BRIEFWISSELINGEN. VERSCHILL1G NIEUWS. Daarbij ziet men lieden in die processiën geene oprechte godvruchtigheid meer.Schijn heiligen en zakkenvullers bemerkt men er nog en niets anders.Huichelarij en baatzucht beheerschen nu al wat godsdienst is of er eenigszins mede in betrekking staat. En de heilige Medardus, die nog een kris- tene van den ouden eed is, kan onmogelijk voor dergelijke komedie nog zijne beste zon uithangen. Hij meent dat hij niet beter doen kan dan die godsdienstig-politieke maska- raden en paljassen eens eene ferme be sproeiing te geven om hun komedievuur wat uit te blusschen. Weinig vermaak en ook weinig volk. Op de markt is er bitter weinig te zien en dat trekt niemand aan. Barakken van bedied zijn er niet en de kramen en winkels ver minderen van jaar tot jaar. In plaats van twee rijen is er nog slechts ééne; 't is een teeken des tijds! Men ziet daar menige kramenier om de liefde Gods spreken om iets te kunnen ver- koopen. Doch te vergeefs. De wandelaars gaan meest allen immer hunne stappen voort en denken op geen koopen. De draaimolens alleen schijnen goede za ken te doen, daar de ouders geen ander ver maak vinden voor hunne kinderen; de wafel huizen ook hebben nog al nering, iedereen is immers liefhebber van het mondje. Waar zegsters-en portretkotjes, trappelwagencirk, dierengaarde, schoone juffers, enz., enz., dat alles heeft geen trek en doet slechte za ken en is der moeite niet weerd dat men zich derangeere. Nu, wij moeten ons getroosten met hetgene wij hebben. Aan verbetering valt er niet veel te hopen. De tijden verslechten van dag tot dag. De krameniers vreezen allen voor een tekort, want, zeggen zij, wat moeten wij doen? er is geen verkoop. De werklieden hebben geen geld om van te leven, de burgers moeten sparen en de rijken schitteren door hunne afwezigheid! De concerten door ons uitmuntend^ goed pompiersmuziek (volgens de wezentlijke ken ners) en zeer slecht pompiersmuziek (volgens de blauwe kousen) trekken wel talrijke ker misgasten aan; maar dat is enkel voor één uur. En wat ge daar hoort, zegt een artiest der blauwe kousen: 't muziek der pompiers van Yperen of dit van Zoetenaeje, 't is al eender. Waren het nog de blauwe kousen, voegt hij er bij, het beste muziek van gansch Be!- gie, tot de Koning toe zou zich derangeeren en naar Yperen komen, om een concert bij te wonen. 't Ware andere peper Enfin, tot daar 's Zondag3 namiddags was er opstijging van eenen luchtbal, maar uit oorzaak van 't slecht weder, werd die vermakelijkheid tot 's anderdaags verschoven. Zondag nochtans was er nog al veel volk te been, niettegenstaande er van tijd tot tijd stortvlagen overkwamen. 's Maandags, om 10 ure voormiddag, had de prijsdeeling aan de leerlingen van ons stadskollegie op de Hallezaal plaats. Alhoewel die plechtigheid weinig aantrek kelijkheid aanbiedt, was de groote zaal vol ouder3, bloedverwanten en vrienden der leerlingen. Talrijk waren de overheden en andere aan zienlijken die de prijsdeeling voorzaten en zoo eenon blijk gaven van hunne gehechtheid aan het wereldlijk onderwijs, dat nu door onze meesters zoo zeer benadeeligd wordt. De gebruikelijke redevoering werd nog maals in het fransch uitgesproken. Menig schoon boek werd er aan de lau reaten geschonken, terwijl daverend hand geklap uit de menigte opsteeg en het muziek onzer pompiers eiken overwinnaar op een lief airke onthaalde. Onze beste gelukwenschen aan die moedi ge en ijvervolle studenten en aan hunne leeraren 's Maandags heeft het muziek der pom piers het zeer lastig gehad: ln spelen in bo vengenoemde prijsdeeling 2" 's middags concert op de markt; 3" om 4 ure concert bij den luchtbal; 4U 's avonds concert op do markt. Ah! Wat is dat, zegt de 40° pistonspeler der blauwers, ik zou een geheelen dag spe len, en nog niet moê zijn. Enfin, men weet