was, waarover men rekening ging vragen wij die niet zouden trachten zwart te en dat het eene reden was cm de liberale maken wat wil is, wij zeggen: Wie zijn de lasteraars? geldverkwisters van hel stadhuis te jagen Dat zij zelf geen woord geloofden van hetgeen zij zegden blijkt hieruit, dat, in de laatste zitting van den Gemeenteraad, de controleur, die toch zoo gaarne te rechte of ten onrechte zoekt het stadsbe stuur aan te vallen, geen enkel woord heeft durven reppen over de gewaande geldverkwistiogen; 't is waar dat de man andere bekommernissen had, en dat hij verlangde tegen den muur gezet te worden gelijk het gebeurd is. Is één. Hoe menigmaal, sedert eene maand verwijten die onnoozele pondpapiertjes niet dat de soldaten bier slecht onthaald en erger behandeld zijn geweest dan een hond in eencn hutsepot? Niettegen staande de getuigschriften der veldover sten, niettegenstaande de hartelijke be- dankingen der officieren, volharden de letigenaarsgazeljes in hunne laffe beschul digingen, en de controleur, die door hen op het stadhuis geraakt is om alles te con- troïeeren, staat met zijnen mond vol tan den, en eontrsleert de echtheid dezer be sehuldigingen niet. Waarom Omdat hij wel weet dat dit alles valscb is en maar aanzien kan worden als lijm stok jes om dwazeriks te vangen. Is twee En dit zijn de middels waarover de GROOTE katholieke partij beschikt om ons stadsbestuur te beschuldigen. Bij ge- Irek aan ernstige grieven, die zij zouden moeten opgeven om hunne zaak te pleiten, zien zij zich genoodzaakt met die ellendi ge middels voor den dag te komen, mid dels, waarover een eerlijk man zich zou schamen. Wij vragen bel aan alle rechtschapen mensch, die onpartijdig de zaak wil op lossen: Wie zijn de lasteraars? En deze twee feiten zijn de eenige niet. In at de beschuldigingen die de lcugcn- 'Madjes het stadsbestuur ten laste leggen, is er niet meer grond, niet meer waarheid dan in de voorgaande, en niet ééne daad, door het stadsbestuur verricht, heeft aan leiding gegeven tot eene bemerking van wege den controleur Colaert. Maar het is gekend, het stelsel van Xoyola dal de kalolen aangenomen hebben schijnt voor hen goed te wezen, en met eene jezuietische gelatenheid zeggen zij tot elkander, bet is vatsch, ja! liet strijdt tegen de waarheid wat wij zeggen en doen, maar wat wilt gij Het einde wettigt de middels Wij,die van eene loyale en rechtzinnige p uitlek houden en voor alle huichelarij Eene belangrijke zitting in den k. k. Tlenriejc. Mijnheeren, ik heb u bijeen geroepen om acne beslissing te ne men over het programma dat wij zullen aannemen. Het groot sukces dat wij ver leden Zondag gehad hebben in de katho lieke Associatie laat ons toe te rekenen op eene meerderheid van 200 stemmen en minste. jlebuigne. Als het geen twee hon derd buizen zijn llenrieije. Zwijg, secretaris, gij ïebt het recht niet te spreken; schrijven is uw werk. jlebuigne. Ik zwijg Jsouttje. Mijnheer de burgemeester, de secretaris zou wel kunnen gelijk heb ben. JTenrietje. In 't geheel niet 24)0 stemmen meerderheid, niet ééne min, zonder dat ware mijn burgemeesterschap yi naar de maan. Ook heb ik een programma verzind dat wij aan de kiezers zullen voor stellen, een programma dat allen moei bevredigen en dat ik u nu wil onderwer pen de scholen die locli zooveel geld kosten? llenrieije. Luistert, onder ons ge zegd, de scholen kosten niet te veel voor het nut dat zij stichten, maar wij zullen ze al afschaffen, dc eene vóór, de andere na; en binnen een jaar zullen ze al geslo ten worden; wij zullen de onderwijzers en de onderwijzeressen op wachtgelc stellen, om ben te beletten het onderwijs nog verder uit te breiden. In on scholen hoeft men niet te vreezen dat dc kinderen zullen te slim worden, en alzoo is het toekomende geslacht tegen alle geuzcrij gevrijwaard. NapoléonJamaar, die wachtgel den kunnen gcene besparingen teweeg brengen; integendeel! De afgestelde on derwijzers worden betaald en dc onze moeten ook betaald worden; waar is het profijt jlebuigne. Ik zwijg als een visch. |ben jaren lang geschreeuwd en geroepen Karei Ti. Wat zullen wij doen met om eene nieuwe waterleiding te hebben en eindelijk hebben wij die verkregen. \Y ij moeten nochtans doen gelooven dat het water te roest is, zonder te zeggen wat daar de oorzaak van is. Wij moeten de menschen wijsmaken dat wij een beter stelsel zullen uitvinden, dat het !t liberale zal overtreffen en vele meer water zal op leveren. jlebuigne. Het ware ook goed te laten verstaan dat het water nat is en llenrieije. Zwijg, babbelaar weet niet wat gij zegt. jlebuigne. Ik zwijg, Mijnheer. Karei Ti. Gij hebt waarlijk gelijk, lieer burgemeester, want wij kunnen on mogelijk dat werk verbeteren. Doch in alle geval zullen wij zeggen dat het