VERSCH1LL1G NIEUWS. PBTIFÏÏWT0 1IMo ra 1) rtilii r V V iuü jj Li hu rf verlaten. Niet meer wetende wat doen, kreeg hij het gedacht weg te vluchten. Zoo gedacht, zoo gedaan. Hij begaf zich bij eeneu officier der Rijschool, om te vragen als het niet noo- dig was dat zijn paard wat verluchtte. De officier liet hem het paard bestijgen en de man, meester van het paard geworden zijn de, nam de vlucht langs Komen, ondertus- schen was hij met nog andore onder-officie ren en hij kon zijn inzicht niet verbergen. De officier, eigenaar van het paard, kwam alles te weten en hij telegrafeerde onmiddel lijk naar Komen, en, op het oogenblik dat de vluchteling de frontieren wilde overtrek ken, wilde zijn peerd de Leiebrug niet over. Middelerwijl kwamen de gendarmen en de douaniers aangeloopen. Dit ziende, sprong de vluchteling van zijn paard, liep in de Leie, zwom over en vluchtte Frankrijk in. Coliicrt e« «le Pompiers In zitting van den Gemeente raad van ver leden Zaterdag interpelleerde ons kontro- leurken over de wegzending van eenige pom piers uit het korps der stad. 't Ventje had gaarne geweten waar de hond gebonden lag; ongelukkiglijk voor hem, antwoorde de keer Burgemeester hem: dat is in de tuchtregeling van het korps, die uitsluitelijk onder de be voegdheid valt van den heer Bevelhebber der pompiers en van den Schepenenraad. En daarmede was 't kontroleurken bekaf, en de klerikaalties, die expres gekomen wa ren om eene bombastige en ronkende rede voeringvan Mons Colaert te hooren, mochten al druipneuzen wegtrekken. Arme kontroleur Kanslooze kleri kaaltjes Brnnd. Dinsdag morgend, rond 7 ure, was de Dixmudestraat en de Houtmarkt in opschud ding gebracht door het verschijnen van een geweldigen rook. Iedereen meende dat het ievers bezig was met branden; men vernam allichte dat het de schouw was van M. den Notaris Vandermeersch; het was hetgrimsel dat vuur vatte door het aansteken van hout vuur. Spoedige hulp daagde op en in korten tijd was alle gevaar geweken. Een ouderling, E. D., bakkersgast bij den heer Vandecasteele onzer stad, heeft zich Donderdag morgend aan de barreelen van den Yzerenweg, bij de herberg De Ster, opgehangen; de oorzaak dezer wanhopige daad is niet gekend. Eesi geairtCMei». Gisteren morgend (Vrijdag), waren werk lieden bezig met zakken meel te lossen van een schip, in de Kaai, toen eensklaps een hunner, die op de plank stond tusschen schip en grond,'en op den schouder eenen zak had die viel, wilde hem grijpen, verloor het even wicht en viel mede in het water. Gelukkig- lijk zwom hij or uit en kwam er van af met een bad. Over eenige dagen is eene vrouw vau Langemarck bevallen van eenen drieling. Die vrouw was reeds moeder van vijftien kinderen. S3 c k w a a in b e i d s fc 3 c z e i* s Ecckï en oordeelt! De klerikalen zijn de ergste vijanden van de bekwaamheidskiezers, omdat deze, die lezen, zien en oordeelen, nog te zeer naar het vrijzinnig liberalism overhellen en eenen schrik hebben van het klerikale dwangjuk. Daarbij zij durven hunne omkoopers aan den schandpaal spijkeren en dat strekt nooit ter eere van de klerikale kiesdravers. iets, zeggen de klerikalen dat niet genoeg kan ge schandvlekt worden. En het is de Courrier de Bruxelles, die gelast is de bekwaam heidskiezers uit te schcdden Hij beoordeelt ze zeker naar eenige kwezelaars, die dage