het, 't zijn moedige man nen; Poperinghe, die maar twee uren ver is, heeft hen toch niet gezien, en waarom niet 'tWas nochtans voor den klerikalen baron Ruzette Waren ze misschien beschaamd voor hun eigen zeiven Aangaande den luchtbal zeggen wij dat de heer Glorieux veel geluk gehad heeft in het opvaren en binst de toeren op het trape zium; wie zou het wagen om hem na te volgen Hij is om 5 1/2 ure opgestegen, en rond 6 ure was hij in het veld gevallen tusschen Meenen en Halluin; de heer Glorieux en zijn luchtreisgezel zijn teruggekeerd met den laatsten trein. De volksspelen die moesten plaats hebben op de Veemarkt den Maandag namiddag, zijn verschoven tot morgen, Zondag. Dinsdag, 's middags, idem concert op de markt. 's Namiddags, kostelooze vertooning door de dramatische maatschappij de Vlaamsche Ster. Een aangenaam tijdverdrijf voor de lieden die geen tijd of geld hebben om binst de wintervertooningen de Sterrelingen te gaan bewonderen. Of men daar gelachen heeft hoeft niet ge zegd te worden. De Ster is wel degelijk on betaalbaar. Gedurende denzelfden namiddag, prijs- kaarting in de Boomgaardstraat, vele kam pers en vele twistzoekers ook. In een woord vele moeite om den stok recht te houden. Men moet bekennen dat Medartje veel medelijden heeft gehad met de werkende klas, want verleden Woensdag was het zoo heet dat de blaviwers wenschten in eene pro cessie te mogen spelen. De zon straalde straf op het Zaalhof, waar de prijskampen plaats hadden in 't seultje- steken voor mannevolk en eitjeslaan voor vrouwvolk. Veel volk en ook veel plezier was er daar. Donderdag had de prijsdeeling voor de leerlingen der akademie van Schoone kunsten en der Beroepschool plaats op de gewone zaal der Halle. En alzoo is onze kermisweek als een rook voorbij. Wat nu gezegd van onze Pompiers 't Waren altijd de blauwers die 't zeiden, (ongetwijfeld uit jaloezie) of wel zij die deel maken van 't achterregiment der komieke wacht. Wij, van onzen kant, moeten geen lof meer zeggen over ons stadsmuziek; reeds lang ge noot en verdiende het den grootsten bijval en de gelukwensching van alle kenners. En dat zegt genoeg, meer dan genoeg. Wij ook, wij sturen nogmaals onze beste gelukwenschen aan den moedigen en iever- vollen muziekmeester, M. J. Wittebroodt, die nooit niets verwaarloosd heeft en altijd op de bres stond om zijn muziek de beste faam te doen behouden. Gelijk waar zij zich begeven, in den vreemde als in ons land, be komen zij altijd de grootste eer. Daaruit blijkt genoeg dat het de kwaadsprekerij van eenen blauwe kous niet is die hunne faam verminderen kan. Het is en blijft een der beste muziekmaatschappijen van ons land tot spijt van wie 't benijdt. Wij hebben ook een blikje in het muzeum geworpen. Het is niet denkelijk welk schoon en kg- rieus muzeum wij nu bezitten. Bij den ingartg staat er eene tilburij waarmede Napoleon I, zijnen doortocht in onze stad deed, het is een versierde chees die rust op riemen en springveren, groote wielen en dikke bran- kaarts, zeer kurieus om zien. Wij bewonde ren, naar bovengaande, het portret, geschil derd door M. Delbeke, van M. Alphonse Vandenpeereboom, natuurlijke grootte. Hij was een man die Yperen, zijne geboortestad, liefhad. Getuigen hiervan de vele merkwaar dige en kostbare oudheden, door hem aan het muzeum ten geschenke gegeven. Wij vinden er, onder ander, al de eere- teekens die hij bekomen heeft gedurende zijn verdienstvollen en uitmuntenden levensloop. En nog vele andere voorwerpen te lang om te melden. Ons muzeum is heden te klein om al de voorwarpen te bevatten die er dienen in te prijken. Men spreekt van hem te vergrooten. Ons dunkens ware het een goed gedacht het vleeschhuis bij het muzeum in te lijven. Men make het vleeschhuis dan in de over dekte markt, oostkant, waar tegenwoordig de groote