STADSNIEUWS.
Nr 108.
28e Jaar.
jLoiitfag, 17« Maart 1889.
Zondagsblad van Stad en Arrondissement YPERE1X.
Men schrijft in
Te Yperen, DIXMUDESTRAAT, 18, en op al de postbureelen van 't land.
Alle affichen bij den drukker van dit blad gedrukt,
worden onvergeld in hetzelve geplaatst tot den dag der verkooping.
Men werdt verzocht alle hoegenaamde artikelen
uiterlijk tegen Vrijdag middag, vrachtvrij en onderteekend, toe te zenden.
ABONNEMENTSPRIJS VOOROP BETAALBAAR:
3 fr. )s jaars vooi* dc stad; fr. 3-30 veoe geheel Belgie.
Buitenlandsche verzendingen, 't port daarboven.
5 CENTIEMEN HET NUMMER.
Aankondigingen: 10 centiemen den regel.
Reklamen: 25 id. id. id.
Rechterlijke eerherstellingen 1 frank id. id.
Akkoord per maand of per jaar.
'T GING BETEREN.
Ons ministerie steekt zich graag een
pluimke op den hoed voor de grrroote
diensten, welke het beweert aan den land
bouw bewezen te hebben.
Wanneer we de vrijheid nemen te doen
opmerken dat die groote diensten op niets
anders neerkomen dan op de benoeming
van eenige vetbetaalde maar gansch
NUTTELOOZE landbouwingenieurs, op
gekweekt in de katholieke universiteit van
Leuven, dan maken de dompers bladen
ons uit voor ondankbaren en lasteraars
Het zal hun dus niet veel plezier doen
dat onze beweering weerklank gevonden
heeft in de Kamer.
Ziehier, o. a. volgens het officieel be
knopt verslag, wat M. Henricol van Nij-
vel in de Kamer zegde:
M. Henricol. De landbouw mag
niet noch zwaarder belast worden Hij
is het nu reeds te veel. Geen enkel lid
der Kamer, die het platteland bewoont,
zal zulks ontkennen. Daarom is het
noodig den landbouw te beschermen.
«Ja maar! zullende dompersbladen ons
toeroepen, het is een van uwe mannen die
dat zegt, hij spreekt alzoo om oppositie te
doen, uit partijhaat.
Zachtjes aan, heeren bewierrookers
van het grrroot nationaal ministerie! Zie-
vreest! De commissie van het werk, den en worden overal aangetroffen. Mij hoornvee al onzt kudden schapen door
de wetten in 't belang der arbeiders, dunkt eenmaal ergens gelezen te hebben cene droeve ziekte worden aangetast! Men.
de godshuizen, de kinderkribben, de jat men ze slechts vet nietigt door eene zou voorwaar eerder moeten verbaasd zijn
gasthuizen voor kraamvrouwen, de
weeshuizen, alles werd ten hunnen
voordeele gesticht!
Wat heeft men echter voor onze
500,000 akkerwerklieden gedaan Senaamd niet verdelgt u>orden, wan-
Niets!
warmte van iets boven de 100 graden.
Ik heb vergeten hoeveel bet juist is.
Het blijkt ook waar te zijn dal ze hoe-
Niets, niets! Is de zweepslag ferm ge
noeg! In 1884 aan 't bewind gekomen
onder de plechtige belofte van den land
bouw op te beuren, moet de opgeblazen
minister Beernaert heden van zijne beste
vrienden het bloedig verwijt hooren: DAT
DE LANDBOUW NOOIT IN SLECH
TER EN TOESTAND HEEFT VER
KEERD en DAT MEN ER NIETS
HEEFT VOOR GEDAAN, NIETS!...
neer men 't dier delft of in een vuilput
werpt, men moge dan ook al kalk of an
dere ontsmettende stoffen op hel doode
dier leggen of gieten: die bacteries leven
voort.
Feiten bewijzen wat hier zeggen;
ln sommige streken bestaan zoogezegde
gevloekte weiden Waarom dien
naam? Wel. omdat de dieren, die er
op grazen, op weinige uitzonderingen na,
door eene besmettelijke ziekte (vooral de
koolziektej worden aangedaan.
Dit feil heeft men meermalen bestatigd
bij de schapen; men heeft geheele kudden
aangetast gezien door het schurft of de
LANDBOUWBELANGEN.
Eene belangrijke kwestie.
Mijnheer de Uitgever.
Sta mij toe in uw door de buitenlieden1"*"™ (ï00als het volk ze«l> na<iat zii in
veelgelezen blad eenige bemerkingen «"e weide hadden gegrazen.
maken nopens eene vraag, van hel groot
ste gewicht voor allen, die zich met land
bouw en veekweek bezig houden.
Iedereen weet dat, bij de dieren als bij
de menschen zekere besmettelijke ziekten
heerschen.
