STADSNIEUWS. INTr 232. 29e Jaar. Zondag, Sn Juni 1890. Zondagsblad van Stad en Arrondissement YPEREN. Men schrijft in: Te Yperen, DIXMUDESTRAAT, 18, en op al de postbureelen van't laud. Alle affichen bij den drukker van dit blad gedrukt, worden onvergeld in heizelve geplaais lot den dag der verkooping. Men wordt verzocht alle hoegenaamde artikelen uiterlijk legen Vrijdag middag, vrachtvrij en onderteekend, toe te zenden- ABONNEMENTSPRIJS VOOROP BETAALBAAR: 1-14 fr. )a»re voor «le «lad; 3 re. voor geheel Bdgle. Buitenlandsche verzendingen, 't port daarboven. 5 CENTIEMEN HET NUMMER. Aankondigingen: 10 cemiemen den regel. Reklamen: 25 id. id. id. Rechterlijke eerherstellingen 1 frank id. id. Akkoord per maand of per jaar. GELD WAT DE KLOK SLAAT. Iloogere geestelijkheid fr. 281.400 Lagere geestelijkheid 4.292.570 Toelagen aan kerkfabr. 500.000 Pensioenen 16.000 Hulpgelden 30.000 Totaal: 5.119.970 Ziedaar het kort overzicht van de begrooting der belgische geestelijk beid voor het dienstjaar 1890:91. Geheel het budget van justitie, ge lijk het waait en draait, beloopt maar 16 miljoen frank, waarvan ae zwartjes voor eigen rekening ongi veer het derde deel opstrijken, zegge 5 miljoen en zooveel ballen. Deze gouvernementskoek is onder verdeeld als volgt: 1" 281 duizend frank voor onze zes gemijterde bazen met hunne kanun nik ken, hulpbisschoppen en andere pupere heeren. Die som, gedeeld in zessen, maakt ongeveer 47 duizend irankskens voor ieder bisdom: te weinig om te leven en teveel voor te sterven. 2° 4 miljoen 292 duizend frank voor onze parochiepapen en nunne kiesdravers, de eerw. hhn. onderpas toors: een appel en een ei. 3° Een half miljoen voor de kerk fabrieken d. w. z. voor den zak van menheer pastoor die alles binnen- palmt wat het kerkfabriek liggende en roerende heeft. 4° 16 duizend frank pensioen voor afgedankte heeren die hun schaapjes op het droog hebben: botten vol en warme voeten. 5° 30 duizen frank voor geestelijke sukkelaars die voor vrouw en kin deren moeten zorgen en niet we ten van wat hout pijlen maken. Wie 'nen armen paap kent, mag den vin ger opsteken, want die vogels zijn zoo raar als witte kraaien in den herfst. Totaal of te batig saldo: 5 miijoe», 119 duizend 970frank, jaarlijks aftej doppen door de belgische schapen onzer moeder de H. Kerk. Arme moeder! Gelukkige schapen!) Yperen, 7° Juni 1890. Poet», wederom poel» Baas Jan. Hewel, gebuur Meulemans, wat zegt gij van de vergadering die onlangs plaats gehad heeft bij Oscartje en waarvan het Nieuwsblad ons een staaltje mededeelt? Meulemans. Wat zou ik er van zeggen, dat het Nieuwsblad veel beier zou doen zich wat min met zaken te be moeien die het niet verslaat en niet altijd zou zoeken twist en tweedracht te zaaien. Baas jan. Drommels, gebuur, gij spreekt als een liberaal. Doken. En hij is het ook. Baas Jan. 'k Geloof waarachtig dat de waarheden die in 't Nieuwsblad opge somd zijn u in den neus kittelen. Als 't zoo is, God zegene u. Doken. Zegt wat gij wilt ik heb harte lijk gelachen met de artikels van over acht dagen;daar zit ten minste peper in. Baas Jan. Of er peper in zit!... De li beralen weten niet meer waar kijken, sedert me» spreekt over de zaak der Ilospicen, over de kwestie van het standbeeld, over de schaarsheid van werk voor de Yperlingen en over vele andere dingen, le lang om te melden. Doken. En dat doet onze liberale kop stukken niezen. Meulemans. Dat die artikels, die arme priet-praat u bevallen, is mogelijk,doch ik geloof u te verstandig om le geloo- ven wat het papegazetje vertelt. Baas Jan. Waarom zouden wij liet niet gelooven? De liberalen zitten er in de klem mede. Meulemans. Als men eenvoudig genoeg is om appels voor citroenen te koopen, om het gezwets van een pondpapierlje voor Evangelie le aanvaarden, kortom, om te gelooven dat de kiekens hooi eten, dan is het niet te verwonderen dat de schrijvers van die artikels bij val hebben. Doken. Meulemans, gij zult toch niet zeggen dat gij slimmer zijt dan wij. Baas Jan. Of dat gij in staat zijt de gezegden van het Nieuwsblad te logen straffen. Meulemans.Ook zal ik het niet beproe ven. Doch daar wij steeds vrienden ge weest zijn, wil ik u laten zien hoe geloofwaardig