lijks in de kerk zien d it het al geld is dat de klokke slaat en dio dan ook hunne ziel en nog eerder hunne stem voor een vijffrankstuk zouden verkoopen; doch hij vergeet te zeggen welke groote rol de maaltijden en het geld spelen in elke kiezing, waar het er op aan komt de pastoorskiezers hunnen plicht te doen volbrengen voor God en de heillige kerk. Ziet hier bekwaamheidskiezers van beide gezindheden wat al hatelijkheden het zeer kristelijk blad tegen u uitbraakt. Wij onder werpen er eenige aan het openbaar mis prijzen: Voor den bokwaamheidskiezer, schrijft de Courrier, i3 eene stem eene koopwaar, die soms zeer duur verkocht wordt; eene stem, dat is een verzekerd recht op de lief- kozingen, op de kuiperijen, op de gunsten van de kandidaten en van hunne vrienden, i) Eene stem, 't is het recht om van de geko- zenen te.eischon, dat zij tusschen komen tot het verkrijgen van genade, als men eene veroordeeling voor dronkenschap, voor smokkelhandel, voor wildstroperij, voor het nemen van goed van een ander ondergaan heeft. Eene stem, dat is het recht om den dag der kiezingen kosteloos een goeden maaltijd te doen, om zich ten koste der gekozenen zat te drinken, om ongestraft de ruiten en zelfs de beenen zijner tegenstrevers te mogen breken; in een woord eene stem, dat is het recht de heerschzuchtigen te exploiteeren en God weet hoe talrijk zij vertegenwoordigd zijn.» Wat al lieve komplimenteu, niet waar? Welnu, als Colaert dat alles heeft moeten passeeren, om op ons stadhuis te zeteleu, dan wenschen wij hem proficiat! 't is proper. Maar heeft men wel ooit de klerikale partij schooner afgeschetst gezien? 't Is zij, inderdaad die bij elke kiezing het schanda ligste misbruik pleegt met stemmen om te koopen en die de vijffrankstukken en de beloften de grootste rol op de gewetens doet spelen, niet waar Henritjel De bisschoppe lijke kassen weten er bij elke kiezing van te spreken; en de voor het geloof afgeschooide spaaroordjes der suffende dibben niet zeker? BURGERSTAND Geboorten: Mannelijk geslacht, 3; Vrouwelijk id. 5. Huwelijken: Ballois, Karei, daglooner, en Margodt, Elisabeth, kantwerkster. Malcors, Fercli- nandus, bediende van het bureel van politie, en Geldhof, Maria, zonder beroep. Sterfgevallen Angillis, Ludovicus, apotheker, 70 jaren, weduwaar van Amelia Mortier, Dixmude straat.Wannein, Maria, zonder beroep, 70 jaren, weduwe van Franciscus Ver Eist, Boterstraat. Roose, Elisa, schoolkind, 7 jaren, Lange Thouroutstraat. Pérard, Barbara, zonder beroep, 82 jaren, weduwe van Hendrik Decaestrecker, Rijselstraat. Bagin, Joannes-Petrus, herbergier, 79 jaren, echtgenoot van Rosalia Tybergkein, Thou routstraat. Beauraind, Anselmus, onder luitenant bij de artillerie, 29 jaren, onge huwd, Vleesckhouwerstraat. Verkille, Edmond, bakkersgast, G2 jaren, echtgenoot van Catharina Muylle, St-Nikolaas-buiten. Pop ERin g ii ss. De briefwisseling van Poperinghe is ons te laat toegezonden geweest om heden in ons blad te kunnen overgenomen worden. llENÏiSGHELST, den 19 April 1888. Het was Vrijdag. 17 Februari 1888 gedu rige aanbidding. Baas en Haring van Renin- ghelst gingen te dier gelegenheid naar Locre. Jan, die ook zeer godsdienstig is, vergezelde hen, maar natuurlijk ongezien. 