water slecht is. Henrietje. Spreken wij eens over dc geldverkwistingen die gedaan zijn ge weest om de stad te versieren. llenrieije. O, kortzichtig mensch! iet niet wat te vroeg Vcur.nuarIs om ons programma kenbaar te maken? De geuzcnbladen zullen er mede lachen en bij hooge en bij leege houden staan dat er niets ernstigs in zit. Zij zullen de kiezers' T" met dc gebouwi herinnert gij u niet dat ik in de provinciale vergadering voorgesteld heb de wachtgel den Iccnemaal af te schaffen? Welnu, dit oorstel zal ook gedaan worden in de Kamers, het zal gestemd worden, en de toer is gespeeld,de onderwijzers en onder wijzeressen zijn op straat. jlebuigne. O, welk genie llenrieije. Secretaris, ik geloof dat gij mij vleit. g'J kostelijke wandelingen Waarom die hovingen rond St-Maartens kerk Waarom die rond de stad Waarom die prachtige muurschilderin gen op de Halle Waarom, in één woord, die overgroote uitgaven voor versieringen Wij zullen zeggen dat wij al dat geld zullen gebruiken om don handel en de Neen, mijnheer de bur-Jn'Jverke'd le ondersteunen en alzoo zullen het vertrouwen weêrwinnen van de waarschuwen dat wij zand in hunne oogen willen werpen. jlebuigne. gemeester, ik bewonder u jWIJ Napoléon.En wat zult gij doen neeiingdoeners,die wij tijdens het festival 9 zoo zeer beschadigd hebben. en ac- Kapolêon. Zoudl gij geloven dat dit llenrieije. Daar is reeds voor ,T7 n.- i ii zorgd. Ik ben voornemens al die gebouwen 0ns' cn Scnac^es^aG zal geven l Mensje. - Dat mete vnond Ik J hwwb Hot volk moct! ta welsprekend gegomde «gans™!, I den g0(Wimst,i Mm**.-»* gij van handel en ^dienst alleen katfde dat wij aan eenige jonge wachten gegeven 8evol8en van het geuzenonderw.js tegen- hebben om kiezers te trakteeren en langs!werken" Daarenboven, hoe meer dwee- ónzen kant te lokken. Wij moeten de ne-;Pers' l,oc mcer kiezers W1J zullen winnen> ringdoeners doen gelooven dat wij het en dan is onze h<^chapp,j voor altijd onmogelijke zullen doen om hunnen han del le bevoordeeligen. Alzoo zullen wij den slechten indruk wegnemen van onze pogingen oip het festival te doen misluk ken. Mijnheer de burgemecs- 'jlebuigne. ter. llenrieije. Secretaris, zwijg jlcbuigne. Ik zwijg jjouwiije. Gij weet dal gij beloofd hebt alles op te offeren om onze zegepraal te verzekeren. In den Appel bobt gij ge zegd dat gij wel 50,000 fr. zoudl besteden aan de kiezing, maar hoe zult gij ooit zulke groote som kunnen inwinnen? verzekerd. Karei Ti. Dus het nummer 1 van ons programma is: de scholen afschaffen en ze veranderen in kloosters. Secre taris, schrijf het op. jlenrieje. Jamaar, voorzichtig Wij mogen niet laten weten vóór de kie zingen wat wij van zin zijn te doen; inte gendeel mij moeten de kiezers wijsmaken dat wij alles zullen behouden gelijk het is, en zelfs groole verbeteringen zullen inbrengen. Gij kent mijne doenwijze: vele beloften en schoone woorden, om de kie zers in slaap te wiegen. jDebuigne Moet ik dat ook op- Tlcnrietje. Wel dal is dood een- schrijven, Mijnheer voudig! Verteeren wij nu veel geld om op! Karei Ti. Neen, dat is voor ons. geraken. dan kunnen wijj jlenrieje.Nu wij zijn gekomen kleercn aan jlebuigne. En niet zonder reden, ook. Henrietje. Secretaris,gij moet zwij gen, zeg ik u. Uwe bemerkingen zijn hier zeer ongepast. jlebuigne. Mijnheer, ik zal geen woord meer spreken. llenrieije. Waarom zouden zij zich kwaad maken J\ apoléon. Omdat het nog niet lang genoeg geleden is dal wij hen fopten met tegen 't festival te werken. Henrietje. Tut! tut! tul! dat is al lang vergelen en wij zullen hel de kiezers andei's gaan wijs maken. Nu, wij zul len de Zwemschool aanvallen, want dit is eene onzedelijke instelling die wij niet genoeg kunnen afkeuren.Denkt eens, men moet er zich ontkleeden om te zwemmen. Karei Ti. Gij zoudt toch niet wil len dat men er gaat zwemmen met zijne 'Jlebuigne. Daarop zou men wel zich nog lenig schrikken; wij die ons hert op onze] llenrieije. Land dragen en altijd kaart op tafel spelen, te zwijgen. het stadhuis te de conlributiën wat verhoogen en belas-|aau het nr2 van dedagorde, aan de water- tingen leggen op ai wat belastbaar is. kwestie, ledereen weet dat de oorlog dien'kunnen antwoorden dat men Gij zult hel zien, binnen driejaar zullen wij aan bet w'atèr doen maar een i'nge-ontkleedt om niet te zwemmen. wij overschot helmen. beeld kiesmiddel is. Dc liberalen hebben JHouw-vje. Het 's nochtans eene jlebuigne. Overschot van krotle! het stelsel van andere groote steden ge- nuttige instelling. Katholieken en liberalen Ik verzoek u nogmaals volgd en bét kon onmogelijk verbeterd trekken er voordcel uit, cn daarenboven 'jworden. Daarenboven onze gazellen heb- het is gezond. Jji jjï B—- - -ca WIJ

HISTORISCHE KRANTEN

De Toekomst (1862-1894) | 1890 | | pagina 2