botermarkt is, met deze laatste wat op te schuiven; want de plaats voor de beenhouwers moet niet groot zijn, daar er niet te veel zijn. Daar zullen zij hun vleesch ook ten profijtelijkste mogelijk kunnen te koop bieden. Het vleeschhuis zou langs den kant der Boomgaardstraat, van vensters behoeven voorzien te zijn, om meer licht te geven. Alzoo zou alles bijeen zijn en dat ware hèt beste en het gemakkelijkste, dunkt ons. Wij hebben morgen nog: concert 's mid dags op de markt door ons uitgelezene mu ziek der pompiers; prijskamp in 't schieten met den handboog aan de Pers, (Yperen- Hoekjej; prijskamp in het bolspel, in de 3 Leliënprijskamp in 't lijnvisschen, op de Kaai, en om 9 ure 's avonds groot vuurwerk. BURGERSTAND YAN DEN 3 TOT DEN 10 OOGST 1888. Geboorten: Mannelijk geslacht, 6; Vrouwelijk id. 2. Huwelijken: Duprez, Gustavus, dienstknecht, en De- zitter, Julia, kantwerkster. Deckmyn, Gustavus, daglooner, en Mesure, Louisa, kantwerkster. Mesure, Arthur, steenkap per, en Coutelie, Sylvia, kantwerkster. Dehollander, Leopoldus, dekker, en Laforce, Sidonia, kantwerkster. Lacanie, Leopol dus, daglooner, enVerniest, Pharailda, kant werkster. Verniest, Karolus, langzanger, en Ramskindt, Mariakantwerkster. Coflyn, Arthur, daglooner, en Deweerdt, Maria, kantwerkster. Tancré, Henricus, schoonmaker, en Roosebeke, Zénobie, dag loonster. Vercamer, Josephus, smid, en Louf, Maria, kantwerkster.— Pareyn,Emiel, schoenmaker, en Angillis, Silvia, naaister. Sterfgevallen: Deconinck, Philippus, 68 jaren, zonder beroep, weduwaar van Sophia Casier, Mee- nenpoort. Verslyppe, Juhenna, 46 jaren, kantwerkster, weduwe van Karolus D'Ooghe, Beurzestraat. Cherf, Henricus, 26 jaren, daglooner, echtgenoot van Emielia Lutun, Meenenstraat. Matthieu, Virginia, 65 ja ren, kantwerkster, weduwe van Petrus Le- feb»re, Rijselstraat. Gout-é, Franciscus, 70 jaren, daglooner, echtgenoot van Rosalia Calmeyn, Kaaistraat. Dely, Seraphina, 63 jaren, barreelwachtster, weduwe van Felix Berghman, St-Pieters-buiten.Hacke, Amelia, 67 jaren, kantwerkster, weduwe van Constantinus Noliet, St-Nikolaus-buiten. Vandermeersch, Coleta, 76 jaren, zonder beroep, weduwe van Franciscus Duprez, Rijselstraat. Mylle, Pharailda, 35 jaren, dienstknecht, ongehuwd, Meenenstraat. Kinderen beneden de 7 jaren: Mannelijk geslacht, 2. Vrouwelijk id., 2. POPERINGHE. Felix gevoelde sedert eenigen tijd dat hij den zwaren last van het Voorzitterschap van het muziek van den k. k. met alleen meer dragen kan. Van zijnen kant, de goede en slimme Elias, sedert de benoeming zijns broeders als luitenant (de pompiers wilden hem niet als kapitein) sliep maar meer met eene oog. Ten einde een ongeluk te vermijden die men aan de kwaadwilligheid had kunnen toeschrijven, heeft sire van Framboisie, na den H. Geest en zijnen biechtvader geraad pleegd te hebben, het besluit genomen ;voor zijnen oudsten broeder, die nog maar adju dant was, den graad van onder-luitenant af te vragen. De Raad nam met geestdrift den voorstel aan; nogtans om de nieuwe gekozene zijne minderheid te doen gevoelen, was het hem stiptelijk verboden in uniform te komen met eenen hausse-col aan. Ziedaar hoe het muziek van den k. k. een grademan te meer telt, alleenlijk is het maar nen officier om te lachen. Wat duivel mag er vorengevallen zijn in een huis dat in een der meest geruste kwar tieren gelegen is en wiens eigenaar rol godsvrucht steekt? Wij kennen het fijne niet der oorzaak van het groot geruebt dat deze geruste gebuun9 in rep en roer heeft gesteld, maar, te oor- deeien naar de ongewone houding van «en der bedienden van dit christelijk huis, die al ki jjschen de straat op liep, op het oogenblik dat wij aldaar voorbij trokken, denken wii dat heigeen van binnen gebeurde nogal moest gepeperd zijn Men zou geheel geern weten wat er te Po peringhe