't Is jammer, zegt Baas, dat het juist Vrij dag is, het eten zal zelcer niet lekker zijn. Haring. - Stel u Baas, Baas plakvoet zal alles wel doen; men kan den Vrijdag even goed smullen als andere dagen en den kelder is goed voorzien, dat beloof ik u. Baas. Nu als het zoo is dan zal ik mijne reis niet berouwen. Onze kennissen kwamen te Locre, en gin gen naar de kerk, waar zij in groote god vrucht het Heilig Sakrameut aanbaden. Jan, die dicht bij Haring zat, hoorde hem preve len: Heilige Maria, verlicht mijnen geest om dat ik de katoentjes op den rechten weg des hemels moge leiden; Heilige Geest, daal over mij neder, omdat mijn verstand vruchten drage; Heiligen Blazius, sta mij bij in mijne moeilijke oogenblikken, en den Heiligen Blazius aanhoorde hem aanstonds, want Jan moet vluchten, daar het te veel aan muscus rook en kan die geur niet verdragen. (Zou Haring dat soms geweten hebben.) Daarmede kan ik u de andere heiligen niet opnoemen die hij aanriep. In alle geval weet gij dat Blazius niet doof is. Ik slenterde nog wat rond en vertrok,want ik zag mijne gebeurs niet meer. Toen ik bui ten kwam zag ik ze juist het achterpoortje van Baas plakvoet binnen trekken, rap was ik over den muur, want gij moet weten, geëerde lezers, dat ik een weinig aan de geesten gelijk ik kan bijna overal binnen. In den hof kwam ik de meid tegen, zij vroeg mij wat ik daar deed, wel ik volg mijnen meester. Ah, gij zijt misschien de schouwvager, dienaar van Reninghelst. Ja, zeker, maar gij moet hem niet zeg gen dat ik hier ben, het is een werk van bermhartigheid dat ik doe. Ja, hoe zoo Luister. Onze bazen hebben droge le vers en moeten natuurlijk veel drinken. Ge lijk ik weet dat uw meester's kelder goed voorzien is, vrees ik dat zij met scheeve bee nen zouden naar huis gaan. Gij weet met de wet op den dronkenschap, dat men niet meer mag scheef loopen of den bak in. (Weenend.) Oh die geuzen, dio libera len, waarom moeten zij zoo wetten maken. Maar gij bedriegt u, het zijn do katho lieken die ze gemaakt hebben. Ah, dan is 't zeker goed, dan zullen de geuzen niet meer dronken loopen. Maar hoe zal dat gaan om gij hier te blijven? Wacht.... mijnen kozijn moest helpen den. tafel dienen hij kan niet komen maai' steekt u in zijne kleederen en niemand zal iets weten. En paf daar was Jan in een anders vel. Zie, 't is toch goed, vriend te maken met die duivelsche meiden, zij weten raad voor alles. Met de witte serviet op den arm en eene kom lekkere bouillon, niet tegenstaande den Vrijdag, trok Sissen naar d'eetplaats. Baas Plakvoet.Maar Sissen, mij dunkt dat gij groot geworden zijt. Sissen. Dat is wel mogelijk, want ik heb van den nacht de wik gehad 't zal dat zijn. En Jan trok van d'eetzaal naar den keuken met alle soorten van plaas, die hij nog nooit hoort of gezien had. Do maaltijd was afgeloopen en onder het rooken van een lekker cigaar praatte men wat. Baas Plakvoet. Maar, Haring, weet gij wel, dat gij uwen naam niet meer ver diend. Gij wordt dik en vet dat het een ple zier is om zien. 