willen ïjven. ïen onze lezers Aan dat loffelijk wij ook niet te kort b Wij ook, wij wensc en lezeressen veel geluk en heil, zoo wel op stoffelijk als op zedelijk en verstandelijk gebied. Dat zij dus wel slagen in al hunne ondernemingen! dat zij in voorspoed, welstand en weelde leven! Ziedaar voor wat het stoffelijke be treft. Wij wenschen hun, op zedelijk ge bied, een gestadige tevredenheid mochten zij onophoudelijk streven naar zelfvolmaking, naar eene on verdroten loutering van het zedelijk gevoel, dat hun die zelfvoldoening schenken moet, waarin het eenig geluk opgesloten licht. Op het verstandelijk gebied, wen schen wij dat zij allen zonder vaar of vrees mogen gaan putten aan de eenige bron van geestesvoedsel, de drukpers, die hun den rechten weg door het aardsche leven wijzen zal en die hun verstand met de noodige kennis verrijken moet en hen boven den ongelukkigen onwetende verhef fen. Dat zij er moed, volharding en hulp vinden om den strijd voor het leven met goeden uitslag vol te hou den. Aan de rijken, die in hunne prach tige woningen in rijkdom en over vloed leven, wenschen wij een ge voelig, medelijdend hart, opdat zij hunne arme, noodlijdende broeders fedurende het gure wintergetijde erdenken en ter hulp snellen zou den. Dat zij op eene milde wijze hun overtollige gebruiken om het bitter lijden van den arme te verzachten en te lenigen! Aan den armen werkman, die in deze slechte tijden zoo zeer geteisterd wordt en met al de zijnen zooveel te verduren heeft, wenschen wij werk, winstgevend werk in overvloed, dat hem in staat stellen moet zijn heel gezin behoorlijk te voeden te kleeden en te huisvesten zonder tot de open bare liefdadigheid te moeten zijnen toevlucht nemen. Aan de liberalen van alle tinten wenschen wij eindelijk eene volle dige en duurzame overeenkomst, op dat allen te zamen als een man mogen den strijd aanvangen tegen het zwarte monster, het klerikalism en het, binst het kiezingsjaar, dat wij ingetreden zijn, eens voor goed mogen der. kop verpletteren. Mochten al onze wenschen ver hoord worden! De Toekomst. De dagbladen houden zich nog altijd bezig met het geschil dat tusschen Rus land en Oostenrijk zou bestaan. Graaf von Kallay zou door het Oosten- rijksch gouvernement gelast zijn met eene diplomatieke zending te St-Petersburg. Men denkt dat die kwestie in verband staat met de kwestie van Bosnië en Her- zégovine. Er zou kwestie zijn van zich wederzijds eenige voordeelen toe te eigenen. Moge lijks zullen zij op die wijze wel overeen komen. Van eenen anderen kant meldt men uit St-Petersburg, dat de keizer aan M. de Laboulaye, gezant van Frankrijk, geheel zijne voldoening heeft uitgedrukt, over de goede betrekkingen die bestaan sinds een jaar, tusschen Frankrijk en Rusland. De heer de Laboulaye heeft den keizer de verzekering gegeven, dat het fransch gouvernement wel besloten is, niets te verwaarloozen, om die betrekkingen nog nauwer aan te knoopen indien het moge lijk is. De Journal des débals heeft gevraagd dat het fransch gouvernement het besluit van verbanning tegen den hertog van Aumale zou intrekken, die nooit, zegt het blad, zich in eene samenzweering tegen Republiek heeft gemengd, en die zulk schoon geschenk, het domein van Ghantilly, aan Frankrijk heeft gedaan. Men verzekert dat M. Carnot niet ge neigd schijnt aan die vraag to voldoen. Er wordt bitter geklaagd in Frankrijk over de zwakheid waarmede de republie- keinen de verkiezingen leiden voor den Senaat,uitgeschreven tegen den 5 Januari. Op 31 departementen hebben er nog slecht 9 hunne kandidaten gekozen en in som mige departementen zullen waarschijnlijk drie stemopnemingen noodig wezen. Uit Rome meldt men dat de stad over rompeld is door deputatiën, bedevaarders en eene menigte vreemdelingen. De aarts bisschoppen en kardinaals zijn verplicht in de hotels aan de tables d'hötes te eten. Men rekent dat er 40.000 vreemdelin gen zijn aangekomen sinds eenige dagen. De pastoors hebben bevel ontvangen olie en kaarsen uit te deelen aan de arme familliën voor de verlichting van 1 Ja nuari. Uit San-Remo meldt men dat doktor Mackenzie heden moet vertrekken, na eene raadpleging met al de geneesheeren die zich te San Remo bevinden, raadple ging waarin men de te volgen behande ling zal vaststellen. Men meldt dat doktor Mackenzie aan iemand zou gezegd hebben over de ge zondheid van den duitschen prins: Of schoon de kansen voor de aanstaande dagen voordeeliger zijn, is het alleen de tijd, die ons juist kan zeggen wat den aard der ziekte is. STRIJD TEGEN HET KLERIKALISM. Er is een punt, zegt men, waarop de liberale partij het geheel eens is: het is de strijd tegen het klerikalism. Er zijn dan, verzekert men, noch doc- trinairen, noch vooruitstrevers, maar nog