Naar luidt het koninklijk besluit van
20 September 1883 moet het dier, door
eene besmettelijke ziekte aangetast, afge
maakt worden en zijn lichaam geheel
of gedeeltelijk vernietigd.
ln den builen delft men gewoonlijk die
flier eene aanhaling, veel stelliger dan
degene van M Henricol: zij komt van
eenen der trouwste vrienden van 't minis
terie.
Ziehier wat M. Carluyvels, ook in de
Kamer verklaarde:
M. Carluyvels. De toestand der dieren. De indelving geschiedt op zulke
landbouwers is nooit slechter geweest diepte dat, wanneer de put opgevuld is,
dan op dit oogenblik, en nooit heeft het doode dier bedekt is met eene laag
men tegen hen een slechteren maatre |aardevan minstens 1 m. 30 c.
gel in moeilijkere omstandigheden voor-
gesteld dan de wet op suikernijverheid.
Ook heeft de aankondiging alleen
van het wetsontwerp eene pijnlijke ont-
roering ten plattelande verwekt. In
plaats van de beloofde en steeds ver-
wachte tolhervormingen, ziet men met
verwondering een wetsontwerp voor-
stellen dat noodlottig is voor de sui
In de stad woiden de door eene slech
te ziekte aangetaste dieren in het slacht
huis afgemaakt, en daarna, zoo wij ons
niet bedriegen, in den vuilnisput van het
slachthuis geworpen.
Op onze dagen heeft de wetenschap be-
Welk is de oorzaak van dat feit?
Geleerden hebben bewezen dat zulks
voortspruit hieruit, dat aldaar in vroeger
tijd, dieren waren begraven, die door die
ziekte waren aangetast en in wier lichaam
dus lallooze bacteries leefde.
De bacleries worden door de aardwor
men, die aas op het doode lichaam komen
zoeken, naar de oppervlakte van den
grond gebracht en blijven daar soms tien
jaar lang na de delving van het doode
dier voortbestaan. Van zoohaast de bacte
ries in gunstige voorwaarden geplaatst
zijn om zich te ontwikkelen, doen zij het
en dit gebeurt namelijk, wanneer levende
schapen op die plaatsen komen grazen
Andere malen gebeurt liet dat die bac
teries, die door de wormen aan de opper
vlakte worden gebracht, door den wind,
het water, enz., worden verspreid en ge
heele velden besmetten.
Ook bij die dieren, die in de vuilputten
dat dergelijke ziekten zich niet meer
voordoen!
Uit het voorgaande besluiten wij dus
dat het gevaarlijk is die dieren, welke
ten gevolge van besmettelijke ziekten ster
ven, te delven, of in vuilputten te werpen.
Immers daarin ligt eene bron van verdere
besmetting, van voortzetting der ziekte.
Wat nu gedaan om zich van zulke die
ren te ontmaken?
Het verbranden kost te duur; daarom
ware het, mijns inziens, best die die
ren te koken in het water, zoolang te
koken tot dat de beenderen zich van zelf
van bet vleesch scheiden. Geleerden ver
zekeren dat alzco de bacteries bijna totaal
vernield worden.
Om dit stelsel in praklijk te brengen
ware een groote ketel voldoende. Elke
gemeente zou een dusdanig toestel moe
ten bezitten, iets wat niet duur zou kos
ten. Met het gekookte dier zou men ver
volgens doen wat men wil, in allen gevalle
zou het geen gevaar meer opleveren.
Indien gij denkt, heer uitgever, dat
deze regelen eenig belang opleveren voor
uwe talrijke lezers, verzoek ik om derzel-
ver opname.
Dank op voorhand.
Een landbouwer
Yperen, 16 Maart 1889.
Onze Katie feest.
Morgen begint onze foore, gezeid Kat
te feest. Overvloed van allerhande barak
ken zijn op onze markt geplaatst.
Daar de tijden slecht zijn, zuilen de
lieden der barakken ongetwijfeld te kla
gen hebben.
De boeren kunnen geen geld meer win
nen, en de steêiieden moeten grootendeels
leven met de boeren. Zoo dat alles aaneen
niet meer geschakeld is, om de marktkra-
wezen dat alle besmettelijke ziekten voort- der slachthuizen van onze steden worden mers een schoonen stuiver te laten verdie-
u- i gebracht en voortgezet of verspreid wor-igeworpen, blijven de baclertes voortbe- nen. Reeds over 2 a 3 jaren, waren er
Keinijverheden, bijgevolg voor den~ i, I,.
landbouw. den door oneindig kleine diertjes, die men staan, zelfs nadat het dier verteerd is. die met hunne winst nauwelijks hunne
En verder: met het bloote oog niet zien kan en die Van die vuilputten worden zij op onze ak standplaats konden betalen, en hoe langer
Men luistert naar de grieven der men gewoonlijk bacteries noemt. ikers en onze weiden overgebracht en men zulke tijden duren hoe slechter voorde
steedsche werklieden, omdat men beni Deze diertjes zijn zeer moeilijk om doo-js dan soms verwonderd wanneer ons kooplieden.
DE TOEKOMST