't Is de goê streek langs hier, hé. Haring. Ja, Plakvoet, ik ben gezond en wel te pas, maar ik hen te vreden met mijnen naam, hij is wat bespottelijk maar ik verdraag alles ter eere van den heiligen Laber. Baas. God, mijnen Zoon, als gij zoo voort gaat zal Renmghelst eenen perel te meer aan hare kroon hebben. Maar wij moe ten nu voort. Nu Baas Plakvoet, bedankingen voor uw goed onthaal en reken op zooveel weder, tot ziens. Baas en Haring trokken voort en Jan stil letjes achter. Baas ging nog rechte, maar toen zij half weg waren, ging het slechter. Niettegen staande dat Haring hem den arm nam wag gelde hij als eene zwaan. Zijne beenen bogen en zijne tong draaide rond zijnen mond. Achter de scheur van Pieter Bwilde hij altijd den weg meten. Haring trok hem en zegde dat hij gauw moest gaan zoo hij geene ongemakkelijkheden wil hebben. Al sukkelen geraken zij tot aan den hoek van Sissen's schuur. Daar begon Baas weer den weg te meten. Haring, zegt Baas, den hoek van Sissen Mandeschuur moet weg, anders kan men de nieuwe kalseide niet leggen. Haring. Ik heb nog nooit van mijn leven zoo'n armen praat gehoord; er is hier geen plaats om de nieuwe route te leggen. Baas. Nu wij zullen 't maar zoo laten. Wederom sukkelen zij tot hij den molen. Daar staan zij om een gebed te doen, want 't is vasten en geene kapelletjes mogen voor hij gegaan zijn. Zij storten een vurig gebed om zonder ongelukken 't huis te geraken. Toen zij in het hoog wegeltje komen, vliegt Baas hoedje af en 't rolt in den slijk.Wel,wel, zegt Baas, ons gebed is niet aanhoord ge weest. Op eens hooren zij eene stem achter hun die roept! Wie zou het gebed van dronk aards aanhooren! Baas en Haring waren zoo verschrikt dat zij begonnen loopen tot op de Zevekote. Daar gingen zij stil en zedig (arm en arm) want zij waren bevreesd van in de Toekomst geplakt te worden en ook baas was nuchter geworden. Verschieten is niet altijd slecht. Jan Stkaal. Men schrijft uit Temsche: In den nacht van 10 tot 1! April zijn drie kerels met zwartgemaakt aangezicht, ingebroken bij Jan De Jonghe, schoenmaker en barbier die met zijne zuster woont. Deze, binst den nacht gerucht hoorende, stond op. Doch hetzelfde oogenblik werd zij door eenen der schelmen vastgegrepen. Deze bedekte haar het hoofd met de beddelakens en zegde haar te zullen dooden indien zij zich verroerde. In tusschentijd doorzochten de twee anderen de kassen en scbui»en, stolen het geld, uurwerken, zilverwerk, enz. en trokken er vervolgens van door, de arme vrouw meer dood dan levend achterlatende. Donderdag nacht hebben onbekende dieven op drie plaatsen gestolen te Dastel- bergen. Bij den onderwijzer en den vleeschhouwer De Moor hebben zij het waschgoed meegeno men. Bij den hovenier hebben zij al de pareien uit den hof meegenomen. Bloedsgebrek. In min dan veertien dagen volkomens genezing »an hoofdpijn, ver lies van eetlust, bleeke kleur, moeilijke of ver- achterde staat, enz. bij armbloedige jonge meisjes, door Likeur Juniauxapotheker te Wasmes. Dit likeur is samengesteld uit vijf bloemen. Daar is geene scheikundige stof aan wezig. Er zijn eene menigte valsche vijffrank stukken in omloop te Brugge, met de beelte nis van Victor-Emmanuel en het jaartal 1872. Deze stukken welk bijzonder goed nage maakt zijn, bestaan uit eene mengeling van lood en zink. Schrikkelijk drama.