op hel stadhuis is geschied na het banket en de achterblijvende persoonaadjen willen kennen die er zoo een helsch leven hebben gemaakt dat er eenen hoop volk voor den balkon heeft blijven staan. Wij hebben booren zeggen dat het geruebt voortkwam van eenen twist die ontstaan heeft tusschen twee leden van den k. k waarvan er een eene ofliciëele plaats bekleed" Wij weten niet of er een tweegevecht uit dezen weinig vriendelijken e» slechtluiden- den twist is voortgesproten...? Men vraagt hoe de heilige man zich noemt die, na geheel den achtermiddag champagne gefluit te hebben, den katholieken kring is binnengetrokken, den punt van zijnen hoed in de lucht al schreeuwende.- vult maar al de choppen en... en avant deux! Schoone belooning voor dengene die ons zal inlichtingen geven. De feesten, zoo ongelukkig, werden inge richt door schepene Felix, die alles naar zijne goesting heeft gedaan zonder den raad van de leden der commissie te vragen, gaan schrikkelijk veel geld aan de eontribuabelen kosten; en wij vragen wat de stad er mede zal gewonnen hebben. M. Vanden Berghe, een allerbeste katho liek, heeft, ter uitzondering van al de andere wijnmarchands, de levering gehad van den wijn die op het banket is gedronken geweest. Den dezen heeft reden om kontent te zijn. De grrrroote inrichter na het maken van dezen gelukkige, heeft rust genomen, en, in plaats van door alle middels de vreemdelin gen in stad te houden,heeft alles in het werk gesteld om ze zoo gauw mogelijk kwijt te spelen. Onder de grootste dommigheden teag men het inrichten der speciale treinen stellen. De speciale trein van 's morgens, ia plaats van rechtstreeks en ten gemakkelijkste de hoog© ambtenaar die onze stad kwam bezoe ken, naar Poperinghe te brengen, doet M. Ruzeite een omweg Yan omtrent 50 kilome ters maken om de muziek-societeiten en de pompiers die deel aan het feest nemen mede te brengen. 's Avonds was het nog veel erger. In plaats van alles te doen wat mogelijk was om M. de Gouverneur te houden tot na het vuurwerk, dat ter zijner eer werd afgelaten heeft M. Felix bij de Maatschappij van West- Vlaanderen aangedrongen ten einde voor 8 1/2 ure den trein te hebben die M. Ruzette en het muziek van Roeselaere moest weg voeren. En om weerdiglijk alles te bekronen, hij vraagt voor 9 en een kwaart een tweede bij zondere trein om het vertrek te vergemak kelijken van hei volk dat langs de ijzeren- baan van Kortrijk naar Poperinghe was aan gekomen. —Een welgekleed jongeling kwam Woens dag bij een hoedenmaker der Arenbergstraat te Brussel en vroeg om eenen schoonen wa terdichten frak te koopen. Hij zegde dat hij Julius Vedrine was, zoon van den generaal, wonende Chaletstraat. Toen hij overeengekomen was over den prijs, nam hij den frak op zijnen arm en zegde dat men de rekening zou 't huis zen den. Wanneer men echter bij den generaal kwam, wist deze niets van de zaak en men had weldra de overtuiging dat de frakken- liefhebber een behendige bedrieger was. Het signalement van den kerel is aan de policie opgegeven. Alvleezige LevertraanM. L..., te M... De Levertraan is het beste genees middel voor verkoudheden, ontsteking der longpijpen en tering, zij wijzigt het bloed en geaardheid bij zwakke of lympathieke per sonen op eene voordeelige manier, maar zoo zij walg verwekt of terugzendingen en loom heid der maag dan wordt ze gevaarlijk, dan moet men van haar gebruik afzien en zijnen toevlucht nemen tot de alvleezige lever traan van Defresne, welke het alvleesch in eenen schoonen witten en lichten room heeft veranderd, welke daarenboven zeer smake lijk is. De traan van Defresne heeft eenen heil rijken invloed, want zij kan door het al vleesch opgenomen worden, welke de meeste spijsverterande kracht bezit. D. Bar. m

HISTORISCHE KRANTEN

De Toekomst (1862-1894) | 1888 | | pagina 2