enkel liberalen, vijanden van het klerika lism en bijgevolg van de katholieke kerk. Uit een pennetwïst tusschen de Réfor- me en den Précurseur, schijnt te blijken, dat dit feit zoo bepaald niet is als men het wel zou willen doen gelooven. De discussie, waarvan wij spreken, heeft tot uitgangspunt eene vraag tot sub sidie aan den gemeenteraad van Antwerpen gericht, ten vosrdeele van het bouwen eener kerk ia eene nieuwe wijk. De Ré forme had doen opmerken, hoe weinig logiek het zou wezen, liberalen het geld der belastingschuldigen! te zien gebruiken aan een gebouw, dal geheel ten dienste staat van de roomsche priesters. De Précurseur verhaastte zich de te genstrijdige thesis te verdedigen, door redeneeringen, waarvan eene der voor naamste verdient aangehaald te worden: De kerk oorzaak van het debat is niet bestemd om afgezonderd te blij- ven; zij wordt het middenpunt eener parochie, van eene wijk, waarvan de inwoners zoo vele belastingschuldigen zijn, die geld in de stadskas brengen. Het is onder dat opzicht dat men de kwestie onderzoekt. Wij kunnen de denkwijze van den Pré curseur niet deelen, omdat de openbare besturen ais eerste plicht hebben, de, overtuiging van degenen die hen hebben gekozen niet te kwetsen. Het is gekend dat het katholicism de hardnekkigen en onverzoenbaren vijand van de hedendaagsche Maatschappij is; geen enkel liberaal heeft het recht, onder welk voorwendsel het ook zij, belastingen te eiscben.die belastingschuldigen treffen, om tempels op te richten aan den eere- dienst en winsten ie bezorgen aan de ver- guizers onzer instellingen. Het anti-klerikaal princiep is een der reden van bestaan van het liberalism. Niemand denkt er aan dit te betwisten. Dit belet niet dat wij alle dagen, de kopstukken, welke wij gekozen hebben, om ons tet de zegepraal te leiden, zich zien buigen voor degenen die zij geroepen zijn te bestrijden. Wat er van zij, er is uit deze penne- tvvist tusschen de twee dagbladen eene nuttige les te trekken. Van den eenen kant, de gamatigden, welke weigeren elke kwestie, die niet geheel klerikaal is, te onderzoeken, onder voorwendsel, al hunne krachten te be sparen om tegen de papen te strijden, laten zich medeslepen tot hoffelijke poli tiek,welke onze schande en onze zwakheid uitmaakt. Van den anderen kant, degenen die men doet doorgaan als verblind door de vooruitstrevende politiek, zijn de eersten om te protesteeren tegen de zwakheid en gewetenstoegevingen op het anti-klerikaal terrein. Wie zijn nu de grootste tegenstrevers van klerikalism, of wel degenen die sterk tegen de prieters schreeuwen, hen even wel kerken bouwende, of degenen die, zonder de overige punten van hun pro gram te verwaarloozen, er zich op toeleg gen orn eiken oogenblik door het woord en de daad, de priesterheerschappij te bestrijden? KLERIKAAL GERECHT. De Etoile Beige brengt eene heel erge beschuldiging uit tegen minis ter Devolder. Zij zegt dat de Brabantsche besten dige deputatie aan den heer gouver neur bevolen had al de stukken, be trekhebben op het onderzoek over de kieskonkelarijen door de klerikalen te Forest gepleegd, naar den procu reur des konings te verzenden en dat dc boer Devolder aan don gouver neur eenen brief zou gezonden heb ben om dezen ambtenaar te bevelen die stukken nog niet in de handen van het gerecht over te leveren. "Waarom??? Toe, heer minister, gebied maar aan den gouverneur dat hij wachten moet tot dat er... prescriptie is. Dan zult gij eenige uwer vriendjes uit de klem geholpen hebben en de prestige van het menschelijk gerecht, die nu al reeds te veel afgenomen heeft, kan maar heel en gansch om zeepe gaan. Dat de Devolders en andere gewe- tenslooze klerikalen er dan alleen de verantwoordelijkheid van dragen! ROE DE BEWARENDE PARTIJ ALLES HELPT OM VERRE WERPEN Iedereen herinnert zich uog hoe dikwijls en hoe luide de klerikale partij zich voor de eenige partij van orde uitgaf en hoe hoog de klerikale dagbladen, onder andere het weerga loos iMieuicsbladje, met die snoeverij opliepen. Welnu, weet gij hoe zij medewer ken om alles om verre te werpen^ Onlangs hebben zij, door de wij zigingen aan de gemeentewet de so cialisten en anarchisten, die in de ge meenteraden weigeren den eed van getrouwheid aan den koning af te leggen, in staat gesteld schepenen en dienstdoende burgemeesters te wor den. Meer nog. Het is onloochenbaar dat er in zekere onzer nijverheids plaatsen van langs om meer van die mannen in de gemeenteraden binnen dringen zullen en dat het dus niet lang meer duren zal, vooraleer wij in die plaatsen het lokaal bestuur in handen zullen zien van de vijanden van het koningdom en dat dank aan de klerikale wet. i DE TOEKOMST, «U!B

HISTORISCHE KRANTEN

De Toekomst (1862-1894) | 1888 | | pagina 1