de schrijver va» het Nieuwsblad is en hoeveel grond er in zijne artikels schuilt. Doken: Wij luisteren. Meulemans. Ten eerste, ol wat bet bladje van de Hospicen zegt en gezegd heeft, is zoo onwaar, zoo dom, zoo valsch als het maar zijn kan. Watzoudt gij zeggen van eenen blinde die zijn oordeel wil vellen vover eene schilderij die hij niet ziet; van een ongeleerde die wil spreken overeen kunstgewrocht; van eenen doove die een muziekstuk beoordeelt? Welnu, 't Nieuwsblad is in 't zelfde geval. Van de zaak der Hospicen draait het gedurig rond den poten het kan geene gezonde gedachte uitbrengen.Dit werd reeds door menige verstandige personen gezegd en bewe zen. Wat nu het standbeeld betreft, ik vraag u of de schrijver van het Nieuws blad uitgenoodigd was op de vergade ring van Cornette, Van Daele en con- soorten Zoo niet, hoe kan hij weten Baas Jan. Dat geloof ik niet. Meulemans. Het is nochtans zoo, en men heeft er niet weinig mede gelachen. Doken. 't Was belachelijk ook, maar ik heb ruzie om te gelooven. Meulemans. lk zal het u bewijzen, maar het wordt reeds laat, en bij eene naaste bijeenkomst za! ik u toonen wat verschil er is tusschen zeggen en doen, tussehen beloven en geven, tusschen snoeven en verrichten. Doken. Wel ja, doe dat, en indien gij ons kunt overtuigen zullen wij vol gaarne ons ongelijk bekennen. Baas Jan. Ja zeker, maar ik twijfel er aan. Meulemans. Wij zullen het zien. Tot later. (Jil»'as der pnardealoopstrijdeu. Her groot feest der Paarden loopstrijden. wat er in het salon van dezen of genen van verleden Zondag, ingericht door do heer gezegd werd? Bekent met mij, maatschappij Sport Hippique en door de vrienden, dat dit maar artikels zijn om officf'en en onder-officieren der Rijschool, is de kolommen van het gebenedijd lou- all5,r estSeluktu Eene overgroote menigte vreemdelingen wa3 stedewaarts gestroomd en een heel mooi weder begunstigde die feesten. Een genblad te vullen en waarin niet de minste waarde zit. Ten derde, sprekende over het werkvolk dat Ype ren verlaat om in den vreemde werk te zoeken,dit is eene zaag die sedert jaren duurt en altijd duren zal, al waren de kaloten zoo machtig, zoo sterk, zoo enkel ongeval was te betreuren aan den vierden wedren, ingespannen drafloop, ging het paard van den heer Em. Lambert, door ■dezes 16jarigen zoon bereden, en Pas de Chance genoemd, eensklaps op hol Do jockey tuimelde hals over kop van het rij- vaste op bet stadhuis als het ministeriejtuig, bezeerde zich lichtelijk en het hollend Pourbaix op zijne zetels. Zeker het dier rende voort. Een heer, het willende in- ware te wenschen dat er meer werk, meer nijverheid in Yperen ware, maar is het de .schuld onzer bestuurders zoo dit niet is?... Moesten al de groole kop stukken van de kaloleparlij.de eigenaars van huizen en gebouwen het noodzake lijke aan hunne eigendommen doen verrichten, zeker zouden timmerlieden, metsers en andere ambachtslieden er voordeel uit trekken, doch op voor waarde dat men hen den loon betale en niet doe gelijk zekere miljoenrijke heer dezer stad, die zich niet schaamde ge durende de afwezigheid van het werk volk de brijken te kuischen, om te zien wat een werkman op eenen dag doen kon en alzoo het dagloon in evenredig heid van den afgedanen arbeid te bren gen. houden,werd overeind geworpen en bekwam eenen stoot tegen het borstbeen. Verder ge lukte men er eindelijk in het dier tegen te houden, voordat er ergere ongelukken te be treuren waren. Pas de Chance had waarlijk, geene kans. In het springen over hi derpalen door do heeren onder-officieren der Rijschool, zijn er ook eenige ruiters gevallen, doch gelukkig- lijk niemand heeft zich bezeerd. Zulke val len, zooals deze laatste, moeten niemand verwonderen, want de paarden, waarop de ruiters zonder steenbeugels zitten, moeten groote sprongen doen waardoor meer onge lukken te vreezen zijn. Het feest begon om 2 ure, met een geza- mentlijke werking der heeren onder-officie ren, onder het bestuur van den onder-luite nant onderrichter Hageman, en eindigde om 7 ure. De heeren officieren en onder-officieren hebben wonderen verricht in het leiden van DE TOEKOMST j}:

HISTORISCHE KRANTEN

De Toekomst (1862-1894) | 1890 | | pagina 1