—Dubbele moord, door eane vrouw gepleegd. Een ijselijk drama ik Zaterdag morgend te Ste Katrien- Lombeek gepleegd: Zekere Elisabeth Meyts, oud 40 jaren, die vroeger nog opgesloten was in het zinneloosgesticht van Cortenburg, waaruit zij verleden jaar ontsnapt was, heef» in den nacht van Vrijdag tot Zaterdag haren man Jozef Coppens en haren löjarigen zoon Pieter vermoord. De ongelukkige vrouw heeft beiden bij middel van een scheers den halsader afge sneden en ze daarna met eene bijl afgemaakt. De vrouw was Vrijdag bij haren schoon broeder gegaan om haren anderen zoon, Jan, die daar woont, naar huis te halen, maar de knaap heeft geweigerd zijne moeder te vol gen en is aldus aan eene wreede dood ont snapt. De lij ken werden ontdekt door een gebuur, die zich verwonderde geen gerucht in huis. te hooren en gaande zien, de schrikkelijke misdaad vaststelde. De ongelukkige vrouw, door godsdienst waanzin aangedaan, had met krijt eenige onsamenhangende woorden op de tafel ge schreven, waaruit men kon opmaken dat zij de misdaad gepleegd had om de erfenis van hare broeders te bezitten. Na lang zoeken vond men het lijk der vrouw in den sieenput. Het parket van Brussel is ter plaats ge weest. Wij bevelen de Pastillen Wmlttiery omdat het waarlijk een wondermiddel is tot genezing van vallingen, hoest, zware ver koudheid, keelpijn. Een ongeluk, dat do ergste gevolgen kon hebben, ware het een half uur later gebeurd, heeft Zondag iu den Albambra, te Brussel, plaats gehad. De groote lichtkroon, wegende 1800 kilo», is te 7 1/4 ure losgeraakt en naar beneden gevallen. Gelukkigiijk was nog niemand in de zaal, daar de poorten maar te 7 1/2 ure geopend werden. De vertooning heeft dan geen plaats kun nen hebben. Drie dagen geleden werden de meube len en de kunstvoorwerpen verkocht van het kasteel, vroeger bewoond door graaf de Pel- iin, nabij Seneffe. Tusschen die voorwerpen bevonden zich 3 paneelen, geschilderd door M. Slingeneyer, afgevaardigde van Brussel. Die paneelen hadden dertig duizend frank gekost In de openbare verkooping hebben zij eenen kooper gevonden voor vijf honderd frank De beste producten worden 't meest nagemaakt, maar de verstandige heden ver kiezen altijd het Vleeschsap Cibits, waar van de lange bijval de goede hoedanigheid waarborgt. Engelsche Bieren. Huis Alfred Delay. Zie ann. Betooging Vande Velde. Dezer da gen kregen wij een schets te zien van hot ont werp voor een Memorial op te richten in liet park der citadel, ter nagedachtenis dei- beide gebroeders luitenant Joseph en kapi tein Lieven Vande Velde, overleden in den Congo. Dit kunstgewrocht, het werk van den knappen kunstschilder Armand Hems,ver- beeldt een Afrikaansche grafstede, gevormd van ruwe rotsblokken, op meer of min kun stige wijze op elkander gestapeld. Tusschen die steenen worden allerlei voorwerpen van het zwarte werelddeel aangebracht. Op een dier granietstukken bevinden zich de uameu der moedige navorschers en daarboven bei der beeltenis in halfverheven beeldwerk. Op den top van dien steenklomp zit de ge nius van het Vrijgemaakte Afrika met de Marimba, een Gongolaansch speeltuig in de hand, den lof zingende der vrijheid, en van hen die zich edelmoedig daarvoor hebben opgeofferd. Het geheel is indrukwekkend en eenvou dig tevens eene waardige verheerlijking van het, grootsche beschavingswerk en eene wel verdiende hulde voor de heldhaftige man nen, die er deel hebben aan genomen. Men schrijft uit Antwerpen: Een knaapje van 3 1/2 jaar, Ed.-Jos. Cuy- kens genaamd, wonende Maasstraat, Dad At At ©pgeBiiiiigcei. Striding. VAN DEN 13 TOT DEN 20 APRIL 1888. Kinderen beneden de 7 j uvn: Mannelijk geslacht, 1. Vrouwelijk id., 3,

HISTORISCHE KRANTEN

De Toekomst (1862-1894) | 1888 | | pagina 2