DEN 14" JUNI Eene waag, STADSNIEUWS. Leve de liberaleu! Weg met de zeuraars! en Leve het algemeen stemrecht!! En's avonds hadt gij eene buis van 3 700 stemmen! Eilaas! en de 2/3 in de Kamers en ons occupatie-stelsel waren om zeep. Zoo gauw wij wisten dat Brus sel verloren was, hoopten wij dat ook de liberalen in Antwerpen zouden winnen en dat het gouvernement zou omver liggen. Gij gekscheert! In het geheel niet. Dan hadden de liberalen de herziening moeten bewerken; dan hadden zij dien ge vaarlijken, onbekenden stap moeten doen in de duisternis... terwijl nu de katholieken er meê zitten. En wij kunnen niets, niets zonder de libera len De Constituante zal zooveel harre warren, zooveel stelsels zullen beur telings worden voorgedragen en ver worpen, dat er eindelijk niets zal overblijven dan het algemeen stem recht aan te nemen. Maar zal er Woeste ooit van wil len? En Woeste beschikt tusschen de ultramontanen der rechterzijde over meer dan 1/3 der volksvertegenwoor digers? Wat wargaren zal daaruit voortkomen Yperen, 18" Juni 1892. De groote, de schitterende zegepraal der Vereenigde Liberalen te Brussel,heeft den dag van 14" Juni vermaard gemaakt in de annalen der kiesworstelingen. Bedreigingen, beloften noch geld, be drog noch kuiperijen hebben de klerika- len kunnen behoeden van verval. Al de indringers, de zeuraars, de valsche onaf- hankelijken, die sedert acht jaren dezelels van Brussel bekleedden in de Kamers, zijn naar hunne haardsteden terug gezonden en voor immer in den vergetelhoek gedol ven. Eene meerderheid van drie duizend zeven honderd stemmen heeft bewezen dal het land hijgt naar verlossing en naar recht. De bisschopssla ven hebben moeten wijken voor den wil des volks, en wat zal liet zijn wanneer wij eene nieuwe uit breiding van stemrecht en een ander kies stelsel zullen bekomen hebben Oostende,waar al de klerikalen der beide Vlaanderen het onmogelijke beproefd had den om de liberalen le verwijderen, waar geld met hoopen verteerd werd om stem men te koopen, waar al de zwartgerokte en kortgebroekte kiesdravers hemel en aarde deden beven, om de kaloten te doen zegepralen; Oostende, zeggen wij, heeft getoond dat het vooruit wil in den weg dien het liberalismus heeft ingeslagen, dat het 't klerikale juk niet langer dragen wil en dat de herziening der Grondwet als eene billijkheid beschouwd wordt. Neen, de Vlaanderen zijn niet zoo ver basterd als men het wilde doen gelooven; de vrijheidszucht heerscht er ook nog in alle gewesten, maar de macht van 'l geld en de overgroole invloed der priesters heeft alom de pogingen der liberalen ver lamd; de bisschopskassen hebben in al de kosten der omkooping voorzien, maar dit maal hebben al deze middelen mislukt te Oostende en de liberalen komen zegevie rend uil den slag. Men spreekt, wel is waar, van de kie zing te doen vernietigen, de klerikale zeu raars zouden nogmaals willen hunnen toevlucht nemen tot de middeltjes die men te Yperen gebruikt heeft, maar, ondervin ding leert, noch de permanente Deputatie, noch hel ministerie zullen hunne me dewerking aan dit zeuraarsspel meer kunnen verleenen en de liberale kandida ten van Oostende zullen, spijts al het knarsetanden der kaloten, aan iedereen bewijzen dat de Vlamingen nog niet rijp zijn voor de slavernij en eerlang uit hun nen schijndooden slaap zullen opstaan om het klerikaal gebroed voor immer van alle Staatszaken tc verwijderen. Vóór de kiezing van 14 Juni riepen de klerikalen dat zij niets heter wenschlen dan het algemeen stemrecht, dat zulks de verzekering hunner oppermacht zou wor den, en nu zitten zij te schudden en le beven voor alle uitbreiding van kiesrecht, omdat zij gevoelen dal. hunne schatten zullen ontoereikend zijn om de massa uit te koopen, dat de invloed der priesters (hunne bondgenooten) geene macht meer zal hebben op hel kiezerskorps en dat zij, die slechts door listen, bedrog en dwinge landij aan het bewind bleven, met mis prijzen en verachting zullen verpletterd worden. In Yperen vierden de klerikalen hunne zegepraal dien zij zonder strijd gewonnen hadden; muziekon op muziekep gingen de heeren gekozenen met serenaden vereeren, de triomf der kaloten werd plechtig ge vierd, maarwanneer de uitslag van Brussel gekend werd en de liberalen van Yperen dien uitslag vierden, koelden de kaloten zonder blazen. Bouquet en andere dweepers die zich verhaast had den het nationaal vaandel ten teeken van zegepraal uil tc steken, zagen zich gedwon gen het in te trekken en het hoofd te buk ken onder de groote, de schitterende zegepraal van Brussel, die den genadeklop geeft aan Woeste en zijne partijgenooten; aan de zegepraal van Oostende, die de Vlaanderen in zijne eere herstelt en nog maals bewijst dat, zonder den vreemden en arglistigen invloed der geestelijkheid, de Vlaanderen niets beters dan de ont voogding,de vrijheid van het kiezerskorps verlangen en immer zullen strijden voor hun recht, hunne onafhankelijkheid en hunne belangen, spijts al het geld, al den invloed, al de schatten, al de omkoopin- gen, die de kaloten te baat nemen. Het ordewoord is gegeven: Onze lezers herinneren zich nog dat Henrielje in den Gemeenteraadover eenige maanden, eene interpellatie deed omdat eenige straatbengels elkander uit gescholden hadden voor zeuraars. Hij beweerde dal dit verwijt tot hem gericht was en dat hij, als Gemeenteraadslid, wilde geëerbiedigd worden. De kaloten aarzelden niet de leerlingen der stads school le beschuldigen van deze grove bc- leediging, een onderzoek werd gedaan en hel bleek dat het leerlingen waren der teekenschool, die kwalijk overeen waren gekomen en het verwijt van zeuraar naar elkanders hoofd geslingerd hadden, zon der op de tegenwoordigheid van Henrietje te lellen, of zonder aan hem te denken. Maar wij zouden willen weten hoe men het gedrag van zeker ander gemeenteraads lid oordeelen moet, welk zonder reden een eerlijken werkman uitscheldt en be schimpt omdat hij knaap is van eene libe rale maatschappij Zal men nu ook een onderzoek instellen? Zal men dit raadslid en zijnen medeplici 4 tige op de duimen kloppen omdat zij een vreedzamen mensch op den openbaren weg aanranden Er is hier, inderdaad, meer op te zeg gen dan over hel feil waarover Henrietje zich beklaagde-, en wij moeten volop be kennen dat, indien de- klerikale raadsleden willen geëerbiedigd worden, zij zouden, moeten beginnen met zich zelf te eerbiedi- gen.Tvant liet geldt hier geene kleine jon gens, maar een man die de verwaandheid heeft in den gemeenteraad le zetelen cn eerven kerel, die juist maar kaloot is omdat zijne belangen zulks vergen. Nog maar veertien dagen is liet geleden dat de kerel, dien wij hier bedoelen, in volle estaminet de kaloten laakte en 'uit schold omdat c-en zijner amblgenooten beter bevoordeeligd was door het stads bestuur dan hij. Die kameleon,, wil libe-

HISTORISCHE KRANTEN

De Toekomst (1862-1894) | 1892 | | pagina 3